Metapatroon > praktijkpaden
Moeilijk is het niet, … behalve voor iemand die acontextuele verklaring blijft verlangen.
in: In de hoop op informatiekundig beroepsperspectief
Oh ja, dankzij zulke radicale variëteit volgens fijnmazigste verbijzondering naar context en tijd kunnen zgn legacy-informatiesystemen juist langer mee; ze krijgen daardoor een productieve positie in een omvattend(er) informatiestelsel.
in: Op fietsreis in de wijde wereld
Een vlot gemaakte denkfout is dat met een nieuwe aanpak àlles op de schop moet. [Maar] dankzij methodische innovatie door Metapatroon met verbijzondering van informatie naar context en tijd [valt] gebruikscontinuïteit juist te optimaliseren. Zeg ook maar praktisch dat bestaande informatieverzamelingen zoveel mogelijk intact kunnen blijven, omdat ze via expliciete infrastructuur schakelbaar zijn.
Als er […] iets nieuws is waarin het oude maximaal waarde
behoudt, is dat m[et Metapatroon]. Want in eerste aanleg
correspondeert, grofweg, elk legacy informatiesysteem met een zgn
context. Vervolgens kunnen informatiesystemen in de kleinst denkbare
stappen, en uitsluitend wanneer dat voordeel biedt, gestroomlijnd
worden.
Een aanpak die geen eenduidig, krachtig contextbegrip omvat kan domweg
niet slagen in welke complexe organisatie dan ook, want zo'n
organisatie opereert in een alsmaar pluriformer veld.
in: Aantekeningen over onmacht
Als je voor het informatiestelsel het reële evenwicht aanhoudt tussen uniformering en differentiatie van begrippen, kan je zo'n stelsel stap voor stap invoeren. Dat is beheersbaar en het spreidt ook nogeens de kosten.
in: Aantekeningen over informatiemodellering met Metapatroon
Contextuele verbijzondering als voorwaarde voor stelselmatig onderhoud van semantische interoperabiliteit zou moeten helpen verduidelijken, dat weliswaar de methode nieuw is, maar dat juist dankzij de fijnmaziger afbakeningen die ermee mogelijk zijn er steeds zo min mogelijk van de bestaande operationele informatievoorziening behoeft te wijzigen (of, omgekeerd: zoveel mogelijk van bestaande informatievoorziening intact kan blijven). Wie het onderscheid niet maakt tussen methode en resultaat, blijft nog zitten met een valse paradox.
in: Modellering werkgeversbegrip
Er kunnen allerlei argumenten aangevoerd worden om (vooralsnog) weinig tot niets aan die bestáánde informatieverzamelingen en bijgevolg –systemen te veranderen. Hoe wordt desondanks (meer) samenhang bereikt?
in: Informatierotonde voor semantische interoperabiliteit
[A]lready existing applications can usually be accommodated, for example by including each as a difference and labeling it accordingly with a particular context. Once it is part of the interdependent infrastructure, such applications are easier to integrate. Essentially, they should lose their isolated character, benefiting from and contributing to interdependence.
in: Ontology for interdependency: steps to an ecology of information management
Eenduidige routering van informatieverkeer tussen structureel afwijkende informatiesystemen vergt ontwerp enz. volgens een, zeg maar, bemiddelend informatiemodel. Met andere woorden, er moet iets bij. [… P]as met een stelselmatige ontwerpslag ontstaat een informatiemodel dat structurele richting voor informatieverkeer helpt bepalen enzovoort. […] Zo’n bemiddelend informatiemodel toont, zoals gezegd, tevens beperkingen van de oorspronkelijke modellen. De vraag rijst dan, of die voorwaarde van òngewijzigde systemen geldig moet blijven. Het zal in veel gevallen praktisch blijken om er voor een ontwerp- en ontwikkelpad mee te beginnen. Maar praktisch is het natuurlijk pas echt, wanneer informatie klopt.
Door een andere manier hoeft er [overigens] aan het resultáát zo
weinig mogelijk te veranderen. Het is immers pas door juist de relatie
apart te erkennen, dat wat erdoor gerelateerd is zo intact mogelijk
behouden blijft.
De methode van contextuele betekenisverbijzondering valt in dit
opzicht te vergelijken met zgn minimaal-invasieve chirurgie. Dankzij
nieuwe techniek blijft de ingreep minimaal, is de kans op herstel
beduidend groter en verloopt veel sneller, kost aanzienlijk minder geld
enzovoort. […]
Prima, laat het een revolutionaire methode zijn. Maar juist omdat zij
methodisch iets nieuws biedt, faciliteert zij op de reële stelselschaal
bij uitstek evolutionaire ontwikkeling met versterking van
betrekkelijke autonomie. In een netwerksamenleving is dergelijke
betrekkelijkheid geen nadeel, maar wezenlijk kenmerk met voordeel.
in: Basispuzzel met stelselmatige registerstukjes
It may sound paradoxical, but innovation with Metapattern will get you the highest mileage from legacy ‘systems.’ Reconceptualizing each existing system as a specific context already goes a long way to disambiguate at the level of necessary integration. After securing such (initial) overall order, you may then analyse real differences (for which separate contexts should be maintained) and duplicates (where contexts could, and should, be merged).
in: note 23.15
Productieve differentiatie blijft dankzij expliciete contextverbijzondering nadrukkelijk behouden ìn de (open) netwerkmaatschappij. […] Voorheen aparte informatie kan met eenvoudige toevoegingen een éénduidige plaats verkrijgen in het omvattend(er) informatiestelsel. Dat maakt het overigens mogelijk die informatie netzo decentraal te blijven beheren als het geval was. Een netwerk is immers ook géén centrale.
Vanuit het overzicht dat de federatieve metainformatie verschaft (en blijft waarborgen), zijn desgewenst (zo mogelijk, enzovoort) lokale informatiesystemen/-verzamelingen fijnmazig optimaliseerbaar.
in: Federatieve metainformatie
Met optimaal hèrgebruik van bestáánde informatiesystemen als uitgangspunt — in elk geval voor de kortste termijn — verkrijgt hun operationele afstemming nadruk. Om dat beheersbaar te doen, is een extra schakelpaneel nodig.
in: Schakelpaneel
On the conceptual side, Metapattern is a powerful metamodel. Its conceptual results need to be translated into construction/implementation models required to switch focus to tool technology.
in: Metapattern as context orientation: meeting Odell's challenge of object orientation
It is possible to change information types, it is possible to change information relationships, and it is possible to change primitive information. Through its “forgiveness” to errors, Metapattern supports development by trial, thereby avoiding the many pitfalls of the blueprint approach to complex information systems. Cohesion may grow gradually, as insight into the pluriformity of concepts grows. Any unsuccessful trial can easily be controlled by correcting the errors encountered.
in: The pattern of metapattern: ontological formalization of context and time for open interconnection
Metapattern’s context orientation is not only richer for conceptual modeling, it’s also a rigorous frame of reference for better implementation tools/components for the precision of behavioral differentiation.
in: Metapattern as context orientation: meeting Odell's challenge of object orientation
Abstractie met bijbehorende compactheid kan het model voor actualiteit sterk verbeteren. Wie dàt niet praktisch vindt … Ja, (veel) toekomstvaster is zo’n stelselmatige opzet natuurlijk óók.
Zeg maar, dat de infologische tot en met de datalogische structuren zo isomorf mogelijk dienen te zijn.
As the conceptual model controls many decisions about implementation, it also contains transformation concepts.
in: Metapattern as context orientation: meeting Odell's challenge of object orientation
Metapattern invites development of conceptually-equivalent models; they are simultaneously highly-differentiated with respect to implementation as concrete information sets. As such, Metapattern is also a tool for bridging the gap between conceptual and implementation models. As stated earlier, some important implementation issues can already be “prepared” in the conceptual model through the use of transformation concepts.
in: Metapattern as context orientation: meeting Odell's challenge of object orientation
Met dat ruime bereik van informatieverkeer moet de catalogus (kunnen) rekenen met verschillende manieren waarop typen voor een bepaalde informatieverzameling systematisch verband kennen.
in: Interoperabiliteitscatalogus informatietypen
Een informatierotonde staat er niet compleet op korte termijn.
Sterker nog, op de schaal waarop zo’n rotonde voordeel biedt, kan
zij nooit àf zijn. Door veranderende omstandigheden veranderen
behoeften aan informatieverkeer méé.
Een informatierotonde moet dus een open concept zijn. Er moet steeds
een productief vervolg aan gegeven kunnen worden, terwijl wat er reeds
staat zo toekomstvast mogelijk is.
in: Informatierotonde voor semantische interoperabiliteit
It works like modeling toward an asymptote. The ascent is quite steep, i.e. very soon hardly any additional assumptions are required. The practical relevance […] for information systems is huge. It is possible to eliminate semantic redundancy resulting in higher quality and lower costs.
in: On "nil" modality and Metapattern
[A]ls je snapt dat gedrag van de ene tot de andere situatie nu net wezenlijk verschilt, moet je het ook voor dat ontwikkelproces niet zoeken in automatisme waardoor voorzieningen van, nota bene, het ene aspect afgeleid worden van een model enz. voor een ander aspect. Je moet juist gewoon voor elk aspect (lees dus ook: situatie/context) een specifiek gedragsmodel opstellen. Daarbij bestaat samenhang tussen dergelijke aspectgedragingen. Dat werkt dus incrementeel, maar dat is echt iets anders dan afleiding, laat staan volautomatisch.
in: Aantekeningen over informatiemodellering met Metapatroon
De eenduidigheid is uiteraard voorwaarde voor toepassing van digitale informatie- en communicatietechnologie. Het evenwicht tussen overeenkomsten en verschillen verzekert draagvlak voor zgn stroomlijning tot informatiestelsel. Omdat voorts verschillen van organisatorisch onderdeel tot onderdeel (en/of van proces tot proces) als het ware nevengeschikt tot uitdrukking komen, kan de stelselmatige vernieuwing stap voor stap, dwz optimaal beheersbaar, gebeuren.
in: Aantekeningen over informatiemodellering met Metapatroon
De oplossing kan kleinschalig beginnen. Door van meet af aan met reële variëteit te rekenen lukt het om geleidelijk, dus optimaal beheersbaar, grootschalige samenhang te bereiken. Dat is per saldo het snelst (en, voorzover dat een criterium is, verreweg het goedkoopst).
in: aantekening 14.8
De opgave voor informatieverkeer in het publiek domein is enerzijds precies zo’n [stelselmatig ontwerp]. Anderzijds moet realisatie in [kleine stappen] kunnen. Nu blijkt juist dat het karakter sui generis de oplossing van de dreigende paradox biedt. Want stelselmatige betekenisordening is niet uniform [.] De betekenisverschillen verschaffen als het ware de handleiding voor de optimale volgorde van realisatie. Ofwel, de realisatie van het stelselmatige ontwerp kan vergaand geborgd verlopen.
Ze willen het allegaartje van informatiesystemen ordenen. Inderdaad een uitgelezen toepassing voor Metapatroon. Dan zeggen ze dat ze eerst het plan moeten afmaken. Maar de clou is nu net dat je Metapatroon meteen als vertrekpunt voor een plan moet nemen.
Metapatroon biedt opzettelijk eigenschappen die veranderbaarheid faciliteren. Want aan iets dat weliswaar prachtig is, maar onbereikbaar blijft, heb je niets, punt.
Als er iéts is waarvoor veranderlijke contextuele verbijzondering onmisbaar is, is het wel dergelijke beheersbare geleidelijkheid op maatschappelijke schaal.
Dankzij Metapatroon behoeft de complexe uitgangstoestand niet te verlammen. (Pas) vanuit duurzaam beheersbare betekenisordening zijn geleidelijk verbeteringen mogelijk.
Metapattern can also ‘hide’ how different it can eventually work out. For nobody likes a revolution. At least, nobody does whom I know in business and government which of course constitute the relevant audiences. It therefore is a crucial aspect of its design that Metapattern, at first, may appear not quite different, but actually quite the same. Metapattern supports finely tuned evolution.
in: On metapattern and other themes in information management
In terms of planned change, […] in a most practical sense it is precisely the discontinuity of making multiple contexts explicit that allows for … minimal disturbance of continuity when moving to a higher level of information management.
in: On metapattern and other themes in information management
Legacy systems with all their original details (!) can be unambiguously included in an overall networked configuration when each such system is considered as a wholesale context. Such straightforward initial migration for metainformation, only, serves as the basis for subsequent, step-by-step integration for information and applications proper.
in: On metapattern and other themes in information management
Wat Metapatroon als een nieuw of, zo u wilt, uitgebreid paradigma voor stelselmatige betekenisordening [betreft], [wijs] ik nadrukkelijk erop […] dat juist eenduidig beheersbare semantische variëteit de mogelijkheid inhoudt van geleidelijkheid van veranderingsproces.
[B]eheersing van betekenisvariëteit [is het] brandpunt van veranderingsproces[.]
in: aantekening 20.1
Volgens Metapatroon verdienen relevante situaties (contexten) zelfs
met voorrang een plaats in het informatiestelsel. Want op hun beurt
bieden ze — wat voor formalisering heet — nodige èn
voldoende aanknopingspunten voor steeds dienovereenkomstig
verbijzonderde betekenis. […] Dankzij zeg maar onderliggende
identiteitstelling […] valt eventueel verband van de ene met een
andere situatie te leggen.
Met nadruk wijs ik […] erop dat zulke vernieuwing volgens
situationele variëteit opmerkelijk genoeg een zo geleidelijk, dus
beheersbaar mogelijk veranderingsproces bevordert. Volgens het geloof
in absolute betekenis is verandering altijd nog een kwestie van
alles-of-niets. Indien echter een voorheen apart informatiesysteem
(vooralsnog) als één situatie geldt, kan het ongewijzigd als onderdeel
van het gehele stelsel benut blijven. De vrees voor vernieuwing is
daarom òngegrond, in elk geval vergeleken met de chaos die
onvermijdelijk ontstaat èn voortduurt door hantering van kleinschalig
instrumentarium voor een grootschalig (betekenis)vraagstuk.
Dat heeft met de schaal te maken. Die is inmiddels maatschappelijk, dus niet langer per aparte zgn toepassing. Voilá, civiele informatiekunde. Dat vergt inderdaad tot en met karakteristieke veranderkunde!
[D]ergelijke informatie binnen en buiten de organisatie [is vaak]
nog helemaal niet (praktisch) beschikbaar […] om die ene taak te
optimaliseren. Hoe kleinschalig je ‘intern’ ook opvat,
daarvoor kan je informatievoorziening opzetten alsòf ‘de
rest’ eveneens volgens Metapatroon functioneert. Dat leidt tot de
eerste optimaliseringslag, want eindelijk ontstaan eenduidige
koppelvlakken. De tweede slag sla je inderdaad pas, wanneer ‘de
rest’ meedoet volgens de gelijke methode.
Overigens blijft voordeel niet beperkt tot oplossing van hardnekkige
problemen. Nieuwe kansen zijn nòg interessanter.
Nota bene, vernieuwing is ..., inderdaad, nieuw. Dùs werkt [het nieuwe] nog niet grootschalig in de praktijk!
[D]ankzij de methode van contextuele verbijzondering lukken eventuele aanpassingen enz. gaandeweg.
Elk model zònder contextuele verbijzondering kan recht-toe-recht-aan in een Metapatroon-model worden opgenomen door het in z’n geheel ònder een bepaald knooppunt te hangen.
[H]et [is] nog vrij simpel om een geheel nieuw, stelselmatig
informatiemodel op te stellen respectievelijk te adopteren. Het vergt
echter bijna nog groter vakmanschap om bestáánde informatiesystemen
concreet in die richting te veranderen … en dat doel ook
feitelijk te bereiken, als het even kan voorspelbaar qua tijd, kosten
en menskracht.
Voor optimale beheersing van dat ingewikkelde proces moeten tevens
alle ‘oude’ informatiesystemen gemodelleerd zijn. Daarop
kan ik niet genoeg aandringen. Dat moet dan in één en dezelfde
samenhang met het nieuwe model gebeuren, opdat je precies kan aangeven
wáár je ingrijpt en waaròp je mikt (en wat daardoor kan verdwijnen
…, met welke besparingen …). Anders weet je dat domweg
niet. Overigens kan je zo'n inventarisatie prima geleidelijk doen. Je
begint met waar je de grootste voordelen denkt te behalen en zo door.
Steeds behoud je overzicht en dáárom gaat het.
[M]edisch beschouwd, een nieuwe behandelmethode bedoelt juist de oude gezondheidstoestand te bevorderen. Daarom vind ikzelf ook een uitgesproken voordeel van Metapatroon dat voorzieningen nog zo min mogelijk hoeven te veranderen.
[D]oor de principieel gewijzigde oriëntatie [kunnen] eventueel noodzakelijke inrichtingswijzigingen kleinschaliger, dus beheersbaarder […] verlopen. Dat is nota bene geen accent op discontinuïteit, maar op continuïteit.
[H]et karakteristieke verschil [is] methodisch […], opdat informatieverkeer op maatschappelijke schaal juist met zo min mogelijk gewijzigde voorzieningen valt te faciliteren.
[O]pschaling van verkeersbereik [legt] onvermijdelijk bloot […] hoezeer relevante context pèr voorheen apàrt informatiesysteem impliciet is. De nodige en voldoende explicitering van contexten (let op, meervoud) gebeurt natuurlijk niet als bij toverslag. Dat vergt toevoegingen. Als we bestaande informatiesystemen zoveel mogelijk ongemoeid willen laten, althans voorlopig, biedt zo’n informatierotonde de logische plaats voor dergelijke toevoegingen e.d.
De truc is om een unieke identificatie van als het ware het totale object (zgn nulidentiteit) in kwestie in het verdeelstation toe te wijzen en daar verder geregistreerd te houden. Hoe zo'n object in één of andere specifieke toepassing (lees gemakshalve ook: context) geïdentificeerd staat, telt vervolgens slechts als (eventuele) identificatie van de bijbehorende verschijningsvorm. In het verdeelstation verkrijgen die, zeg maar, partiële identiteiten samenhang via die extra, nogmaals, unieke identificatie van als het ware het totale object in kwestie.
[M]et de informatierotonde [zijn] verbeteringen stapsgewijs mogelijk.
Door zijn bijbehorend axiomatisch kader, zeg maar een formeel schema met onlosmakelijk samenhangende variabelen, valt subjectief situationisme praktisch te instrumenteren met digitale informatie- en communicatietechnologie[.]
De simpele truc, nou ja, conceptueel eenvoudig, is dat [een informatierotonde] verschillende sleutelwaarden aan een èxtra punt als hun zgn draaipunt […] koppel[t …]. Zo kan je wat ‘achter’ de ene sleutel zit (lees: in legacy-systemen waar die sleutel geldt) vergelijken met, bezorgen bij e.d. wat ‘achter’ een andere sleutel zit/moet komen. Over hoe die respectievelijke verdere structuren luiden, neem je in de kaalst uitgevoerde rotonde niets anders op dan, zeg maar, de daarvoor benodigde berichtopzet. De kaalst mogelijke informatierotonde biedt precies wat talloze bestuurders zèggen dat ze willen: informatieuitwisseling, maar laat bestaande informatiesystemen ajb met rust.
De hier-en-nu praktische omslag is dat je niet langer uitgaat van specifieke verzamelingen waartussen, oh ja, informatie uitgewisseld moet worden. In plaats daarvan focus je op uitwisseling en beschikt daarvoor dankzij abstractie over een generieke voorziening waarvoor het niet uitmaakt welke informatieverzamelingen je erop aansluit.
[He]t hoeft praktisch trouwens helemaal niet met, zeg maar, extern informatieverkeer te beginnen. Wie zich het dynamisch verkeersperspectief gunt en werkt voor een complexe organisatie, begrijpt dat zij daar meteen het interne informatieverkeer sterk kan helpen verbeteren.
in: Voorrang
Dankzij het Venn-diagram met deels overlappende verzamelingen zie je
meteen een verschil tussen (oorspronkelijk) "toepassingslandschap" en
(nieuwe) context. Want elke aparte combinatie levert een (mogelijke)
context. Voor het Metapatroon-formalisme moet je daar, nota bene, de
nul-context (met de nul-identiteit voor een object) bij optellen.
Wanneer je met drie landschappen (A, B en C) begint, zijn er inclusief
de lege verzameling in totaal twee-tot-de-macht-drie van dergelijke
(mogelijke) combinaties annex contexten. Dat heet (daarom) de
machtsverzameling (power set), ofwel de verzameling van
deelverzamelingen. In dit geval betreft het dus deelverzamelingen van
de deels overlappende samenvoeging van oorspronkelijke(r)
verzamelingen.
De allereerste stap kan zijn om inderdaad de oorspronkelijke
landschappen als dienovereenkomstige contexten aan te nemen. Dat staat
gedetailleerde analyse toe van eventuele duplicaties
(overeenkomsten).
Als tweede stap kan je overeenkomsten optimaliseren. De
machtsverzameling suggereert dat het bereik van een overeenkomst kan
variëren. De grootste mate van overeenkomst geldt voor A-en-B-en-C. In
beperktere mate kan echter óók (een) overeenkomst aan de orde zijn,
bijvoorbeeld voor A-en-B-maar-niet-C. Enzovoort. Let wel dat je op die
manier nog altijd uitgaat van de oorspronkelijke veronderstelde
"landschappen."
Zoals viel te verwachten, blijkt nogal wat GBA-gras reeds gemaaid met stelselmatige betekenisordening naar aanleiding van Suwinet. Dat gunstige stelseleffect zet zich hier dóór.
Terwijl een apàrt informatiesysteem ooit nog prima met een netzo apàrt project viel te realiseren, lukt dat voor knooppunten per definitie niet. Die kwalitatieve verandering naar inherente interoperabiliteit is ònomkeerbaar. Het gevarieerde is niet, herhaal niet, reduceerbaar tot het simpele.
in: Wondermiddel
[E]en nieuwe verkeerstechnologie, ditmaal is dat dus informatie- en
communicatietechnologie à la Internet, werkt ontwrichtend voor
[gevestigd] relationeel evenwicht. Dat kan natuurlijk ook niet anders.
Want wezenlijk nieuw is zo’n middel pas, wanneer daardoor tevens
verandert wat het optimale evenwicht is. Het is dus zaak om èxtra te
letten op het proces van overgang van het oude naar het nieuwe
relationele evenwicht.
Zeker zolang een technologie ècht als nieuw geldt, kan vaak slechts
een beperkt aantal partijen zich die veroorloven. Verwerving van
kennis, diensten en materialen kunnen kostbaar uitpakken. Dat geldt in
elk geval voor toepassing van ict op wat grotere schaal. Maar wat staat
er als vóórdeel tegenover? Verstoring van het oude evenwicht door
nieuwe technologie verschaft ruimte voor de partij die er (nog)
eenzijdig invloed méé kan uitoefenen. Die partij zoekt haar voordeel
gauw, zo leert ervaring, in versterking van eigen belang. Met hetzelfde
overwicht dat gebruik van middelen dicteert, bekostigt de ene partij in
één moeite door de retoriek — dienstverlening, gemak, veiligheid
— die andere partijen ervoor inschikkelijk moeten helpen krijgen.
Nu hoéft zulke eenzijdige lancering niet ten koste te gaan van het
belang van de àndere partijen die bij de relatie in kwestie betrokken
zijn, maar dat gevaar van verdrukking is natuurlijk reëel. De
geprivilegieerde partij handelt daarbij meestal helemaal niet te kwader
trouw. ‘Het’ gebeurt ‘gewoon,’ omdat eenzijdige
veroveringskans van ruimte zo inherent is aan wisseling van wezenlijke
verkeerstechnologie. […]
Ter mobilisering van belangen waarvoor verdrukking dreigt, telt wat
mij betreft de schaal van de gehele maatschappij. Dat verheldert meteen
dat relaties van een burger met overheidsinstellingen slechts een
gedeelte van diens maatschappelijk informatieverkeer uitmaakt.
Onherroepelijk maakt de burger voor welke relatie dan ook gebruik van
infrastructuur voor bijbehorend gedigitaliseerd informatieverkeer. Nota
bene, infrastructuur draagt hier maatschappelijke betekenis, dus als
een nutsvoorziening inclusief (verkeers)regels enzovoort.
[…]
Met principiële borging van verkeersruimte met evenwichtige
–regeling blijft onze samenleving zo gezond mogelijk.
in: Belangenbehartiging voor vertrouwensklimaat
A rational dilemma of diffusing any critical innovation is that more variety can never be explained from … less variety. So, for Metapattern I am drawn to somewhat similar conceptual frameworks, or even problem statements. In fact, I’d rather not be too original at all. What I’m hoping for is to establish relevant correspondences, i.e. a persuasive metaphor.
Voor èchte vraagstukken komt de opzet pas tot leven.
Ja, er bestaat reële betekenissenvariëteit en, ja, er is een methode onderzocht om dergelijke variëteit robuust èn flexibel te modelleren en, ja, die methode voldoet ervoor.
[Met] een informatierotonde [is] er op z’n metapatroons reeds expliciet rekening gehouden is met — ordening van — stelselmatige betekenissenvariëteit.
in: Redactionele correspondentie over de tekstbundel Interoperabel Nederland
Wat thans binnen bereik komt, is incrementele aanpak met erkenning van reële diversiteit. Daar hoort dynamiek onlosmakelijk bij.
in: Publieks- en stelseltaal in wetgeving: Wat is het geval?
Wellicht zijn er lezers die toevoeging van de stelseltaal […] een radicaal idee vinden. Daadwerkelijke invoering kan echter realistisch, dus geleidelijk en beheersbaar gebeuren.
in: Publieks- en stelseltaal in wetgeving: Wat is het geval?
Wonderen bestaan niet. Voor informatiekunde ken ik ze althans niet.
Klopt, het is geen optie om al die informatie te laten voor wat ’ie is en met schone lei te beginnen. Hoe lukt het dan wèl om van informatiekundige koers te wijzigen, maar netzo nadrukkelijk met behoud van informatie volgens oorspronkelijke opzet?
in: Bekijk het realistisch, dus gevarieerd met Metapatroon
Iedere organisatie ziet zich altijd gesteld voor opgaven met een belang dat in diverse opzichten groot is. Wat beschouwt u qua — gebrek aan — informatievoorziening als het allergrootste obstakel in allerlei opzicht (waaronder vooral de primaire, dus maatschappelijke taakvervulling door de organisatie)? Wat heeft zich helaas als taai probleem ‘bewezen’ omdat bij herhaling niemand het lijkt te kunnen oplossen? Waarmee zou de organisatie het meeste geld verdienen resp. besparen …? Via antwoorden op dergelijke vragen dient zich gauw, kan niet missen, een uitstekend onderwerp aan voor een serieus experiment.
in: Even voorstellen, een stelselmatig experiment met informatieverkeer
Soms lijkt je zelfs een stap terùg te zetten, maar schep je daardoor voorwaarden voor juist nog vlottere vòlgende stappen. En waarschijnlijk hoeft de tot dusver gangbare werkwijze niet overal vervangen te worden, … mits de nieuwe werkwijze de nodige en voldoende samenhang helpt borgen.
Hoe ruimer het bereik van relevant informatieverkeer, des te groter de behoefte aan zo’n voorziening ter facilitering van samenhang tussen reële (betekenis)verschillen. De kritieke grens blijkt gauw bereikt, dus al vanaf een beetje bedrijf of andersoortige organisatie levert zo’n informatierotonde voordeel. Op steeds ruimere schaal van informatieverkeer zijn zulke voorzieningen zelfs ronduit onmisbaar.
Metapatroon [is] bij uitstek geschikt voor geleidelijke, beheersbare aanpassingen met — wat ervan gewoon nog voldoet — optimaal behoud van ‘oude spullen’ door inpassing in het expliciet stelselmatige kader. Klinkt paradoxaal, te weten nieuw-voor-oud, maar zo werkt het desgewenst respectievelijk zonodig (en pràktisch is dat vanwege legacy vrijwel altijd ‘nodig’).
De informatierotonde faciliteert nauwkeurige analyse van informatie uit aangesloten registers.
in: Stelselmatig overzicht via informatiesleutels
Ik blijf bij wat ik aangaf dat voorrang verdient. Dat is dat je tot en met de details moet kennen van de huidige registers (lees ook: informatieverzamelingen, databases). Dat is daarom de allereerste toepassing van de zgn informatierotonde: vestig samenhang tussen bestaande informatie in verschillende registers over dezelfde verschijnselen. Noem ze ook maatschappelijke objecten … (Pas) door overzicht over zulke informatie via zo’n rotonde kan duidelijk raken, of er al dan niet een (ernstig) probleem bestaat met de kwaliteit van die bestaande informatie. Zo ja, dan moeten er prompt maatregelen komen ter borging van kwaliteit. Omdat het voor allerlei verschijnselen annex objecten gaat om informatie ‘van buiten,’ moeten de aldus betrokken externe partijen nauw …, het woord zegt het al, betrokken zijn bij opzet en uitvoering van bedoelde maatregelen. Voor zover tevens de inrichting van de informatievoorziening ervoor moet worden gewijzigd, wat er dus dik in zit, is het onontkoombaar om ook dàt aspect gezamenlijk met die partijen aan te pakken.
Met An intermediary metasystematics hebben we een stevig fundament gelegd voor beheer van een modellenfamilie.
Als modelleermethode/-taal voor het verkeersprofiel is Metapatroon geschikt. De informatiekundige architectuur kan natuurlijk niet uitgaan van totale nieuwbouw, integendeel. Het uitgewerkte verkeersprofiel bevordert de noodzakelijke geleidelijkheid van eventuele verandering van middelen voor informatievoorziening/-verkeer. Juist daarbij helpt verbijzondering volgens hoedanigheden van verkeersdeelname. Dat biedt steeds focus, onder behoud van overzicht.
Met de informatierotonde kan afstemming van objectidentificatie stelselmatig consistent worden gemaakt (en biedt de rotonde het middel om samenhang te monitoren, onvermijdelijk optredende fouten zsm te herkennen en te laten herstellen in desbetreffende informatiesystemen). Als het lukt om verschillen op te heffen, is dat uiteraard prima. Er staat echter geen druk meer op. En wie weet dienen verschillen een doel, zodat ze vooral gehandhaafd moeten blijven. Het verkeersprofiel geeft (ook) daarover uitsluitsel. Er blijft (zoiets als) een minimale rotonde nodig om samenhang tussen verschillende hoedanigheden van één en dezelfde deelnemer te vestigen en bij te houden.
[W]hat we model must also be practically feasible. So, we have to reckon with distributed information. At the time of design, even especially so, we have to have — from acknowledging to establishing — a federation of information sets (also read: registers) in mind.
in: Perspectivism in federated practice
Volgens Metapatroon hoeft er juist zo weinig mogelijk te veranderen; wat reeds bestaat kan als reëel verschil in samenhang opgenomen worden.
in: Humanistische grondslag van samenhang
Laat Metapatroon nu net een middel zijn om tot uitdrukking te brengen wat we allemaal al weten. Het bereik van eenduidige kennis kan immers steeds met een dienovereenkomstige context aangegeven zijn. Daarop kunnen we voor een volgende context voortborduren.
Indien de voorwaarde is dat bestaande voorzieningen inclusief die voor informatie‘voorziening’ òngewijzigd onderdeel kunnen vormen van omvattender infrastructuur (voor energieverkeer) kan ik het niet stelselmatiger verzinnen dan met strikte focus op intermediaire metasystematiek.
Ook en vooral voor middelenbeheer hebben organisaties inmiddels elk allerlei informatiesystemen in gebruik, al naar gelang aandacht voor soorten van middelen resp. aspecten ervan. Er valt reeds veel te verbeteren door die systemen vooral òngewijzigd te laten en ‘eerst maar eens’ rapportages te produceren zo samenhangend als dat met informatie uit bestaande systemen mogelijk is. De èxtra voorziening die daarvoor nodig is, moet opzettelijk minimalistisch zijn. Dat lukt met een zgn informatierotonde.
[N]aïef realisme is domweg het simplistische grensgeval van subjectief situationisme. Met andere woorden, het rijkere paradigma behelst o.a. het armere. Daaruit volgt de mogelijkheid — met inzet van een zgn informatierotonde — van geleidelijke, redelijk beheersbare veranderingen volgens de opbouwende richting van infrastructuur voor informatieverkeer.
Een informatierotonde helpt overigens slechts om bijeen te harken wat in allerlei hoeken en gaten verspreid ligt. Om daartussen betekenisvol verband te vestigen, terwijl wat er overal ligt toch zoveel mogelijk ongemoeid blijft, is aanvullend ‘iets’ volgens intermediaire metasystematiek nodig. Ook daarmee blijft een superregister oid opzettelijk vermeden.
Please note, with context as a structural (meta)concept, and time, too, for that matter, there is also the best chance to continue to use existing tools; what then needs to be added, only, is a separate means for their integration.
in: note 53.15
Vanuit het perspectief van contextuele verbijzondering is die opgave minder radicaal dan wellicht wordt gevreesd. Dankzij expliciete contextualisering kunnen bestaande voorzieningen vaak langer gehandhaafd blijven; stelselmatige toevoegingen betreffen dan wat zulke oorspronkelijke (im)materiële voorzieningen koppelt, enzovoort.
in: Stelselmatige impuls tot energieverkeer, deel 2: middelenbeheer in verandering
Stel dat je nogal traditioneel wil blijven denken en omgaan met middelen resp. activiteiten. Dan zijn de problemen die men thans onvermijdelijk ònopgelost moet laten, in één klap verdwenen met twee dienovereenkomstige homogene hiërarchieën, de ene voor middel en de andere voor activiteit. Het allereerste voordeel is dat per hiërarchie géén beperking voor het aantal niveaus geldt. Het gepers is dus voorbij om ‘het’ op vier resp. drie treden te parkeren. Ten tweede kan een willekeurig punt uit de ene hiërarchie verbonden zijn met een willekeurig punt uit de andere. […] Met passende situationele verbijzonderingen kan het — op wat langere termijn — natuurlijk veel beter.
Voor ontwerp & ontwikkeling stel ik twee dimensies voor: 1. blijf overal zoveel mogelijk van àf (handhaaf acontextuele registers) en 2. stelselmatige contextualiteit. Als je volgens 1. wilt integreren, blijven er weliswaar beperkingen, maar lukt het optimaal met informatierotonde(n). Volgens 2. moet je met Metapatroon aan de slag. Het lukt natuurlijk nooit om àlles in één model contextueel verbijzonderd te krijgen. In een bepaald model geeft de zgn horizon uitdrukking aan het beperkte bereik ervan. Intussen is dankzij contextuele verbijzondering de omgang met reële betekenissenvariëteit principieel (lees ook: paradigmatisch) gewijzigd. Precies dáárom is 2. een àndere dimensie dan 1. Wat je wilt, is tzt meer en meer lòskomen van louter 1. Door langs 2. zoiets als een oriëntatiemodel te ontwerpen krijgt eventuele ontwikkeling van bestaande registers stelselmatig richting. Let wel, zolang je niet alle relevante informatie in één register gevat hebt, blijft ‘een’ informatierotonde noodzakelijk voor stelselmatig bereik (zij het niet optimaal vanwege deels ontbrekende contextualiteit). Omdat een ènkel register onhaalbaar is, moet je steeds mikken op een punt ergens in het vlak dat 1. en 2. bepalen (maar een punt òp 2. praktisch moet uitsluiten).
De informatierotonde is een middel voor samenhangende(r) rapportages zònder wijziging van informatiesystemen die specifieke(re) taken dienen. Inderdaad, blijf overal zo veel mogelijk van àf. Vlotte ‘aansluiting’ van zulke systemen op de rotonde lukt door — in eerste aanleg — de dienovereenkomstig aparte databases gedeeltelijk te kopiëren. Wat elke kopie (lees ook: download) als zgn nodig en voldoende omvat, moet uiteraard bepaald zijn door de bijdrage(n) aan de verlangde samenhangende(r) rapportages. Voor actualiteit van rapportages via de informatierotonde telt voorts de frequentie van de kopieerslag.
Op basis van een informatierotonde kan informatie optimaal aan bestaande registers worden ontleend. Dit voorkomt — verdere — duplicatie (en er komt in één moeite door een middel beschikbaar om de integriteit van afschriften na te gaan). Op deze manier is het resulterende register vergaand virtueel. Nogmaals, onder de noemer van een rotonde blijft extra benodigde registratie minimaal. En zo’n virtueel register vergt géén ingrepen in bestaande registers (afgezien, uiteraard, van een voorziening voor toegang tot relevante informatie). Omdat het uitgangspunt is om bestaande registers te benutten, moeten ze — vooralsnog eventueel in afschrift — via de rotonde bereikbaar zijn. Dat gaat dan gepaard met aanwijzingen over wàt aldaar geregistreerd staat en hoé de informatie in kwestie kan verschijnen in de integrale rapportage.
Een overgeleverd informatiesysteem (lees ook: legacy) laat zich volgens een bepaalde situatie positioneren. Als situationeel verbijzonderd kan zo’n systeem dan worden opgenomen in een — het? — stelsel voor informatieverkeer. Het lijkt paradoxaal dat de wissel naar een ànder paradigma optimale waarborg biedt voor voortgezet nut van bestaande voorzieningen. Slogan: Blijf overal zoveel mogelijk van àf! Ik zei toch tégen revolutie te zijn … De praktische oplossing zit ’m dus in toegevoegde voorziening voor situationele verschillen in stelselmatig verband.
in: Ken uw klassieken, moderne informatiekunde is anders!
[W]at je zoekt […,] is, als je mij een poging veroorlooft om een kenschets in mijn woorden te oefenen, een stelsel om voor willekeurige informatiebehoeften — inhoud van — willekeurige registers te laten samenhangen, dus ook qua aantal willekeurig, waarbij de volgorde van aansluiting (en eventuele afsluiting) willekeurig kan zijn, steeds met zo min mogelijk inspanning voor aansluiting. Dat vergt inderdaad een informatierotonde. Voor een aanzet voor, zoals jij stelt, “een eigen, extra en nieuw stelselmatig informatiemodel” ervoor verwijs ik je naar Stelselmatig overzicht via informatiesleutels. Vanwege de eisen aan — de noodzakelijke soorten van — willekeurigheid is dat een algeméén model. Het maakt dus niet uit wàt je wannéér wilt opnemen in de federatieve opzet. Daarom hoef je je ook geen zorgen te maken om afbakening volgens thema. In jouw geval merk je als het ware wel wat al dan niet relevant gevonden wordt […]. Met andere woorden, je begint ‘gewoon’ ergens mee (en daarvoor kan je je dan door veranderkundige overwegingen laten leiden; de zgn technische overwegingen hebben immers geen kritiek belang). Dankzij de algemene opzet met als rotonde louter een verwijsmatige toevoeging weet je, dat je later niets structureels hoeft af te breken en opnieuw zou moeten beginnen.
Een informatierotonde is een instrument voor precoördinatie. Het idee met precoördinatie is dat van het leggen van een expliciet verband, opdat via het ene de bereikbaarheid van het andere daadwerkelijk geborgd is. Aan dergelijke zekerheid is vaak behoefte, in elk geval voor wat telt als, zeg maar, kritieke operaties resp. verantwoording erover.
Met als uitgangspunt om bestaande informatiesystemen structureel
ongemoeid te laten — motto: blijf overal zoveel mogelijk van àf!
— is een zgn informatierotonde geplaatst tùssen enerzijds
zaaksystemen (meervoud) en anderzijds financiële administratie
(enkelvoud). Het beginsel is eenvoudig genoeg. […] Dankzij een
dergelijk expliciet scharnier kan elke geleding zèlf bepalen of zij al
dan niet haar‘eigen’[informatiesleutels] vervangt voor de
overkoepelend geldige en, zo ja, wanneer zij dat doet.
Nota bene, vóórdat die relatie gelegd kan worden, moet uiteraard
duidelijk zijn dat het om dezèlfde actor [resp. object] gaat. Met
oorspronkelijke, daarvoor onderling vaak afwijkende, registratie per
geleding is dat een puzzelopgave. Ook daarvoor bewijst de
informatierotonde dienst door facilitering van rapportages met
informatie uit erop aangesloten informatieverzamelingen (lees:
zaaksystemen, financiële administraties, …). Zie verder o.a.
Stelselmatig overzicht via
informatiesleutels.
Voor — planning van — beheersbare veranderingen verdient het aanbeveling om met Metapatroon tevens een model op te stellen van hoe-het-thans-loopt. Trek ook daarvoor één horizon. ‘Hang’ daaronder naast elkaar enerzijds de modellen per toepassing, anderzijds de beschikbare bronnen. Neem vervolgens als begrips- annex gedragsverbijzonderingen de gerichte leveringen uit een bepaalde bron aan een bepaalde toepassing op. Vergelijk dat met het stelselmatige model. Ga vooralsnog ruwweg na of de stelselmatige opzet voordeliger is. Zo ja, onderzoek in nader detail wat er bij die specifieke overgang komt kijken. Wat mee moet tellen, over stelselmatig en infrastructuur gesproken, is in hoeverre de ene verbeterde voorziening tevens nuttig is voor vèrdere veranderingen, enzovoort.
in: Stelselmatige oriëntatie op meervoudig informatiegebruik
[J]uist met Metapatroon [lukt het] om voorzieningen voor informatieverkeer zo geleidelijk mogelijk (lees ook: beheersbaar, tegen geringste kosten enz.) tot heuse infrastructuur te veranderen. Want de huidige middelen (vooral: registers) laten zich op basis van expliciete beperkingen bij wijze van contextualisering vlot in een stelsel opnemen. Daarvoor is een informatierotonde vaak het meest praktisch. Eenmaal ònderdeel van het stelsel kan optimalisatie in gerichte wisselwerking volgen.
Een informatierotonde kan helpen ter bevordering van evenwichtige verhoudingen, met bijbehorend voordelig saldo voor iederéén.
Allereerst dankzij toevoeging van een zgn informatierotonde volstaan minimale wijzigingen; aangesloten informatieverzamelingen blijven structureel zelfs òngewijzigd. Ook voor nabije toekomst is de verwachting gewettigd, dat nodige verbetering wederom vèrder valt te bereiken door samenhang te vestigen tussen reeds bestaande informatieverzamelingen. Nogmaals, dat vergt allereerst begripsmatig overzicht op relevante schaal van terzake maatschappelijk (informatie)verkeer.
[I]nfrastructuur voor informatieverkeer [is] niet van het ene op het andere moment beschikbaar […]. Ofwel, de huidige voorzieningen zijn vàst gegeven voor welke pràktische verandering dan ook. Er is nu eenmaal geen ontkomen aan om het geïdealiseerde ontwerp gaandeweg te realiseren[. …] Aanvankelijk biedt het ontwerp dus heel praktisch ‘slechts’ oriëntatiepunt, maar dàt is juist onmisbaar. Ik herhaal, voor praktisch begin ergens tellen de aldaar bestaande informatiesystemen enzovoort. […] Wat ik gevoeglijk meen te kunnen veronderstellen, is dat het vooral gaat om véél informatiesystemen die ooit èlk vergaand apart opgezet zijn. Met relaties ertussen is structureel géén rekening gehouden. Een bepaald verband wordt dan achteraf steeds ad hoc geregeld, wat feitelijk neerkomt op nòg een informatiesysteem, enzovoort. [… O]m alweer wat structureler — enig — verband te vestigen […] moet met een zgn informatierotonde aardig lukken[. …] Van buitenaf bekeken staan de verschillende informatiesystemen met bijbehorende informatieverzamelingen ‘netjes’ naast elkaar opgesteld. […] Wat nadere informatie […] betreft, kunnen echter allerlei overlappingen aan de orde zijn. […] Dankzij stelselmatige vergaring van informatie over eenzelfde maatschappelijk object uit verschillende verzamelingen (lees ook: registers) kan met de modelleermethode Metapatroon allereerst een eenduidig model worden opgesteld van reële betekenisverschillen resp. —overeenkomsten. Daardoor laat zich reeds intern informatiebeheer stroomlijnen. Waar dezelfde informatie blijkbaar wordt bijgehouden in twee of meer eigen registers, hoeft dat voortaan slechts in/door één register te gebeuren (want via de informatierotonde is die informatie beschikbaar, en ook betrouwbaarder omdat de zorg om afstemming tussen meerdere registers vervalt). Maar op een informatierotonde laten zich willekeurige registers aansluiten, dus ook van buiten de zgn eigen organisatie. Voor àlle inf ormatie die tot dusver — ook — in eigen registers is bijgehouden, kan daarom worden nagegaan of die steeds naar concrete behoefte niet beter, zeg maar, vers uit de authentieke bron geput kan worden (zodat ook afstemming van eigen register met zo’n bron vervalt, met sterk verbeterde borging van informatiekwaliteit van dien). (Pas) in het stadium van zulke algemenere, met excuus voor mijn woordkeus, authenticering van registers — ipv de averechtse beperking tot zgn basisregistraties — is (inter)organisatorische herschikking aan de orde. Dat is dus een omkering van traditionele aanpak, waarin — inrichting van — informatievoorziening — de inrichting van — organisatie vòlgt.
Rekenbladprogrammatuur (Engels: spreadsheet software) is uitgegroeid tot onmisbaar hulpmiddel voor steeds meer administratieve taken. Gebruikers beschikken over nog weer èxtra mogelijkheden, en hun werk raakt veel overzichtelijker enzovoort, met de structurele voorziening […] om ook rekenbladen op een informatierotonde aan te sluiten. […] Dankzij een informatierotonde inclusief voorziening voor soepel informatieverkeer — inclusief geautomatiseerde bewerkingen! — tussen registers en rekenbladen vervalt de praktische reden om juist zoveel mogelijk administratieve taken met een ènkel rekenblad te verrichten. Het is nu immers eenvoudig om voor èlke deeltaak, zeg ook maar werkstap, een daarop gericht rekenblad te laten vullen. Netzo eenvoudig laten zich in omgekeerde richting de registers wijzigen met het resultáát, en zijn dus prompt optimaal geactualiseerd voor uitvoering van een vòlgende deeltaak, enzovoort.
in: Informatierotonde met rekenbladen
Via een informatierotonde kan informatie uit allerlei registers verzameld en/of naar allerlei registers verspreid worden. Nota bene, daarbij blijven aangesloten registers — verder — òngewijzigd.
in: Informatierotonde met rekenbladen
Indien relevante informatie met veelal impliciete context over allerlei registers verspreid staat, helpt een informatierotonde door explicitering van context om netzo reële samenhang ertussen te vestigen.
in: Informatierotonde met rekenbladen
Als middel om het bijbehorende informatieverkeer geregeld te krijgen varieerde ik bij die gelegenheid op de term rotonde. Voilà, informatierotonde.
Via de informatierotonde krijg je heel praktisch invloed op verwante aspecten, enzovoort.
[Daar] proberen ‘ze’ sinds enkele jaren om nieuwe
informatiesystemen te realiseren. Naar verluidt geldt daarvoor de
procesgang als leidraad. Daardoor zijn tot dusver andere onderwerpen
algeméén verondersteld (lees: veronachtzaamd), waarvan volgens
stelselmatige oriëntatie — die daar helaas dus niet wordt gevolgd
— de noodzaak tot diverse verbijzonderingen onmiddellijk in het
oog springt. Het duidelijkst is dat aan de orde met verschillende
hoedanigheden (ook, nota bene, onmisbaar voor autorisatie en audit
trail).
Voor koerswijziging zijn dáárvoor twee tegenovergestelde
(oplossings)richtingen denkbaar. Volgens de ene zetten ‘ze’
voorlopig de huidige oriëntatie op procesgang voort; dat vergt tzt
aanvullende voorzieningen waarvoor een informatierotonde ingericht kan
worden ter borging van samenhang tussen wat met ruimer bereik
noodzakelijk verschillende betekenissen zijn. Dat lijkt in elk geval
voor de korte termijn de aangewezen richting (waardoor er ook aan wat
‘ze’ doen qua opzet niets hoeft te veranderen). Volgens de
andere oplossingsrichting, wellicht op wat langere termijn, worden voor
ruimer bereik relevante verbijzonderingen van hoedanigheid e.d. meteen
dáár opgenomen.
Administratieve procedures kunnen worden gestroomlijnd volgens werkstappen/deeltaken met steeds een daarvoor geoptimaliseerde selectie van informatie uit registers, vervolgens verwerking tot vulling van passend rekenblad waarmee een medewerker — verder — aan de slag gaat en tenslotte eventueel bijwerken van registers met wat die medewerker voor de desbetreffende werkstap/deeltaak in het rekenblad wijzigde. Tevens de controleerbaarheid — voor accountant — verbetert sterk door formele(re) opzet van werkprocedure.
Het verdient daarentegen de voorkeur om de inventariseren welke
informatie allang beschikbaar is. Meestal zijn er meerdere van zulke
bronnen. Een informatierotonde dient dan om relevante informatie uit
verschillende registers te verzamelen en samenhangend te presenteren.
Slechts voor wat eventueel aan relevante informatie nog ontbreekt, dwz
nergens te ‘halen’ valt, moet uiteraard een aanvullend
register komen (waarvan de inhoud dus navenant beperkt blijft, maar
vervolgens via de rotonde wèl beschikbaar kan zijn voor uitvoering van
eventuele àndere taken).
Nauwkeuriger uitgedrukt gaat het om behoud van reële
betekenisverschillen in het geval van overschrijding van traditioneel
geldige grenzen (zoals vooral organisatorisch). Voor de zgn
informatiemaatschappij zijn zulke overschrijdingen juist kenmerkend.
Exemplarisch is het Internet: in beginsel kan alles en iedereen met
elkaar verbonden zijn.
Voor het vereiste behoud van betekenis moet informatie
dienovereenkomstig ‘uitgebreid’ zijn, te weten mèt
relevante context. Blad? Gaat het om blad van een boom? Of een blad
muziek? Enzovoort.
Informatiemodellering volgens Metapatroon, dus met stelselmatig nodig
en voldoende verbijzondering van context, betreft ‘slechts’
een ontwerp. De hulpmiddelen voor informatieverkeer moet uiteraard
praktisch werken. Voor digitale middelen is daarvoor als
programmatuurplatform KnitbITs beschikbaar. Ofwel, KnitbITs geldt als
platform voor implementatie van modellen à la Metapatroon.
[G]rootschalige veranderingen, met gevaar voor ontwrichting e.d. van dien, kunnen worden vermeden. Allerlei (informatie)registers die ooit apàrt opgezet zijn, blijken ‘betrekkelijk’ eenvoudig van samenhang te kunnen worden voorzien. Over knooppunt gesproken, dankzij toevoeging van een zgn informatierotonde lukt dat geleidelijk (en zuinig) van bestaand register tot register. Er is dus ook niet één, kolossaal en daardoor ònbeheersbaar project. Er is wel een duidelijke koers. En volgens die koers laten zich overzichtelijke etappes uitzetten, allemaal samenhangende projectjes.
Ter facilitering van samenhang tussen informatiesystemen inclusief databases die ooit lòs van elkaar zijn opgezet, dient een zgn informatierotonde.
Van oudsher worden verschillende — groepen van — taken
eventueel uitgevoerd met behulp van dienovereenkomstig verschillende
zgn informatiesystemen, ook wel aparte toepassingen genoemd, dwz
toepassingen van digitale technologie(ën). Er kan tussen taken —
uit verschillende groepen — verband bestaan. Dat vergt dan
informatieverkeer van het ene traditioneel opgezette informatiesysteem
naar het andere. Daarop moet dat andere informatiesysteem uiteraard
ingericht zijn.
Soms schiet zulke inrichting tekort, en valt om allerlei redenen
evenmin praktisch te verhelpen. Dan is voor een afgeleide c.q.
vervolgtaak meer en/of andere informatie uit het ene informatiesysteem
nodig dan het andere kan bevatten, nog afgezien ervan of dat andere
informatiesysteem de vereiste taak anderszins (concreet: functionele
programmatuur) zou kunnen faciliteren. Zulke taken dreigen aldus wat
digitalisering betreft, overdrachtelijk gesproken, tussen wal en schip
te vallen. Daarom heten ze hier: weestaken.
Zònder de oorspronkelijke informatiesystemen te wijzigen —
waartegen immers begrijpelijk bezwaar kan bestaan; in èlk geval mislukt
alles-tegelijk vervanging geheid — kan een zgn informatierotonde
helpen bij de opvang en verzorging van weestaken. [Concreet,] een
specifiek ingericht rekenblad wordt voor een taak(stap) gevuld met
relevante informatie uit verschillende registers; met
bewerkingsresultaten uit het rekenblad in kwestie kunnen vervolgens
geselecteerde registers worden bijgewerkt, enzovoort.
Kenmerkend voor een weestaak is, nogmaals, dat bestaande
informatiesystemen met bijbehorende registers zo’n taak niet
kunnen faciliteren. Daarom ontbreekt met die registers doorgaans de
mogelijkheid om weestaakinformatie volledig bij te houden. Bijvoorbeeld
voor voortgangsinformatie over concrete taken moeten dus zonodig èxtra
registers worden toegevoegd; doorgaans volstaat er één en kan eenvoudig
qua opzet zijn. En één of meer van zulke toegevoegde registers doen
verder ‘gewoon’ mee in het informatieverkeer via een
informatierotonde tussen enerzijds registers, anderzijds
rekenbladen.
Nota bene, een (verander)aanpak is pas iteratief indien èlke cyclus mikt op leereffect: opbouwende kritiek. Wie dat vergeet, raakt slechts behendiger verstrikt.
Een proefopstelling voor beantwoording van de ‘eigen’ wie-wat vraag moet in aanzet reeds op zulke verruiming met informatieverkeer zijn berekend. Anders is het resultaat prompt achterhaald, en moet een alweer wat ruimer bemeten overzichtsmiddel — steeds — opnieuw worden ontworpen enzovoort. Met Metapatroon lukt incrementele groei en dient de proefopstelling onmiddellijk als eerste operationeel bruikbare versie.
in: aantekening 64.4
Volgens verkeersoriëntatie laat zich de reële variëteit van betekenissen veranderlijk en aldus onderhoudbaar modelleren met Metapatroon. Dat levert dus — een model van het — eindresultaat van verandering (die gericht is op stelselmatige facilitering van informatieverkeer). Op weg ernaartoe moet rekening worden gehouden met reeds bestaande informatiesystemen. Elk òngewijzigd kunnen ze via een zgn informatierotonde reeds vergaand in een omvattender configuratie worden opgenomen en functioneren. Dat biedt reeds voordelen volgens — die mate van — stelselmatigheid. Dankzij aansluiting op een informatierotonde verkrijgen overgeleverde, ooit elk apart opgezette informatiesystemen ònderlinge verhoudingen. Bijvoorbeeld, indien bepaalde informatie met gelijkbedoelde betekenis dubbel bijgehouden blijkt, kan dat voortaan èrgens enkelvoudig gebeuren. Let wel, dat kan gevolgen hebben — ver — voorbij de betrokken informatiesystemen, zoals het geval is als het informatie betreft die bij burgers tot dusver meervoudig wordt uitgevraagd (met de kans op onderlinge afwijkingen, enzovoort). Leidraad voor aanpassing van aangesloten, zeg maar legacy informatiesystemen verschaft het stelselmatige informatiemodel van het — steeds op dàt moment geldige — eindresultaat door verandering.
[Z]oiets als een proefspoor is onontbeerlijk. En op dàt spoor verdient juist de ingewikkeldst denkbare samenhang voorrang. (Want) indien daarvoor ontworpen tot en met proefondervindelijk pràktisch gebruikte (hulp)middelen voldoen, is vertrouwen voor implementatie gerechtvaardigd. Van de ene na de andere (implementatie)stap is dan immers op voorhand bekend, dat zij bijdragen in ‘opbouwende’ richting. […] Met voorrang is een informatiemodel nodig met dekking van, ik herhaal, de ingewikkeldst denkbare samenhang (en, nota bene, zowel een aparte business-architectuur — wat een vreselijke aanduiding — als een aparte applicatie-architectuur — nòg zo’n term — verdwijnt aldus). Zo’n dekkend model betreft informatieverkeer. Daarom is het zogezegd van buiten naar binnen opgesteld. Ofwel, welke gedragingen voeg[en deelnemers] in relevante hoedanigheden toe aan maatschappelijk verkeer. Dat benadrukt meteen, dat daarvoor zoveel mogelijk gebruik moet gaan worden van infrastructurele voorzieningen voor informatieverkeer. Logischer kan het [alom] voor de verkeersdeelnemers […] niet zijn[.]
Je moet altijd beginnen met een passende methode voor conceptuele
modellering. Wat dat voor stelselmatig informatie- annex
betekenissenmodel oplevert, geeft pas nodige en voldoende aanwijzingen
voor keuze van tèchnische methoden resp. middelen.
Oh ja, als het — ontwerp van het — stelselmatige
betekenissenmodel klopt, lukt ontwikkeling altijd consequent vlot,
goedkoop enz. (en blijft ontwikkeling minimaal, omdat doublures
uitgesloten zijn).
[D]e feitelijke opgave [van] digitale facilitering van informatieverkeer […] noodzaakt tot prioriteit voor samenhang tussen verschillen in … betekenis. Vernieuwing vergt erkenning van reële betekenisverschillen èn bijbehorende explicitering van samenhang. Voor begin met “beheerst vernieuwen” helpt dan een informatierotonde met als motto: Blijf overal zoveel mogelijk van af!
[D]oor toevoeging van een informatierotonde [wordt e]lke ‘oorspronkelijke’ toepassing […] daarvoor als een context beschouwd; de rotonde biedt schakel(s) tussen identificerende informatie.
[T]oegankelijkheid vergt een stelselmatig bemeten voorziening voor autorisatie, noem het ook maar een hoedanighedenplatform. Zorg met een informatierotonde voor — eerste — samenhang inclusief autorisatie; voeg digitale archiveringsmodule toe.
Met een zgn informatierotonde kan samenhang gelden tussen informatie in allerlei registers. Actualiteit van zulk overzicht is uiteraard optimaal, indien de aansluitingen direct zijn. Dat raakt weliswaar minder door slechts periodiek registerafschriften via een rotonde te verbinden, maar om überhaupt ermee te — mogen — beginnen is dat prima (en levert al groot voordeel).
Van een stelselmatig ontwerp is eenvoudig een specifiek(er) ontwerp af te leiden; daarvoor moeten beperkingen (Engels: constraints) worden toegevoegd. Andersom valt van een specifiek ontwerp echter nooit een stelselmatig ontwerp te maken; daarvoor ontbreekt nog het structuurbeginsel van contextuele verbijzondering. Een specifiek ontwerp kan overigens wel in een stelselmatig ontwerp worden òpgenomen, te weten aanvankelijk door het daarin èxpliciet in een context te plaatsen overeenkomstig het beperkte/beperkende kader (waarna later integratie op stelselschaal kan volgen).
[Het lukt om dat] al vergaand samenhangend werkend krijgen door bestáánde informatieverzamelingen, dus nota bene òngewijzigd, aan te sluiten op een zgn informatierotonde. Dat is altijd (!) een noodzakelijk begin met/voor stelselmatige inrichting (omdat ‘we’ qua registers nu eenmaal praktisch moeten uitgaan van wat-er-is). Dat zou voor eenvoudigste samenhang overigens ook nog wel aardig zònder Metapatroon kunnen lukken. De koers naar alsmaar verdere stelselmatigheid is echter pas duidelijk èn kan praktisch consequent volgehouden worden dankzij een zgn geïdealiseerd ontwerp, dwz volgens een model dat juist meteen zo radicaal mogelijk stelselmatig is opgesteld. Dáárvoor is Metapatroon zelfs onontbeerlijk.
Dat […] laat zich vermijden door met afweging achtereenvolgens
op twee resultaten ipv tegelijk op één resultaat (lees ook: ontwerp) te
mikken.
Het eerste resultaat laat zich als, zoals Russell Ackoff dat noemt,
idealized design typeren. Ga volledig af op je eigen voorkeur, volg
volledig je eigen idee, enzovoort. Nota bene, dat vergt vooral
zèlfvertrouwen mbt het onderwerp van ontwerp. Maar verwar zulk
zèlfvertrouwen ajb niet met — de waan van — alwetendheid.
Integendeel, je hebt zèlfvertrouwen wanneer je zsm beseft dat je iets
nog niet weet en bereid bent alweer bij te leren, enzovoort. Wat
pràktisch geldt als de crux van geïdealiseerd ontwerp(en), is dat je je
niet laat intimideren daar wat jan en alleman als bezwaren oppert.
(Want) kom je op deze manier tot een (ontwerp)resultáát, dan blijken
zulke beperkingen e.d. vaak ònrealistisch, slechts spookbeelden. Aldus
heb je met een geïdealiseerd ontwerp een zo optimaal denkbaar doel
geschetst. Maar zolang andere mensen er vooral zenuwachtig van zouden
worden, met hun weerstand ertegen van dien, schets je zo’n
ontwerp voor jezèlf …
Voor het tweede ontwerp is de nadruk veranderkundig. Daarvoor ga je
daarom, klopt, o.a. “als voorbeeld,” juist van “de
huidige inrichting” uit. Wat je daarin als — gebruik van
— structuurbegrippen kunt duiden, vertaal je voor iedereen zo
herkenbaar mogelijk naar de structuurbegrippen die gelden voor het
geïdealiseerd ontwerp (waarbij je dat ontwerp dus niet eens hoeft te
tonen, mocht je er alleen maar gezeur over verwachten). Daardoor werkt
‘het’ zoals altijd, zeg ook maar ònverminderd vertrouwd.
(Want) aanvankelijk is slechts het middel vervangen waarmee dat
gebeurt. Dat middel moet echter erop berekend zijn om tot en met het
geïdealiseerd ontwerp te faciliteren. Vanaf ‘oude’
inrichting met ‘nieuw’ middel, kortweg oud-met-nieuw, is
beheersbare verandering mogelijk naar ‘nieuwe’ inrichting
met ‘nieuw’ middel, kortweg nieuw-met-nieuw. Voor hoe je
begint met oud-met-nieuw moet je overigens even opletten. Wat ik
hierboven bedoel met vertaling van oud-met-oud naar oud-met-nieuw moet
uiteraard vervòlg tot nieuw-met-nieuw zo eenvoudig mogelijk
maken.
Strikt achtereenvolgens kom je stellig niet tot beide
ontwerpresultaten. Gaandeweg de verandering van oud-met-oud via
oud-met-nieuw tot nieuw-met-nieuw leer je dat herziene afweging kan
leiden tot nòg wat betere inrichting. Ook wijzigen omstandigheden
[…] die aanpassing van inrichting vergen, en dus hernieuwde
afweging van structuurbegrippen. Juist omdàt er “vele
opties” zijn, kom je er altijd uit.
De informatierotonde is het gereedschap bij uitstek om pràktisch begin te maken met het vestigen van samenhang tussen voorheen gescheiden informatiesystemen met bijbehorend aparte registers. Daarmee blijft de informatiekundig noodzakelijke paradigmawissel nog goeddeels verborgen. Als veranderkundig voordeel geldt dat er in het vroegste stadium van bestuurlijke heroriëntatie geen onhaalbaar beroep op het begripsvermogen van zowel bestuurders als zgn it-ers mee wordt gedaan. […] Wat de informatierotonde faciliteert, is analyse van inhoud van erop aangesloten informatieverzamelingen. Nota bene, daarvoor verandert er niets (!) aan die registers/verzamelingen. Ik herhaal, die garantie helpt om wie feitelijk stelselpartij is in te stemmen met het beschikbaar stellen van ‘haar’ register (en telkens een redelijk actuele kopie verdient wellicht zelfs de voorkeur).
De proef biedt bij uitstek de gelegenheid tegelijk om méér interne medewerkers op te leiden voor bijdragen aan een aanpak die wèl werkt (en om betrokkenheid te beëindigen van externe medewerkers die er slechts blijk van gegeven hebben de reële verkeersschaal niet te beheersen).
Gelet op diezelfde stelselschaal is het uiteraard ònmogelijk om oude
systemen in één klap door nieuwe te vervangen. Dat is ook helemaal niet
nodig. Voor een informatierotonde geldt zelfs als motto: Blijf overal
zoveel mogelijk van àf!
Een informatierotonde verzorgt verbindingen tussen bestáánde
informatieverzamelingen (en voor taken die niet of nauwelijks zgn
tijdkritisch zijn, en dat geldt meestal voor financieel-administratief
werk, volstaan daarvoor regelmatig gemaakte kopieën van zulke
bestanden). Een informatierotonde maakt gebruik ervan dat exemplaren
identificeerbaar zijn. Stel dat overzicht over persoonsinformatie
gewenst is. Voor, toegegeven, het klinkt wat prozaïsch, een
persoonsexemplaar op stelselschaal beschouwd geldt ter identificatie
dan — slechts — een zgn stelselsleutel. Daaraan kunnen
registersleutels gekoppeld zijn. Daarmee staat een
persoon-als-medewerker geïdentificeerd in het salarissysteem, een
persoon-als-klant in het bestelsysteem, enzovoort. En als eigenschap
van het ene soort stelselobject kan een ander soort stelselobject
geïdentificeerd staan, ook weer enzovoort. Door het aanbrengen van
voor-overzicht-relevant verband tussen zulke informatiesleutels helpt
een informatierotonde uit allerlei registers èxpliciet te laten
samenhangen waarvoor daarin vergaand impliciet reeds aan potentieel
bestaat.
Op stelselschaal bestaan er uiteraard van financiële administraties meerdere exemplaren. Hetzelfde geldt voor classificatieschema’s. Voor elk exemplaar geldt een horizon. Het getalsmatig ook weer algemeen als m:n te duiden verband ertussen kan met een of meer zgn informatierotondes worden gefaciliteerd.
in: aantekening 70.4
Nogmaals, voor betekenisvol […] informatieverkeer moeten stelselmatige betekenisverschillen methodisch samenhangend zijn … verbijzonderd. Erkenning van — dynamiek van — reële variëteit biedt m.i. pas de grondslag[. …] Maar maak het, zeg maar, ervaarbaar. Dus, zet vooralsnog bij wijze van proef ècht infrastructurele voorzieningen voor — digitale facilitering — van maatschappelijk informatieverkeer op. En laat zulke infrastructuur […] dan ook vooral ècht gebruiken.
Voor infrastructuur voor informatieverkeer komt [het] neer op het beginsel, dat willekeurige deelnemers er in willekeurige hoedanigheden — en op willekeurige momenten — gebruik van kunnen maken met bijbehorend willekeurige betekenissen die zij als zodanig aan informatie toekennen. [Als] voorwaarde [geldt] dat informatie zodanig contextueel verbijzonderd is, dat betekenis ervan voor een deelnemer aan informatieverkeer eenduidig geldt voor de situationele hoedanigheid inclusief het tijdstip/de periode in kwestie. […] Voor een apart opgezet informatiesysteem is context [echter] vergaand impliciet gehouden. Indien de aansluiting op de infrastructuur voorziet in toevoeging van èxpliciete context waarmee informatie uit resp. in zo’n oud systeem op stelselschaal eenduidige betekenis verkrijgt, kan dat oude systeem zelfs òngewijzigd gehandhaafd blijven. [… D]e openheid voor willekeurig gebruik leidt tot optimale — dichtheid van — dekking.
Waaraan de proef meteen wèl kan bijdragen, is het besef dat de oriëntatie […] stelselmatig moet zijn. [Het] is en blijft het zo dat relevante informatie verspreid is over allerlei registers in beheer van allerlei ‘deelnemers’ aan maatschappelijk (informatie)verkeer. Om op enig ogenblik te voldoen aan een bepaalde informatiebehoefte van een bepaalde deelnemer aan informatieverkeer blijft er dus — zoiets als — een informatierotonde nodig; selectieve verzameling van informatie uit allang bestaande registers — die ook òngewijzigd kunnen blijven — maakt reeds vergaand overzicht mogelijk. […] Omdat […] echter de stelselschaal geldt, moet — voorziening voor — autorisatie uiteraard óók op die schaal bemeten zijn! Dat besef moet de proef eveneens helpen bevorderen (en het is opnieuw een kwestie van recursie om het autorisatiemodel ònlosmakelijk te laten behoren tot het stelselmatige model in het algemeen).
Met een zgn informatierotonde voor aansluiting van beschikbare registers is het om te beginnen zelfs eenvoudig. Ofwel, kan niet missen.
Een probleem komt vrijwel nooit in afzondering voor. Zgn
multiproblematiek is daarom zelfs regel ipv uitzondering. Alsmaar
omvattender gedigitaliseerd staat relevante informatie doorgaans
verspreid geregistreerd, dwz in allerlei registers (lees ook:
informatieverzamelingen, databases e.d.) en dat blijft ook zo.
Allereerst deugdelijke analyse van multiproblematiek vergt aldus
vrijwel altijd selectie van informatie uit meerdere digitale registers
inclusief het overzichtelijk tonen ervan. Wanneer welke verwerking van
informatie dan ook een natuurlijk persoon betreft moet aan de AVG
voldaan zijn; zie artikel 6, lid 1, voor mogelijke grondslagen.
Een zgn informatierotonde faciliteert selecteren en presenteren door
aansluiting van — afschriften van — registers. Daardoor
blijven zulke aangesloten registers òngewijzigd.
Voor het aanbrengen van expliciet verband middels stelselsleutel is de mogelijkheid voor zoeken-door-de-registers heen ònontbeerlijk. Alleen op die manier kunnen via overzicht gerichte suggesties voor het opnemen c.a. aanpassen van informatiewaarden in resp. registers worden gedaan. De ervaring […] wijst uit dat voor informatiekwaliteit de moeite loont; reeds na korte tijd neemt de tijd zelfs sterk àf die beheer vergt, omdat raadselachtige verschillen opgeheven zijn (en er nauwelijks meer ontstaan).
[D]istinguishing between two extreme uses for Metapattern provides
guidance, sort of iterating between them. By way of preview, on the one
side Metapattern facilitates modeling an integrated order —
almost — purely conceptually. Such use might be characterized as
practicing idealized design (an attitude coined by Russell Ackoff).
Then, you try not to let any technology, or whatever, come in your way.
It is practicing philosophy, really. On the other side there are, here
and now, real “integration problems.” It means that you
have to start from applications, systems and databases that actually
exist and in most cases, if not all, will surely continue to be used
for some time. While the result of idealized design may help to set a
longer-term goal, and you would therefore be strategically disoriented
without it, in real practice it is not what gets you off the mark
today. For that, as you are only too well aware of, separate
inventories of metadata need to be merged and information (I suppose
you would call them: data) reported comprehensively.
Here again I have trouble finding an equivalent term in English. I find
is has to sound right, too. The Dutch term is rotonde. The
emphasis is on the middle syllable. A ‘rotonde’ is where
traffic enters and goes around until it exits. On the average, drivers
benefit from the device for streamlining traffic flow. […] Would
you call it a roundabout […]? […]
What I mean by ‘informatierotonde,’ [i.e., an information
roundabout,] is that operational databases can be connected to it on
the basis of a model of identifiers for the concepts of interest for
comprehensive reporting. To start with/from, having copies of databases
available is fine, if not preferable. The idea is that nothing is
changed for and/or in the databases involved. Of course, this is not at
all a new idea. But supporting the interconnection with
Metapattern/KnitbITS is, and it does appear to make a difference.
[…]
Applying an ‘informatierotonde’ ma[kes] comparisons between
contents of […] different databases possible. The resulting
overview point[s] to which values for which attributes should be
adjusted for the operationally still separate databases and their
applications to subsequently operate in managed harmony. Of course, it
is some way removed from, say, proper integration. But an
‘informatierotonde’ will get an organization at least
already a surprisingly long way, even very quickly and at hardly any
costs (of course saving much more in the process).
in: note 71.6
I can only strongly recommend starting with an information
roundabout. Of course, since decades already we are trying to align
differences by making translation explicit, that is, putting something
like a value-here:value-there table in between. Thereby solving one
problem, however, creates the next when such tables et cetera take up
definitive positions, that is, effectively adding to the number of
applications/systems. A solution of value-translation should be
temporary.
Now, an information roundabout is really not different from a set of
such tables, at least to begin with. In fact, it also should’t,
as that is what usually counts as the immediate problem. Yes, it aims
to generalize (which also has been done before).
I would say the main feature of an information roundabout as I favor it
is its orientation at contextualization. At the start, that is,
interconnecting databases-as-they-are, Metapattern is only crudely
relevant. You might ask, why bother? Gradually, on the side of the
information roundabout contextual differentiation at the scale of
integrated order may be enhanced, with corresponding modifications made
to connected applications (thereby more and more changing into mutually
interdependent constituting elements for the integrated order for which
an idealized design serves as its goal to aim at). It is of course
contingent what the optimal order (in time) is for approaching the
relevant integrated order (as a result). My general idea of an
optimally controlled change process facilitating information
communiting/traffic is one of morphing an information roundabout. By
the way, there is no rule that says you can only start with one
information roundabout.
in: note 71.8
Are you perhaps saying that a new difficulty crops up? If so, you are right. However, there is no avoiding it. If anything, Metapattern helps you to recognize and address it. Take whatever number of non-overlapping contextually differentiated descriptions. Doesn’t non-overlapping means that it has become impossible to tell which descriptions pertain to which object? Yes. Luckily, though, objects change from one behavior to the next. That is, from earlier behavior(s) we can — almost always — infer the object a subsequent behavior should be attributed to. And then we create ‘behaviors’ especially for that purpose of attribution, for example ‘fitting’ objects with unique identifiers. Now applications with, in terms of Metapattern, each a limited horizon have issued particular sets of identifiers. Let’s take persons as an example. How can we tell for establishing an integrated order that id-x from database A refers to the same person as id-y from database B? Often, there are some common properties registered in both. The non-overlapping criterion does not hold for so-called legacy databases. No, what actually does overlap never offers “certainty,” at least no absolute certainty (which is, of course, a main reason for increasing integrated order). If the lack of “certainty” is your point, not just theoretically but especially in practice, I even strongly agree. However, comparing contents — when persons are relevant ‘objects,’ usually name and address are available from databases — may already go a long way (and, by the way, that is precisely what an information roundabout at first helps to analyze et cetera). Then, in many cases you can be certain enough to proceed (and some mistakes will creep through; negative effects can be minimized when the persons involved are made part of the quality feed-back loop, and you may have to come up with something to get them to respond; and, anyway, such negative effects are far less than would continue to o ccur through use of strictly separate databases). Inevitably there will be cases, though, where you have to contact people and make further inquiries. Miss-spelling of names, whatever. […] People are glad to hear from you, that you take care. [… M]istakes [get] fewer and fewer, so they need to make fewer and fewer calls. And as a matter of “certainty,” too, :-) there is no alternative, and as soon as an id-for-integrated-order adequately connects the contextually differentiated behavioral descriptions for ‘its’ object, changing and/or adding such descriptions continues ‘normally.’
in: note 71.10
Interconnecting databases without practical limit requires us to be able to collect different meanings while both being able to unambiguously tell them apart and likewise interconnect them.
in: note 71.10
[I propose] to interconnect legacy databases — with everybody relieved not having to tamper with them — via an information roundabout with an added database supplying necessary and sufficient information keys with, where applicable, relationships between them.
in: note 71.36
Luckily, shifting to another paradigm doesn’t have to be an all-out occurrence pinpointed in time. Preferably not, even. But without making a start somewhere, it will of course never happen. In my considered judgment, setting up an information roundabout is a very powerful way to get the shift going.
in: note 71.40
[S]etting up an information roundabout is critically important in a planned change sense[.]
in: note 71.40
You might be able to start change ‘under the radar,’ i.e., without formal permission.
in: note 71.40
Again, at the moment I find an information roundabout ideally suited. Get results at hardly any costs[. People] then might get a taste for more. Anyway, there is definitely no quicker way to get proper results than by coming to grips with real information requirements, and everything falling short of the scale of integrated order can only fail, slowly and expensively so.
in: note 71.40
[Indien] er géén rubriek is die zulke registers allemáál gemeenschappelijk hebben[, …] ontbreekt een ènkelvoudig zoek- annex selectiecriterium. En zelfs indien er één, zeg maar, dóórlopende rubriek zou zijn, […] kunnen er fouten met registratie van de waarde ervan gemaakt zijn òf is het gebruik ervan achterwege gebleven[. …] Daarom moet wisseling van criteria mogelijk zijn (en dat is waarom de filosoof Ludwig Wittgenstein in meervoud van familiegelijkenissen sprak; in een wat omvangrijkere familie is er feitelijk géén eigenschap die àlle familieleden delen). […] Tevens is zulke zoek-, vind- en toonfunctionaliteit onmisbaar om zgn informatiekwaliteit te helpen verbeteren; onderling nodeloos afwijkende waarden in overeenkomstige rubrieken in verschillende registers kunnen gelijkluidend bijgehouden gaan worden[.]
in: aantekening 72.3
Wat helpt is ‘iets’ dat aantoonbaar beter wèrkt. Dàt schept vertrouwen, en daardoor alweer wat méér ruimte om op ‘iets’ voort te borduren, enzovoort tot zo ‘iets’ als kritieke massa is bereikt. Wie een proef kan ‘ondernemen’ zònder daarvoor om formele toestemming te hoeven vragen, kan uiteraard meteen aan de slag; een allerkleinst beginnetje kan al vruchtbaar voor vervolg zijn, mits — vooralsnog verstopt? — informatieverkeerskundig gemikt.
in: aantekening 72.8
Onafhankelijk (!) van de opzet kan je de volgorde van implementatie kiezen. Wil je gebruik binnen, nou ja, zo zou je dat vroeger genoemd hebben, dus toen de grens van een organisatie nog met die van — haar — informatievoorziening samen leek te vallen, nee, nog géén “ecosysteem,” laten beginnen? Dat maakt voor de òpzet dus niets uit. Of liever beginnen ergens met informatieverkeer beginnen heen en weer tussen traditioneel-organisatorisch buiten en binnen? Ja, dat kan ook. Laat die keuze daarom van veranderkundige factoren afhangen.
Ik ben helemaal vóór kortcyclische aanpak. Maar slechts met een plan, vooruit, langcyclisch. Anders ga je tekeer als kip zonder kop.
[V]oor een informatierotonde […] volstaat[,] als aanwijzing van een — nader — actorprofiel, […] per actorexemplaar een registerverwijzing voorzien van zgn informatiesleutel. Datzèlfde idee is uiteraard [alom] toepasselijk[. …] Ter veralgemenisering [kan] daarom […] het woord actor [worden] vervangen door de aanduiding (f)actor; de recursief voorwaardelijke structurering gaat immers tevens op voor wat bekend staat als objecten.
De informatierotonde moet ‘met beleid’ worden gebruikt voor stelselmatig informatiebeheer en zulk beleid moet duidelijk uitgedrukt zijn. Maar òmgekeerd helpt praktische oefening met de uitgebreide informatierotonde herkennen wat stèlselmatig informatiebeheer zoal omvat.
De zgn informatierotonde is een hulpmiddel om samenhang gevestigd te
krijgen tussen — gegevens in — verschillende registers die
ooit ònafhankelijk van elkaar gedacht en aldus ook opgezet zijn. Om
gegevens desondanks op elkaar afgestemd te krijgen biedt de
informatierotonde ruwweg twee opties.
De eenvoudigste manier faciliteert het zoeken in aangesloten
bestanden/registers volgens één of meer (gegevens)waarden behorend tot
rubrieken zoals ze her en der worden bijgehouden. Mits
(gegevens)rubrieken met overeenkomstige betekenis beschikbaar zijn, kan
met waarden ervoor verband worden verondersteld en aldus als overzicht
getoond. Door verband via verschillende combinaties van rubrieken na te
gaan, kunnen verschillend geregistreerde waarden worden opgespoord.
Vervolgens moet de vraag worden beantwoord of die verschillen relevant
zijn, Zo nee, dan kan een blijkbaar foutieve registratie gericht worden
verbeterd. […]
Een strakker middel voor gegevensbeheer vergt toevoeging van een
register. Terwijl met de beperking tot de zoekfunctie steeds maar moet
blijken ‘wat er uitkomt,’ kan het verband ook expliciet
vastgelegd zijn. Dat komt erop neer om in een èxtra register voor, hier
algemeen gesteld, onderwerpen waarover in allerlei
‘oorspronkelijke’ registers gegevens bijgehouden —
kunnen — zijn, apàrte zgn stelselsleutels, dwz met unieke waarden
voor het gegevensstelsel in kwestie, vast te stellen. Voor elk register
waarin gegevens over een bepaald onderwerp vermeld zijn, is in het
èxtra beheerregister ‘onder’ de stelselsleutel als
verwijzing ernaar in dàt ene register de informatiesleutel opgenomen.
Mits zulke verwijzingen ‘kloppen,’ bestaat vervolgens via
zulke sleutels grotere zekerheid over samenhang van aldus expliciet
gekoppelde gegevens die in verschillende registers bijgehouden blijven.
[…] Het is […] juist deze optie waarmee kwaliteit van
kritieke gegevens pas adequaat valt te beheren. Dat geldt in het
bijzonder voor gegevens benodigd voor autorisatie op stelselschaal.
Daarvoor zijn expliciete, vooràf aangelegde verwijzingen enz. immers
ònontbeerlijk. […] Als beheerthema is het belang tegenwoordig zo
groot, omdat personen waarover registers gegevens bevatten tevens de
gebruikers ervan kunnen zijn. Dat vergt een integrale opzet, terwijl
vroeger autorisatie geheel lòs geregeld kon zijn van de inhoud van een
register waaròp de ingestelde (on)mogelijkheden van gebruik ervan
betrekking hadden. Inmiddels geldt vrijwel iederéén als deelnemer aan
digitaal gefaciliteerd informatieverkeer en moet dienovereenkomstig
autorisatie voor iederéén ingesteld — kunnen — zijn. Zeg
ook maar dat de object- en subjectpopulaties vergaand gelijk zijn. Op
ook en vooral die beheeropgave moet het èxtra beheerregister dus
berekend zijn.
[I]nzet van de informatierotonde kost in verhouding zeer weinig. Daar staan, en vanaf korte termijn haalbaar, zelfs grotere financiële besparingen tegenover. Dankzij gericht op te vragen overzichten kan de informatiekwaliteit op adequaat peil gebracht èn gehouden worden. Dat scheelt véél feitelijk nodeloos — en vaak hopeloos — puzzelwerk en vergt dus minder medewerkers (en wat aan werk ‘overblijft,’ is voor hen daardoor uiteraard bevredigender). Nog belangrijker, de tevredenheid met informatievoorziening […] groeit dankzij verbeterde kwaliteit; en dàt werkt wederom gunstig uit voor de kwaliteit van informatie die [deelnemers] op hun beurt […] bijdragen, enzovoort.
Door nu voor èlke aparte zgn toepassing expliciet zowel een horizon te veronderstellen als de primair veronderstelde objecten eraan te ‘hangen,’ laten zich kleinschalig aparte toepassingshorizonten [vervolgens] voor grootschaliger bereik […] ònder een dienovereenkomstig ‘bredere’ horizon uitdrukken als aparte exemplaren/gevallen van situatie. Feitelijk is dat — het begin van — een informatierotonde.
Een hulpmiddel om uit diverse bestaande databases (lees ook: registers) informatie te putten voor overzicht(en) heb ik pakweg tien jaar geleden informatierotonde genoemd. Dat werkt allang prima, althans bij een organisatie(onderdeel) waar iemand met gezond verstand werkt. Dankzij zulke overzichten gaan ook àlle betrokken organisatieonderdelen prompt, zo leert de ervaring, de informatie in hun respectievelijke registers op elkaar afstemmen. Dat vergt uiteraard enige coördinatie onder de noemer van informatiebeheer. Op die manier zijn op zeer korte termijn reeds zeer belangrijke verbeteringen haalbaar zònder structureel ook maar iets aan de bestaande informatiesystemen her en der te wijzigen. Dat stelt medewerkers alom gerust, en zo raken zij geïnteresseerd in nauwere samenwerking inclusief daarvoor benodigde stelselmatige ipv aparte oriëntatie met informatiesystemen.
Het is beslist niet nodig dat voor digitalisering op stelselschaal àlles nieuw moet, en ook nog eens tegelijk. Dat is trouwens ook onmogelijk. Een minimale voorziening voor, zeg maar, tussenschakels volstaat om reeds vergaand samenhang te vestigen tussen — informatie in — wat ooit als aparte registers ingericht is. […] Het idee met een informatierotonde is dat het voor reeds verreikend overzicht doorgaans helemaal niet nodig is om bestaande registers te wijzigen. Zolang er paarsgewijs in registers gelijkluidende informatie beschikbaar is, valt daarmee verband te leggen. Daarvoor komen referentienummers, zgn kenmerken enzovoort in aanmerking, maar indien van toepassing ook informatie over adres e.d.
in: Wen er maar aan! Over noodzaak en opzet van stelselmatig informatiebeheer
Met erkenning van stelselschaal voor informatieverkeer moet besef
gepaard gaan dat alles-tegelijk-veranderen een illusie is. Sterker nog,
door bestaande registers via een informatierotonde als onderdelen van
een stelsel te benutten blijkt vaak dat ze vaak zelfs ongewijzigd prima
dienst kunnen blijven doen, zeker voorlopig.
Met de minimalistische toevoeging van een informatierotonde kan alom
allang beschikbare informatie in verschillende registers naar behoefte
reeds vergaand contextueel verbijzonderd in samenhang worden
gebracht.
in: Wen er maar aan! Over noodzaak en opzet van stelselmatig informatiebeheer
Een informatierotonde leent zich bij uitstek voor experimenten. Principieel informatiekundig noch praktisch digitaal-technisch is er overigens géén sprake meer van experimenteren. Dat heeft zich allang bewezen. Maar voor telkens verdere deelnemers is de stelselmatige opzet voor informatieverkeer uiteraard steeds iets nieuws. Synthese van informatie- en veranderkunde functioneert daarvoor optimaal. Mits benodigde registers beschikbaar zijn, verkrijgen gebruikers bij wijze van proef vrijwel meteen samenhangende rapportages. Dat brengt ze op verdere ideeën, enzovoort. Want wat zij eerder nog niet weten dat mogelijk is, kunnen zij uiteraard niet duidelijk aangeven. Een informatierotonde helpt ze om, zeg maar, regie over hun informatiebehoefte te leren voeren.
in: Wen er maar aan! Over noodzaak en opzet van stelselmatig informatiebeheer
Met digitale technologieën lag de nadruk voor gebruik aanvankelijk
op verwerking van informatie (lees ook: data, gegevens) en bijgevolg op
opslag van, zeg maar, in- resp. uitvoerinformatie. Dat gebeurde
waar-de-computer-stond, kon immers niet anders, dus altijd strikt
plaatselijk. Voor slechts nauw samenhangende verwerkingen werden aldus
telkens aparte informatiesystemen opgezet; salarissysteem,
grootboeksysteem, enzovoort. Per informatiesysteem lag aan het
bijbehorende register al dan niet expliciet een dienovereenkomstig
apart logisch gegevensmodel ten grondslag.
Inmiddels zijn digitale technologieën tevens geschikt voor overdracht
van informatie. Daardoor bestaat de mogelijkheid, en ter facilitering
van maatschappelijke ontwikkelingen steeds vaker zelfs de noodzaak, om
voorheen aparte informatiesystemen te koppelen. Het plaatsgebonden
karakter van digitalisering is opgeheven. Eén van de belemmeringen voor
feitelijke koppelingen blijkt dan vaak dat informatie wat betekenis
betreft over en weer niet strookt.
Consistentie van betekenissen op — veel — ruimere schaal
vergt een dienovereenkomstig opgeschaald logisch gegevensmodel.
[…]
Er zijn echter talloze toepassingen operationeel. Die kunnen ònmogelijk
allemaal tegelijk worden vervangen[. …] Nota bene, een
informatierotonde is een middel om òndanks het ontbrekend gebruik van
zo’n gemeenschappelijk model tòch zo goed en zo kwaad als het kan
reeds te kunnen voorzien in de — alsmaar groeiende —
behoefte aan overzichten, dwz rapportages gebaseerd op informatie uit
diverse registers die nog volgens verschillende logische
gegevensmodellen enzovoort zijn opgezet.
Om informatie uit verschillende registers met behoud van hun
oorspronkelijkheid (lees ook: authenticiteit) te kunnen verzamelen,
werkt de informatierotonde juist niet (!) volgens een gemeenschappelijk
logisch gegevensmodel. Wie daar naar zo’n model zoekt, doet dus
vergeefse moeite.
Ook heel praktisch volgt uit de onmogelijkheid om stelselmatige voorzieningen structureel volledig dekkend te krijgen, dat een informatierotonde nodig blijft om dan tenminste op ad hoc basis samenhang gevestigd te krijgen.
Daarvoor is de informatierotonde inderdaad óók geknipt. Het is voor een stelselmatig verondersteld iets immers ook maar weer selectief identificeren van daarover eventueel verder beschikbare informatie in aangesloten registers en vervolgens laten vervaardigen resp. verzamelen van afschriften voor — samenstelling van — bedoeld overzicht.
De informatierotonde biedt inderdaad bij uitstek de basis óók voor deze aanvullende voorziening voor informatiebeheer. (Want) met de informatierotonde zijn géén wijzigingen nodig van bestaande voorzieningen, terwijl de aanvulling minimaal blijft. Dat maakt strakke kwaliteitsborging mogelijk èn beperkt de tijd die ontwerp, ontwikkeling, test en installatie vergen (en bijgevolg de kosten ervan).
Voor afstemming met ruimer bereik — of volgens een ànder perspectief — kan informatie relevant zijn die niet de oorspronkelijke typering van verkeersgevallen volgt. Dat vergt dan informatie uit registers voor verschillende typen. Het kan ook zijn dat weliswaar dezèlfde typering geldt, maar dat informatie verspreid over op hun beurt meerdere registers bijgehouden wordt. Met behoud van zulke registers kan in behoeften aan samenhangende(r) informatie worden voorzien met een zgn informatierotonde.
in: Maatschappelijk informatieverkeer en gegevensbescherming
Als kenmerkend voor stelselmatig informatieverkeer heb ik de
informatierotonde voorgesteld. Daarmee kan als het ware een
gelegenheidsfederatie gefaciliteerd zijn, dwz telkens voor een bepaalde
informatiebehoefte resp. het gebruik van aldus verzamelde informatie.
Maar om die — noodzaak van — flexibiliteit te kunnen
waarderen geef ik aan wat daarvoor zoiets als het basale samenstellende
element is. Naar mijn idee bestaat die uit een (!) registratie van een
— wat ik maar noem — oorspronkelijk verkeersgeval.
Vergelijk het met wat je wilt bouwen met Lego-speelgoed. Zodra je
terdege begrijpt, welke verbindingsmogelijkheden een
‘steentje’ biedt, en daarmee óók welke dus niet, kan je er
— pas — allerlei samenstellende kanten mee op.
Ook BIT is kennelijk echter nog altijd blind voor de noodzaak van dergelijke principiële heroriëntatie. Er moet “gebruik gemaakt [worden] van gangbare en volwassen technologie.” Ik zou zeggen, maak er zoveel mogelijk gebruik van. Risico’s worden juist veroorzaakt door ontkenning van de reële (!) noodzaak tot vernieuwing. Voorts blijkt dat juist met toevoeging van nieuwe stelselmatige … componenten zoals een informatierotonde bestaande componenten zèlfs òngewijzigd in een ruimer verband opgenomen en verder gebruikt kunnen worden.
in: note 77.66
Voor autorisatie(s) staan gebruikers opgegeven. Voorstel voor
volgorde van verbeteringen in de richting van stelselmatig
autorisatiebeheer via informatierotonde met vooralsnog òngewijzigde
autorisatievoorzieningen, dus per toepassing(engroep):
1. per toepassing(engroep) herleiden van gebruiker tot persoon;
vergelijking met personeelsbestand(en); zonodig opschoning
2. indien van ‘toepassing,’ herleiden van gebruiker-zijn
van verschillende toepassingen(groepen) tot dezelfde persoon; zo
mogelijk voorwaarden voor verband impliciet vestigen met gelijke
informatiewaarden per gebruiker in resp. autorisatiebestanden
3. registratie van stelselmatige persoonsidentificaties en vandaaruit
expliciet verwijzen naar gebruiker-zijn per toepassing(engroep);
hiervoor meteen hoedanighedenplatform benutten, maar allereerst zònder
detaillering volgens hoedanigheden
4. ter borging van stelselmatig bereik c.q. duidelijker grondslag voor
controle op functiescheidingen tussenvoegen van hoedanigheden, om te
beginnen voor medewerkers; gaandeweg uitbreiding ad 3 èn ad 4 voor alle
deelnemers aan relevant informatieverkeer.
in: note 77.75
Er bestaat m.i. helemaal geen noodzaak om een, vooruit,
stelselwijziging meteen wettelijk te bepalen, laat staan om uitvoering
afhankelijk te maken van àndere — middelen voor —
informatievoorziening als voorwaarde. Ik zou zeggen dat er altijd veel
valt te verbeteren door informatievoorziening resp. -verkeer
stelselmatig(er) te maken. Dat vergt dus wel een kwalitatief àndere
aanpak, nota bene te beginnen met erkenning van — veranderlijke
— betekenissenvariëteit, deskundig gebruik van een stelselmatig
bemeten methode voor betekenissenmodellering. Vooralsnog moeten
helemaal géén programmeurs (lees dus ook: systeemaannemers) bij zùlke
modellering komen kijken, want dàt is hun vak natuurlijk helemaal
niet.
Met een informatierotonde kan heel pràktisch reeds vergaand samenhang
worden bereikt tùssen voorheen aparte informatiesystemen annex
toepassingen (die daardoor èlk ongewijzigd kunnen blijven). Dankzij
ervaring daarmee zou een gedegen oordeel mogelijk zijn geworden, of
wetswijziging überhaupt nodig, zinvol e.d. is. Ofwel, wetswijziging als
eventueel sluitstuk ipv als dwingende opmaat.
in: note 77.92
Hier herhaal ik, dat er met een ontwerp volgens een
informatierotonde weinig uitvoering nodig is voor een meteen
’betrekkelijk‘ grote bijdrage aan samenhang. Nota bene
bepèrkt tot ontwerp(en) kunnen echter alvast tevens de verschillende
betekenissenbereiken van de voor — èxtra — samenhang
relevante toepassingen in één, aldus overkoepelend betekenissenmodel
worden opgenomen. Aangezien op die alweer ruimere schaal stellig
betekenissenvariëteit heerst — wat, zij het impliciet, ooit vaak
mede aanleiding was om slechts aparte toepassingen te realiseren
— volstaan tot dusver gangbare modelleermethoden daarvoor niet.
Geschikt voor ordening van betekenisverschillen-in-samenhang is
Metapatroon. Ik merk op dat daarmee een grenzeloos bereik van
betekenissen valt ordenen. Over beheersbaarheid gesproken, daardoor is
’groei‘ mogelijk tot nòg weer ruimer bereik, enzovoort.
Enfin, zo’n overzichtsmodel biedt inzicht in verschillen tussen
resp. overlappingen van de aparte toepassingsverzamelingen met
informatie. Desgewenst kunnen ze stuk voor stuk (!) worden
gestroomlijnd, allemaal miniprojectjes, dus.
Het is dan nog maar de vraag, of wat er overblijft nog vervanging
behoeft. Zo ja, dan is ook dat een verhoudingsgewijs klein project.
Stellig nog belangrijker is het, dat inmiddels precies bekend is wàt
ook die verandering vergt. Kortom, er zijn niet of nauwelijks
risico’s aan verbonden. Mijn idee is dat een aanneembedrijf nu
eenmaal géén optimaal deskundige ontwerpers in dienst kàn hebben. En
zonder deugdelijk ontwerp ontstaan (!) risico’s.
in: aantekening 78.9
Zelfs maar een aanzet tot een digitaal ecosysteem kan onmogelijk als het ware uit-het-niets worden ingericht. Ook weer praktisch helpt het om meteen wèl zo stelselmatig — als op dat tijdstip — mogelijk een informatiemodel te ontwerpen. Dat dient als zoiets als richtpunt om in eerste aanleg op enige hoofdlijnen samenhang te vestigen tussen bestaande informatieverzamelingen (lees ook: registers) per toepassing. Als algemeen bruikbare schakelvoorziening op basis van Metapatroon resp. KnitbITs heeft Information Dynamics een informatierotonde ontwikkeld, KnitbITs IR. […] Met een informatierotonde als zgn pakket blijven de werkzaamheden voor alweer ruimere overzichten beperkt tot parameterisering om registers erop aan te sluiten, om per register informatie te selecteren en om zulke selecties samenhangend te presenteren. […] Onder de noemer van beheer, mits opgeleid, zouden medewerkers van een uitvoeringsorganisatie ook dergelijke werkzaamheden voor hun rekening moeten kunnen — gaan — nemen. Zonodig moet functieprofielen aangepast worden, opdat dezèlfde medewerker de gehele parameterisering beheer(s)t; versnippering van taken ondermijnt zowel motivatie van medewerkers als kwaliteit van hun werk(resultaten) .
Er bestaat behoefte om informatie die via de informatierotonde verzameld is volgens de aldus verkregen samenhang te bewerken, en met de resultaten ervan in omgekeerde richting informatie in de resp. registers te wijzigen. Als bewerkingsgereedschap komt daarvoor als regel rekenbladprogrammatuur (Engels: spreadsheet software) in aanmerking. Daarom voorziet Information Dynamics in de informatierotonde tevens in de mogelijkheid van controleerbaar informatieverkeer tussen enerzijds registers, anderzijds rekenbladen.
Ook verder ’op weg naar‘ een digitaal ecosysteem blijft
een informatierotonde praktisch onmisbaar. Voor het relevante
verkeersbereik is de opgave (lees ook: de moeilijkheid) immers vooral
om gebruik van bestaande digitale hulpmiddelen redelijk beheersbaar,
dus nogal geleidelijk te laten overgaan (!) op gebruik van wat inherent
stelselmatig(er) ingericht is. Dat lukt allang nooit meer door opnieuw
apart iets geheel nieuws ’neer te zetten,‘ en volgens pas
te bedenken dat er ook nog van alles en nog wat is waarop
’het‘ moet aansluiten en nog wel in één klap.
Terwijl door ervaring met aansluiting van verdere registers zowel die
registers beter op elkaar afgestemd kunnen worden als er — mede
daardoor — gaandeweg een digitaal ecosysteem
’groeit,‘ springt er één aspect uit dat bij voorkeur van
meet af aan stelselmatig geregeld is. Dat is autorisatie. Afhankelijk
van de situatie van informatieverkeer neemt iemand er in een
dienovereenkomstige hoedanigheid aan deel. En de ene situationele
hoedanigheid kan voorwaardelijk voor een andere zijn[. …] Kortom,
eveneens voor — de opzet van — autorisatie komt
Metapatroons methodische verbijzonderingsbeginsel van recursieve
contextualisering van pas.
[Opdat] de werkwijze […] succesvol [i]s[, …] [moet] reële variëteit met een zgn conceptueel model ervan voorrang verdien[en]. […] Dankzij contextuele verbijzondering is het mogelijk om optimaal te voorzien in reële variëteit van informatiebehoeften, alles tegen geringe kosten. De ervaringen met de ene versie van het systeem kunnen aanleiding vormen voor aanpassing van het conceptuele model, waarna kortcyclisch de volgende systeemversie beschikbaar komt. Dat gaat door totdat het systeem naar tevredenheid werkt. Meer dan drie van zulke slagen zijn vrijwel zeker niet nodig.
Inmiddels hebben ‘we’ er al enige decennia van digitalisering op zitten. Dat maakt het niet alleen onmogelijk om àlles tegelijk te veranderen, maar ook ongewenst.
Maar wat kan er traditioneel zijn aan experimenteren? Ook en vooral
voor proeven moet kenmerkend zijn, dat de werking van traditie
opgeschort is. Ofwel, een proef vergt ontkenning van absoluut geldig
veronderstelde eigenschappen. […]
[W]ie pogingen waagt, werkt bij voorkeur juist niet in de
maatschappelijke marge. Z/hij is daartoe echter als het ware
veroordeeld, omdat mensen op zgn gevestigde posities niet beseffen
waarom een probleem ònopgelost blijft, of een kans onbenut; zij
beschouwen dat meestal niet als hùn probleem of kans, integendeel.
[…]
Maar, rara, hoe lukt het om 1. méér ruimte voor probeersels èn 2.
navolging van een mbt heersende problemen en kansen nota bene
aantoonbaar geslaagd probeersel te krijgen?
[M]et een zgn informatierotonde […] lukt het vlot, nou ja,
indien betrokkenen meewerken, om het bereik van informatiebeheer op te
schalen en bijgevolg de gebruikskwaliteit van informatie — sterk
— te verbeteren. Wèlke verschillen volgens verschillende
‘systemen’ zijn nota bene noodzakelijk? Welke tellen als
nodeloze duplicaties, wèlke als (registratie)fouten, enzovoort.
Het verkrijgen van medewerking is zo’n bestuursprobleem.
Waarom zou je verschillende ‘systemen’ vervangen? Hoe dan
ook lukt het nooit allemaal tegelijk. En vergeet de maatschappelijke
verhoudingen tussen deelnemers aan informatieverkeer niet, die vaak
noodzaken tot een federatieve opzet. En meestal voldoet een mate van
interoperabiliteit die eenvoudig via een informatierotonde werkt. Op
z’n minst heeft vervanging dan geen haast.
Een schoolvoorbeeld van handhaving van informatiebeheer volgens
federatieve verhoudingen is wat thans multiproblematiek heet. […]
Voor oplossing van multiproblematiek moeten bestuurders begrijpen dat
zij nergens absoluut verantwoordelijk voor — kunnen — zijn,
maar verantwoordelijkheid dragen voor het leveren van een aandeel.
Over cruciale positie gesproken, die is vanzelfsprekend ook met informatieverkeer — zelfs versterkt? — voorbehouden aan wie de betrekkingen beheerst, regelt, enzovoort. Daarvoor is een informatieronde als faciliterende voorziening exemplarisch.
Nota bene kleinschaliger kan de technologie m.i. onmogelijk zijn om reeds vergaande samenhang gevestigd te krijgen tussen — informatie bijgehouden in — ooit apart van elkaar opgezette registers. Als motto geldt immers: Blijf overal zoveel mogelijk van àf! Ik herhaal dat een informatierotonde juist een zo kleinschalig mogelijk bedachte toevoeging is, heel praktisch, opdat informatie uit apart ooit opgezette en thans bijgehouden registers tevens reeds vergaand samenhangend bruikbaar is.
Als gevolg van verkokerde informatievoorziening blijven allerlei
informatiebehoeften ònvervuld. Omdat het daarbij gaat om ontbrekende
mogelijkheden om meervoud van informatie uit navenant verschillende
bronnen (lees ok: registers) te laten samenhangen, laat zich dat gemis
onder één noemer vangen: multiproblematiek.
Er is zelfs toenemende noodzaak van uitbreiding van bereik van
samenhang. Voor de groeiende vraag is de bestaande
organisatie-van-de-informatievoorziening echter [vaak] doof. Er moet
daarom èlders zoiets als een loket — aanvankelijk informeel
— worden ‘georganiseerd,’ […] waar mensen voor
een oplossing van multiproblematiek wèl terecht kunnen. De vraag ernaar
barst echter niet los, omdat tevens bij ‘houders’ van
multiproblematiek nog het besef ontbreekt dat het ànders kan dan
volgens verkokering. Het is dus allereerst de opgave […]om
voorlichting over stelselmatige mogelijkheden te verschaffen. Daarvoor
kunnen resultaten met de informatierotonde worden getoond[.
…]
Ook ònsamenhangende autorisatie laat zich uiteraard als
multiproblematiek duiden.
De werking, hier ruw geschetst, betreft ‘aansluiting’ van digitale informatieverzamelingen op de [informatie]rotonde, het bijhouden van een toegevoegd register met informatiesleutels voor selectieve toegang tot zulke verzamelingen en het in datzelfde extra register opgeven van het onderlinge verband tussen zulke sleutels enz. per register via een zgn stelselsleutel per relevant geacht ‘onderwerp.’ Volgens aldus aangebrachte verbindingen kunnen uit verschillende registers samenhangender rapportages samengesteld worden.
De informatierotonde wordt door een organisatie gebruikt in een
veranderende omgeving, veranderingen die in bepaalde gevallen nota bene
pas mogelijk zijn nota bene dóór dat gebruik omdat de informatierotonde
samenhang helpt vestigen tussen voorheen gescheiden —
administratieve — domeinen, sectoren e.d.
Dergelijke veranderingen ‘ontstaan’ doorgaans door
wisselwerking tussen betrokken deelnemers aan voor hen relevant —
gemaakt — informatieverkeer. Dat valt onmogelijk làng van te
voren te plannen, terwijl er juist zsm met passende oplossingen op
kansen, problemen ingespeeld moet kunnen worden. Er is dus inderdaad
flexibiliteit geboden.
Vaak lukt het met slechts een geringe aanpassing van de inrichting van
de informatierotonde om alweer verdere verbeteringen waaronder
aanzienlijke financiële besparingen te verzekeren.
Een zgn informatierotonde laat zelfs àlles òngewijzigd (voort)bestaan. De enige toevoeging betreft samenhang tùssen — informatie in — verschillende registers dat de mogelijkheid van ruimer overzicht en daarop gebaseerde handelingen verschaft. Meestal is dàt meteen al een grote verbetering.
in: aantekening 82.7
Wanneer de als ‘open’ bedoelde opzet inderdaad geschikt is om willekeurige situationele hoedanigheden te administreren, passen altijd en overal o.a. de hoedanigheden die voor een bepaald individu op een bepaald tijdstip volgens bepaalde criteria relevant zijn[. …] Klaar. Gelet op de — noodzaak van — stelselmatige openheid valt echter géén … sluitend bewijs te geven voor willekeurige geschiktheid. Er kan wèl zoiets als voldoende vertrouwen ontstaan. Daartoe dienen proefnemingen. Bedenk allerlei hoedanigheden en kijk of ze in de voorgestelde opzet passen. En wees bereid, zodra iets niet blijkt te passen, de opzet te wijzigen.
Besef ajb dat de informatierotonde op zijn beurt eveneens een … digitaal informatiesysteem is. Dat moet uiteraard óók aan autorisatiemaatregelen onderhevig zijn.
[E]en voorziening om volgens een aangelegde nul- resp. stelselidentiteit informatie uit erop aangesloten registers samenhangend te tonen en daardoor te beheren [noem ik] een informatierotonde.
Ja, er zijn en blijven verspreid opgezette registers. Voor interoperabiliteit ligt juist een minimalistische toevoeging voor de hand. Mijn idee ervoor is stellig niet oorspronkelijk, maar met mijn nadruk noemde ik zo’n interoperabiliteitsvoorziening aanvankelijk een schakelpaneel en vanaf 2010 een informatierotonde.
[Ook en vooral] voor autorisatie benadruk ik] het nut of zelfs de
noodzaak te overwegen van de aanname van onderscheid tussen data en
proces. Het hangt uiteraard van de feitelijke datastructuur af, welke
deelverzamelingen van data aangehouden kunnen zijn (en voor
‘nieuwe’ digitalisering moet daarvoor nadrukkelijk met
eisen volgens autorisatie rekening worden gehouden). […] Op grond
van het onderscheid tùssen data en proces kunnen vervolgens ook weer
combinaties ervàn worden aangegeven […] Het aspect van zowel data
als proces kan op allerlei manieren autorisatiegericht ingedeeld
— moeten — zijn. […] Als samenstelling is met
autorisatie — veel — grotere nauwkeurigheid beheersbaar.
[…]
Zeker wanneer/omdat autorisatiebeheer zgn externe actoren als
gebruikers omvat, lijkt combinatoriek volgens de aspecten data en
proces onontkoombaar. Ter oriëntatie kan m.i. de Algemene Verordening
Gegevensbescherming (AVG) uitstekend dienen. De zgn betrokkene heeft
rechten en moet dus dienovereenkomstige autorisatie toegekend zijn. Wat
het data-aspect betreft gaat het daarbij om de deelverzameling met
informatie over haar-/hemzèlf.
Wat ‘doet’ de informatierotonde? Informatie is en blijft
nu eenmaal bijgehouden worden in verschillende registers. Ja, dankzij
gebruik van de rotonde kan hun inhoud beter — eindelijk? —
worden afgestemd. Dat biedt voordelen van — gewettigd vertrouwen
in — informatiekwaliteit tot en met beheersmatig overzicht
(waardoor beheerders zich vooral op informatiekwaliteit kunnen
richten). Met aldus gestroomlijnde inhoud dankzij onderlinge afstemming
zijn er nog steeds diverse registers. Zeker met relevante informatie
‘buiten’ de eigen organisatie, omvat het bereik hoe dan ook
een meervoud aan registers, punt.
Als een register op de rotonde is aangesloten, kan er selectief
informatie uit beschikbaar komen. Met aansluiting van meerdere
registers — anders heeft een rotonde uiteraard geen zin —
kan via de rotonde aldus een momentele (populair zou de aanduiding
virtuele zijn) informatieverzameling zijn samengesteld met zulke
selecties uit verschillende registers (Engels: providers).
Goed, de informatierotonde stelt een momentele informatieverzameling
samen. Waarom? Die dient ter verwerking. […]
Ja, klopt, op die manier verzorgt de informatierotonde tevens selectie
uit een ènkel register. Dat is er praktisch aan het stelselbeginsel.
Ofwel, een stelselmatige opzet voorziet in een- resp. enkelvoudige
gevallen als ondergrens van meervoud. Dus, één opzet voor àlles,
klaar.
[O]ok digitalisering [moet] primair extern ipv intern […] zijn
georiënteerd. Bedoelde heroriëntatie vergt een enorme òmslag.
Dankzij een stelselmatig bemeten autorisatievoorziening kan die omslag
geleidelijk gebeuren: stapsgewijs beheersbare overgang. Hoe langer
wordt gewacht daarmee een begin te maken, des breder raakt echter de
kloof tussen enerzijds voortgezet intern-georiënteerde digitalisering,
anderzijds maatschappelijke behoeften aan samenhang-bevorderend
informatieverkeer (waarvan zgn affaires getuigen).
Nogmaals, een van meet af aan stelselmatig opgezette
autorisatievoorziening […] kan bij uitstek als katalysator voor
beheersbare overgang van interne op externe oriëntatie dienen.
[M]aatschappelijk belangwekkend […] dient zich […]
digitale facilitering van het inzagerecht aan dat de zgn betrokkene
volgens de AVG heeft in haar/zijn persoonsinformatie. Dat rècht van
willekeurig wie dwingt als het ware tot — erkenning van —
externe oriëntatie. Zo’n inzagevoorziening vergt uiteraard een
‘veilige’ autorisatievoorziening, enzovoort. En over
standaarden gesproken, dat moet voor èlke ‘betrokkene’ om
te beginnen dezèlfde autorisatievoorziening zijn. Voor — verdere
— voorzieningen die daarop stelselmatig, zeg maar, geënt worden,
kunnen eventueel dáárvoor passende standaarden gaan gelden. Dankzij
samenhang onder de noemer van infrastructuur voor maatschappelijk
informatieverkeer moet dergelijke standaardisatie voor iedereen, met
nota bene bestuurders voorop, :-) begrijpelijk kunnen zijn. Als zij
inclusief digitalisering niet kiezen voor maatschappelijkheid, wie dan
wèl?
Je zou het in eerste aanleg misschien niet zeggen, maar m.i. is
autorisatie bij uitstek voor (Bureau) Forum standaardisatie een
strategisch onderwerp (omdat er, nogmaals, van alles en nog wat mee
verband houdt resp. zelfs van àfhangt en daardoor in- en overzichtelijk
ontvankelijk raakt voor — verdere — standaardisatie).
Overigens heb ik er niet zozeer kritiek op, dat het blijft gaan om een, zeg maar, losse verzameling informatiesystemen (lees ook: toepassingen) waartùssen als het ware achteràf enige samenhang moet worden aangebracht. Met de zgn informatierotonde doen ‘we’ allang niet anders. Dat is wèl zo praktisch. Sterker nog, een alternatief is er überhaupt niet, indien/zolang/omdat zulke verschillende toepassingen — blijven — bestaan (en ik zie dat zeker ook niet volledig verdwijnen, nog afgezien van ijdele bestuurders, kortzichtige ict-ers en zo).
Op kortst mogelijke termijn blijkt kwaliteit van beheer telkens
aanzienlijk te verbeteren, nog afgezien van personele besparingen, door
met de informatierotonde overzicht(en) te verschaffen, dwz informatie
in ruimer verband te laten samenhangen, met informatie uit ook verder
nog afzonderlijk bijgehouden databases. Voor structurele verbeteringen
moet de opzet van digitale informatievoorziening echter veranderen van
gefragmenteerd in stelselmatig.
Zo beschouwd laten zich twee verandertrajecten duiden. Het ene,
onmiddellijk renderende, draait dus om de informatierotonde. Dus,
vooral mee dóórgaan.
Het andere vestigt de stelselmatig bemeten grondslag. Dat vergt, tja,
om allerlei redenen wat meer tijd.
Het is uiteraard de bedoeling beide trajecten vanaf enig moment te
laten samenlopen. Omdat een stelsel grotendeels een federatief karakter
houdt, blijft een informatierotonde onontbeerlijk.
Wie wil begrijpen waartoe de zgn informatierotonde kan dienen, moet beseffen dat “words are being used in different ways.” […] Waarvoor de informatierotonde door jullie tot dusver overigens vooral wordt benut is om, heel praktisch als het ware òmgekeerd, nodeloos verschillende ‘woorden’ als identiteitsstellingen met dezèlfde betekenis voortaan te vermijden. Zo is het gelukt om aanvankelijk verspreid […] beheer […] gecoördineerd te krijgen. En pas zodra er zoiets als een stelselmatige identiteitsstelling ‘werkt,’ laten zich wèl toepasselijke verschillen dáárdoor samenhangend overzien, bewerken enzovoort. Dat kost bijelkaar véél minder mensenwerk en levert véél hogere kwaliteit voor het relevante bereik inclusief, zeg maar, ketenpartners (die dan óók zelfs graag willen investeren in zulke samenwerking).
De informatierotonde kan coördinatie vaak reeds vergaand helpen
verbeteren door — afschriften van — bestaande registers
erop aan te sluiten. Ook dat kan overigens weerstand oproepen;
registerhouders zien gauw hun — vermeende — autonomie
bedreigt.
Soms helpen veranderde omstandigheden dergelijke weerstand voldoende te
verminderen om in elk geval een begin met de informatierotonde te
kunnen maken.
[Een] middel kan niet (!) van meet af aan louter voor het nieuwe
doel bestemd zijn, maar moet aanvankelijk de huidige meuk faciliteren
om er vervolgens beheersbaar (lees ook: geleidelijk e.d.) mee aan het
vereenvoudigen te slaan. Nee, het bestaande middel is daarvoor hoe dan
ook niet geschikt. Anders zou het […] geen puinhoop zijn,
nietwaar?
Veranderkundig vind ik het dan handiger om de volgorde van doel en
middel òm te draaien. Zo’n doeldiscussie raakt immers oever- en
eindeloos. Uitzonderingen daargelaten, wie zich ergens — nog
— geen concrete voorstelling van kan maken, krijgt angst voor
verantwoordelijkheid en door, oeps, regressie gaat energie zitten in
het ontlopen van verantwoordelijkheid.
Wat ik voorstel, is een middel dat voor allerlei doelen geschikt is.
Dus een middel dat in de loop der tijd van doel kan veranderen. Let
wel, die flexibiliteit is hoe dan ook onmisbaar voor beheersbare
overgang. En àls zo’n middel wèrkt, helpt dat de doeldiscussie
praktisch gericht(er) te krijgen.
Wie durft wèl verantwoordelijkheid te nemen voor ontwerp &
ontwikkeling van zo’n middel? Nee, je moet dus vooral niet de
be-doel-ing ermee uitleggen. Benadruk dat het dient ter verbetering van
de huidige uitvoeringspraktijk. Gelogen is dat niet. Zolang niemand
ernaar vraagt, en die kans is nihil, zwijg je over het opzettelijke
veranderpotentieel. […] Stel bezorgde [opdrachtgevers] vooral
gerust met … overgangsdoelen. Een middel is optimaal, als het
daarvoor niets uitmaakt.
Nogmaals, hoe groter het relevante bereik, des meer behoefte bestaat er aan voorzieningen om tevens praktisch te handelen naar inzicht in samenhang tussen informatie ’uit‘ […] verschillende systemen, voor [bedoelde] coördinatie-opgaven niet alleen ’binnen‘ de [eigen] organisatie, maar ook verder reikend er ’buiten.‘ [Dat k]an [… d]us niet zònder explicitering van wat per systeem zoals overgeleverd nog impliciet als contextualisering is aangenomen. Voor zulke, vooruit, “integratie” [is een] informatierotonde [geschikt]. Volgens dat … principe laat zich samenhang tussen informatie uit verschillende systemen ’binnen‘ en ’buiten‘ praktisch uitbreiden. Nogmaals, als leidraad moet een model opgesteld zijn en worden bijgehouden van stelselmatig-eenduidige betekenissenordening.
Ambtenaren-als-bestuurders zijn maar moeilijk — onmogelijk? — àf te krijgen van enkelsporigheid. Daarom kom ik met een verhaal over Metapatroon nergens verder. Met de zgn informatierotonde doe ik dan maar alsof daarmee de overgang is geholpen van het ene naar het andere ènkelsporige middel. Ook moeilijk. Klopt, stelselmatig verbetert daardoor nog steeds weinig, maar bestaat er tenminste nog een kàns op.
[D]e veronderstelling [heerst] dat zgn oud moet worden vervangen
door zgn nieuw. Maar met voorzieningen op die — infrastructurele
— schaal kàn dat niet volledig. Wat ontbreekt, en dàt herhaal ik,
is variëteitsdenken. Voorzieningen zijn “op orde,” wanneer
ze naar omstandigheden aanpasbaar zijn zònder structurele ingrepen.
“Modernisering” moet daarom niet als — volledige
— vervanging opgevat zijn, maar gebeurt (lees ook: krijgt
uitvoering) door het “op orde” brengen. Het idee van
“eerst […] op orde” brengen en pas daarná beginnen
met “modernisering” werkt verlammend en vergroot juist
ongeremd de, zeg maar, aanpassingsachterstand. […]
Nota bene, via vereenvoudiging komen ’we‘ nooit tot
verènkelvoudiging. Over “op orde” gesproken, met meervoud
moeten ’we‘ praktisch blijven rekenen. Dus, borg —
structuur — voor samenhang van verschillen. En probeer het dan
eens met zgn paradoxale interventie, ofwel verstèrk de roep om
differentiatie. Zoals ik telkens van een leraar natuurkunde te horen
kreeg, als je een varken naar voren wil hebben, moet je aan z’n
staart trekken. Mits voorzieningen (infra)structureel berekend zijn op
variëteit inclusief veranderingen ervan, kàn er samenhangend niets mis
gaan. Maar dankzij opzettelijke overdrijving van verschillen is de kans
vaak groter dat als het ware tegenovergesteld overeenstemming kan
worden bereikt over wèrkelijk relevante verschillen (die dus handhaving
verdienen).
Dankzij de … minimalistische toevoeging van een … informatierotonde kunnen ònsamenhangend opgezette voorzieningen desondanks wèl redelijk betekenisvol samenhangend worden gebruikt (inclusief, als voorwaarde, duidelijk gecoördineerd beheer). […] Je moet inderdaad … willen … begrijpen dat er informatietaken moeten worden uitgevoerd die noodzaken tot betekenisvol ruimere samenhang dan waarop apàrte voorzieningen (lees ook: respectievelijke toepassingen) zijn bemeten. Hoe leidinggevender een functionaris is, des te ruimer haar/zijn coördinatie reikt èn des te meer daarom dergelijk inzicht aan haar/hem besteed zou moeten zijn.
in: aantekening 90.12
Nee, KnitbITs is géén “maatwerk,” maar zoiets als een
platform, dus opzettelijk juist algemeen bruikbaar om fragmentatie te
verhelpen (lees ook: stelselmatigheid te bevorderen) nota bene zònder
wijziging van ‘oorspronkelijke’ fragmenten. Dat platform
gedráágt zich vergaand willekeurig variabel àls maatwerk door
inrichting volgens parameters, zeg ook maar metadata. Ja, voorbeelden
betreffen … àls voorbeelden dus … concrete voorzieningen
voor digitaal informatieverkeer[, m]aar om te begrijpen wat het, eh,
platformaandeel is en wat er … dus … allemaal mee mogelijk
is, moet je daarvan abstraheren. […] Het sturingsbeginsel voor
variëteit is recursieve contextuele verbijzondering (Metapatroon).
[…] Voor zover ik weet, is KnitbITs vooralsnog uniek in de
extreme verhouding tussen … daardoor minimalistisch …
platform met z’n luttele drie services en variabele
gedragsbepaling met metadatering à la recursieve contextuele
verbijzondering. […]
KnitbITs [is] geen — maatwerk […], integendeel (maar
metadatering op basis van zo’n platform telkens juist wèl).
Wat is dan het “product”? Je denkt mee met een …
mogelijke … opdrachtgever op een manier die medewerkers aldaar
… nog … niet beheersen. Want, stelselmatig. Je wijst op
problemen die zich laten oplossen, kansen die zich laten benutten, door
reeds verspreid aanwezige informatie samenhangend beschikbaar te
stellen. Dat kan vlot en met minimale kosten … en zònder inbreuk
op operationele continuïteit … lukken. Je levert een platform èn
inrichtingsdiensten. Voor optimale samenhang heb je met Metapatroon een
referentiemodel opgesteld (en je kunt met KnitbITs eveneens vlot en
goedkoop een dienovereenkomstig prototype maken; als dat goed bevalt,
kan je het in een operationele voorziening laten overgaan).
[…]
Metapatroon/KnitbITs […] wèrkt prima, waar andere middelen
falen.
in: aantekening 90.18
[B]egrip van(af) grondslag van Metapatroon [is] m.i. onontbeerlijk, en zo door naar beheersing van KnitbITs, informatierotonde, enzovoort.
in: aantekening 90.21
Diverse organisaties resp. onderdelen ervan voeren vaak èlk registratie over verwante of zelfs dezelfde … aspecten van - onderwerpen. Dat gebeurt weliswaar gecoördineerd, dwz dat er afspraken voor gelden, maar menselijke registratiefouten zijn nu eenmaal onvermijdelijk. Zo zijn ‘hun’ verschillende registers doorgaans nogal wat onterechte afwijkingen gaan vertonen van informatie(waarden) die over en weer juist op elkaar afgestemd tot en met dezèlfde moet(en) zijn en blijven. Herstel van zulke fouten is dringend nodig, om zulke synchronisatie vervolgens ook structureel kortcyclisch te kunnen bijhouden. Hiervoor kunnen met de informatierotonde signaleringslijsten worden samengesteld.
in: aantekening 90.50
Ook digitaal wordt informatie (lees ook: data) op allerlei
‘plaatsen’ bijgehouden. Dergelijke op- en daarmee
overslagplaatsen kunnen opgevat worden als evenzovele
informatiestations; op èlk zgn station bijgehouden informatie is er
ooit aangekomen en kan … afschrift van … informatie
ervandaan vertrekken.
Abstraherend van opslagtermijn is een database zo’n station, maar
bijvoorbeeld ook een rekenblad en een webpagina.
Met KnitbITs laat zich een platform voor digitaal informatieverkeer
inrichten, maw een verzamel- èn verdeelstation (hier verder kortweg:
verdeelstation) voor informatiestations. [—] Als zodanig
verzamelt KnitbITs informatie langs, zeg maar, vertreksporen uit een
meervoud van informatiestations en verdeelt dan die informatie langs
aankomstsporen over een meervoud van informatiestations. Zo’n
verdeelstation met KnitbITs ingericht heet ook wel een
informatierotonde.
Om allerlei redenen, ook nog eens vaak in combinatie o.a. reorganisatie
inclusief fusie, samenwerkingsverband of juist ontvlechting, conversie
van informatie(structuur) ivm vervanging van digitaliseringsmiddelen,
maatschappelijke (markt)ontwikkelingen, dekkende audit, gewijzigde wet-
en regelgeving, kan het gewenste tot noodzakelijke sturingsbereik
intussen ruimer … geworden … zijn dan dat waarop
informatiestations èlk ooit apàrt berekend zijn. Met nota bene
òngewijzigd behoud en voortzetting van zulke informatiestations
faciliteert KnitbITs vrijwel meteen omvattender coördinatie, enzovoort.
Dat maakt KnitbITs eveneens bij uitstek geschikt voor prototyping in de
vroegste stadia van … altijd … omvattender
veranderingsprocessen. Veranderaspecten die met digitalisering helaas
vaak veronachtzaamd blijven, kunnen van meet af aan integraal worden
verkend, enzovoort. Dus, zonder noemenswaardige ingrepen wat personeel,
organisatie èn … overgeleverde … digitalisering betreft,
helpt KnitbITs resp. een daarmee ingerichte informatierotonde aan
voordelen van verruimd strategisch overzicht tot en met
kwaliteitsverbetering van èn (kosten)besparingen op beheer.
Indien coördinatie (lees dus ook: samenwerking) toegevoegde waarde
heeft, omvat (her)verdeling stellig meer dan òngewijzigd doorgeven,
heen en weer, van informatie. Er is dan tevens … enige …
be-/verwerking van informatie aan de orde. Dat vergt een extra
informatiestation, noem het volgens het idee van informatieverkeer ook
maar een tussenstation.
KnitbITs verzorgt achtereenvolgens 1. de lading van een tussenstation
met informatie vanuit één of meer andere stations (ict-term: download)
en 2. verspreiding van het resultaat van be-/verwerking vanuit dat
tussenstation over één of meer andere stations (ict-term: upload). Wat
KnitbITs als (verzamel- en) verdeelstation vooral moet
‘weten,’ en daarom is het àls informatierotonde zèlf
eveneens een informatiestation, zijn de manieren waarop relevante
informatie voor vertrek resp. aankomst is gestructureerd in de
aangesloten informatiestations. Die benodigde structuurinformatie (lees
ook: metainformatie) geldt uiteraard inclusief tussenstations.
Zelfs met een ènkel informatiestation als zowel vertrek- dan wel
aankomststation kan KnitbITs nuttig zijn, gauw zelfs onmisbaar,
bijvoorbeeld indien dat station niet de … inmiddels …
gewenste/vereiste be-/verwerkingsmogelijkheden biedt, maar een
tussenstation, zoals een rekenblad, wèl.
in: KnitbITs voor digitaal informatieverkeer via informatierotonde
Een informatierotonde dient om beheersbaar van spoor te wisselen. Eigenlijk van allemaal aparte spoortjes naar het stelselmatig verlopend spoor. Met zo’n rotonde ‘ertussen’ hoeft er aan bestaande informatiesystemen/toepassingen niets te veranderen om ze tòch reeds vergaand samenhangend te kunnen benutten. Dat lukt omdat er in semantisch opzicht van meet af aan de stelselmatige methode, Metapatroon, dus, ‘achter’ zit.
Zit daar soms de misvatting achter dat oplossing een ènkel,
allesomvattend … systeem vergt? En verder, omdat zoiets, zucht,
nogal moeilijk is, dat er van weersomstuit dan maar niets aan gebeurt?
Van traag, tot trager, enzovoort.
Met een zgn informatierotonde hoeft er zelfs helemaal niets aan
“vele verschillende systemen” te veranderen om informatie
eruit tòch reeds vergaand samenhangend te kunnen … gebruiken.
[…] Waarom — dus — niet vèrder? Ook dat blijft op
weerstand stuiten, van ict-ers voorop. Er lijkt vooral angst voor
stelselmatige opschaling (lees ook: verlies van apàrt vertrouwde
positie) te heersen. Hoe dan ook weigeren zij voor stelselmatigheid
noodzakelijke principiële heroriëntatie zelfs maar te overwegen. De
kloof raakt daardoor nodeloos dieper en breder tussen enerzijds
maatschappelijke opgaven die naar hun aard ònlosmakelijk …
stelselmatig zijn, anderzijds vooropgezet ònsamenhangende —
digitale — voorzieningen.
Stelselmatige autorisatievoorziening in combinatie met
informatierotonde(s) kan meteen helpen. De ruimte ervoor verkrijgen om
het op die manier te doen, dàt is er werkelijk moeilijk aan.
Dat is overigens niets opzienbarends, indien voor elke objectbeschrijving minstens één andere objectbeschrijving identificeerbaar is dankzij minstens één — min of meer — overeenkomstige beschrijvingsrubriek. Zo functioneert — ook — een zgn informatierotonde allang, inderdaad. […] De minimale overeenkomstvoorwaarde geldt òngeacht welke rubriek.
in: aantekening 92.2
Met zo’n autorisatievoorziening in combinatie met (een) informatierotonde(s) hoeft er zelfs niets aan overgeleverde informatiesystemen/databases te worden veranderd om de trend van onbeheersbaarheid vlot om te buigen. Maar zolang bestuurders de valse illusie van hun resp. ònafhankelijke verantwoordelijkheden koesteren, ontgaat ze helaas het belang, herstel, de noodzaak van zulke infrastructurele oriëntatie (waartoe ze nu eenmaal gezamenlijk moeten beslissen).
in: aantekening 92.5
Methodisch telt de noodzaak om voor coördinatie en daarvoor dus onmisbaar overzicht uit te gaan van betekenisverschillen. En daarmee te mikken op verband ertussen. Ofwel, hoe vallen relevante betekenissen als zodanig zowel uit elkaar te houden als te laten samenhangen? […] Aan begrips- annex betekenismatig overzicht helpt een informatiekundig ontwerper die Metapatroon als stelselmatige modelleermethode beheerst. Maar praktisch zijn er nu eenmaal allerlei informatieverzamelingen, en dat blijft zo. Met een zgn informatierotonde valt samenhangend informatieverkeer geregeld te krijgen. Een evenzo stelselmatig geldige autorisatievoorziening dient bescherming van persoonlijke levenssfeer. Dus, ook en vooral de zgn betrokkene in termen van AVG verdient erkenning inclusief facilitering als gebruiker.