Metapatroon > informatieverkeerskunde > stelselmatige variëteit
[M]et reële variëteit kan je twee dingen doen: 1. (blijven) negeren of 2. (eindelijk) erkennen.
[T]he need for dynamics of information objects, between contexts and in time, has been Metapattern’s primary source of inspiration.
in: Metapattern as context orientation: meeting Odell's challenge of object orientation
Het resultaat van de omvattender, veel complexere samenleving is géén nieuwe monocultuur. Vitaliteit vergt verschillen.
in: Informatieverkeer en de tweede infrastructurele opgave
Het verkéérsbegrip, zoals we dat natuurlijk van oudsher al kennen in de samenstelling maatschappelijk verkeer, wijst op de noodzaak van gelijktijdige samenhang. De kernvraag blijkt dan primair gericht op reële verschillen om daartùssen eventuele samenhang te vestigen.
in: Oplossing van ordeningscrisis
Samenwerking en dus samenleving zijn […] rijk(er) dankzij verschillen. Verschil is echter geen lineair verschijnsel. Zo van, verschil is goed, dus méér verschil is beter. Er bestaat […] dynamisch evenwicht tussen verschil en overeenkomst.
De visie moet van meet af [mikken op] de ruimte voor passende variëteit […]. Ja, stapsgewijze uitvoering. Maar stapsgewijze visie is flauwekul.
in: Wondermiddel
Ook en vooral de infrastructuur voor informatieverkeer moet bemeten zijn op, precies, maatschappelijke dynamiek. Daar[voor] moet samenwerking mogelijk zijn waaraan diverse deelnemers nu nèt hun karakteristieke bijdragen leveren. Nee, juist niet alsmaar méér van hetzelfde. Geen verlammende standaardisatie op ènkele betekenis.
in: Wondermiddel
De flexibiliteit van de algemenere benadering is zelfs onmisbaar wanneer grenzen van keten/sectoren variëren; dat gebeurt natuurlijk.
in: De andere informatiearchitectuur
De civiele informatiekunde opereert principieel op de schaal van differentiatie en veranderlijkheid.
in: Civiele informatiekunde vergelijkenderwijs
Semantische interoperabiliteit moet (dus) ingericht zijn op veranderlijk meervoud.
Kenmerk van de civiele informatiekunde moet zelfs bewùste verantwoordelijkheid zijn voor voorwaarden voor passende variëteit voor maatschappelijk informatieverkeer.
in: Civiele informatiekunde vergelijkenderwijs
Sector vormt in elk geval niet het productieve, laat staan absolute ordeningbeginsel voor nota bene ook nogeens veranderlijke samenhang à la netwerk. […] Door vernetwerking groeit nu eenmaal explosief het bereik van informatieverkeer èn vermindert de maat van toegevoegde waarde per deelnemer aan een bepaalde verkeersbeweging. Beide factoren vermenigvuldigen de variëteit.
Wat is er wel aan de hand? Allerlei ontwikkelingen versterken elkaar, digitale netwerktechnologie, individualisering, ik ga ze hier verder niet opsommen, waardoor zgn variëteit groeit. Dàt is cruciaal voor begrip, die alsmaar groeiende variëteit.
Wat er moet gebeuren volgt onherroepelijk uit de pluriformiteit die op [stelsel]schaal heerst. En dàt vergt weer stelselmatige betekenisordening, in vaktaal komt dat neer op contextuele verbijzondering.
in: Macht maakt onmacht vanuit luchtkastelen
As the horizon for such integration widens, and of course that is precisely what we’re not only witnessing but actively contributing to, a rigorous method to structurally determine and subsequently control informational differences and similarities soon, very soon, becomes a necessity.
[I]t’s the coordination of differences that’s productive. Optimization of value chains requires precisely balanced differences, rather than enforced identity in the sense of similarity, uniformity etcetera.
in: Do you run an ERP software company?
De infrastructuur moet […] passende variëteit voor informatieverkeer borgen. Daarvoor verdienen relevante verschillen tussen deelnemers erkenning (stelselmatige betekenisordening). Aan de basis van infrastructuur vormt juist beheerste monotonie (vorm) een voorwaarde voor optimale, nota bene praktische verkeersdifferentiatie (inhoud). Is dat de paradox van het infrastructuureffect?
in: Civiele informatiekunde vergelijkenderwijs
[I]t must be recognized that inherent variety can never, not anymore at the exploding scale of boundless connectivity, be simply standardized away.
De moderniseringsslag die nu gaande is, moet ertoe leiden dat al die stukjes netjes passen. En in de veranderlijke samenleving steeds zo goed mogelijk blijven passen. Nergens ligt kant-en-klaar, als het ware tijdloos ingericht, de complete puzzel.
in: Strijders tegen stelselmatige modernisering
Stelselmatigheid geldt principieel als middel. Als zodanig moet stelselmatigheid ruimte faciliteren voor maatschappelijke partijen.
Social complexity demands a comprehensive, productive theory should guide the practice of identity management.
in: Semiotics of identity management
Een paradox van de informatiemaatschappij bestaat uit de eisen van informatiespecialisatie en vervolgens informatie-integratie.
in: Een nieuw raamwerk voor informatiebegrippen
[D]ienstenoriëntatie […] lukt op netwerkschaal pas wanneer zo’n benadering geïntegreerd opgezet is met stelselmatige betekenisordening, enzovoort.
Weliswaar vormt een dienst een bouwsteen, maar zomaar een stapel stenen is nog lang geen bouwwerk. Het gaat om architectuur in de zin van door-en-door samenhang. De reële variëteit is pas beheersbaar vanuit stelselmatig perspectief.
in: Informatiediensten in relativiteitsperspectief
[H]et gaat er nu net om, nieuw dus, dat op stelselschaal dergelijke — poging tot — absolute geldigheid irreëel is. Dàt is de cruciale veronderstelling. Vertrek vanuit reële verschillen, bereik aldus optimale overeenkomst.
in: Modellering werkgeversbegrip
Stelselmatig wil zeggen, dat een bepaald perspectief niet de exclusieve maat vormt ter beoordeling van de uitkomst. Dat zit, als het goed is, juist omgekeerd. Een stelselmatige uitkomst faciliteert allerlei perspectieven, waar dat ene perspectief uiteraard bijhoort. Vergelijk het met een verkeersstelsel waarover verplaatsing van a naar b lukt, maar óók van c naar d, a naar c, enzovoort.
in: Stelselmatige ontknoping van richtlijn
Overzicht noodzaakt tot stelselmatigheid met bijbehorende relativering. […] Metapatroon mikt op reële verschillen in samenhang. (Pas) dankzij zulk meervoud in samenhang valt aan fragmentatie te ontsnappen.
Stelselmatig variëren is uiteraard wennen, want je lijkt op die manier controle prijs te geven. Maar dat blijkt dus mee te vallen. En je krijgt kansen in/dankzij je verruimde beeld.
Zoals ik het schets, is wet- en regelgeving echter niet bepalend voor de samenhang. Dat is praktisch, want de werkelijkheid houdt zich regelmatig niet aan … regels. Anders hadden we het over natuurwetten. Kwalitatief zijn vooral afwijkingen vaak èxtra belangrijk. Beperking van een model tot wat wet- en regelgeving probeert te regelen, ondermijnt daarom beheersing. Stel dat de politie slechts let op wat volgens de wet toegestaan is. Nee, dat verklaart het bestaansrecht van de politie niet, integendeel. Wanneer de politie verbaliseert, moet wèl de grondslag aangegeven zijn. Op basis van zulke verhoudingen valt praktisch te werken.
Het woord samenleving zegt het al, zoiets als het werkingsgebied van de ene regel kan invloed hebben op, overlap vertonen met e.d. de werkingsgebieden van één of meer àndere regels. Wie weet blijkt een regel zelfs strijdig met een andere regel. Computergebruik of niet, wat enerzijds allemaal verschilt, moet voor overzicht tevens in samenhang kunnen worden bekeken. De noodzaak ontstaat door behoefte aan rechtszekerheid.
[W]at je verhelderend aan de veralgemeniseringsstap onder de noemer van deelnemer oid. hebt, is dat je vervòlgens aan één en dezelfde deelnemer indien van toepassing meerdere verbijzonderingen resp. verschillende verschijningsvormen kunt toekennen. Op deze manier krijg je overzicht over contingentie.
in: Redactionele correspondentie over de tekstbundel Interoperabel Nederland
Als ketens e.d. elkaar met informatie treffen, wat ze naar de aard van de netwerksamenleving dus zelfs moeten doen, moeten eventuele betekenisverschillen herkenbaar zijn. […] Daaraan komt dus wel degelijk standaardisatie te pas. De semantische standaard is echter van een andere orde[.]
in: Wat is een semantische standaard en hoe kan College Standaardisatie die vraag (anders) beantwoorden?
Onbekendheid met de verschilregel voor betekenissen verklaart de aanhoudende problemen[. …] Naarmate de schaal groeit waarop informatieverkeer verloopt, is het belang navenant groter van herkenbare betekenisverschillen in hun netzo reële samenhang.
in: Wat is een semantische standaard en hoe kan College Standaardisatie die vraag (anders) beantwoorden?
Metapatroon is een methode voor informatiemodellering om relevante betekenisverschillen in samenhang eenduidig tot uitdrukking te brengen. Het meervoud in variëteit krijgt ònmogelijk voldoende nadruk.
in: Literatuurtip voor informatiekundig ontwerpers
Door atomaire vorm equivalent aan inhoudselement te veronderstellen draagt zulke informatica echter slechts, zoals gezegd, de schijn van informatiekunde. Nogmaals, die aanname is informatiekundig ronduit vals voor voorzieningen voor gevarieerd èn variabel informatieverkeer. De aldus gedachte substitutie van inhoud door vorm werkt averechts vanaf de minste variëteit van betekenissen. […] Kortom, informatiekundig ontwerp moet voorzien in stelselmatig overzicht met alle reële betekenissenvariëteit van dien.
in: Naar een informatiekundige informatiekunde
Via hun relativiteit kan een model à la Metapatroon betekenissen in hun (samenhangende) variëteit tonen. Dat maakt het (pas) mogelijk om overzicht over gevarieerde perspectieven te verkrijgen. Zeg ook maar heel praktisch dat allerlei betrokken partijen hùn belangen kunnen herkennen en dankzij evenwichtige opzet erkend kunnen krijgen. Die ruimte voor reële verschillen bevordert samenwerking. Op korte termijn helpt een overzicht reeds om bestaande informatiesystemen zo optimaal mogelijk op elkaar afgestemd te krijgen.
When behaviors change, their alliance with object and/or situations may have to be adjusted, with objects and situations added as required. Only by providing flexibility for not just variety but for variety-in-flux is a modeling method up to the task of supporting the open information space of the network society.
in: Open conceptual modeling with Metapattern
Kenmerkend voor modern maatschappelijk verkeer is dat verschillende mensen, afhankelijk van waarom het gaat van leken tot en met deskundigen, betrokken kunnen tot en met moeten zijn bij … iets. Dat is voor zulke mensen dan tegelijk … anders. En hun interacties betekenen natuurlijk ook weer interdependentie …
in: Modellering van interdependentie
Voor informatiemodellering bestaat met grenzeloze toepassing van digitale informatie- èn communicatietechnologieën de opgave eruit om zowel reële verschillen te erkennen, als eventueel verloop ertussen te faciliteren. Zoals gezegd, dáárvoor dient Metapatroon als stelselmatige modelleermethode annex –taal.
in: Andere informatiekundige opgaven, dus andere opleidingen
[T]he proper scale of semantics in our age of instant interconnection includes structural variability. Again simply put, meanings change. So they should for a dynamic, vital society (also read, ultimately: global community). That's how I mean 'open.' Predetermination of all meanings is not just illusory, it is utterly foolish to even attempt it.
in: note 47.4
Dat iets of iemand zich niet altijd hetzelfde gedraagt, maar afhankelijk van een situatie, geldt weer algemeen, dus ook voor ‘jezèlf.’ Voor een stelselmatige opzet van informatievoorziening is het daarom nodig om tevens jezelf als deelnemer aan informatieverkeer èxpliciet te duiden. Dat is echter nog te grof. Vervolgens moeten de relevante hoedanigheden worden aangeduid waarin zowel jezelf als wederpartijen deelnemen aan informatieverkeer dat o.a. voor jezelf telt. Zulk verkeer dient taken (lees ook: activiteiten, processen e.d.). Ofwel, met de insteek volgens (je) taken laten zich relevante hoedanigheden van zelf èn ander opsporen. De uitkomst van een dergelijke inventarisatie heet een informatiekundig verkeersprofiel, of kortweg verkeersprofiel (indien informatieverkeer als context duidelijk is) .
Als axiomatisch schema voor semiotische correspondentie is de enneade inderdaad ingewikkelder dan de naïef-realistische atomentheorie. Er valt echter — per model binnen de grens van een horizon — eenduidig oneindige betekenissenvariëteit-in-samenhang mee te faciliteren.
in: Ander metaconcept, enzovoort
Met de staat (lees ook: maatschappelijk belang) als relevant bereik is tevens eenvoudiger herkenbaar waarom beweging noodzakelijk is en blijft om ernaar te — proberen te — handelen.
in: Platoonse bewegingsleer voor ontwerpers
Ook wanneer niet èlke, aldus systematisch aangelegde verbijzondering praktisch (even) zinvol is, blijft genoeg reële variëteit over om het idee van strikt enkelvoudige typering (basistype) te logenstraffen. Trouwens, wat praktisch is, hangt er (ook) maar weer van af: subjectief situationisme.
[W]ie als zelfverklaarde professional na bestudering ervan nog steeds atomisme geldig acht voor — het ontwerpen van — conceptuele modellen met stelselmatige strekking, heeft het kennelijk niet … bestudeerd.
in: aantekening 50.5
[V]oor de meeste, want wiskundig ongeletterde mensen [is] het idee totaal vreemd […] van één en dezèlfde methode voor het helpen genereren van … verschillende resultaten annex feiten.
in: William James als voorbeeldige randfiguur
Er zijn géén absoluut geldige regels — mogelijk — voor wat onderscheiden kan resp. moet zijn[.…] De voorzieningen voor informatieverkeer dienen zulke variëteit te faciliteren.
in: Rechtsprakelijke gevallenverdeling resp. -bundeling
Verabsolutering van een willekeurige vast- c.q. veronderstelling maakt […] realisering ònhaalbaar van stelselmatige voorzieningen, die naar hun aard immers op variëteit berekend moeten zijn.
in: Humanistische grondslag van samenhang
Het is natuurlijk maar waarop je vertrouwt. Zo kan iemand geloven dat variëteit het voorstadium van chaos is, dus een hellend vlak waar we zo gauw mogelijk vanàf moeten. Maar hoe? Dat zou dan met ontkenning van variëteit moeten lukken. […] Klopt, wie daarop hoopt, moet ook Metapatroon fel bestrijden. Door inzet van Metapatroon zou hij via variëteit immers chaos veroorzaken èn bespoedigen.
Dat moet voor informatieverkeer op een schaal waarop betekenisverschillen inclusief samenhang beheersbaar moeten zijn — en bij nader inzien blijkt dat noodzakelijk zodra überhaupt van verkeer sprake is, klopt, feitelijk dus altijd — een taal der situationele objectgedragingen zijn.
in: Mooi meegenomen
Naar mij idee schreeuwt zo iets zelfs om borging vanaf een zo vroeg mogelijk stadium. Zonder stelselmatige modellen blijf je in onzekerheid over de mate van stelselmatige dekking (nou ja, zeg maar ‘rustig’ dat je je er dan grote zorgen over moet maken) .
in: aantekening 51.7
In de moderne samenleving kan de levensloop van een mens steeds gefragmenteerder raken (mist hij overal kan blijven betalen, dàt dan weer wèl …) .
De aanleiding om aan een samenstelling(soptie) te denken met — veel — méér mogelijkheden dan een homogene hiërarchie is nu juist om verband tussen òngelijksoortige delen te kunnen leggen. Zodra van alles en nog wat tot één en hetzelfde systeem kan behoren, is een naam ervoor echter niet langer vanzelfsprekend (die voor een homogene hiërarchie ‘domweg’ bestaat uit de naam van het ene soort ‘bouwsteen’ waarvan exemplaren verschijnen).
[C]ontext is er altijd, en bepaalt vergaand betekenis. Zonder — toevoeging van — stelselmatige uitdrukking van de contextuele factor is relevante informatievoorziening op enige schaal onmogelijk, punt.
in: Verrijking van wereldbeeld voor dienstgerichte informatievoorziening
Metapatroon is een radicaal àndere begrippenmethode die helpt om reële variëteit te erkennen, op te zoeken, enzovoort.
in: Wat is reële variëteit ook alweer?
Hoe kunnen we van elkaars handelingen, ofwel door de één in ook nogeens wisselende relatie tot de ànder, redelijk de maat nemen èn geven in en voor samenleving?
in: Motief en norm
Oh ja, als infrastructuurvoorziener in maatschappelijke verhoudingen moet de overheid via haar verspreide organisaties ook en vooral àfzien van uniformering van betekenissen in informatieverkeer. (Want) in verkeer met maatschappelijk bereik variëren betekenissen. Ordening van betekenissenvariëteit vergt een stelselmatige ontwerp- resp. modelleermethode: Metapatroon. Die is kwalitatief ànders dan wat volstond in de periode van louter kleinschalige, geïsoleerd werkende informatiesystemen. Die tijd is ècht voorbij sinds het alom netwerk is dat de klok slaat.
Voor wie beweert dat we in een informatie- annex netwerkmaatschappij leven, moet het toch niet zo moeilijk zijn om te beseffen dat daar een heuse infrastructuur bijhoort? Dat vestigt ook meteen het relevante referentiekader voor beoordeling. Ook infrastructuur voor informatieverkeer behoort variëteit te dienen. Daardoor kunnen mensen zich extra ontplooien, wat dan weer onze samenleving gezond houdt, enzovoort.
Je hebt helemaal gelijk, als je situationele c.q. contextuele verbijzondering ook herkent in de onverenigbaarheid van verklaringen van lichtverschijnselen. Zien resp. meten we nu deeltjes of golven? Voor Niels Bohr was die, zeg maar, tweespalt aanleiding om voor de fysica van referentiekader (lees ook: paradigma) te veranderen. Dat staat bekend als complementariteit. Wanneer je daar begint, dus bij Bohr, prima, en het wil doortrekken naar menselijke gedragingen in maatschappelijk verkeer als verschijnselen, dan merk je gauw genoeg dat zijn tweeledig onderscheid tekort schiet. Dat moet, vooruit, meerledig zijn. Je kunt ook zeggen, dat Bohr met complementariteit weliswaar qua beginsel ook voor verklaring tot en met modellering van maatschappelijk verkeer precies goed mikte, maar de implicaties van het bereik door praktisch oneindige variëteit nog niet op waarde schatte (en als natuurkundige maakte hij zich er vermoedelijk niet eens druk om).
Problems remain insoluble without necessary and sufficient degrees of freedom. If so, first of all such degrees must be restored.
in: note 53.6
Wat mij betreft zijn dat retorische vragen. Ja, samenleving doen ‘we’ samen, maar pas dankzij verschillende bijdragen is samenleving kwalitatief ànders dan meervoud van dezèlfde enkeling. Dat komt tot uitdrukking, nota bene letterlijk, in betekenissenvariëteit. Daarop moet de infrastructuur voor informatieverkeer berekend zijn. Wie volgens dit evidente pluriformiteitscriterium de informatiesystemen beoordeelt die overheidsinstellingen ten onrechte op eigen gebruik afstemmen, moet onmiddellijk de alom heersende bijziendheid opvallen. Impliciet blijkt een ènkele norm/waarde aangenomen, netzo impliciet vertaald naar de eis van enkelvoudige betekenis.
in: Vernieuwing volgens Duivesteijn, lessen voor infrastructuur voor informatieverkeer
[V]oor een ding is een situatie waarin het bepaald gedrag heeft een dienovereenkomstige leefwereld; wat mij betreft, kortom, zijn situatie en leefwereld synoniem. Een ding verkeert dus niet in één leefwereld, maar in de totale wereld kent het leefwerelden al naar gelang zijn gevarieerde gedragingen (met vooringenomenheid van dien) .
in: Onvooringenomenheid is geen optie
Voor de zoveelste keer, de (verkeers)verhouding van deelnemers houdt niets bij, enzovoort. Dat doen de deelnemers ieder voor zich, ja, volgens hun respectievelijke gemotiveerde concepten van èn voor situationele gedragingen. Of de één de ànder begrijpt, is óók een kwestie van interpretatie waarin ze gelet op hun gevarieerde motieven stellig verschillen.
[I]nformatieverkeer op zgn stelselschaal [vergt] een kwalitatief àndere aanpak […] voor borging van eenduidigheid van betekenissen; vanwege inherente variëteit op de relevante — maatschappelijke — verkeersschaal dient tevens context consequent uitgedrukt te zijn en onlosmakelijk méégeregistreerd.
In de gangbare modelleerpraktijk voor digitale voorzieningen voor informatieverkeer ontbreekt de gedragskundige benadering. In termen van ontleding zijn ook nog eens beperkte versies van taal- en redekunde onverminderd populair. Voor een object is er taalkundig een zelfstandig naamwoord, voor een eigenschap ervan een bijvoeglijk naamwoord. Redekundig geldt een object als onderwerp, dwz subject, met een predicaat. Dat komt neer op logisch atomisme, ofwel ontkenning van digitale interdependentie met bijbehorende reële variëteit van dien. Dat verklaart waarom heuse digitale infrastructuur voor informatie- annex tekenverkeer gebrekkig is; logisch atomisme paste ooit voor — zeer — kleinschalig gebruik, maar is domweg niet òpschaalbaar tot verkeersvoorzieningen voor deelnemers met hun verschillende en ook nog eens veranderlijke motieven.
in: Geef mij ajb even de pindakaas!
Taal is gedrag, en gedrag is omgang met situaties, en situaties veranderen, en dat doen situaties, veranderen dus, mede door gedrag en zo door naar taal, enzovoort. Er verandert wat individuen wederzijds aan inschikkelijkheid verlangen, waartoe ze elkaar met tekens oproepen. Wat telt als nodig en voldoende voor tekens verandert.
Ik herhaal dat erkenning van subjectiviteit nodig is, aanvullend op onlosmakelijk situationisme. Maar dat is nog niet voldoende voor verklaring van reële variëteit, en zo door naar vakkundig ontwerp enz. van infrastructurele voorzieningen ter facilitering van variabel informatieverkeer. […] Wat mij betreft bestaat daarenboven bewijs van het subjectieve vermogen tot gedragsverbijzondering al naar gelang van ervaren situatie. De operationele precisie resulteert pas door samenloop van subject en situatie, ergo subjectief situationisme (of, ook goed, situationeel subjectivisme). Alsmaar nieuwe situaties vergen alsmaar nieuwe tekens. Op die ontwikkeling is tegendruk, omdat de opsteller wil dat de geadresseerde zijn teken ‘volgt.’ Daarvoor moet een teken bekend genoeg (ver)schijnen.
[P]ragmatisch met consequente voorlopigheid van dien is de semiotische enneade met nodige en voldoende elementen axiomatisch berekend op veranderlijke variëteit[.]
Vanwege veronderstellingen is thans gangbare informatiekunde door-en-door naïef atomistisch, terwijl naar mijn overtuiging allang veronderstellingen berekend op wederzijdse èn veranderlijke betrekkingen nodig zijn.
in: Ken uw klassieken, moderne informatiekunde is anders!
Het is dus allereerst een kwestie van (h)erkenning van de reële opgave. Wat is daarvan de reële variëteit? Elk probleem laat zich slechts met pàssende variëteit oplossen, punt. Voor informatieverkeer op maatschappelijke schaal moet infrastructuur veranderlijke betekenissenvariëteit faciliteren. En nodige en voldoende ordening blijft niet beperkt tot verschillen in betekenis; zij dient tevens samenhang ertussen te omvatten plùs geldigheidsduur per betekenis (waaraan voor controlesporen tijdstip van registratie toegevoegd moet zijn). […] Tja, welke modelleermethode is dáárvoor geschikt?
in: Ken uw klassieken, moderne informatiekunde is anders!
Vergelijkbaar krijgen wij alweer enkele decennia de veronderstelde structuur van digitalisering opgedrongen voor wat voor informatie mag doorgaan. Metapatroon kan die versimpeling helpen doorbreken door een praktische methode te bieden voor ordering van veranderlijke betekenissenvariëteit in relatie tot subjectief-situationele gedragsverbijzondering.
Met de daarop gebaseerde modelleermethode, Metapatroon, is m.i. ook voldoende aangetoond dat — en hoe — reële betekenissenvariëteit eenduidig geordend kan worden, en vervolgens gehouden blijven. […] Voor informatiekunde bestaat het antwoord er uit om gedrag situationeel gedifferentieerd te beschouwen, zonodig subjectief vèrder verbijzonderd. Daarmee correspondeert qua teken contextuele verbijzondering.
in: De logica van moderne informatiekunde
Wie zich van geen beperkte resp. beperkende betekenissenkaders voor aparte toepassingen bewust is, meent te herkennen dat voor allerlei toepassingen deels dezèlfde informatie bijgehouden wordt. Dat lijkt dan gauw op verspilde moeite. Door zoiets als oorspronkelijk beheer enkelvoudig te voeren, zo is het idee, kan kwaliteit van gemeenschappelijke informatie verbeteren tegen per saldo minder hoge kosten. Voor dergelijke informatie zijn in de loop ter tijd verschillende namen bedacht, zoals bron-, stam- , basis-, referentie- en authentieke gegevens. […] Er gaat met/door zo’n bron weinig tot niets mis, zolang voor de aangesloten toepassingen het, zeg maar, bronkader nodig èn voldoende is. […] Naarmate de toepassingskaders onderling meer verschillen, is de kans groter dat een gemeenschappelijke bron voor informatie zelfs misleidend is, met bijbehorende risico’s voor taakvervulling met respectievelijke toepassingen. Omdat deze analyse doorgaans nog ontbreekt, wordt alom volhard in averechtse basisregistraties e.d. Wat voor redelijk gelijksoortige kaders, dus kleinschalig, voordelen heeft, pakt vanaf alweer wat ruimere schaal alsmaar nadeliger uit.
in: Stelselmatige oriëntatie op meervoudig informatiegebruik
De uitweg is een algemenere opvatting over tekengebruik inclusief subjectief-situationele gedragsoriëntatie. Vergeleken met tot dusver gangbare definities is dat dan een zgn metatheorie. De grens verschuift naar de samenloop van subject en situatie.
Metapatroon is een modelleermethode die kwalitatief verschilt van tot dusver gangbare methoden. […] De crisis die m.i. met Metapatroon valt te bestrijden, betreft ontkenning van reële variëteit. Metapatroon dient eenduidige ordening van, nota bene ook nog eens veranderlijke, betekenissenvariëteit. Daarbij geldt betekenis als onlosmakelijke samenhang tussen elementen volgens semiotische enneade.
Nota bene, uiteraard is Metapatroon […] ook maar een middel. Principieel gaat het om een ànder, zeg maar, paradigma. Ofwel, hoe geloof je dat de wereld in-elkaar-zit, werkt e.d.? Voor de opzet van digitale hulpmiddelen voor informatievoorziening/-verkeer overheerst nog steeds een tè simplistisch idee, te weten dat een object autonoom zijn gedrag bepaalt. Als filosofische stroming staat dat als logisch atomisme bekend. Dat werkt averechts voor reële variëteit van gedragingen met bijbehorende betekenissen. Passend voor zulke variëteit is — pas — de veronderstelling van samenloop van object en situatie. Door de richting van ontleding als het ware òm te draaien èn door eventueel herhaalde ontleding (lees ook: recursiviteit) lost prompt de absolute status op van bron, referentie e.d. Een bepaalde bron is daarentegen principieel (!) betrekkelijk.
Complexiteit blijkt volgens stelselmatig-informatiekundige insteek steevast juist veroorzaakt door het volharden in uniformiteit van betekenis. Dat manifesteert zich als onenigheid […] en daardoor lijkt het een bestuurlijk probleem. Dat is het au fond echter helemaal niet! Voor de verschillende taken zijn betekenisverschillen door-en-door logisch. Anders was er geen onderscheid naar die taken nodig, nietwaar? Is dat ècht zo moeilijk om te begrijpen?
Dankzij enneadische semiotiek resp. subjectief situationisme is zulke kritiek begrijpelijker — althans, voor wie ervoor open staat — èn als opbouwend alternatief herkenbaar. Ipv vervanging van de ene door een andere hiërarchie gaat het wat mij betreft om facilitering van, nota bene ook nog eens veranderlijke, reële variëteit.
Je zou zeggen, altijd nuttig, alsmaar zulke bevestiging van uitgangspunt voor passende variëteit van infrastructuur. Aan relevante literatuur is geen gebrek. Maar ja, zolang niemand dat informatiekundig serieus neemt …
I had become most intrigued by [Peirce’s] statement that a sign “stands for [an] object, not in all respects, but in reference to a sort of idea, which I have sometimes called the ground of the [sign].” Now to me, including ground would simply mean that semiosis goes beyond a triad just consisting of sign, object and interpretant. As I subsequently couldn’t find any clue with Peirce, or anywhere else then and since, for that matter, where precisely to position ground, I worked out alternatives for myself. […] Preferring being on the safe side, I finally decided not to choose between alternatives, but to fit each and every element of the triad with its separate ground, thus explicitly differentiating the concept accordingly and establishing variety of correspondence (which Peirce in my view had not done yet). Anyway, I now had a hexad. I was not satisfied, though, with how those six elements provided for dynamics of semiosis. Something like hinges was still missing. It is probably where my most-forgotten education as an engineer and mathematician nevertheless kicked in. For that … purpose I added another three elements [to arrive at a] semiotic ennead. The three elements of the original triad (Peirce) have turned into dimensions, with three elements along each such dimension: nine elements all together. In hindsight I find it obvious that such a system of nine elements offers greatly increased explanatory power.
in: note 56.17
Heel praktisch, voorop staan betekenisverschillen. De noodzaak van erkenning van zulke reële verschillen kan iedereen prompt inzien. Neem een woord, bijvoorbeeld: blad. Zo’n enkel woord kan met verschillende betekenissen geassocieerd zijn, steeds afhankelijk van veranderlijke context. Een eenduidig model van zowel reële verschillen als samenhang ertussen vergt daarom een modelleermethode volgens het beginsel van contextuele verbijzondering.
in: Informatierotonde met rekenbladen
Het bereik van wat volgens Metapatroon modelleerbaar is, kent géén
beperking. Zo blijft tegenstrijdigheid dankzij contextuele
verbijzondering vermeden. Een bepaalde betekenis geldt nu eenmaal
volgens een bijbehorende context, en verder niet. Zo bestaan
verschillende betekenissen als het ware náást elkaar. Die reeks kan
ongehinderd worden aangevuld, dus meegroeien met wat als stelsel voor
informatieverkeer telt.
Elke indeling in domeinen, sectoren, onderwerpen e.d. leidt tot
problemen met informatieverkeer, dwz uitwisseling van informatie van
het ene naar het andere domein. Dat komt omdat per domein de voor
eenduidige betekenis noodzakelijke context impliciet blijft. Zolang
informatie binnen het oorspronkelijke domein blijft, is dat geen
probleem. Maar zodra informatie moet worden ‘doorgegeven,’
wat in èlke keten resp. elk netwerk noodzakelijk is, slaat verwarring
toe zònder — nodige en voldoende — expliciete context. Als
enige modelleermethode is Metapatroon daarop principieel berekend.
Althans in theorie erkennen stedenbouwkundigen allang variëteit. De praktijk blijft helaas vaak nog achter. Maar informatieverkeerskundig is dàt verschil, te weten tussen theorie en praktijk, nog niet eens als probleem … erkend. Wat informatiekundig als theorie gangbaar is, komt onverminderd neer op ontkenning van variëteit.
De crux is erkenning ipv ontkenning van variëteit (en daarom heeft vervanging van het ene door een ander absolutisme, zeg ook maar een revolutie, nooit zin).
Die hardnekkige kortzichtigheid lijkt inmiddels echter typisch voor informatiekunde (die daarom eigenlijk nog niet voor kunde kan doorgaan). In andere (vak)disciplines is allang het inzicht van variabel gedrag doorgedrongen. Dat is ook de reden, waarom ik er in allerlei opstellen en — steeds meer — aantekeningen naar verwijs, van evolutionaire psychologie tot en met het complementariteitsbeginsel van Niels Bohr voor fysica. Maar ook dàt maakt voor serieuze informatiekunde helaas nog geen verschil. Desondanks zoek ik stug naar nòg meer ‘bewijs’ van erkenning van gedraggerichtheid.
Ik weet van nog geen ènkel project voor realisatie van voorzieningen voor informatieverkeer dat principieel uitgaat van c.q. mikt op reële, dwz interdependente, betekenissenvariëteit. Zolang zulke stelselmatigheid in opzet ontbreekt, werken ze domweg niet.
Met ob- èn subjectief situationisme als grondslag dient Metapatroon als modelleertaal/-methode voor betekenissenvariëteit. Ontkenning van reële variëteit leidt onherroepelijk tot mislukking. […] Volgens enkelvoud valt meervoud nu eenmaal ònmogelijk te dekken.
Metapatroonmodellen [zijn] pràktisch bedoeld, en wel als ontwerp voor ontwikkeling van — digitale — hulpmiddelen voor deelnemers aan informatieverkeer. Maar überhaupt lòs van zgn digitalisering is Metapatroon inderdaad — uniek? — geschikt voor verkenning van interdependente verhoudingen.
Allerlei techniek is irrelevant, en werkt prompt zelfs averechts, indien zij géén passende variëteit biedt ter facilitering van reële variëteit.
Kenmerkend voor digitale facilitering van informatieverkeer op stelselschaal is betekenissenvariëteit. Wat op kleine schaal voldoende is voor eenduidige betekenis, schiet daarvoor door verruiming van verkeersbereik vrijwel onmiddellijk tekort. Op reële stelselschaal is voor eenduidige betekenis passende èxpliciete toevoeging van context nodig.
Het methodisch modelleerbeginsel betreft situationele verbijzondering van object- c.q. subjectgedrag, in een model uitgedrukt door contextuele verbijzondering. Wat betekenissenvariëteit betreft bestaat geen beperking vanwege lichamelijkheid; contextuele verbijzondering à la Metapatroon [geldt] aldus voor één en dezèlfde ‘ruimte’ zelfs grenzeloos. [… O]p z’n Metapatroons [passen] betekenissen voor èlke “plaats en tijd” samenhangend […] voor digitale facilitering van maatschappelijk informatieverkeer, dwz òngeacht schaal. […] Dankzij contextuele verbijzondering is de keuze voor de ene betekenis immers geen verlies. Elke àndere betekenis, mits dienovereenkomstig verbijzonderd, past óók. […] Als criterium geldt dat betekenissen zgn goedverbijzonderd zijn; dan beschrijven ze zònder overlap situationele eigenschappen c.q. gedragingen van ob-/subjecten.
Met Metapatroon is één methode beschikbaar voor modellering van variëteit alom.
Ingewikkeld? Voor de stelselmatige problemen is er nu eenmaal geen eenvoudiger oplossing. Dat is een kwestie van — erkenning van — reële variëteit.
Je moet daarentegen van methode wisselen, en vooral zo vroeg mogelijk. En om te weten wat de passende methode is, moet je kiezen tussen de werkelijkheid als uniform of pluriform. Wie er voor facilitering van informatieverkeer een uniform wereldbeeld op blijft nahouden, is natuurlijk niet goed wijs.
Voorrang verdient een stelselmatig model van betekenissen.
in: aantekening 69.5
Met subjectief situationisme volgens de zgn semiotische enneade laat zich veranderlijke interdependentie wel degelijk structureel voorstellen. Daarvoor is Metapatroon geschikt als (modelleer)methode.
Voor informatieverkeer op maatschappelijke schaal gaat het […] om willekeurige deelnemers die elkaar voor interacties treffen in telkens nadere hoedanigheden. Dat gaat gepaard met variëteit van betekenissen die zij aan informatie verstrekken resp. ontlenen. Voor de opzet van infrastructuur voor informatieverkeer is beheersing van die variëteit de belangrijkste opgave. Dàt is de noodzaak van zgn stelselmatigheid.
[E]en door-en-door stelselmatige opzet biedt uiteraard pas de praktische oplossing voor wat “multiproblematiek” heet.
De term die ik vooral gebruik, is variëteit. En nota bene kenmerkend voor informatieverkeer op stelselschaal is m.i. variëteit van betekenissen, terwijl daartussen tevens samenhang moet kunnen worden nagegaan. Die variëteit is ook nog eens … variabel, zeg ook maar open voor veranderingen vanwege maatschappelijke dynamiek. Voor eenduidig — onderhoudbare — modellering van samenhangende betekenisverschillen heb ik als stelselmatige methode Metapatroon ontwikkeld.
[Zgn] architectuur […] behoort synoniem met stelselmatig(heid) te zijn. Anders is het onzin.
[S]telselmatige digitalisering […] moet [..] mbt ordening van betekenissen [ànders]. Wie dat te ver gezocht vindt, of zelfs onzin, vind ik op mijn beurt […] ongeschikt voor opbouwende bijdragen aan stelselmatige (ontwerp)opgaven. (Ook) herhaalde mislukkingen met grootschalig bedoelde ict-projecten zouden toch te denken moeten geven, dat er grondig iets ànders moet.
Zeg maar de bron van betrekkelijkheid is telkens het subjectieve motief voor situationeel gedrag. Die variëteit is niet tweeledig, maar … praktisch oneindig.
Omdat het met digitalisering tegenwoordig gaat om facilitering van informatieverkeer, gaat het met voorrang om de betekenissen die verkeersdeelnemers onderling willen uitwisselen. Op stelselschaal is daarvoor variëteit, dwz van betekenissen, kenmerkend. Als, zeg maar, drager van betekenis moet informatie zodanig gestructureerd zijn dat verschillende betekenissen ook duidelijk van elkaar zijn te onderscheiden. Wat op de geringe schaal van een ènkele toepassing niet opvalt, zorgt op ruimere schaal prompt voor verwarring. Door schaalverruiming is een kwalitatief àndere (ontwerp)opgave ontstaan. Die vergt een àndere grondslag (lees ook: paradigma), punt.
[S]uch concepts are traditionally left implicit — and habitually even unconsciously so — for a traditional application (also read: information system) meant for separate operation. From identification of the application it is — supposed to be — clear what concept the codes entail. When there were no means to interconnect computers, no reproachable neglect was committed. All that has changed, to put it mildly. […] When ‘mixing’ information from several applications, the implicit context for — the meaning of — codes provided by actually using a particular application, rather than any other, has been removed. At their encompassing scale, the relevant context should now be made explicit. […] Their integrated order only takes — please note, in this overspeculative example — one added concept for necessary and sufficient disambiguation.
in: note 71.6
Overall interconnection requires the shift to an integrated order of information, with priority of attention to the — even dynamic — variety of meanings. Only such an integrated order provides the setting for programming (and not the other way around).
in: note 71.40
Als met voorrang kenmerkend […]geldt m.i. ook nog eens veranderlijke betekenissenvariëteit. Daarom is de stelselmatige ontwerpopgave dat zulke verschillen gefaciliteerd zijn inclusief samenhang ertussen. Daarvoor kan ob-/subjectief situationisme als grondslag dienen, met Metapatroon als stelselmatige modelleermethode daarvan afgeleid. Tot dusver gangbare methoden missen de principiële oriëntatie volgens variëteit.
in: aantekening 72.7
Maatschappelijk verkeer als stelsel verdient het als dè grondslag te gelden. Die grondslag noodzaakt tot herijking van allerlei begrippen. […] Met de aanduiding àls stelsel is bedoeld dat àlles met àlles verband kan houden. Kortom, verwevenheid is kenmerkend.
in: Wen er maar aan! Over noodzaak en opzet van stelselmatig informatiebeheer
Het is een taalkundig basisidee dat context onontbeerlijk is voor
eenduidige betekenis. Wie zich in de fysieke ruimte beweegt, vat
haar/zijn momentane ervaring ervan (lees ook: desbetreffende situatie)
op als context. Dat gebeurt doorgaans onbewust. Daar komt de indruk
vandaan, dat hetzèlfde teken allerlei betekenissen kan
hebben.’
Schijn bedriegt. Wat het gehéle teken lijkt, is slechts een ònderdeel
ervan. Een teken is inclusief context pas volledig genoeg.
[…]
De gebruiker van een apart informatiesysteem, bijvoorbeeld een
salarissysteem, kent als zodanig de context die haar/hem een
geregistreerde persoon prompt laat duiden als een, zeg gekunsteld hier
maar even, salarispersoon. Zo is context steeds duidelijk van
toepassing tot toepassing, zij het tèlkens vergaand impliciet.
Op stelselschaal van informatieverkeer zijn die aparte
toepassingssituaties echter vervallen als voorwaarde voor eenduidige
betekenis. In eenduidige betekenis kan slechts voorzien zijn met
èxpliciet in informatie opgenomen context.
in: Wen er maar aan! Over noodzaak en opzet van stelselmatig informatiebeheer
Onder de noemer van informatiekundig ontwerp(en) moet die stelselmatige betekenissenoriëntatie beleidsmatig gevestigd zijn. De stelselmatige noodzaak is allang dringend.
in: Wen er maar aan! Over noodzaak en opzet van stelselmatig informatiebeheer
De crux is dat betekenis op stelselschaal èxpliciet primaat moet hebben, en dat vooral dáárom stelselmatig informatieverkeer kwalitatief ànders moet zijn gefaciliteerd, inclusief informatiebeheer.
in: aantekening 73.8
Stelselmatig betreft de schaal waarop evident behoort te zijn dat betekenissen verweven zijn; verschillen hangen tevens samen (wetenschappelijke term: interdependentie). Digitale facilitering van informatieverkeer op stelselschaal dwingt daarom tot — vormgeving van — informatie waarmee tevens de differentiële factor, en dat is context, expliciet herkenbaar, duidbaar enzovoort is.
Hoewel dat voorheen per aparte toepassing (lees ook: apart
informatiesysteem, dwz kleinschalig bemeten) de aangewezen oplossing
was, leidt uniformering van betekenis op ruimere schaal prompt tot
verwarring, enzovoort. Dat is dus helaas nog te simpel gedacht.
Stelselmatig moeten er daarentegen twee soorten verschillen van
betekenis worden onderscheiden: reële en nodeloze. De erkenning van
reële verschillen moet juist worden bevorderd: géén uniformering. En
naarmate zùlke verschillen erkend zijn, vermindert weerstand tegen het
opheffen van nodeloze verschillen. Anders blijft het bij geruzie
volgens onderling ònbegrepen veronderstellingen. Ofwel, er valt
veranderkundig pas — wat nog heet — semantische
standaardisatie te bereiken volgens toereikend integrale
informatiekundige differentiatie.
Ik neem aan dat je inmiddels zelf wel kunt verzinnen, dat uniformering van betekenissen in een open samenleving gevaarlijke onzin is (want juist dàt vestigt totalitarisme).
in: aantekening 74.3
Indien van toepassing biedt een woordenboek per woord immers juist verschillende … betekenissen, met voor èlk ervan beknopte … context. Het lijkt erop dat […] een domein beschouw[d wordt] als een bereik voor een bepaalde betekenis, waarvoor dan een bepaalde term voldoet. Waarin [men] zich in dàt opzicht [nog alom] vergis[t], is dat voor relevante betekenissen allemaal hetzèlfde domein geldt als grens voor eenduidigheid ervan. Die lopen voor verschillende termen echter kris-kras door elkaar heen. Mede daarom werkt afbakening per domein, sector e.d. prompt averechts zodra verkeersoriëntatie reëel is, en daarmee stelselschaal enzovoort. […] Dat is dus niet zomaar een gemis, maar verklaart waarom semantische interoperabiliteit op stelselschaal nog steeds hèt onopgeloste probleem vormt.
Dat inzicht bestaat voor infrastructuur voor digitale facilitering van informatieverkeer nog niet. Er is daarom evenmin zelfs maar enig besef dat een methode zoals Metapatroon onontbeerlijk is om op reële stelselschaal van maatschappelijk informatieverkeer betekenissenvariëteit te beheersen.
Voor informatieverkeer verdienen overwegingen over veranderende betekenissen voorrang. En daarom resp. -voor, nogmaals, is een modelleermethode onontbeerlijk die helpt voorzien in ordening van veranderlijke betekenissenvariëteit.
Hoe stelselmatiger voorzieningen voor informatievoorziening opgezet zijn, des groter de kans dat ze aan voorwaarden volgens welke toets dan ook functioneel kunnen voldoen met aanpassingen van instellingen (als dat al nodig is).
in: Maatschappelijk informatieverkeer en gegevensbescherming
Wat de enneade schematisch samenvat, is een subjectief-situationele betekenisleer. Zowel gedifferentieerder als samenhangender kan ik mij betekenissen — vooralsnog? — niet voorstellen. In methodisch opzicht vind ik daarmee als passende grondslag voorzien in zoals ik — voorlopig? — de behoefte aan annex noodzaak tot ordening, beheersing e.d. van stelselmatige betekenissenvariëteit duid. De reële (stelsel)schaal daarvoor is maatschappelijk informatieverkeer, en daarvoor is Metapatroon geschikt als modelleermethode.
Voor infrastructuur voor informatieverkeer houdt de opgave echter niet op met verklaring van variëteit. Er moet een methode zijn voor optimale beheersing ervan. Wat telt als optimaal? In en voor een zgn open samenleving moeten betekenissen zelfs worden bevorderd in wisselende mengeling van kritisch en opbouwend. Volgens een theorie van stelselmatige variëteit gelden tenminste vooraf géén beperkingen. Stelselmatiger dan zonodig c.q. desgewenst gedifferentieerd naar telkens samenloop van subject en situatie kan ik mij dat niet voorstellen. Als het nòg gedifferentieerder kan èn beheersbaar blijft, hoor ik het uiteraard graag. Zeker voorlopig acht ik Metapatroon als stelselmatige modelleermethode toereikend.
Wil je een opbouwende bijdrage leveren aan zgn semantische interoperabiliteit, of niet? Zo ja, dan moet je beginnen met beseffen dat het eigenlijk, vooruit, beter gezegd om pragmatische interoperabiliteit gaat.
Allerlei vakdisciplines volgen allang min of meer expliciet de
veronderstelling dat variëteit ‘aan de orde’ is. Zo
puzzelde de filosoof Plato over de verhouding tussen eenheid en
veelheid (zonder praktisch bruikbare synthese te bereiken; daarin
slaagden zijn talloze ‘opvolgers’ gedurende vele eeuwen
evenmin).
Belemmering? In het verlengde van de modern(istisch)e wetenschappelijke
apartheid lijkt erkenning van verschillen alom slechts van geval tot
geval te gebeuren; daardoor ontsnapt voor de onloochenbaar ene
samenleving enzovoort — nog steeds — structureel aan de
aandacht dat tùssen verschillen tevens samenhang bestaat (die tot
uitdrukking gebracht moet kunnen worden).
Voor ook nog eens veranderlijke ordening van betekenissen komen
‘we’ niet om een methodisch stelselmatig (!) dekkende
benadering heen. Daarvoor biedt Metapatroon het passende middel.
Nu is ook Metapatroon als methode wederom maar een middel. Principieel telt besef van wat als reële variëteit aangeduid kan worden.
Er bestaat nota bene géén tegenstelling tussen individualiteit en verkeer. Daarentegen acht ik verkeersdeelname de onmisbare voorwaarde voor ontwikkeling van individualiteit. Uitwisseling van tekens vormt een belangrijk aandeel aan ‘ons’ verkeer. Zo luidt mijn semiotische hoofdstelling dat èlk teken een verzoek tot inschikkelijkheid is. […] Verkeer is de noemer voor samenloop. [Voor d]e samenloopvariëteit [is] Metapatroon geschikt […] om die redelijk eenduidig te beschrijven.
Een betekenissenmodel moet berekend zijn èn kunnen blijven op relevante variëteit.
Contingentie, ja. Daar kom je met Metapatroon altijd wel uit.
Met een reductie wordt de voorwaardelijkheid van betekenis gemakshalve maar ‘vergeten.’ Wat feitelijk een verschil onder verschillen is, gaat aldus dóór voor absoluut geldig (en dat blijkt uit de illusie dat ‘ware’ betekenis contextloos is).
in: note 77.109
Nou, nee, ik ervaar het niet bepaald als gemakkelijk om mensen te overtuigen van — de noodzaak van — situationele interpretaties met tegelijk oog voor samenhang. […] Zolang dat besef ontbreekt, houdt verandering die ook en vooral verandering van wereldbeeld (lees ook: paradigma e.d.) is, al meteen op. [… Het] methodisch […] ordenen [vergt] als uitgangspunt dat slechts gedrag ‘precies’ genoeg kan zijn beschreven met voor alle overzichtelijkheid gedrag als resultante van — telkens — samenloop van enerzijds een ob-/subject, anderzijds een situatie.
Zodra wat stelselmatig beschouwd ‘slechts’ een bepaalde situationele variant is, abusievelijk gaat dienen als ènkele, maw absoluut geldige, norm, worden alle àndere situationele varianten bestreden, onderdrukt enzovoort als onwenselijk, gevaarlijk, ondermijnend enzovoort.
in: aantekening 82.5
[P]rofessionals [moeten] ter beoordeling van h[u]n beroepsmatige bijdragen tijdig op ruimere samenhang […] letten. Ik noem dat ook wel een stelselmatige oriëntatie vanwege aandacht voor wisselwerkende afhankelijkheden. O[verigens is] die instelling van iederéén wenselijk[. …] Tja, dan kom ik toch weer op Metapatroon. Want zulke verschillen moeten samenhangend kunnen worden uitgedrukt (lees ook: gemodelleerd).
Hoe dan ook ging K[ierkegaard] meteen lòs in allerlei schrijversgedaanten met bijbehorende pseudoniemen. Hij liet dan op dezèlfde dag verschillende teksten verschijnen als erkenning van verschillen èn samenhang ertussen. Tja, dat is dan mijn informatiekundig geïnspireerde opvatting, als beginsel van stelselmatige ordening van — dynamiek van — variëteit komen ‘we’ niet om samenhangende verschillen heen. Over “aansluiting met de samenleving” gesproken, willen ‘we’ maatschappelijk verkeer door variëteit, vooruit, door enigszins beheerste variëteit, gekenmerkt zien? Zo ja, …
in: aantekening 83.6
Als zodanig, informatiekundig, dus, blijkt die stelmatige opgave een eigen karakter te hebben. Hij is sui generis, zoals het voornaam heet. Ik acht het daarom gerechtvaardigd om aldus informatiekùndig te verklaren, ach, waarom niet diplomatiek uitgedrukt, dat overgeleverde methoden en technieken uit zowel filosofische logica als taalkunde niet òngewijzigd bruikbaar zijn. Er moet vanaf de grondslagen iets bij voor beheerste ordening van ook nogeens veranderlijke betekenissenvariëteit die voor — informatieverkeer op — reële stelselschaal kenmerkend is. Pràktisch werkt daarvoor recursieve (lees ook: structureel herhaalde) contextuele verbijzondering als beginsel.
Subjectief-situationele verbijzondering, met objectief-situationele verbijzondering als pràktisch vaak toereikende aanzet, moet algemeen relevant opgevat zijn.
Er valt niet aan praktijk te ontsnappen. Het formeel-logische gebruik is echter ònpraktisch in de zin van … zinloos. We hebben er domweg niets aan voor dynamiek van daadwerkelijke afstemmingen van onze nu eenmaal principieel subjectief-situationeel gedifferentieerde gedragingen.
Waar verwarring dreigt, zijn verschillen kennelijk nog onvoldoende uitgewerkt. […] Zodra variëteit realistisch is, pakt — willen — vasthouden aan — standaardisatie door — uniformering voor een oplossing uiteraard averechts uit. Dat maakt problemen juist erger. Stelselmatigheid vergt overigens dat verschillen … samenhangen. Anders raakt fragmentatie zelfs versterkt.
in: Identiteitstelling en nadere hoedanigheden in maatschappelijk informatieverkeer
[D]ie grens laat zich dus — ook? — naar mijn idee redelijkerwijs onder de aanname van principiële gedragsbetrekkelijkheid nota bene aanzienlijk meeromvattend verleggen.
[V]olgens aangepaste grondslag met regel(s) als het ware per situatie telt meervoud uiteraard géén uitzonderingen.
Maar Metapatroon is toch óók een methode? Zeker, maar eigenlijk meer zoiets als een metamethode die verruiming volgens meervoud bevordert ipv dwingt tot beperking volgens enkelvoud. Dat betreft met voorrang, ja, ook dàt is een methodische aanwijzing, stelselmatige ordening van betekenissen, nog nota bene ònafhankelijk van eventueel welke digitale verwèrkingstechniek(en) dan ook. […] Als paradigma stel ik subjectief situationisme op z’n semiotisch-enneadisch voor. Dat dient dan als grondslag voor Metapatroon.
De maat van betekenis is niet zoiets als dè taal, maar het verkeersgevàl, ofwel de concrete — al dan niet (!) opzettelijke poging tot — uitwisseling van een teken. Voor de deelnemer die met het teken in kwestie verzoekt om inschikkelijkheid telt de betekenis volgens zijn (lees ook: haar) beoordeling van de onderlinge verhouding met de respectievelijke gedragsaandelen. Daarvan verschilt dus de betekenis die de geadresseerde ‘opdoet,’ want hij (lees ook: zij) beoordeelt die verhouding enzovoort nu eenmaal ànders. Tja, omdat algemeen geldige betekenissen ontbreken, kan er ook geen taal zijn om ze als het ware te verzelfstandigen. Wie zo’n taal volgens gestandaardiseerde betekenissen bepleit voor evenwichtiger verhoudingen, mist kennelijk dat verhoudingen bestaan bij de … gratie van verschillen.
Zo wéét ik dat ook jij nooit valt te overtuigen, zolang jij gelooft
dat je slechts op een kleinschalig aanschouwelijk voorbeeld hoeft te
wachten om … àlles verduidelijkt te krijgen. Want kleinschalig
‘zie’ je altijd maar ènkelvoud, terwijl de clou van
stelselmatigheid — facilitering van — véélvoud is. Dat is
een kwalitatief (!) verschil. Véélvoud verschijnt niet als vanzelf door
extrapolatie van ènkelvoud. Integendeel, wie ènkelvoud domweg volgens
òngewijzigd paradigma extrapoleert krijgt méér ènkelvoud. […] Zie
je de noodzaak van stelselmatige maat? Zo ja, dan kom je niet om
erkenning heen van betekenissenvariëteit, ook nog eens veranderlijk, in
wat allemaal tot één stelsel behoort.
Zodra je beseft dat ‘we’ daarvoor vooràl niet om gewijzigde
beginselen heen kunnen, voegt een proefopstelling principieel niets aan
je inzicht toe zolang je géén begrip hebt van stelselmatig passende
uitgangspunten. Je hebt dat principiële begrip nodig om je opschaling
van de noodzakelijkerwijs altijd kleinschalige proef te kunnen
voorstellen tot reële variëteit. Als je denkt het zònder die theorie te
kunnen, of dat je die theorie van de proef kunt ‘afkijken,’
heb je het mis […]. En zonder overtuigd te raken van de noodzaak
van andere beginselen, kan je ook nog steeds niets doen ter bevordering
van stelselmatig bemeten voorzieningen voor informatieverkeer.
Je steekt je kop ècht niet uit, door de benodigde theorie te willen
begrijpen. Die blijkt onder de noemer van allerlei (vak)disciplines
allang gemeengoed, zij het alom vergaand impliciet. Allang klassiek in
de natuurkunde is de differentiële verklaring van licht door Niels
Bohr. Afhankelijk van (meet)omstandigheden ‘gedraagt’ licht
zich als deeltje òf als golf. Het is òf het één, òf het ànder. Voor
licht staat dat bekend als complementariteitstheorie. Je kunt
Metapatroon beschouwen als veralgemenisering van die theorie. Daarmee
is sociale psychologie gedekt met als beginsel situationele
gedragsvariëteit van individuen. In de biologie heet het variabele
genexpressie (wat verder boven m’n pet gaat). Ga zo maar door met
vakdisciplines. Wat daarin blijkbaar nog nooit als opgave is opgevat,
ik heb dat althans nergens kunnen ontdekken, is het met één model
verschaffen van overzicht over de complementaire enzovoort gedragingen.
Hoe dan ook is de behoefte aan zulk nota bene interdisciplinaire
overzicht voor talloze maatschappelijke opgaven er wèl.
Okee, daarover valt te twisten. De eerste vraag luidt dan of je instemt
met het idee dat ‘iets’ zich in verschillende situaties
dienovereenkomstig verschillend kan gedragen. Zo nee, besef ajb dat je
met je afwijzing tégen de gevestigde opvatting in allerlei disciplines
in wenst te gaan. Sterkte ermee! Juist wanneer jij je nek niet wilt
uitsteken, kies je het veiligst door variëteit van gedragingen (lees
ook: eigenschappen) als beginsel te aanvaarden. Dan luidt de tweede
vraag of je de noodzaak erkent van samenhangend overzicht over
verschillende gedragingen per, algemeen uitgedrukt, object of subject.
Dat lijkt mij vooral over overheidstaken evident. […]
Ik kom nog even op Bohrs theoretische en vervòlgens uiteraard
praktische doorbraak terug. Eerder dacht men dat het lichtverschijnsel
verklaarbaar moest zijn volgens het beginsel van atomisme. Dat houdt in
dat ‘iets’ absoluut geldige eigenschappen heeft (lees voor
atomisme daarom ook: essentialisme). Volgens dat uitgangspunt heeft ook
Bohr in eerste aanleg naar verklaringen gezocht, maar bleef op
ònverklaarbaarheden uitkomen. Volgens golfgedrag is deeltjesgedrag
strijdig, en omgekeerd. Toen hij overdrachtelijk de Gordiaanse knoop
dóórhakte, bleek hem dat volgens het onderscheid tùssen twee helften
voor èlke helft een consistente verklaring mogelijk en houdbaar
is.
Dat dóórhakken met gedragsmatig consistente delen als resultaat is
beslissend. Dàt zorgt voor de doorbraak vergeleken met onoplosbare
tegenstrijdigheden volgens atomisme.
Een proefopstelling blijft noodzakelijkerwijs beperkt tot zo’n
deel. Dat ‘oogt’ daarom nog steeds als atomisme. Ofwel,
daar kàn je, zeg maar, situationisme (lees ook: relativisme) nog niet
van afzien. Je kunt de mogelijkheden voor opschaling van zo’n
proef pas begrijpen, zeg ook maar het aan het variëteitsbeginsel
inherente opschalingspotentieel, indien je beseft niet naar een geheel
maar naar een deel ervan te kijken en er willekeurig àndere delen aan,
eh, vastgeknoopt kunnen worden, enzovoort. Ofwel, indien je allereerst
dat beginsel serieus genoeg neemt.
in: aantekening 86.4
Met digitale voorzieningen voor informatieverkeer op maatschappelijke schaal moet ook informatiekunde “verwevenheden […] verstaan.” Vergeleken met een geschiedenis van telkens aparte toepassingen is dat een kwalitatief (!) nieuwe “empirische” opgave. Daarvoor komen we als voorwaarde niet om een “fundamentele” heroriëntatie heen, ofwel om stelselmatig bemeten veronderstellingen. Dat heeft Metapatroon als modelleermethode voor eenduidige beschrijving van “verwevenheden” van betekenissen opgeleverd.
in: aantekening 87.4
[Het is] de verhouding […] waar het met/voor verschillende
betekenissen om draait. Zo is de verzoeker de geadresseerde niet, en
het gedrag waartoe de verzoeker de geadresseerde met een teken probeert
te bewegen is nu nèt gedrag dat z/hijzèlf wil nalaten. Voorts vatten
deelnemers annex subjecten hun verhouding als situatie verschillend op.
[…]
Let wel, het is al een grote verbetering om niet langer onder de noemer
van systeem te willen resp. moeten uniformeren, nota bene, zo’n
systeem bestáát ook niet (want het is taalkundig bedenksel), maar om
per subject te kunnen differentiëren. Maar dat moet voor telkens een
subject-in-een-verhouding zijn, zeg ook maar een situationeel subject
(wat uiteraard ook maar weer een systematisch bedenksel is, maar m.i.
op stelselschaal alweer geschikter ter bevordering van evenwichtiger
verhoudingen).
Wat er m.i. met voorrang moet veranderen, is een manier van denken.
De in bestuurskringen heersende manier vind ik vergaand gekenmerkt door
het waanidee van uniformiteit (als noodzakelijke voorwaarde voor orde).
Misschien zelfs goed bedoeld, maar rampzalig. (Want) dat leidt juist
tot verdere wanorde en daarvan zijn talloze mensen buiten bedoelde
kringen alsmaar sterker de dupe.
De omslag moet komen van erkenning van pluriformiteit. Met een
verklaringskader dat op pluriformiteit (lees ook: variëteit,
diversiteit enz.) is bemeten, is het allemaal heus niet zo ingewikkeld.
Ja, er zijn verschillen. Maar ze hangen nota bene tevens samen. Het is
samenhang die ònbereikbaar blijft volgens allemaal uniformiteitjes.
[…]
Ja, schrap nodeloze verschillen. Maar … hoe weet je verantwoord
wat verstandig kan worden gemist? Daarvoor moet je het toch allereerst
eens allemaal op een rijtje — kunnen — hebben. […]
Daarom is èn blijft variëteitsdenken een onmisbare voorwaarde voor
optimale beheersing (lees ook, vooruit: orde).
En dènk vooral niet dat verschillen volledig vallen te elimineren. Wat
wij kennen als beschaving, zou zelfs instorten. ‘Gewone’
mensen begrijpen dat doorgaans prima; politici en bestuurders zijn het
domweg gaan vergeten. Door principieel met variëteit rekening te
blijven houden, vermijd je de valkuil van kortzichtige wildgroei van,
strijd tussen uniformiteitjes (met als voorspelbaar resultaat het
tegendeel van de bedoeling). […]
De denkomslag moet àlle relevante aspecten e.d. dekken, dus inderdaad
o.a. digitalisering. Ik pleit daarom zeker niet (!) in zoiets als
absolute zin voor kwalitatief àndere, zeg maar, ict. Dat ict ànders
moet, vòlgt uit — de noodzaak tot — variëteitsdenken.
De, zeg maar, technische opzet van KnitbITs laat zich niet simpelweg als een recept beschrijven. De mogelijkheden door combinaties van parameters zijn immers vergaand … open.
[M]et verschillende actoren gaat het gedragsmatig om evenzovele aandelen. Actoren bedienen zich voor afstemming van tekens. Er bestaat dus ook helemaal niet zoiets als objectief dè situatie die op enig moment verschillende subjecten verschillend interpreteren. Verschillen betreffen omvattender wat zij èlk verschillend àls situatie duiden. […] Voor een actor als situationeel subject gaat dat allemaal zelfs àltijd op, slechts de mate waarin … verschilt, waar en wanneer zij op (een) andere (actor(en) treft. En dat geldt natuurlijk over èn weer. […] En dat doet een en hetzèlfde subject in de loop der tijd ook. Variëteit geldt situationeel zowel intra- als intersubjectief.
Op z’n elementairst volgt betekenis de samenloop van subject en situatie, voilà subjectief situationisme.
Complex? Nee, niet voor wie begrijpt dat in een samenleving, het woord zegt het al, niets apàrt te regelen valt. Er moet daarom, als het ware overkoepelend, een regeling zijn van consistentie van … nadere … regelingen. Het geheel moet als systeem opgevat zijn. En het gebrek aan zo’n consistentieregeling is dan een ernstige — systeemfout. […] Alleen op die manier laat zich doorzien wat er misgaat, eventueel verder mis kàn gaan, en waaròm. Uiteraard valt er dàn pas gericht wat aan te herstellen, als het kan … maar verwacht dáárvan ajb niet veel … te vereenvoudigen in de zin van vermindering van variabelen, enzovoort.
in: aantekening 90.1
[Zolang d]e voortgezette abstractie […] figuratieve grondslag houd[t,] is een nu eenmaal beperkt (opper)vlak echter gauw vol. En is er weliswaar zgn systeem in verschilmaking gevestigd, maar nota bene niet in wat in één moeite door als, vooruit, samenhanging tussen zulke verschillen om uitdrukking vraagt. Nogmaals, die beperking vervalt principieel met de kwalitatieve overgang naar het, zeg maar, beschrijvend ipv afbeeldend medium.
in: aantekening 90.7
Wie een object als eenheid (lees ook: entiteit) voor
betekenissenordening beschouwt, verstaat onder disambigueren de
herleiding van eventueel onderling afwijkende objectbeschrijvingen tot
één en hetzèlfde object. Prima. De veronderstelling van object àls
zo’n gedragsmatig uniforme eenheid gaat stelselmatig echter niet
op. Wat resp. wie voor hetzèlfde object doorgaat, blijkt juist in staat
tot variabel gedrag. Wèlk gedrag wèl eenduidig geldt, hangt nota bene
mede af van omstandigheden (lees ook: situatie). Daarom moet voor
disambigueren in de zin van eenduidige betekenissenordening niet object
maar gedrag als basale eenheid worden aangenomen, met èlk zo’n
eenheid dan herleidbaar tot eraan deelnemend object èn eraan
deelnemende situatie.
Wie zich beperkt tot disambigueren strikt op objectbasis, blijft zitten
met stelselmatig nu eenmaal onvermijdelijk tegenstrijdig verschijnende
objecteigenschappen annex -gedrag. Zulke tegenstrijdigheid lost prompt
op door, afhankelijk van de coördinatieopgave nodige en voldoende,
verbijzondering van eigenschappen/gedrag volgens configuratie van
object èn situatie.
Ik heb het met Metapatroon over disambigueren op gedragsbasis. Dat moet
ònbegrijpelijk blijven voor wie slechts de noodzaak erkent van
disambigueren op objectbasis.
Het bereik van digitalisering is echter allang zodanig uitgebreid geraakt, dat zulke verschillende gedragingen in een ènkel, zeg maar, stelsel voor informatieverkeer eenduidig interpreteerbaar beschreven moeten staan. Nee, daarvoor is categoriserende vermelding van het individu in kwestie uiteraard niet voldoende. Voor èlke gedraging moet dan zowel het desbetreffende individu als de ‘bijbehorende’ situatie zijn vermeld. Anders heerst verwarring over geldigheid, nietwaar?
in: aantekening 91.8
Tja, zgn figuratief biedt een beperkt beeldoppervlak echter nauwelijks … ruimte[. …]
Een zgn kunstenaar kan dan zoiets als een betekenissenruimte helpen zowel voorstellen als uitvoeren. Er is overigens bescheidenheid geboden. De daadwèrkelijke betekenissen die feitelijke ruimtegebruikers eraan toekennen, zijn vaak verrassend … ànders. En dat hoeft zeker niet verkeerd te zijn, integendeel.
[V]erklaring voor dramatisch resp. tragisch verloop kàn slechts zijn dat stelselmatigheid in de zin van erkenning enzovoort van — met excuus voor de moeilijke woorden — interdependente dynamiek ontbreekt. […] Daar[om] moeten ‘we’ opnieuw beginnen door de maatschappelijke opgave(n) principieel stelselmatig te duiden, dus volgens dynamiek van verschillen-in-samenhang die àlle relevante verhoudingen dekken. Dat leidt beslist niet tot vertraging, wèl tot doorbraak, eindelijk. Oh ja, verder kost dat aan geld geheid slechts een fractie.
De veronderstelde objectiviteit van — een — klasse is […] niet op wèrkelijkheid van interdependente dynamiek berekend. Een alweer geschikter verklarings- en zo door naar handelingskader vergt een paradigmawissel, maw een kwalitatief andere grondslag.
in: aantekening 92.3
Tja, wat is contextualisering (lees dus ook: situering) ànders dan relativering?
Over productiewijze gesproken, een object van zgn gebouwde omgeving heeft, eenmaal gerealiseerd, doorgaans echter zelfs opzettelijk nogal stevig aan ‘zijn’ omgeving vàstgezeten. Dat maakt het inderdaad moeilijk zich veranderlijke omgeving voor te stellen, [… Maar (o]ok) een huis faciliteert verschillende gedragingen van meestal verschillende subjecten. Het moet hun dus dienovereenkomstig verschillende situaties ‘bieden.’ Nee, ik associeer situaties niet met niveaus. […] Nota bene, ook voor verschillen is verabsolutering ervan vals. Samenhang ertùssen … hangt ermee samen. Dat heet ook wel interdependentie en vergt stelselmatig ontwerp. [… Zo] mikt de verantwoorde ontwerper op — voorzieningen ter facilitering van — evenwichtige verhoudingen. Emancipatorische oriëntatie met erkenning van verschillende belangen èn van hun noodzakelijke afweging stuit echter vaak op weerstand.
Waarin komt verwevenheid tot uitdrukking? Samenhangende ontledingen, noem ze ook maar verschillen.
Ook elders — alom? — ontbreekt stelselmatige oriëntatie. En ook zonder digitalisering verdient veranderlijke betekenissenvariëteit natuurlijk overweging.
in: aantekening 94.2
Ook [voor] deugdelijke infrastructuur voor informatieverkeer [moet] “cohesie” dus niet als uniformiteit […] worden opgevat, maar als — voorwaarde voor — (kritisch-)opbouwende samenhang tussen … verschillen. Dat begrijpen — nogal wat — bestuurders kennelijk niet. Zij beschouwen zichzelf grotendeels terecht als ordehandhavers, maar verkeren in de waan dat orde uniformering van gedrag en bijbehorende betekenis vergt. […] En hoewel wàt deelnemers uitwisselen voor niet-deelnemers [onbegrijpelijk kan zijn], moet de infrastructuur als uitwisselingsvoorwaarde […] op voorhand op [zulke variëteit] zijn berekend[. …] Dàt is, nou ja, volgens mij, de opgave. […] Alle retoriek ten spijt blijft beperking tot zgn digitale overheid ver verwijderd van [da]t idee, want zo’n overheid is domweg géén infrastructuur, punt[. …] Een overheidsinstelling komt voor — uitvoering van — een bepaalde taak óók als verkeersdeelnemer in aanmerking. Dankzij algemene opzet is infrastructuur eveneens daarvoor geschikt, klaar. Omgekeerd schiet een voorziening die slechts bedoeld is uitvoering van een specifieke taak meteen tekort voor alweer wat algemener gebruik. Voor infrastructuur pakt het rampzalig uit om eenvoudig te willen beginnen met pas gaandeweg uitbreidingen voor ingewikkelder gevallen. Daarentegen moet de, zeg maar, grondslag van meet af aan bemeten zijn op volledige variëteit (en dat vergt dus niet alleen een stelselmatig bekwame ontwerper, maar allereerst een opdrachtgevende bestuurder die zich stelselmatig verantwoordelijk weet). Stapsgewijs is vervòlgens ingebruikneming, wat trouwens vaak nog … ingewikkeld genoeg is (en daarom nadrukkelijk tevens onderwerp van ontwerp).
Onderscheid mag niet beperkt worden — opgevat — tot
veronderstelling van, eh, alleen het één. Er geldt dienovereenkomstig,
herstel, dienervanverschillend immers altijd tevens het ànder.
Wat als één telt, zeg ook maar op de voorgrond verondersteld wordt,
heet vaak object. Uitgaande van die bepaling kan wat allemaal als het
àndere relevant geacht wordt, worden aangeduid als situatie. Zonder
achtergrond géén voorgrond, en andersom ook niet, nietwaar?
Zoals hèt object op zichzelf dus niet bestaat, bestaat dè situatie op
zichzelf evenmin.
Ook verder uitgaande van — de keuze van — een object
doorloopt het situaties. Het ‘is’ feitelijk een reeks
situationele objecten. Elke momentane samenloop van een object en een
situatie verandert ze allebei, enzovoort.
Zo ‘is’ gedrag niet exclusief vàn een object, of exclusief
vàn een situatie. Gedrag laat zich eenduidig pas duiden per
situationeel object, dwz ‘van’ een momentane samenloop van
een object en een situatie.
Er zijn — ook — geen absolute criteria voor wat op enig
moment geldt als relevante configuratie van object en situatie. Zulk
onderscheid is altijd momentaan gemotiveerd en zodoende in
(ver)andere(nde) samenlopen telkens ànders gemaakt door een zgn
subject, ofwel een object dat daarvoor over cognitief vermogen
beschikt. Dat gaat volgens focus doorgaans overigens gepaard met de
valse veronderstelling van slechts het één (dat dankzij dat vermogen op
de voorgrond verschijnt). Ontbrekend besèf van het resp. de
onlosmakelijke ànder, leidt het … ene subject echter gauw tot
veronachtzaming van verhoudingen.
Dat tekort blijft kenmerkend voor gangbare (lees ook: overheersende)
classificatiesystemen resp. modelleermethoden voor
betekenissenordening. Voor beheersing van variëteit zijn ze
onbruikbaar, herstel, pakken ze stelselmatig averechts uit.
Voorspelbaar, dus.
Is er iets aan te doen? Het voordeel van vernauwing tot momentaan
gedragsaandeel is stelselmatig nadelig, omdat een subject door zijn
cognitief vermogen vergaand belemmerd is om van tèlkens onderscheid
tussen voor- en achtergrond om te schakelen naar grondiger inzicht in
object èn situatie als evenredige gedragsbepalende (f)actoren. Voor
verkeersmatig deugdelijke voorzieningen, voorzieningen, dus, die
deelnemers aan verhoudingen evenwichtig behoren te faciliteren, is
zulke stelselmatige (her)oriëntatie echter noodzakelijk.
Dat vergt … àndere opleiding van informatiekundig ontwerpers. En,
nòg moeilijker te veranderen, bestuurders moeten zich ook en vooral
onder de noemer van zgn digitalisering verantwoordelijk weten als
opdrachtgevers van werken, met stelselmatigheid van dien, van
infrastructuur voor informatieverkeer; anders blijft het voor burgers
als voornaamste daadwerkelijke deelnemers aan maatschappelijk
informatieverkeer modderen.
in: aantekening 95.5
Als maat van variëteit tel ik de (f)actoren subject en situatie. Elke configuratie resulteert in, vooruit, vorm met samenhangende momenten volgens, zoals Charles S. Peirce (1839-1914) ze in hun ònlosmakelijkheid voorstelt: object, interpretant en teken. Voor stelselmatige formalisatie heb ik zijn zgn triade tot een enneade uitgebreid.
Ziedaar Metapatroon als stelselmatig passende modelleermethode, te
weten een open, algemeen bruikbaar en houdbaar middel ter facilitering
van pluriformiteit (lees ook: variëteit).
Maar waaròm is pluriformiteit dè maatschappelijke … opgave,
waarop dáárom o.a. standaardisatie moet zijn berekend? […] In en
voor een zgn informatiesamenleving is — de voorwaarde voor
— open dynamische betekenissenvariëteit zo mogelijk èxtra
onmisbaar. […] Een overheid die vooral uit onbenul digitale
infrastructuur voor informatieverkeer verwaarloost, als infrastructuur
dus door-en-door maatschappelijk, staat voor een inhaalslag. Dat moet
met besef van de daadwerkelijke maatschappelijke opgave beginnen.
[…] Er is serieuze literatuur genoeg over noodzakelijke
pluriformiteit als beschavingskenmerk. […]
Maar is een pleidooi vóór pluriformiteit niet netzo, eh, dogmatisch als
een pleidooi ertégen? Hmm, nee. […] Je mag het ook een paradox
noemen dat het enige gelijk waarop iemand absoluut aanspraak mag maken,
is dat z/hij nooit absoluut gelijk heeft. Kortom, met erkenning van
pluriformiteit zit je nog het minst verkeerd.
[H]oe fragmentatie ontstaat èn onvermijdelijk groeit[, …] ligt
[…] aan veronderstellingen die voor — zeer — eng
bereik niet eens verkeerd zijn, maw zolang begrips-/betekenismatige
variëteit niet aan de orde is. Vanàf zelfs maar de minste variëteit
moet echter met, dat woord zegt het al, betekenisverschillen rekening
worden gehouden. Maar met verschillen begint het … stelselmatig
pas. Want ertùssen bestaat tevens samenhang. Beheersing van
verschillen-in-samenhang is nota bene de crux van
integratie/systematisering en vergt nadrukkelijk àndere
veronderstellingen.
Verbetering kan vaak tot, zeg maar, kwantitatieve verandering van
uitvoeringsaspecten beperkt blijven. Een ander middel (lees ook:
voorziening) stelt je dan in staat sneller resultaat te bereiken en/of
meeromvattend te zijn en/of met minder inspanningen (tijd, geld) en/of
… Mits de openbare weg begaanbaar is, ben je op de fiets ergens
vlotter dan weer je zou zijn gaan lopen.
Kenmerkend voor dergelijke middelen is dus dat er, zeg ook maar,
kwalitatief juist helemaal niets — door — verandert. Wie
tot gebruik ervan overgaat, blijft immers hetzèlfde doel ermee
nastreven (en wil dat ook). Heroverweging van veronderstellingen
inclusief zèlfbeeld dat iemand eraan ontleent, is domweg niet aan de
orde. Afweging van voor- en nadelen gebeurt volgens òngewijzigde en
aldus vertrouwde criteria.
Kortom, het is betrekkelijk eenvoudig om iemand voor — een middel
voor — kwantitatieve verandering te interesseren.
Maar dergelijke verandering stuit vroeg of laat op grenzen door
veronachtzaming van wisselwerking (lees ook: wederzijdse
afhankelijkheden, interdependentie). Waar auto’s in de file
staan, fiets jij er langs. Om verder te komen (en om wat slechts
kwantitatief gericht tot ontsporingen leidde zo mogelijk te herstellen)
vergt ooit kwalitatieve verandering. Daarvoor moeten met voorrang
stelselmatig bemeten veronderstellingen gaan gelden met erkenning van
betrekkelijkheid van dien. […]
Wat (alweer) stelselmatige(r) veronderstellingen (lees ook: paradigma,
referentiekader, axioma’s) als het ware openen, is een ruimte met
àndere en meerdere mogelijkheden, een ruimte die met voortzetting van
de gevèstigde kwantitatieve koers zelfs principieel gesloten blijft.
Problemen die intussen vaak zelfs verergeren door alsmaar méér van
hetzèlfde, zijn stelselmatig pas oplosbaar. […]
Volgens een kwalitatieve verandering zijn uiteraard bijbehorend wederom
kwantitatieve veranderingen aan de orde. Een noodzakelijkerwijs
vòlgende kwalitatieve verandering ontmoet helaas altijd langdurig
verzet, terwijl problemen veroorzaakt door inmiddels averechtse
kwantitatieve veranderingen verergeren.
Indien elke situatie met een perspectief strookt[, …] biedt Metapatroon hoe dan ook de mogelijkheid van overzicht over willekeurig verschillende perspectieven in één … model.
Hoe dan ook is het idee van fijnmazige betrekkelijkheid helaas nog steeds niet doorgedrongen ter borging van stelselmatige bruikbare voorzieningen die immers op zulke variëteit moeten zijn berekend[. …] Een teken is niet zoiets als een algemeen geldig etiket per object. Mijn idee is zelfs radicaal dat èlk teken een verzoek tot inschikkelijkheid is, maw deelnemers aan een verhouding dient voor afstemming van hun gedrags- annex handelingsaandelen. [… Dus, v]olgens mijn strikt pragmatische opvatting is èlk teken daartegen juist meerzijdig gemikt, te weten op afstemming. […] Aan telkens nu eenmaal verschillende gedragsaandelen kùnnen per deelnemer slechts dienovereenkomstig verschillende betekenissen ‘vooraf’ gaan, […] nota bene herleidbaar tot afstemmingsbehoefte pèr deelnemer, dus verschillend tùssen deelnemers[. … I]ndien algemeen geldige betekenis domweg niet bestaat, mag zo’n illusionaire betekenis logischerwijze niet als oplossing aangenomen zijn[, maar … a]an die illusie houdt vrijwel iedereen, en doorgaans zonder het te beseffen, vast, nog steeds. Dat belemmert passende omgang met variëteit, dus ook nog steeds[.]