Pieter Wisse
Het commentaar in Automatisering Gids van 21
maart 2008 is afkomstig van de adjunct-hoofdredacteur. Eigenlijk vind ik het,
hmmm, nogal fundamentalistisch. Hij vermeldt twee voorwaarden, noemt ze zelfs
wetten en beginselen, voor succesvolle automatisering. Mislukking volgt zodra
daartegen, toe maar, gezondigd wordt. Het komt er volgens de
adjunct-hoofdredacteur blijkbaar op neer, dat automatisering nu eenmaal is …
wat zij is, basta. De rest van de wereld moet zich maar aanpassen. Hij schrijft
letterlijk dat “factoren van buitenaf automatisering complex kunnen maken.”
Dat is een onzinnige houding. Want de wereld verandert. Zonodig moet
automatisering dááraan aangepast worden.
Inmiddels gebruiken we digitale technologie voor informatieverkeer op een
schaal waarop processen niet langer strikt gestandaardiseerd verlopen. Daar
gaat zijn eerste beginsel/wet er al aan. Voorts groeit op die schaal inzicht in
wat optimale voorzieningen zijn doorgaans pas tijdens projecten. Ook het tweede
beginsel/wet dat de adjunct-hoofdredacteur voorstelt, is voortaan dus precies
verkeerd.
Wat is zo’n aangepaste automatisering? Daarvoor bepleit ik een
informatiekundige discipline die bemeten is op informatieverkeer op
maatschappelijke schaal. Die noem ik civiele informatiekunde; zie ondermeer Voor
‘onthapering’ is civiele informatiekunde onontkoombaar als mijn
opiniebijdrage in … Automatisering Gids van 7
april 2006. Nota bene, civiele informatiekunde vervangt de traditionele
toepassingsgerichte informatiekunde helemaal niet. Zij vullen elkaar aan,
wisselwerking.
Civiele informatiekunde erkent bewust(er) reële variëteit. Dat vergt nieuwe
methoden en technieken, zoals metapatroon voor informatiemodellering volgens
context èn tijd. Wie de noodzaak tot verruim(en)d perspectief in en voor de
netwerksamenleving echter niet herkent, blijft een irreële verwachting
koesteren over een dorpsgebruik. Blijft Automatisering
Gids het conservatieve dorpsblaadje? Of maakt de adjunct-hoofdredacteur
er gauw een wereldkrant van?!
[…] Ik stel je sportieve, prompte uitleg zeer op prijs, ... maar we blijven het oneens. De aanpasbaarheid, om het zo maar te noemen, met informatietechnologie is groter, veel groter dan jij denkt. Op jouw manier blijf je daarom nodeloos vastzitten. Sterker nog, dat betekent achteruitgang zoals de talloze mislukte 'projecten' aantonen. Het gehanteerde informatieparadigma is domweg niet berekend op de reële schaal, variëteit enzovoort. 'Natuurlijk' gelden beperkingen, maar die liggen veel verder weg dan de gevestigde dienstverleners en hun trouwe opdrachtgevers beseffen. Een hoge drempel voor (hun) verandering is wat zij als comfortabele positie ervaren. Lees daarover ajb in dezelfde Automatisering Gids de opiniebijlage met wezenlijke kritiek op Prince2. Met de auteur ben ik het eens. Jij ook?
[…] Je maakt je er te gemakkelijk vanaf, nou ja, dat vind ik dan ... ;-) Als
je mijn publicaties leest, herken je dat ik juist zowat
"onvoorwaardelijk" kritisch ben over de averechtse manier waarop
informatietechnologie doorgaans ingezet wordt. Dan weet je ook dat ik een
methode ontwikkelde om informatievoorziening, zeg maar, wezenlijk te
variabiliseren: metapatroon. Want anders blijft de reële veranderlijkheid,
ruimere schaal van informatieverkeer enzovoort tot mislukking na mislukking
leiden. Oh ja, dankzij zulke radicale variëteit volgens fijnmazigste
verbijzondering naar context en tijd kunnen zgn legacy-informatiesystemen juist
langer mee; ze krijgen daardoor een productieve positie in een omvattend(er)
informatiestelsel.
Weten dat het beter moet is niet genoeg. Als je het daartoe beperkt, gebeurt er
helemaal niets. Je moet ook weten hoe. Voor het onmisbare aspect van informatieve
variëteitbeheersing weet ik dus hoe het wèl moet. Je kunt dat geloven of niet.
Op grond waarvan beweer je, dat ik onrealistisch ben met mijn
vernieuwingsvoorstel voor informatiekunde? Indien je er argumenten tegenin wilt
brengen, of natuurlijk liever nog ervóór, ben je zelfs extra hartelijk welkom.
In dat geval moet je nieuwsgierig genoeg zijn om die kwalitatieve vernieuwing
te overwegen. Dat valt stellig niet eenvoudig, maar dat is het groeiende
vraagstuk van beheersbaar informatieverkeer nu eenmaal niet.
[…] Dank je wel voor inzage in je opiniebijdrage aan NRC
Handelsblad van 8 maart 2002. Ja, "steeds dichter bij elkaar,"
dus wie weet is er hoop voor het midden-oosten ... Moet ik daar een smiley
achter zetten? Nou ja, helemaal dezelfde opvatting hebben we echter niet. Ik
hoor wel wanneer je mijn interpretatie verkeerd acht, maar ik heb de indruk dat
jij schrijft over informatietechnologie die weliswaar steeds sneller werkt en
minder kost, ... maar dat onverminderd doet volgens een paradigma van gefixeerde
betekenissen. Nota bene, dat is géén technisch paradigma, maar nadrukkelijk een
paradigma van kennisleer.
Het is alsof je op een vàst frame zit met twee wielen onder je. Zolang je
stilstaat en je je ergens aan kunt vasthouden, blijf je keurig staan. Het heeft
inderdaad geen zin om vervolgens bijvoorbeeld het frame te vervaardigen van
steeds duurder, sterker materiaal. Daar ga je niet beter van stáán.
Nu verandert de wereld echter. Stel, je moet van je oorspronkelijk vaste plaats
ergens ànders zien te komen. Gelukkig zitten er al trappers op, een ketting
e.d. Hé, wat pijnlijk, je valt subiet op je gezicht zodra je in beweging komt.
Vooruit, weer op je fiets, nog een keertje proberen, boem, weer mis! Dat
illustreert wat onvermijdelijk gebeurt door kwalitatief andere vraagstukken op
te lossen vanuit dat stilstandparadigma.
Passende (stuur)variëteit ontbreekt, zo heet dat zelfs formeel. Je komt pas
beheerst van a naar b, zodra je op die fiets óók ..., precies, een stuur hebt.
Natuurlijk moet je 'even' leren fietsen. Dan blijf je dankzij je eigen
dynamisch evenwicht overeind tussen zelfs wisselende vertrek- en
aankomstpunten. Omdat je weleens haast hebt om ergens te komen, blijk je ook
wel degelijk nut te hebben van dat duurdere frame enzovoort. Maar zolang je
fiets òn(be)stuurbaar is, ga je geheid voortdurend op je gezicht.
Je kunt dat van zo'n stuur een "inhoudelijke discussie" noemen, maar
het effect op productieve verkeersvariëteit, zeg ook op wat je qua doelen met
(aangepaste) middelen wilt èn kunt bereiken, ook nogeens behoorlijk beheersbaar
dus, is van een kwalitatief àndere orde. Beweging ipv stand.
24 - 26 maart 2008, webeditie 2008 © Pieter Wisse