Pieter Wisse
Waarom gaat het (nog) niet goed met de realisatie van de elektronische overheid?
1. De elektronische overheid is onlosmakelijk onderdeel van het maatschappelijk (informatie)stelsel: informatieverkeer in het publiek domein.
2. Het publieke domein en het private domein zijn (ook) nauw vervlochten.
3. De domeinen zijn tegelijk regionaler èn globaler.
Infrastructuur voor één multiculturele, dus pluriforme samenleving is ànders.
What is infrastructure? From rails to rules.
Prima, de visie bestaat om <één> met <pluriform> te
verenigen.
Maar <ànders>, zeg ook zekere autonomie, vergt gecoördineerde ruimte.
Hoe realiseren we dat? Praktisch, dus!
Bestuurlijk voorbeeld bij uitstek: de gedecentraliseerde eenheidsstaat.
De huidige realisatie van de elektronische overheid enz. praktiseert
echter monocultuur.
Erger nog, allerlei monoculturen; verspreide opdrachtgevers annex uitvoerders
vormen per project/programma een aparte stam (voor stam, zie ook verderop).
Dat botst met reële pluriformiteit in éénheid (zie visie).
Werkelijkheid wint altijd: onbruikbare infrastructuur is feitelijk géén
infrastructuur.
Vergelijk het eens met een verzameling van talloze, allemaal kleine en geïsoleerd
levende stammen (tribes). Zeg dat elke stam nog een eigen monocultuur heeft.
Op een dag vervallen de grenzen tussen hun leefgebieden. De oorspronkelijke
losse verzameling wordt daardoor, zo is het gewoon, één samenleving.
Eerste infrastructurele opgave
Elke stam beschikt van oudsher over een ‘interne’ infrastructuur voor vervoer
van mensen en middelen. Kunnen dergelijke geïsoleerd opgezette infrastructuren
nu naadloos, zonder noemenswaardige inspanningen opgaan in de nieuwe,
gezamenlijke infrastructuur?
Vergeet het maar. Alom aanpassingen, inderdaad, from rails to rules.
Tweede infrastructurele opgave
Het resultaat van de omvattender, veel complexere samenleving is géén nieuwe
monocultuur. Vitaliteit vergt verschillen. De informatieve infrastructuur doet
dus méér dan faciliteren van pure signaaloverdracht (zulk faciliteren is nog
redelijk vergelijkbaar met traditioneel, dwz fysiek vervoer; zie de eerste
opgave; er bestaat ook allang een traditie van gestandaardiseerde voorzieningen
voor telecommunicatie).
Voor het gedragsspectrum in de multiculturele samenleving zijn
betekenisverschillen reëel. Simpel voorbeeld: hoeveel praktische betekenissen
heeft de term ‘blok’? Is de nieuwe, gezamenlijke infrastructuur als optelsom
van de oorspronkelijke, stammige infrastructuurtjes zomaar ‘gevoelig’ voor
noodzakelijke informatievariëteit?
Vergeet vooral dàt maar. Het is zelfs zo dat allereerst voor deze tweede, nota
bene als infrastructureel wezenlijk nieuwe opgave een structurele
oplossing(smethode) moet bestaan om wèrkelijk zinvol met de eerste opgave aan
de slag te gaan.
“Anders” gaat realisatie niet lukken.
5 december 2005, webeditie 2005 © Pieter Wisse