Humanistische grondslag van samenhang

Pieter Wisse

Aan het laatste hoofdstuk van Hitler in uns selbst (Eugen Rentsch Verlag, 1946) gaf de Zwitserse arts en cultuurfilosoof Max Picard (1888-1965) de titel Die Möglichkeit der Rettung. Picards analyse luidt dat de moderne mens lijdt aan discontinuïteit. Zonder overkoepelende continuïteit leidt de mens zichzelf èn de – rest van de – wereld tot verderf. Volgens hem moeten we ons daarom naar godsdienst richten, bij voorkeur (het) Christendom.

Ik neem Picards reddingsaanwijzing zeker niet letterlijk. Volgens mij doet hijzèlf ermee reeds afbreuk aan de analyse die hij eraan laat voorafgaan. Die vind ik onverminderd actueel en verdient daarom duidelijkste verwijzing.

Picard beschrijft het moderne leven met trefwoorden als Zusammenhangslosigkeit, Augenblickshaftigkeit en Diskontinuität. Daardoor is iemand van ogenblik tot ogenblik steeds een totáál ànder mens. Met volkomen gebrek aan verbinding is er niets dat de momentane actie vanuit verleden resp. naar toekomst beïnvloedt. Ofwel, er bestaat géén ethiek.

Volgens Picard is dergelijk nihilisme kenmerkend voor de meeste vroeg-twintigste-eeuw mensen in Westerse landen. Hij acht vele Duitsers zelfs exemplarisch. In Hitler herkent hij dat niets zelfs prototypisch, wat de noodlottige samenloop van volk en leider zou verklaren.

Ja, ik besef dat ik ruim tweehonderd van Picards bladzijden ruw samenvat. Waarop ik mik is verantwoorde aanzet tot discussie. Zo heb ik een grondiger verklaring voor discontinuïteit e.d. Nee, ik geloof namelijk niet dat het in beginsel (!) een cultuurkenmerk is. Het vermogen tot – eigen bijdrage aan – gedragswisseling is resultaat van evolutie. Dat vermogen is ook beslist niet uniek voor mensen, maar mensen zijn er naar het zich laat aanzien wèl het meest vergaand mee ‘uitgerust.’ Onlangs in William James als voorbeeldige randfiguur probeerde ik dat als volgt toe te lichten:

[V]olgens de enneade [...] ligt – ineens – het evolutionair antwoord voor de hand op de vraag waaròm motieven wisselen, waaròm een organisme zoals o.a. een mens tot en met motieven kan (af)leren. Dat is ‘natuurlijk’ omdat een gewijzigde situatie vraagt om ander gedrag van een individu en/of omdat een individu gedrag wil voortbrengen om een situatie zo gericht mogelijk te wijzigen. En dat vergt zonodig steeds een ander concept.

Het is voordelig om gedrag dat niet langer past te kùnnen staken en het door ànder gedrag te vervangen. Wat dat betreft is discontinuïteit een positieve voorwaarde voor aanpassing, flexibiliteit. Maar de verschillende gedragingen staan netzo positief ‘in dienst’ van voortbestaan van de ene ‘maker’ van die verschillen; als zodanig zijn ze vanuit èn voor samenhang bestemd. Met het enneadische element focus bedoel ik aan te geven dat een mens er ‘gewoon’ heel goed in is. (Zie elders voor uitleg van de zgn semiotische enneade.)

Door focus telt gedragsmatig precies één situatie. Andere situaties bestaan daardoor ‘als het ware’ niet meer c.q. nog niet. Daarom staat er in dat opstel over het werk van James verder:

[J]uist de werking van ons cognitief vermogen werpt een hoge drempel op om dàt daadwerkelijk in te zien.

Met andere woorden, met het voordeel van – de winst van – discontinuïteitsvermogen gaat (dus) zelfs principieel een nadeel gepaard. Dat is het nadeel van – verlies van – còntinuïteitsvermogen. Daarvan blijven nadelige gevolgen echter uit, zolang de – werkelijke – situaties die een mens (be)leeft onderling nauw samenhangen. Zodra zich een incident voordoet, met zeldzaamheid van dien, kan een mens ook daarop adequaat reageren. Is dat incident voorbij, dan hernemen samenhangend ervaren situaties impliciet de continuïteit vóór de mens.

Het is daarentegen een kwestie van alsmaar zgn hogere cultuur als een situatie sterk afwijkt van wat kòrt eraan voorafging resp. kòrt erop volgt géén uitzondering is, maar neigt naar regel. Dat is reeds kenmerkend voor de cultuur waarover Picard zich beklaagt. Hij wijst beschuldigend naar o.a. het fragmenterende effect van radio. Dat is natuurlijk niets anders dan latere (cultuur)kritiek op het Internet. Het is dus niet zo, althans, dat vind ik, dat Picard een absolute breuk schetst. Achtereenvolgende technologieën maken inderdaad alsmaar snellere situationele wisselingen mogelijk. Daaraan moet een mens steeds wennen.

Wie opgroeide in een cultuur met een lagere frequentie van situationele aanpassingen ‘volgt’ dat wellicht – vrijwel zeker? – niet. De belangwekkende paradox, ja, dat is zachtjes uitgedrukt, waarop Picard m.i. wijst, is dat hoge aanpassingsdruk aanleiding kan geven tot, ik noem het maar, hyperflexibiliteit. Daardoor stelt een mens èlke gedraging apart, inclusief het totale ethische ... niets. Dat wist Hitler te mobiliseren tot barbarij. De huidige verschijningsvorm lijkt mij onverschilligheid. Voor allebei is gemis aan empathie kenmerkend. In beide gevallen blijft de ànder zonder zelfs maar de minste erkenning. Met barbarij maakt fysiek geweld ook nogeens psychische slachtoffers (van wie nog leeft), terwijl onverschilligheid een vorm van psychisch geweld is waaronder de slachtoffers ook nogeens fysiek gaan lijden.

In symbolisch opzicht begrijp ik de aanbeveling wel om in één god te geloven. Dat verschaft een kunstmatig haakje voor een mens om zijn verschillende, veranderlijke hoedanigheden aan ‘op’ te hangen opdat hij tevens samenhang eerbiedigt. Moet het verhaal van Jesus’ ophanging aan een kruis dàt soms voorstellen? Als dat zonder vervelende bijverschijnselen werkt, prima.

Structureel verwacht ik meer heil van humanisme, dwz alweer reëler inzicht in menselijke gedragsbepaling. Daarvoor kan een mens nu eenmaal ònmogelijk ontsnappen aan motivering, enneadisch corresponderend met situatie (feit) en context (teken). Dankzij begrip, voorzover haalbaar, van zijn eigen cognitief vermogen ‘weet’ een mens dat op èlke gedraging óók weer een cognitieve verandering volgt die mede de vòlgende gedraging bepaalt, enzovoort. Heus, een mens zèlf is vooràl met zijn cognitief vermogen uitgerust voor continuïteit. Datzelfde vermogen maakt inzicht best lastig, klopt, maar onmogelijk is het netzo natuurlijk niet. Daar is geen Christendom voor nodig, of welke godsdienst dan ook.

Voor tegenwoordig publiek vormt de titel van Picards boek stellig een obstakel om het ooit te lezen, laat staan zorgvuldig. Want wie wil er worden aangesproken als (een) Hitler? Dat was voor publiciteit in 1946 ongetwijfeld nuttig, maar nu zorgt die confronterende titel ervoor dat Hitler in uns selbst verder òngelezen blijft. Wat ik overigens überhaupt ongerijmd aan Picards verklaringen vind, is zijn herhaalde verwijzing naar fysionomie, dwz (Wikipedia, geraadpleegd op 25 maart 2015)

een oude leer die stelde dat aan het uiterlijk van een mens zijn persoonlijkheid af te lezen is.

Dat riekt volgens mij naar racisme dat Picard wèl strikt afwijst. Enfin, voorzien van deze kanttekeningen help ik zijn boek graag aan meer lezers, over productieve discontinuïteit gesproken (antiquarisch is ook een Engelse vertaling beschikbaar). Ik geef ter oriëntatie tenslotte enkele tekstpassages  weer die m.i. aan actualiteit niets hebben verloren. Bijvoorbeeld, vervang radio door Internet (p. 15):

Diese Welt des Radio ist nicht nur zusammenhangslos, sie produziert auch die Zusammenhangslosigkeit, sie produziert die Dinge so, daβ sie von vornherein nicht miteinander zusammenhängen und daβ deshalb eines nach dem anderen vergessen wird, schon ehe sie verschwunden sind, sie erscheinen von vornherein in einer Wolke des Vergessens.

Mensen die daarop ingesteld – geraakt – zijn, zijn daarom volstrekt radeloos als ze Metapatroon voorgesteld krijgen als modelleertaal. (Zie eveneens elders voor uitleg van Metapatroon.) Daarmee kunnen samenhangende (betekenis)verschillen stelselmatig worden geordend. Huh?! Met ervaring van doordringende apartheid, waardoor wat er op het ene moment gebeurt niets te maken lijkt te hebben met de gebeurtenis op een ander moment, is er zelfs geen notie van verschil, laat staan van samenhang ertussen. Kortom (p. 33),

das ist auch der Grund, weshalb [der Mensch] alles von vorne anfangen, alles erneuern will: er anerkennt nicht, daβ schon etwas geschaffen ist.

Herkenbaar, nietwaar? Het mislukte project wordt opgevolgd door een op voorhand tot mislukking gedoemd project, enzovoort, met alle (im)materiële kosten van dien. Volgens Metapatroon hoeft er juist zo weinig mogelijk te veranderen; wat reeds bestaat kan als reëel verschil in samenhang opgenomen worden. Nogmaals, ook en vooral begrip van verschil raakt in het niets (p. 41):

Da in der Welt der Diskontinuität kein Ding sich entwickeln und dadurch verschieden von anderen werden kann, so ist eines dem anderen ähnlich[.]

Wat wel degelijk slechts een verschil ‘is,’ gaat valselijk prompt dóór voor dè waarheid (pp. 92-93):

In der Welt des Diskontinuität, des Zusammenhangslosen und des Augenblickshaften [...] gilt anstatt der Wahrheit die bloβe Feststellung einer Tatsache. Die Feststellung wird nur vom Augenblick her gewonnen und gilt nur für den Augenblick. Die Feststellung ersetzt hier die Wahrheit. Irgend eine Situation des Augenblickes wird erhascht und an ihr eine Feststellung gemacht, – diese Feststellung stimmt meistens, jedoch stimmt sie nur für die Situation dieses Augenblickes und für eine Welt, in welcher nur vom Augenblickshaften her gelebt wird, aber sie stimmt nicht für die Welt der Dauer. Die Feststellung ist nur reine Zufälligkeit des Augenblicks[.]

Verabsolutering van een willekeurige vast- c.q. veronderstelling maakt echter realisering ònhaalbaar van stelselmatige voorzieningen, die naar hun aard immers op variëteit berekend moeten zijn. Want met zulke willekeurige bepalingen (p. 196)

kann von den Worten her keine Ordnung auf die Handlung ausgehen.

Een teken als verantwoord verzoek tot inschikkelijkheid – zie ook weer elders voor uitleg van de taalopvatting volgens welk èlk teken een verzoek tot inschikkelijkheid is (Engels: every sign is a request for compliance) – omvat als het ware zijn eigen verantwoording en máákt aldus verschil: context. Het belang van onderwijs acht Picard evident (pp. 157-158):

[W]o alles in einem Zusammenhang miteinander steht, dient die Verschiedenartigkeit, die Mannigfaltigkeit des Stoffes dazu, den Menschen harmonisch zu machen. Eines dient dazu, das andere auszugleichen und dem anderen und dem Ganzen und dadurch sich selber Maβ zu geben.

Daaraan hoop ik met deze korte tekst voldoende recht te doen.

 

 

25 maart 2015, webeditie 2015 © Pieter Wisse