Metapatroon > informatieverkeerskunde > semantische variëteitsfocus
Vitale samenleving bestaat door wezenlijke betekenisverschillen.
Metapatroon instrumenteert respect voor reële verschillen.
in: Bauhaus in de informatiemaatschappij
Inderdaad heb je pas wat aan Metapatroon vanaf onontkoombare variëteit. Dat is dus bijna onmiddellijk.
Noodzaak van beheersing inclusief bevordering van reële betekenisverschillen blijkt reeds vanàf verrassend kleine schaal van informatieverkeer aan de orde. Ordelijk informatieverkeer op maatschappelijke, internationale schaal is daarom zonder passende harmonieleer al helemáál een illusie.
in: Informatiekundige harmonieleer
Attempts to establish an integral information model based on uniform concepts, when the world-out-there must be characterized by conceptual pluriformity, can only fail. […] A viable approach to conceptual information modeling, therefore, must start with the recognition of differences as they really exist. […] Metapattern starts from the premise of recognizing differences; this is its first principle.
in: The pattern of metapattern: ontological formalization of context and time for open interconnection
Voor het gedragsspectrum in de multiculturele samenleving zijn betekenisverschillen reëel.
in: Informatieverkeer en de tweede infrastructurele opgave
De reële, zeg maar, semantische opgave op maatschappelijke schaal krijgt echter meestal (nog) geen erkenning. Dat is begrijpelijk, want het is ook een nieuw probleem dat pas serieus speelt sinds digitale verbindingsmogelijkheden praktisch alomtegenwoordig zijn: netwerksamenleving.
in: Semantiek, interoperabiliteit en infrastructuur
Voor de heuse informatiemaatschappij is […] zgn variëteit van betekenissen karakteristiek. Dàt vormt het omslagpunt, te weten van overal geïsoleerd ènkelvoud naar samenhangend méérvoud.
in: Omslagpunt
De mogelijkheden voor letterlijk onbegrensde verbindingen stellen kwalitatief nieuwe eisen aan samenhang. Dat lossen we niet op met louter méér digitale tèchniek, maar vergt semiotische heroriëntatie. We moeten de kunst en kunde van conceptuele modellering weer van de grond af òpbouwen. Reeds in het fundament moeten nodige en voldoende, zeg maar, voorzieningen aangebracht zijn voor passende betekenisvariëteit.
in: Aantekeningen over informatiemodellering met Metapatroon
De aard van dergelijke afstemming is in eerste aanleg semantisch. […] Met het accent op betekenissen staat dit vraagstuk bekend als […] semantische interoperabiliteit.
in: Willen de èchte basisregistraties...?
[S]amenhangende verschillen [vormen] het hoofdthema van zgn semantische interoperabiliteit.
Het brandpunt voor borging van semantische variëteit ligt logisch waar interoperabiliteit maximaal varieert. Dat is per definitie niet bij een enkel zgn domein (want dat ontkent feitelijk overige domeinen, ten onrechte), wèl bij de ene burger en het ene bedrijf als actor.
in: Semantiek, interoperabiliteit en infrastructuur
Principieel en positief (!) moeten we het hebben over de reële praktijk van betekenisvariëteit. Daarbij gaat het niet om moeilijk vergeleken met gemakkelijk. De wezenlijke factor is de schaal waarop betekenissen samenhangend beheersbaar moeten zijn en aldus tevens kànsen met informatieverkeer faciliteren. Daaruit volgt (pas) wat qua methode daadwerkelijk zo gemakkelijk mogelijk is.
In een sekte heerst een betekenismonopolie, terwijl een open samenleving juist dankzij diversiteit bloeit. Dat moet wèl evenwichtige diversiteit, pluriformiteit zijn. Die is nu eenmaal onbereikbaar door sektes te stapelen.
in: Omslagpunt
Zodra het wat ingewikkelder wordt, hapert informatievoorziening alom. Weliswaar knopen overal organisaties in ijltempo voorheen gescheiden informatiesystemen aan elkaar met de allermodernste techniek. Maar doorgaans gebeurt dat zonder informatiekundig besef van noodzakelijkerwijs gevarieerde betekenissen van, inderdaad, informatie. De structurele oplossing is te komen tot één informatiestèlsel. Daarin moet dienovereenkomstig eenduidige conceptuele ordening heersen, dus met aanwijsbare betekenisovereenkomst èn -verschillen. Deze nieuwe infrastructurele opgave vergt een nieuwe discipline: civiele informatiekunde.
in: Voor ‘onthapering’ is civiele informatiekunde onmisbaar
[I]n het informatiekundige vlak ontbreekt […] een kritieke voorwaarde voor samenhang. Want naar zijn aard is de informatie die afgestemd moet raken, nogal heterogeen. Dat kan ook niet anders, omdat diverse belangen tot uitdrukking (moeten) komen. […] De vraag is dan hoe er desondanks verband mogelijk is.
Er is […]een andere kijk op informatie nodig. Het is nu eenmaal zo, dat maatschappelijke partijen deels gelijke en deels afwijkende belangen hebben. Zij hanteren dus dienoverkomstig afwijkende begrippen, terwijl er tegelijk wel degelijk ook overeenkomsten zijn. De verwarring ontstaat door ontkenning van zulke begripsdifferentiatie.
in: Wie verdient ontslag uit overheidsdienst?
[D]e contextuele variëteit moet principieel ònderdeel vormen van het informatiestelsel. […] Voor praktische oplossing van het informatievraagstuk kan niemand reële verschillen inclusief hun samenhang verwaarlozen.
in: Veel onsjes méér
Op stelselschaal, al helemaal zodra die internationaal moet gelden, zorgt zo’n absoluut klinkend etiket voor beperkte inhoud voor verwarring. […] Voor betekenisordening op (inmiddels) relevante stelselschaal moeten dergelijke contexten in formele zin ‘nodig en voldoende’ expliciet toegevoegd zijn.
in: Stelselmatige semantiek door Gemeenschappelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA)
[He]t groeiende netwerk voor steeds intensiever informatieverkeer wordt […] door een alsmaar heterogenere verzameling deelnemers gebruikt voor alsmaar gevarieerdere interacties. […] D[oor] het ruimere bereik met informatieverkeer […] voldoet singuliere omgang met betekenis niet langer. Zonder stelselmatige aanpak van betekenissenvariëteit blijft productieve aansluiting enzovoort illusoir.
in: Semantische kans door financiële crisis?
A semiotics of identity management provides the enlarged framework required for the requisite variety.
in: Semiotics of identity management
Het wezenlijke thema is stelselmatigheid. Trek de horizon zo weids mogelijk, opdat ruimte ontstaat voor elke relevante situationele gedragsverbijzondering annex contextuele informatieverbijzondering.
[Stelselmatige] semantiek/pragmatiek is zowat compleet anders dan de impliciet contextloze benadering die de thans gangbare informatica kenmerkt. Die stoelt op valse aannames, blijft feitelijk op syntax steken, wat botweg verhindert — er zijn trouwens nog veel meer obstakels — om voor reële betekenissenvariëteit passende verkeersvoorzieningen te treffen. Dat lukt pas volgens stelsellogica. Nogmaals, stelsellogica is ànders, punt.
in: Digitale architectuur door-de-schalen-heen: van informatiesysteem tot en met -maatschappij
Op verkeersschaal is betekenisvariëteit regel, punt. Dat vergt een methode voor betekenisordening, traditioneel gezegd voor conceptuele informatiemodellering, die open is in de zin van aanpasbaarheid. Daarvoor [is] Metapatroon ontwikkeld. Betekenis kan ermee eenduidig verbijzonderd zijn volgens bijbehorende context (inclusief tijd). De kennisleer waarop Metapatroon stoelt[, heet] subjectief situationisme.
in: Oplossing van ordeningscrisis
[O]pheffing van informatieve zelfvoorziening, noodzaakt tot, zeg maar, interculturele afstemming. Want gelijkluidende informatie uit voorheen geïsoleerde instrumenten betékent niet domweg hetzelfde. Zo zijn er talloze overheidsregelingen met allemaal 'woning' als object. Telkens betékent woning echter net, of zelfs behoorlijk, wat ànders. Is een klant een crediteur? Ja, natuurlijk! Nee, tegelijk óók anders!
in: Voor ‘onthapering’ is civiele informatiekunde onmisbaar
Reële betekenisvariëteit verdient erkenning, zelfs impuls. Wie daarentegen reële variëteit wil reduceren, veroorzaakt juist een ònoplosbaar probleem.
in: Wondermiddel
Het wezenlijke aspect van informatievoorziening betreft informatie.
Tot zover zeg ik natuurlijk niets verrassends. Maar vergeet niet dat
informatie een handelingsfactor is. Wie dat meeneemt, beseft dat die
verschillende informatiesystemen niet zomaar … verschillend zijn.
Ze zijn afgestemd op bepaalde handelingssituaties. Het is daarom puur
logisch dat ook de relevante informatie van situatie tot situatie op
z’n minst deels verschilt. Bijvoorbeeld, wat ‘we’
over een woning moeten weten voor een huursubsidie wijkt af van de
informatie die de grondslag biedt voor heffing van onroerend
zaakbelasting. […] Integratie moet wèl altijd reële verschillen
van informatie behouden. […]
Je moet […] niet alleen standaardisatie, maar ook variëteit als
wezenlijk voor een heus informatiestelsel waarderen. Dat is de crux, ik
bedoel evenwicht in het stelsel tussen overeenkomsten en verschillen.
[…] De [ooit] probleemloze standaardisatie van betekenissen in
een plaatselijke toepassing geldt [vervolgens] voor een
informatiestelsel als onfeilbaar recept voor mislukking, punt.
[…]
Met stelsellogica is het evident dat de ruimte voor reële
betekenisverschillen tegelijk leidt tot het optimum voor
overeenkomsten. Nota bene, daarin heerst geen tegenstrijdigheid, maar
hun harmonie geldt volgens een àndere logica, die van het gehele
stelsel.
in: Stelsellogica
[S]telselmatigheid van informatievoorziening [volgt] radicaal de omgekeerde benadering, dus van buiten naar binnen. De extreme opvatting luidt dat de gehele wereld één informatiestelsel behelst. Voor die uiterste schaal is het evident dat betekenissen variëren. De borging van samenhang ligt praktisch in een universele methode voor eenduidige, tevens veranderlijke betekenisdifferentiatie: Metapatroon. Dankzij het middel voor stelselmatige betekenisordening verkrijgen ‘lokale’ betekenissen hun precieze positie ìn samenhang.
in: Civiele informatiekunde vergelijkenderwijs
[O]ntwerp van een informatiestelsel is in allerlei opzichten anders. Dan wat? Hoe anders? De begripsdifferentiatie moet afgestemd zijn op samenhang over een veel en veel breder spectrum dan waarvan bij een apart, zelfvoorzienend informatiesysteem sprake is. Dat scheelt allereerst kwalitatief, dus in conceptuele benadering. [ … Daarvoor [is] contextoriëntatie onontbeerlijk […].
in: Stroomlijning tot informatiestelsel: samenhang in de openbare sector door variatie in maatvoering
Evenwichtige opzet vergt volgens een informatiekundige relativiteitstheorie zelfs het omgekeerde uitgangspunt. Met andere woorden, betekenissen variëren stelselmatig, vandaar semantische variëteit. […] Dankzij zo’n relativiteitstheorie voor semantiek passen voorheen meestal apart opgezette voorzieningen in één en hetzelfde referentiekader met alle voordelen van hergebruik e.d. van dien.
in: Informatiediensten in relativiteitsperspectief
Het aanvankelijke conceptuele modelleringparadigma, dat wil zeggen voor gescheiden informatiesystemen zonder semantische complicaties, blijkt voor het onvermijdelijk gemengde informatiestelsel onvoldoende variëteit te waarborgen. In het mengsel vergt eenduidige beheersing van variabele betekenissen annex gedragingen domweg extra maatregelen. Dat komt neer op toevoeging van situationele aanduiding.
in: Metapatroon voor variëteitsborging in modelgedreven ontwikkeling
One meaning doesn’t fit all, on the contrary. Rather, it should be recognized that relevant interpretational differences represent, even supply, new opportunities.
In dit verband speelt de basisfout op, dat ongelijke antwoorden zouden wijzen op inconsequent gedrag van burger en bedrijf. Maar juist reële verschillen zijn consequent.
in: Basispuzzel met stelselmatige registerstukjes
[T]here is more, much more, to take into account for identity management than virtual access control to digitally coded information resources.
in: Semiotics of identity management
With the need for integrating growing diversity, uniform concepts no longer hold sufficient variety. By super-imposing the concept of context, and especially by doing so combined with the concept of time, earlier uniform concepts are given enough room to shift their meanings to pluriform usage.
in: The pattern of metapattern: ontological formalization of context and time for open interconnection
It is especially when account must be taken of essential differences that Metapattern supports necessary and sufficient elaboration while maintaining cohesion.
in: Metapattern for converging knowledge management with artificial intelligence
Especially advantageous is that various perspectives are all treated in a single model, and comprehensively so, enabling controlled optimization for shifting from one perspective to another. An operational information system genuinely exhibiting such multiple perspectivism is not simply an artifact for the so-called semantic web. Rather, it exemplifies the pragmatic web of stakeholders.
Dat verandert radicaal, indien de module op een open infrastructuur
aangesloten raakt. Dat is wat er met zgn webtechnologie gebeurt. Het
uitgangspunt voor beheersing is dan niet langer uniformiteit met
verschil als uitzondering. Daarvoor moet verschil als uitgangspunt in
de plaats komen. Nogmaals, dat is zelfs de voorwaarde voor zo veel
mogelijk reële uniformiteit.
Beheersing van begripsdifferentiatie vergt erkenning van situationele
variatie ìn het conceptuele informatiemodel. Vertaald naar concrete
informatievoorziening verschijnt informatie stelselmatig in een
context. Zo'n context is op zijn beurt eveneens informatie. Het
optimale begrippenkader is daarom recursief.
in: Constructieve filosofie in informatiemanagement
In een ketenproces leveren de schakels noodzakelijkerwijs gedifferentieerde bijdragen aan het uiteindelijke procesresultaat. Want anders is zo’n schakel overbodig, nietwaar? Dat geldt nogeens sterker voor — bijdragen van diverse schakels in — een zgn netwerkproces. In de open netwerksamenleving met veranderlijke processen moet betekenisvariëteit daarom zelfs infrastructureel gefaciliteerd zijn.
in: Semantiek, interoperabiliteit en infrastructuur
De[rgelijke] beperking is illustratief voor de ontwerpbenadering, waarbij de variëteitbeheersing aangepast is aan (lees ook: beknot is door) de illusie van universele betekenis. Het bereik is simpelweg bepaald door wat haalbaar geacht wordt met voorgestelde definities. […] Dat biedt natuurlijk geen realistisch fundament voor beheersing van maatschappelijk verkeer, dat immers inherent gevarieerder is. Daarbij heeft variëteit nogeens een open karakter; uitputtende, ònveranderlijke opsomming is nu eenmaal (en dus ook andermaal) onmogelijk.
Extrapolatie van gangbare automatiseringspraktijk zoekt oplossing in absolute betekenisstandaardisatie. Op de schaal van het maatschappelijk verkeer dat o.a. de (beoogde) basisregistraties moeten faciliteren bestaan echter reële betekenisverschillen. De traditionele methode voor kleinschalige semantiek (volgens valse aanname van betekenisgelijkheid) werkt daarvoor zelfs averechts.
in: Willen de èchte basisregistraties...?
Vanaf een bepaalde schaal inclusief gebruiksintensiteit loont het om — voorzieningen voor — betekenisafstemming respectievelijk –ordening niet langer ad hoc, dwz pèr toepassing te regelen. Een stelselmatige opzet biedt echter slechts een daadwerkelijke òplossing, indien de reële betekenisvariëteit eenduidig valt te modelleren. Dat lukt met een modelleermethode waarmee context zowel gelijktijdig als achtereenvolgens kan variëren: Metapattern.
in: Taakoriëntatie: basisregistraties in de praktijk
[I]t has become difficult, if not impossible, to recognize that society at large is not hierarchically organized as far as meanings go. In other words, there doesn’t simply exist a mechanism to enforce semantic standards. Instead, variety rules.
in: Do you run an ERP software company?
De veronderstelling is zelfs contraproductief om betekenisdefinities absoluut te standaardiseren. Want dat is te simpel, in elk geval in de huidige pluriforme samenleving. Het gaat erom de juiste verhouding tussen overeenkomsten en verschillen te treffen.
in: Aantekeningen over informatiemodellering met Metapatroon
The contextual turn of Metapattern may look deceptively simple; however, its implications are far-reaching. Unambiguous control of structural information variety can now be indefinitely extended.
in: On metapattern and other themes in information management
[D]e huidige aanpak [is] risicovol […], omdat die ... nooit kan werken gelet op de semantische variëteit op wat inmiddels operationele schaal van informatievoorziening is. Of je wilt of niet, er is geen andere keuze dan vernieuwing. De grootste, nee, de enige zekerheid ligt in de benadering met zgn passende variëteit.
Dat klinkt alsof betekenisvariëteit een probleem is, dat beslist òpgeheven moet zijn, wèg dus. [… A]ls het ware tégen beter weten in, moet en zal er dus voor de zoveelste keer zo’n absolute definitie worden voorgesteld. Op maatschappelijke schaal met kenmerkend pluralisme is en blijft zo’n voorstel echter altijd botsen met één en/of ànder belang.
[E]en absoluut geldige definitie […] is op betrekkelijk geringe schaal al een illusie. Nogmaals, dynamiek van vruchtbare samenwerking bestáát zelfs bij de gratie van evenwicht tussen verschillen en overeenkomst.
in: Overuren
Ik zou zeggen, dat het ligt aan de groeiende complexiteit van samenleving. We regelen van alles en nog wat. Per regel is enige bijziendheid praktisch onvermijdelijk. Voor de begrijpelijkheid pèr regel gaat dat met onze taal allemaal nog goed. Inherent aan taalgebruik is immers context. Die pikken we dankzij opvoeding, opleiding en ervaring meestal duidelijk genoeg op. Er is daadwerkelijke nooit, herhaal, nooit sprake van een ènkele term, te weten in isolement. Altijd is er óók context. Dat zit reuze listig in elkaar. Zo kunnen diverse termen elkáárs contexten vormen … Dat krijgen we al met de paplepel ingegoten. Als we erop zouden moeten kauwen, raakten we ons de inherente contextualiteit van taal stellig gemakkelijker bewust.
Het probleem met betekenissenvariëteit draagt een stelselmatig karakter. De theorie moet dus navenant stelselmatig zijn. Je moet niet naar, maar vanuit overzicht werken. Ik gooi er weer een gezegde tegenaan: Een plaats voor alles en alles op z’n plaats. Pas langs die ‘weg’ kom je op netzo passend gereedschap uit.
Metapatroon [is] een informatiekundige relativiteitstheorie […].
[Wie] “domein” [onverminderd apart] positioneert, zie[t] de gehele informatiemaatschappij in semantisch opzicht blijkbaar in zulke delen náást elkaar gesplitst. Dat lijkt mij juist door vernetwerking echter niet langer een houdbare aanname.
in: Redactionele correspondentie over de tekstbundel Interoperabel Nederland
(Pas) als je eenmaal het idee van betekenisuniformiteit loslaat en erkent dat betekenissenvariëteit de regel moet zijn op wat feitelijk één ruimte is voor informatieverkeer, kan je je voorstellen dat voorwaarden voor evenwichtige verhoudingen nooit ontstaan door je dáárvoor louter als deelnemer te blijven opstellen. Dàt is de stap naar infrastructuur, dus óók voor informatieverkeer. […] Stel dat je ‘m zet. Nu gebeurt er iets dat vanuit het paradigma van simpele semantiek contraintuïtief, zelfs ònlogisch is. Maar vanuit het stelselmatige paradigma is juist niets logischer … De betekenissenvariëteit vormt aanleiding voor infrastructuur. Maar betekenissen zijn behalve meervoudig tevens veranderlijk. Daaruit volgt als eis aan infrastructuur, dat zij verkeersdeelnemers zoveel mogelijk vrijheid moet laten, zelfs bieden, voor hùn — ontwikkeling enz. van — betekenissen. Dat bevordert maatschappelijke dynamiek, welvaart …
in: Redactionele correspondentie over de tekstbundel Interoperabel Nederland
Het scheppen van orde in zo’n chaos vergt explicitering van reële verschillen van informatie èn tegelijk van samenhang tussen zulke verschillen. De benodigde methode is Metapatroon.
in: Uit het moeras van stam- en basisgegevens
Dat ligt aan de zgn netwerkmaatschappij, dat wil zeggen een samenleving waarin alsmaar meer mensen alsmaar intensiever communiceren over alsmaar meer onderwerpen … waardoor tegelijk die onderwerpen, mensen en samenleving veranderen. Dat stelt eisen aan infrastructuur voor informatieverkeer. We ‘moeten’ als hoofdthema de ordening van betekenissenvariëteit erkennen.
in: Stelselmatige syllogistiek met Metapatroon
Maar uniformiteit is überhaupt een illusie. Variëteit, dus. En als je met voorrang de reële betekenissenvariëteit niet beheer(s)t, populair vaak semantiek genoemd, blijven “technische eisen” zelfs irrelevant. Overigens zijn eventueel afwijkende technische implementaties vrijwel altijd eenvoudig ‘koppelbaar,’ ofwel, maak je dáárover juist niet zo druk, — mits betekenissen als samenhangende verschillen geordend zijn!
If we could help building critical mass for the, say, scale-less brand of semantics, it's by definition … generally relevant.
in: note 47.5
The dia-enneadic model grounds Metapattern, which is a method for information modeling regardless of scope. In other words, Metapattern allows for semantic variety. Thus, information exchange can be facilitated, even promoted, in the pluriform, multicultural, or whatever society.
in: note 47.19
(Modelleren met) Metapatroon maakt aannemelijk, dat betekenissen juist door verspreiding elk nodige en voldoende uitdrukking krijgen.
in: Wittgensteins onderzoekingen semiotisch onderzocht
Wat conceptuele modellering heet, dwz het ontwerpen is van een ordening van betekenissen, moet beginnen èn eindigen met erkenning van dienovereenkomstige reële variëteit. Variëteit van betekenissen, dus.
in: Metapatroon als logica van goedverbijzonderde informatiemodellen
Netzo stapelen mislukkingen met stelselmatig bedoelde voorzieningen voor informatieverkeer zich op, waar relevante betekenissenlogica onbekend is. Wat daarvoor vrijwel alom nog ten òntechte doorgaat, komt neer op louter een vormenlogica. Dat gebeurt doorgaans impliciet, wat (h)erkenning van de principiële belemmering resp. aanvaarding van productiever paradigma ernstig bemoeilijkt.
in: Ik zie, ik zie …
Omdat Metapatroon daarentegen principieel volgens context laat verbijzonderen, raakt daarmee de problematische ònbepaaldheid van contextloze pogingen pas inzichtelijk c.q. vatbaar voor oplossing.
De kritieke verandering voor deugdelijke facilitering van informatieverkeer betreft besef van meervoudige betekenissen[.]
in: Mooi meegenomen
Hieruit volgt simpel dat formalismen zònder voorziening om die signifische spreiding te faciliteren, of spreiding methodisch zelfs helpen onderdrukken, averechts werken. Er geldt in informatieverkeer vanaf geringste schaal immers reële betekenissenvariëteit (wat niets anders blijkt dan een aanduiding die ik gebruik voor signifische spreiding).
in: Signifische onlosmakelijkheid met passende formalisme(n)
Zodra er van alles en nog wat valt te coördineren, moeten we van alles en nog wat serieus nemen. Een mooi woord voor van alles en nog wat is: variëteit.
Wie geen acht slaat op de kwalificatie “in some respect or capacity,” hanteert prompt een averechts taalbegrip. Voor dagelijks (taal)gebruik maakt dat weinig tot niets uit, maar is noodlottig als steekhoudende verklaringen nodig zijn. Die zijn onmisbaar o.a. voor het opstellen van informatiemodellen waar reële betekenissenvariëteit aan de orde is. Dat geldt reeds vanaf de kleinste schaal van informatieverkeer. Als modeleermethode annex –taal met zgn passende variëteit ontwikkelde ik daarvoor Metapatroon (Engels: Metapattern) .
Zonder oog voor betekenissenvariëteit houdt vooringenomenheid met — exclusiviteit van — vormverwerking aan.
Het woord reëel zegt het natuurlijk al, reële betekenissenvariëteit laat zich nu eenmaal niet elimineren. Met de kop in het zand krijgt voorrang voor betekenissen (lees ook: inhoud) echter geen erkenning.
Omdat ik de methode annex taal opzettelijk zo begripsloos heb ontworpen, kenschets ik Metapatroon o.a. als taal zonder eigenschappen[.]
in: Wat is reële variëteit ook alweer?
Er bestaat nog altijd geen serieuze informatiekunde, althans niet als vàk met opbouwend paradigma. […] (Ook) informatiekundig gebrek wortelt onverminderd in overheersend èn belemmerend geloof in […] atomair materialisme resp. modern materialisme […]. Dat loopt immers steevast averechts uit op semantisch simplisme.
in: Stilstand
Tja, multirealiteit … Ik kende die term niet, maar wat ‘men’ er thans blijkbaar mee bedoelt is precies waarvoor ik ooit (1990) Metapatroon bedacht. Dus zgn contextuele verbijzondering als methodisch beginsel voor betekenissenordening volgens verschillen-in-samenhang.
in: aantekening 52.6
We certainly agree on the critical importance for an open society of context and time for disambiguating — loosely put — information content, or meaning.
in: note 53.1
Information is always … form. It is an object form-ed to take
‘in’ something of a different order — which
‘makes’ it a sign(ature) — to facilitate subjective
interaction: intersubjective behaviour.
As part of sign production, a signature is staged: context. More
information, related …
Context is lightly forgotten in both theory and practice. A possible
explanation is that staging may pertain to less durable objects.
Another is that their perception lies outside of focus, which
‘means’ that they are less noticed in the first place; no,
overlooking context is out of the question. Yet, an unambiguous
boundary is impossible to draw for context. Then, the pseudo-control of
concentrating on signatures is favoured.
Limiting storage to signatures, thus eliminating contexts, promotes
ambiguity.
Whatever use of information constitutes yet another interaction, from
which additional signs may, and usually will, originate.
As a sign (also read: information), in practice an object is not
exclusively ‘about’ itself. In fact, it usually is hardly
about itself, if at all.
Depending on the (in)formal rights at stake, whatever use(s) are
considered, et cetera, information should be added: metainformation.
De-sign-nating information as metainformation aims at halting
regression at the earliest possible moment (privileging its
‘author’). Otherwise, metametainformation should be
included, and so on …
What is generally spoken of as metainformation may serve the purpose
of context and/or to facilitate managing (more) original
information.
in: note 53.6
What starts by recognising a need for metainformation should not
lead to separate information. It ‘simply’ all is
information, including information on relations for particular
purposes. It is easy to fall into the trap of making separate
provisions when, say, physical modes of information are still
different. With original signs ‘on’ paper, metainformation
is now provided for on a digital basis.
With original information increasingly, in fact, on a massive scale,
in digital ‘form,’ this division is no longer forced upon
the practice of archiving/information management. It is high time to
adjust theory.
If the semiotic ennead already gives a better idea of the nature of
interpretation, it confirms that context should not remain an
afterthought for archiving. Instead, an integral approach is required.
Metapattern is a language/method for such integral modelling.
in: note 53.6
I am convinced that ‘we’ need contextualism for real-life variety. It follows that contextualism should also, even especially so, be incorporated from the ‘ground’ up in the information systems that we help design, develop, and so on. So, let’s push it.
in: note 53.16
Hoezo, toekomst?! Hier en nu is betekenissenvariëteit in maatschappelijk verkeer reëel. Of willen ‘we’ soms lid zijn van een sekte? We leven in een pluriforme samenleving waarin de — ook nog eens veranderlijke — betekenissenvariëteit stellig blijft toenemen. Het beginsel is helemaal niet zo ingewikkeld, integendeel, mits we uitgaan van verkeer en elkaar volgens evenwichtige verhoudingen (!) als deelnemers — nota bene, naar omstandigheden ook nog eens in verschillende hoedanigheden — erkennen.
in: Vernieuwing volgens Duivesteijn, lessen voor infrastructuur voor informatieverkeer
Als u mij toestaat, waag ik een poging aan te knopen op wat ik vermoed dat u als journalist stellig interesseert. Dat is taal. In uw hoedanigheid bent u beslist een kritische taalgebruiker. Zo herkent u prompt, dat een zinnetje als “Zij heeft moeite met blokken” vatbaar is voor velerlei uitleg. Is er een bezorgde moeder aan het woord die op een verjaarsfeestje uitlegt waarom haar dochter op school is blijven zitten? Of verklaart de coach van een volleybalteam aan de clubvoorzitter, waarom zij een speelster uit het eerste team zette? Er kan ook een medewerker van een consultatiebureau aan het woord zijn in gesprek met de vader van een peuter. Enzovoort. Voor eenduidige betekenis is altijd context nodig. Inclusief context is betekenis pas … concreet.
[P]sychologische gedragsbepaling is door-en-door situationeel georiënteerd. Dienovereenkomstig is taal(gebruik) door-en-door contextueel. Dat besef is nog steeds niet doorgedrongen voor de opzet van digitale infrastructuur voor informatieverkeer. Hoe schrijf je dat wervend èn duurzaam overtuigend op? .
De enneade als axiomatisch stelsel voor subjectief situationisme is opzettelijk door en door op variëteit gericht. Daarvoor staan de elementen borg die toegevoegd zijn aan Peirce’s triade-plus-grond. Teken betreft één van drie dimensies. […] Een individu kan zich variabel gedragen, zich oriënterend op zowel wat hij ervaart als situatie als wat hij eraan wil veranderen (volgens zijn verwachting als gevòlg van zijn gedrag resulterend in een andere situatie). Daaraan stellen de enneadische axioma’s nadrukkelijk géén beperking. Aan situationeel gedrag van een individu ligt steeds een gemotiveerd begrip ten grondslag. Zo’n begrip resulteert uit semiosis, zoals het semiosis voedt, enzovoort. Dat beschouw ik in navolging van Peirce als cyclische dynamiek, met dien verstande dat achtereenvolgende momenten niet door triadische elementen bepaald zijn, maar door enneadische dimensies (met op hùn beurt elementen).
Er valt pas redelijk wat van taal(gebruik) te begrijpen enz. door te letten op betrokken subjecten en hun situaties. Zolang die verbijzonderingsfactoren feitelijk ontkend blijven, […] kunnen voorzieningen voor taalgebruik (lees ook: teken- c.q. informatieverkeer) ònmogelijk reële betekenissenvariëteit faciliteren. Dat gebrek manifesteert zich thans in zgn informatiesystemen op basis van digitale technologieën. Ondanks aantoonbare mislukkingen, ondanks verspilling van geld, moeite en tijd is er nog steeds géén ruimte voor vervanging van axioma’s.
Enneadisch beschouwd bestaat een teken uit een configuratie van signatuur èn context (en intext). Wat bekend staat als term, is nog slechts wat voor een signatuur doorgaat. Die staat nooit lòs van een context. Maar veel taalkundigen enz. doen alsof dat wèl kan, zelfs nodig is, en zodoende raken zij voor begrip van deugdelijke voorziening voor eenduidigheid hopeloos verdwaald. […] Het bereik van informatieverkeer dat met digitale technologieën gefaciliteerd wordt, is sterk toegenomen en groeit nog steeds. Op die schaal met dienovereenkomstige betekenissenvariëteit […] schiet het idee tekort van een aparte term als, vooruit, zoiets als betekenisdrager.
Een beschaving als dynamische samenleving gedijt bij de gratie van samenhangende verschillen. Wie mikt op “gezamenlijkheid” gaat daaraan voorbij. Sterker nog, het opleggen van “gezamenlijkheid” frustreert maatschappelijk verkeer waarvoor variëteit immers kenmerkend is. Informatiekundig vergt “inhoud” daarom facilitering van — veranderlijke — betekenissenvariëteit inclusief samenhang. Die opgave telt op maatschappelijke schaal, waarin o.a. overheid dan prima past. Infrastructuur voor digitale facilitering van informatieverkeer moet dus kunnen dienen voor willekeurig maatschappelijk verkeer. Dàn verdient het pas de aanduiding met infrastructuur […].
De belangrijkste oriëntatieslag geldt reële variëteit van betekenissen. Voor een apart informatiesysteem zijn betekenissen doorgaans redelijk ònproblematisch. Dat heeft ertoe geleid, dat een informatiedrager klakkeloos wordt geïdentificeerd met ‘zijn’ betekenis. Zeg maar dat ertussen een 1:1-verhouding geacht wordt te bestaan. Die simplistische aanname werkt prompt averechts vanaf zelfs maar de minste schaalverruiming van verkeersstelsel. Denk aan de verwarring wanneer meerdere mensen hetzèlfde woord door elkaar heen roepen, alsmaar luider. De kortste blik in een woordenboek verduidelijkt reeds dat een willekeurig woord verschillende betekenissen kan ‘dragen.’ Voor eenduidigheid van betekenis is zo’n enkel woord onder die gewijzigde omstandigheden dus niet langer genoeg. Er moet altijd nodige en voldoende context bij. Voor een bepáálde betekenis moet de, zeg maar, informatiedrager in kwestie dus dienovereenkomstig uitgebreid zijn. Dat vergt op zijn beurt passende tèchnische voorzieningen. In elk geval schiet — digitale — techniek die — nog overwegend impliciet — kleinschalig mikt op enkelvoudige betekenissenordening, dwz zònder reële variëteit, principieel tekort.
in: aantekening 59.4
Sterker nog, dat is zelfs niet “steeds moeilijker,” maar zelfs principieel onmogelijk zònder paradigmawissel resp. methode volgens rijker paradigma. Op basis van subjectief situationisme kan Metapatroon dienen als modelleermethode. Voor zover expliciet verbijzonderd èn onderling samenhangend worden — tekens over — situationele ob- resp. subjectgedragingen in een “totaalbeeld, “ dus stelselmatig, opgenomen. [… E]en dienovereenkomstige uitdrukkingsmethode [is] onontbeerlijk voor ontwerp van voorzieningen voor informatieverkeer, dwz ter facilitering van deelnemers voor —ontwikkeling van — allerlei situationele gedragingen. Dat vergt zgn openheid. Ook — en vooral? — wat op enig moment niet bekend is resp. niet bekend kàn zijn, moet, indien gewenst, later ‘soepel’ verlopen. […] Onder de noemer van verkeer is het zelfs zo dat èxpliciet de onderlinge betrekkingen van persoonlijkheden, meervoud dus, aan de orde — moeten — zijn.
Voor digitalisering heerst het waanidee dat betekenis voor alle deelnemers aan informatieverkeer uniform moet zijn. Dat kan wie zich de (over)heerser waant nu wel willen, maar volgens de gangbare opvatting van zeer beperkte informatiedragers is dat onzin. Over terecht gesproken, deelnemers weigeren samenwerking volgens zulke valse standaardisatie. Zij zien daardoor immers … gefrustreerd wat voor hùn als relevante betekenis telt. Maar omdat zij niet begrijpen waaraan dat ligt, blijven zij volharden in tegenwerking (en zien daardoor feitelijk àf van deelname). De omslag naar opbouwende instelling, en zo door naar samenwerking op passende verkeersschaal, vergt 1. erkenning van reële variëteit van betekenis èn 2. een praktische manier van omgang met zulke verschillen-in-samenhang.
[Dat] is dus zeker niet allemaal onzin, maar wèl grotendeels irrelevant voor de daadwerkelijke opgave om infrastructurele voorzieningen voor informatieverkeer te helpen realiseren. Want dáárvoor verdient het ontwerpen van een informatiemodel met passend verkeersbereik voorrang. Wèg complexiteit!
Dan geef ik de voorkeur aan een schema oid met zgn passende variëteit. Dat kan wennen zijn, een paradigmawissel is nooit eenvoudig, maar vervolgens is natuurlijk zo’n passender paradigma wel zo … eenvoudig.
Wat de enneade aangeeft, is dat een begrip (lees ook: concept) altijd gemotiveerd is. Daarmee komt dan situationeel gedrag overeen, of wel een feit is — eveneens — een configuratie (tevens strokend met een teken als configuratie van signatuur en context). […] Dat pakt voor hetzelfde subject op verschillende momenten anders uit. En ook voor verschillende subjecten op hetzelfde tijdstip. Als dat de zgn reële variëteit is, vergt facilitering van informatieverkeer tussen subjecten voorzieningen met pàssende variëteit.
Ingewikkeld? Er is op reële schaal van informatieverkeer, stelselmatig, nu eenmaal variëteit, ook nog eens veranderlijk.
in: aantekening 65.8
[V]an een feitelijke waarde [valt] ònmogelijk […] aan te nemen dat zij algeméén, dwz vast en zeker door iederéén, wordt gedeeld. Beter gezegd, dat iederéén eraan deelneemt, en dan ook nog eens àltijd (want anders had Plato zich stellig de moeite van het opstellen van zijn socratische dialogen bespaart). Als waarden niet absoluut gelden, helpt wellicht zoiets als een metawaarde. Voilà, het verschilbeginsel. Met Metapatroon kunnen betekenisverschillen worden gemodelleerd, met methodische ordening als hulpmiddel voor borging.
Metapatroon is een (modelleer)methode voor samenhangende betekenissenvariëteit. In hun veranderlijke verschillen moeten betekenissen immers ordelijk bijgehouden zijn ter facilitering van informatieverkeer òngeacht verkeersbereik. Daarvoor telt èlk verschil[. …] Ik benadruk wat meestal on(der)belicht blijft. Indien verschillen op zichzèlf genomen kunnen blijven worden, zouden ‘we’ ze domweg náást elkaar kunnen resp. moeten laten bestaan en zodoende — ook blijven - veronachtzamen. Verschillen zijn echter principieel betrekkelijk, naar hun aard hangen ze tevens samen. […] Hoe dan ook wijst erkenning van reële (probleem- c.q. kans)variëteit inclusief samenhang (lees ook: interdependentie) op de noodzaak van methodische omgang ermee.
De talige ordening moet […] voorrang krijgen; daarvan àfgeleid gelden technische voorzieningen. Anders dreigt voor de zoveelste keer, dat feitelijk exclusieve aandacht voor technische middelen de noodzaak verdringt van maatregelen voor beheersing van stelselmatige betekenissenvariëteit.
Op/voor stelselschaal tellen reële betekenisverschillen mèt samenhang (en dynamiek). Eenduidigheid vergt contextuele verbijzondering (recursief) met Metapatroon als passende modelleermethode.
Zelfs als je je tot overheidstaken beperkt, varieert relevant gedrag
van allerlei ietsen, ofwel van individueel opgevatte mensen, dieren,
planten, lantarenpalen, grondstukken, bouwwerken, enzovoort, enzovoort,
van … taak tot taak (als daarvoor bepalende
omstandigheden/situaties). Rara, hoe houd je de gevarieerde gedragingen
resp. eigenschappen eenduidig verschillend geordend van wat je
‘erdoorheen’ wil — blijven — beschouwen als
telkens dezèlfde, bijvoorbeeld, lantarenpaal? Daarvoor moet je
specifiek gedrag als situationeel verbijzonderd laten gelden. Qua
informatie erover lukt dat met contextuele verbijzondering,
klaar.
Omdat — facilitering van, ook nog eens veranderlijke —
betekenissenvariëteit voor overheidstaken al(lang) hèt leidend
ontwerpbeginsel enzovoort moet zijn, is een structureel passende
modelleermethode ervoor meteen geschikt voor de nòg weer ruimere schaal
van zgn maatschappelijk verkeer. Dat betreft infrastructuur voor
informatieverkeer. Nota bene, wel beschouwd is uiteraard juist de zorg
dáárvoor een overheidstaak. Zodra je die infrastructurele zorg als
prioriteit erkent, kan je de veranderkoers duidelijk uitzetten (en,
heus, eerder pertinent niet). Dankzij contextuele verbijzondering laat
zich facilitering van samenhangende betekenissenvariëteit
infrastructureel inrichten, maw voor wèlk informatieverkeer dan ook.
Informatieve facilitering van specifiekere overheidstaken heeft dan
slechts een gering aandeel aan dergelijk informatieverkeer. Als jij
kijkt naar wie er allemaal op de fiets voor je huis langs komt, hoeveel
politieagenten en andere ambtenaren-in-functie tel jij? Die straat/weg
hebben ‘we’ als infrastructuur gepland enzovoort en is
daarom óók prima geschikt voor ambtenaren-onderweg-voor-overheidstaken
(en als ze terecht èxtra haast hebben, zetten ze een sirene aan en
moeten andere infrastructuurgebruikers even voor ze opzij,
ingewikkelder is het niet).
Als methode bestaat Metapatroon allang, maar aandacht ervoor niet.
in: aantekening 69.7
Dankzij nadere structurering van tekens (lees dus ook: informatie) is het ook nergens voor nodig om toe te geven aan vermeende dwang door techniek tot uniformering van betekenissen.
Gelet op de noodzakelijk maatschappelijke schaal van bruikbare voorzieningen voor informatieverkeer […] zijn verschillen niet alleen onvermijdelijk, maar zelfs productief voor samenwerking enzovoort. (Zolang iedereen precies hetzelfde kan en ook doet, gebeurt hoogstens méér van hetzèlfde.) En op die feitelijk ònbegrensde schaal is structureel praktisch een nogal extreme verhouding vereist tussen variabelen (lees ook: informatietypen, en die ‘staan’ voor overeenkomsten) en resp. waarden (lees ook: feitelijke verschillen). In termen van informatiemodellering voor gevorderden, daarvoor moet zelfs contextuele signatuurverbijzondering variabel — verondersteld — zijn.
Ja, de opgave is stelselmatig. Omdat voor informatieverkeer betekenissen ònderdeel — kunnen — vormen van (im)materiële infrastructuur, is een stelselmatig bemeten informatiemodel onontbeerlijk (en het opstellen ervan verdient voorrang).
Ondanks — uit ernstig ònbegrip ervan? — mijn kritiek op dialectisch materialisme (h)erken ik graag dat die m.i. nodeloos (ver)bijzonder(d)e dialectiek alweer veel, zeg maar, minder òngeschikt is ter duiding van variëteit.
Metapattern[’s] semiotic foundation […] is critical to appreciating and then unambiguously modeling variety.
in: note 71.2
De kritieke succesfactor [is] een stelselmatig informatiemodel, dwz van relevante betekenissenvariëteit in samenhang; dat is uiteraard óók onontbeerlijk voor informatiebeheer op noodzakelijkerwijs overeenkomstige (stelsel)schaal.
Op de — maatschappelijke — stelselschaal van informatieverkeer moet de ordening juist semantisch beginnen. Op z’n semiotisch luidt de passende aanduiding overigens pragmatisch, maar vooruit. Daaraan is techniek enzovoort ondergeschikt (en behoeft daardoor ook geen standaardisatie, mits zgn koppelvlakken semantisch ingericht zijn voor contextueel-verbijzonderde informatie).
De inmiddels praktisch haalbare schaalverruiming van digitale facilitering van informatie-uitwisseling (lees ook: informatieverkeer) noodzaakt tot dienovereenkomstig stelselmatige overwegingen voor informatieverwerking. Dat komt neer op een àndere informatiekundige theorie. [Inmiddels] achterhaalde theorie […] is ontstaan toen digitale technologie slechts informatieverwerking toestond, dus nog géén uitwisseling. Voor telkens apàrt een kleinschalig informatiesysteem (lees ook: toepassing) lijkt ènkele informatie altijd volstrekt duidelijk wat betekenis ervan betreft.
in: Wen er maar aan! Over noodzaak en opzet van stelselmatig informatiebeheer
Wat (gebruiks)kwaliteit betreft heeft relevante betekenis uiteraard voorrang voor een gebruiker. Boven wat? Zo is tijdigheid daaraan ondergeschikt (voor zover het mogelijk is om tijdigheid van betekenis lòs te zien, maar tijdigheid van iets irrelevants c.q. ònbegrijpelijks helpt niet, zelfs integendeel). En de opmaak van informatie is — meestal — van zelfs véél minder belang. Hoe dan ook is het zinloos om moeite voor opmaak te doen zònder informatie van betekenis (althans, voor zover het mogelijk is om opmaak van betekenis lòs te zien).
in: Wen er maar aan! Over noodzaak en opzet van stelselmatig informatiebeheer
Ik blijf de indruk houden dat zgn semantische interoperabiliteit als
hoogstens een aanhangsel geldt. Zo van, vooruit, als het al moet, dan
maar helemaal achteraan, dus als er eventueel nog tijd voor is, tja,
als het niet lukt, ach, kan gebeuren, nee, is ook niet erg. Dat is
echter gekkenwerk.
(Want) het enige waarover je je op stelselschaal ècht druk om behoort
te maken is ordening van reële betekenissenvariëteit. Dat maakt vervolg
pas beheersbaar. Andersom lukt nooit. Je gaat toch ook niet je koffer
voor een reis pakken, vóórdat je weet naar je naartoe gaat? Sta je daar
in je zwembroek op een hoge berg te bevriezen. Niet handig.
Van Peirce is het idee afkomstig van het teken als onlosmakelijk bemiddelend tùssen object en interpretant. Zijn triadische schema heb ik uitgebreid tot een enneade. Ipv drie elementen telt de semiotische enneade drie dimensies/momenten met èlk drie elementen. Voor een teken zijn dat context, signatuur en intext. Wat tegenwoordig data heet, blijkt doorgaans beperkt tot signatuur en intext, en aldus abusievelijk objectief, absoluut geldig opgevat. Maar zònder — explicitering van — context blijft de betekenis ervan zich aan eenduidige interpretatie onttrekken.
Heersende kortzichtigheid maakt zulke semantiek (eigenlijk: pragmatiek) echter sluitstuk van ontwerp, als er überhaupt aandacht aan wordt besteed. Dat moet uiteraard andersom. Uitgaande van stelselmatige betekenissenordening valt pas te beoordelen welke — digitale — middelen passend zijn, en om daarin te voorzien levert dan ook géén probleem meer op. Wie dat domweg niet wil horen, blijft er een (verkeers)chaos van — laten — maken.
in: aantekening 74.9
Nota bene omdàt in elk geval mensen zo denken resp. informatie uitwisselen naar aldus gestructureerde gedachten — en ànderszins naar hun gedachten handelen, maar informatiekundig gaat het mij in eerste aanleg om informatieverkeer —, moeten tot en met digitale hulpmiddelen zulke variëteit eenduidig faciliteren. Dat vergt dus een modelleermethode voor stelselmatige betekenisordening en dat is Metapatroon.
[M]et voorrang moeten voor het gehele relevante bereik relevante betekenissen met verschillen van dien in samenhang geordend zijn. Zolang zo’n ordening(smodel) van semantische of, formeel beter gezegd, pragmatische verwevenheid ontbreekt, is en blijft àlles verspilling van tijd en geld.
Het lijkt aldus evident, dat het loont om te overwegen wat informatie zoal kan betekenen. Omdat het informatie over maatschappelijke ob- en subjecten in allerlei hoedanigheden (!) betreft, gelden betekenisverschillen niet als uitzondering maar natuurlijk als regel. Zoals gezegd, na afweging resulteert dan een vèrdere betekenis, maw nòg weer een verschil, enzovoort.
[U]niforme betekenis van informatie [is] een valse illusie […]. Reële betekenisverschillen vergen voor eenduidige ordening nodige en voldoende explicitering van context als onlosmakelijk ònderdeel van informatie.
[Ik] heb […] dat dus op de spits gedreven met mijn ènkele veronderstelling voor taal- c.q. tekengebruik. Zoiets als een gesprek is géén doel op zichzèlf. Telkens èlk teken, over èn weer, enzovoort, is een middel. Het dient om de ermee geadresseerde(n) te bewegen tot gedrag dat de voortbrenger van het teken zich tot doel stelde, maar waarvoor hij om het te bereiken dus die geadresseerde(n) probeert in te schakelen. Aldus laat gespreksdynamiek zich schetsen als een Möbius-band geprojecteerd op een dia-enneadisch schema[. …] Het kan pas dankzij de maat van afzonderlijke tekens lukken om er eenduidig respectievelijke betekenissen aan toe te schrijven. Dat is uiteraard een onmisbare voorwaarde voor passende modellering van — samenhangende — betekenissen, en zulke modellen zijn onmisbaar om stelselmatig bemeten voorzieningen, tegenwoordig opgezet met digitale technologieën, deugdelijk te laten functioneren, te weten ter facilitering van informatieverkeer door willekeurige verkeersdeelnemers voor uitwisseling van informatie (lees ook: teken) met zo eenduidig mogelijk willekeurige betekenis. De stelselmatig passende modelleermethode is Metapatroon. […] Als inderdaad eveneens noodzakelijk verbindingsmiddel heb ik — het idee van — nul-identiteit opgenomen.
Maar als semiotiek een andere naam voor tekenleer is en informatie een andere naam voor teken, dan is informatiekunde eigenlijk hetzèlfde als semiotiek. Vooruit, als informatiekunde vooral gericht moet zijn op pràktische ontwerpopgaven, dan ìs semiotiek de theorie van haar grondslagen. Omdat vanwege de stelselschaal van het reële informatieverkeer variëteit de opgaven kenmerkt, moeten de grondslagen erop berekend zijn.
in: aantekening 76.9
[Voor] reële variëteit […] is rechtspraak zelfs exemplarisch. (Want) juist dáár komt aan de ‘orde,’ wat buiten de formele (gedrags)regels voorgevallen is. En die èchte mensen die allemaal in allerlei hoedanigheden bij rechtspraak betrokken zijn, moeten o.a. hun dienovereenkomstige rechten op gegevensbescherming kunnen doen gelden. Daarom is een stelselmatig bemeten autorisatievoorziening met passende variëteit van dien nota bene van meet af aan onmisbaar.
Als middel voor optimale gedragingenafstemming moet informatie uitgebreid genoeg zijn, maar tegelijk niet meer dan dat, om een verzoek enerzijds met eenduidige bedoeling te doen, anderzijds met eenduidige betekenis te interpreteren. Op de allang ruime schaal waarop informatieverkeer met als het ware één digitale infrastructuur wordt gefaciliteerd, [vergt dat] explicitering van nodige en voldoende context als ònlosmakelijk onderdeel van informatie.
[Het ontwerp van Metapatroon] begòn […] juist met het idee om over een methode te willen beschikken met ònbeperkte mogelijkheden wat variëteit betreft, dwz op zelfs onvoorstelbare schaal. Oeps, daarbij moest de methode praktisch blijven.
Nu beseffen ook mensen elders vaak nòg niet dat hun informatiebehoeften vooral verschillende betekenissen omvatten èn dan vooral om naar samenhang ertùssen te kunnen handelen. Is er eigenlijk wel monoproblematiek? Nee, dus, maar door verkokering zijn ze geïndoctrineerd om genoegen te — moeten blijven — nemen wat vaak averechtse ‘oplossingen’ zijn. Zij kunnen en zullen dat echter vlot àfleren, nota bene zij wèl, zodra zij ‘iets’ beschikbaar krijgen waarvan zij (!) prompt voordeel hebben, omdat het wèrkt als oplossing voor hùn (!) probleem. En wanneer zij naar hun managers gaan en om méér verzoeken, ontstaat er — in hiërarchische termen — van onderaf een kritieke massa voor verandering. Sneller lukt niet. Dat laat zich met passende voorlichting bevorderen, en dáárvoor stel ik dus multiproblematiek als noemer voor.
De opvatting van een teken als verzoek tot inschikkelijkheid vermijdt een hindernis voor het aannemen van “één gezichtspunt.” Betrokken subjecten hebben verschillende motieven resp. belangen.
Peirce operationaliseert de betrekkelijkheid van object en interpretant door tùssenvoeging van teken als bemiddelend basisbegrip. Met de uitbreiding van triade naar enneade lukt operationalisering voor willekeurig veelvoud. Dat maakt zo’n grondslag stelselmatig praktisch bruikbaar.
Wanneer we willen bereiken — en dat willen we toch?! — dat een stelselmatige opvatting over semantiek verspreid raakt èn dat vooral wie allemaal betrokken zijn bij beleidsvoorbereiding tot en met uitvoering van stelselmatig passende voorzieningen (lees ook: infrastructuur) zich ernaar gaan gedragen, acht ik voorlichting onmisbaar. Want naar mijn indruk hebben de meeste mensen géén idee. Weliswaar gebruiken ze het woord semantiek, maar heeft het als nogal klakkeloze herhaling doorgaans geen verdere … betekenis voor ze dan dat ermee kunnen meepraten en/of -schrijven. Dat is voor borrelpraat prima, zelfs voordelig als middel voor verhulling van onbenul dat gezelligheid bevordert, maar volstaat uiteraard niet voor het treffen van infrastructurele voorzieningen voor informatieverkeer.
Mijn voorstel voor een ordeningsbeginsel — wat praktisch dan
geldig als hèt beginsel verondersteld moet zijn — maakt van dàt
als het ware gesloten enkelvoud principieel een veranderlijk open
meervoud. Wat doorgaat voor een object of een subject — een
subject neemt middels cognitieve voorbereiding ‘actief’
eigen aandeel in gedrag — kan in wisselende situaties komen te
verkeren. Daarbij resulteert elke samenloop tussen enerzijds —
wat daarvoor geldt als — een ob-/subject, anderzijds — wat
daarvoor geldt als — een situatie in gedrag inclusief wijziging
daardóór van ob-/subject resp. situatie in kwestie. Het alledaagse
leven raakt aldus alweer begrijpelijk(er) als ordening volgens
samenhangende verschillen. Wat zònder situationele
gedragsverbijzondering inderdaad verwarrend lijkt, blijkt volgens
zo’n verbijzonderingsbeginsel fijnmazig geordend. […]
Het ordeningsbeginsel dat ik voorstel is herhaald bruikbaar. Dankzij
zulke zgn recursiviteit van tweeledige samenloop dekt de
modelleermethode Metapatroon een open bereik van verwevenheid van
gedragingen.
Zolang de indruk overheerst dat standaardisatie van semantiek mikt
op uniformering van betekenis, moeten ‘we’ zelfs blij zijn
met tégenwerking. Dan gaat er tenminste niets mis door
onderdrukking.
Zodra reële (betekenis)verschillen voluit erkenning krijgen, weet
iedereen zich in een zekere — mate van — autonomie zelfs
gesterkt. Terecht, dus. Dat haalt de angel uit valse, ja, meervoud,
verabsoluteringen. En samenwerking vòlgens verschillen kan netzo
realistisch opgevat gaan worden als verstèrking van eigen
(netwerk)positie voor verbetering van bijdragen. Dat kunnen
‘we’ allemaal echter blijven vergeten zònder, eh,
standaardmethode voor eenduidige ordening van — dynamiek van
— samenhangende verschillen.
Zolang een teken beperkt voorgesteld blijft als wat ik volgens de semiotische enneade een signatuur noem, lijkt het een wonder, herstel, lijkt het een fout om dringend te herstellen hoe er desondanks verschillende betekenissen van welke aard dan ook aan kunnen worden gehecht resp. in kunnen worden gelegd. Dat is echter géén fout, integendeel, en mysterie verdwijnt prompt, nogmaals, door een teken uitgebreider te beschouwen, te weten als configuratie van een signatuur en een context (en een intext). Zònder nodige en voldoende context dreigt, herstel, heerst verwarring, of manipulatie. […] De principiële vergissing betreft de aanname van 1. beperking van teken tot signatuur en 2. op enig tijdstip ènkelvoud van signatuurbetekenis. Het is juist zulke fixatie op ènkelvoud die […] àlle pogingen voorspelbaar vergeefse moeite [maken] om, in omgekeerde richting, uit te komen op per woord een ènkele geldige betekenis. [… En] het [is] een zo mogelijk nòg principiëlere vergissing om ervan uit te gaan dat het voor uitwisselingsdeelnemers om dezèlfde betekenis moet gaan.
De bedoelingen zijn stellig goed, meestal althans. Maar bevordering
en onderhoud van evenwichtige verhoudingen lùkken zelfs principieel
uiteraard nooit, herhaal, nooit, zolang 1. wat gehouden wordt voor, zeg
maar, de drager van informatie (lees ook: het teken) véél te beperkt is
èn 2. wat feitelijk slechts ònderdeel van een teken is verondersteld
wordt overal en altijd dezèlfde betekenis te, eh, dragen.
Hoe dan wèl? Wat abusievelijk doorgaans als informatiedrager aangenomen
is, heet dan signatuur en moet voor een volledig teken overal en altijd
zijn aangevuld met nodige en voldoende context. Zo kan dezèlfde
signatuur met verschillende contexten tot evenzoveel verschillende
tekens gecombineerd zijn. Ziedaar de mogelijkheid van evenzoveel
verschillende betekenissen, nota bene eenduidig van elkaar te
onderscheiden en daardoor te ordenen. […] Daar is voor
Metapatroon dan wiskundig aan het op ontplooiing van willekeurige
variëteit aangenomen beginsel van recursieve contextuele
signatuurverbijzondering[.]
Maar het klopt niet. Sterker nog, die aanname belemmert
interoperabiliteit. Ben je bereid er eens grondig over mee te denken
enzovoort, zeg ook maar filosofisch? Want grondig nadenken is
natuurlijk wel zo praktisch.
Een aanknopingspunt voor principiële heroverweging laat zich m.i. aan
die definitie ontlenen. Dat betreft — vermelding van —
samenwerking. Er is sprake van samen, omdat er meerdere, dus
verschillende deelnemers aan zijn. In een geval van samenwerking zijn
zij op elkaar betrokken, kennen zij als, inderdaad,
“partijen” een onderlinge verhouding. Hoe zit het qua samen
dan met hun werking? Elke deelnemer levert een aandeel voor een
gezamenlijk resultaat. Ontbreekt enig aandeel, dan komt dàt resultaat
— dus — niet tot stand.
De crux van samenwerking is dat de verschillende deelnemers eraan (als
je wilt, lees ook: partijen) respectievelijk verschillende aandelen
leveren. Die verschillen (!) vergen onderlinge afstemming van hun
gedragingen met werkingsaandelen.
Nu moet je even èxtra opletten. Zouden deelnemers allemaal
“dezelfde betekenis toekennen” aan een teken (lees ook:
informatie, gegeven), dan kàn het zelfs nooit tot samenwerking komen in
de zin van afstemming tussen en aldus door deelnemers voor een
gezamenlijk resultaat nota bene verschillende werk(ings)aandelen. Als
je de aanduiding interoperabiliteit wat nader overweegt, kan je slechts
tot een vergelijkbare opvatting komen. Want operabiliteit staat zelfs
letterlijk voor werking, en inter voor passende aandelen resp.
bijdragen van verschillende, vooruit, werkers.
Je moet een zgn paradigmasprong maken. Zolang je er abusievelijk,
klopt, doorgaans volledig ònbewust en daardoor klakkeloos, nog van
uitgaat dat informatie moet leiden tot dezèlfde betekenis bij alle
betrokkenen, ondermijn je zelfs — voorwaarden voor —
samenwerking. Het belang van informatie is anders. Je moet informatie
niet langer beschouwen, naïef atomistisch heet dat filosofisch, als een
beschrijving waaraan iedereen dezèlfde betekenis moet ontlenen. Dat
wèrkt dus niet, althans nooit voor samenwerking of, algemener
uitgedrukt, omgangs- annex verkeersverhoudingen. Daarentegen moet je
uitgaan van — samenwerking als — een verhouding tùssen
verschillende (verkeers)deelnemers eraan die èlk informatie benutten
als, zeg maar, verhoudingsmiddel, dwz ter afstemming van hun
respectievelijk verschillende-en-tegelijk-samenhangende
gedragingen.
Ja, zo kan je bezwaar maken, de werkelijkheid is toch voor iedereen
dezèlfde. Nee, dus. Niet voor samenwerking. Dáárvoor volgt èlke
deelnemer een perspectief òp de werkelijkheid en dat perspectief
strookt met haar/zijn aandeel. Verschillende deelnemers, dus evenzovele
verschillende perspectieven. Informatie-als-vorm kàn voor verschillende
deelnemers inderdaad dezèlfde vorm hebben, maar dan kennen ze er als
inhoud onvermijdelijk verschillende betekenissen aan toe.
Hoe dan ook moet informatie het toekennen van dienovereenkomstig
verschillende betekenissen faciliteren.
Ik kan mij voorstellen dat je voor interoperabiliteit de sprong van de
aanname van dezèlfde betekenis naar de aanname van verschillende
betekenissen, eh, moeilijk vindt. Maar je doet toch ook zèlf
voortdurend niets ànders dan altijd en alom, uit en thuis, betrokken
raken, zijn in en je dan weer onttrekken aan alsmaar wisselende
verhoudingen en telkens maar weer je gedragingen daarop als aandeel
afstemmen?!
Stel dat je overtuigd raakt van de interactieve opvatting van
informatie, dus volstrekt praktisch met voorrang voor — ruimte
voor — noodzakelijkerwijs verschillende handelingsperspectieven
volgens verhoudingen. Dan is het natuurlijk de vraag of je er ook wat
mee doet. Over afstemming gesproken, ik vraag het maar.
[H]et bereik voor ruimere heroverweging, als dat al gebeurt, [blijft] vaak toch nodeloos eng […], te weten nog steeds strikt techn(olog)isch. Dat blijft uiteraard een heroverweging van niets. (De grondslag van) Metapatroon gaat daarentegen zelfs helemaal terug tot een gewijzigde kennisleer die daarvoor geïntegreerd met zijns- èn tekenleer geldt: subjectief situationisme volgens enneade.
In elk geval mijn inzicht dat de samenleving pluriform is en dùs dat tegenwoordig tevens op zulke — dynamiek van — variëteit bemeten digitale voorzieningen voor informatieverkeer beschikbaar moeten zijn, heb ik laten leiden tot de methodische veronderstellingen van/voor Metapatroon als stelselmatig passende informatiekundige modelleermethode.
Ik hoop je bruikbare aanwijzingen te hebben verstrekt voor het voldoende algeméén (!) gaan begrijpen van beginselen die stelselmatig passend zijn (en waarop Metapatroon als modelleermethode gebaseerd is). Ingewikkeld is het eigenlijk niet, in elk geval alom feitelijk allang aanvaard om variëteit te duiden.
in: aantekening 86.4
Ik wil maar zeggen dat ik helemaal vóór socratisch motiveren ben,
maar voor een redelijke kans van slagen gelden ook dáárvoor
voorwaarden. Als ik een verandervoorstel kwijt wil, probeer ik dat
uiteraard opbouwend te schetsen. Ik kom er echter niet omheen, ook al
laat ik dat ònuitgesproken, dat er volgens mij iets beter kan of zelfs
moet veranderen. Het is onvermijdelijk, retorisch complimenteuze
verpakking ten spijt, daarmee kritiek te hebben op hoe het tot dusver
gaat. […]
Wat probeer — en hoop — ik bestuurders trouwens te laten
begrijpen? Wat de meeste mensen als elementaire informatie beschouwen,
zeg een apart woord, kan pràktisch allerlei betekenissen hebben. De
daadwerkelijke betekenis hangt af van de situatie inclusief
tijd(verschil). Als voorwaarde voor eenduidigheid van betekenis(geving)
moet daarom een schets van de relevante situatie opgenomen zijn als
ònlosmakelijk onderdeel van informatie. Ofwel, er bestáát zelfs geen
elementaire informatie; altijd behoort context ertoe. (Pas) dankzij
explicitering van context kunnen betekenisverschillen samenhangend
worden geordend. Allereerst erkenning van — dynamiek van —
verschillen-in-samenhang en vervolgens methodische aanpak zijn m.i.
onmisbaar voor digitalisering ter facilitering van informatieverkeer.
Verkeer houdt immers … verschillende deelnemers in allerlei
situationele hoedanigheden in. Onder de verkeersnoemer is àfstemming
van hun respectievelijke gedragingen aan de orde, omdat die gedragingen
nu eenmaal … verschillen. Dat moet dus met informatie tot
uitdrukking — kunnen — komen. Daarvoor doe ik een
methodisch voorstel, Metapatroon.
Inderdaad, wat informatiekunde betreft slaag ik er maar niet in om zelfs maar aandacht te verkrijgen voor methodische erkenning van betekenissenvariëteit. Als principiële moeilijkheid ervaar ik dat mensen ten onrechte menen er een opvatting over ènkelvoudige betekenis op na te houden. En àls ze een voorstel geloofwaardigheid schenken, moet het een netzo ènkelvoudige betekenisopvatting betreffen. Maar het gaat nu net om erkenning van meer- ipv enkelvoud. Dat meervoud valt onmogelijk uit enkelvoud af te leiden, er vanuit te beredeneren, enzovoort. Het betreft een kwalitatief ànder … principe. […] Informatiekundig is de crux erkenning van, ook nog eens veranderlijke, betekenissenvariëteit. Ontkenning van zulke variëteit komt neer op veronachtzaming van verhoudingen en aldus selectieve bevoor- resp. benadeling van deelnemers. Ofwel, evenwichtig is anders.
in: aantekening 87.5
[T]oevoeging van een thesaurus […] kan inderdaad prima voldoen om toegankelijkheid tot zgn bronnen te verbeteren, mits (!) betekenissenvariëteit — zeer — beperkt is en blijft, nota bene zó beperkt dat de opgelegde dwang van — voor het bereik van gedragingen dat de verzamelde toepassingen worden geacht te faciliteren — een algemeen geldige definitie per term evenwichtige verhoudingen niet belemmert. Maar opschaalbaar tot een bereik waarvoor betekenissenvariëteit telt, voor reële stelselschaal door vernetwerking, dus, is die aanpak beslist nooit.
Dezèlfde signatuur hoeft helemaal geen “gelijksoortigheid” te suggereren, omdat combinaties met verschillende contexten tekens kunnen opleveren met respectievelijke betekenissen zònder — interpretatie volgens — enig gemeenschappelijk kenmerk (dan valt er niets anders te vergelijken dan door het vaststellen van kennelijk samenhangloze verschillen […]).
[D]at [het] op een ramp gaat uitlopen, enzovoort, enzovoort, […] komt […] allemaal mede omdat er voor de omgang ermee nog steeds van — de noodzaak van — uniforme betekenissen uitgegaan wordt. Maar dat klopt niet. Denk maar aan je eigen gedragingen en hoe je ze zou beschrijven. In de ene situatie ‘doe’ je iets anders dan in een andere situatie, enzovoort. Rara, hoe laten zich zulke nota bene reële verschillen allereerst eenduidig … onderscheiden, en vervolgens ordenen, dwz eveneens eenduidig van samenhang voorzien? Je zou denken dat een manier om daarmee opbouwend te kunnen omgaan, welkom is. Niet, dus. Tja, daar gaat het voordeel. Van beleid tot en met uitvoering zijn taken immers zodanig verkaveld geraakt en èlk kavel meteen maar ommuurd, dat resp. kavelbaasjes zich alle gemeenschapsretoriek ten spijt kennelijk bedreigd voelen door wat die muren inderdaad helpt afbreken. Ze begrijpen niet — of ben ik het soms die helemaal niet goed wijs is? — dat vooral met — digitale — middelen voor netwerkverhoudingen informatieverkeer feitelijk haaks op organisatiestructuur staat. Van zgn ict-ers komt verlichting uiteraard evenmin, want zij koesteren hun verdienmodel à la verkaveling.
Er lijkt impliciet een voor digitalisering nog steeds gangbaar, maar
desalniettemin — of juist daardoor? — simplistisch
informatiebegrip voor geldig te zijn gehouden. Zo van, een ènkelvoudige
aanduiding heeft een algemeen … geldige, ofwel uniforme,
betekenis. Afwijkingen vergen standaardisatie, opdat die ene betekenis
geborgd is en blijft.
Dat klopt niet. Wat zoiets als een eenheid-van-informatie lijkt, maw
wat “iedereen” abusievelijk opvat als ènkelvoudige
aanduiding, is altijd slechts ònderdeel van wat “iedereen”
feitelijk als informatie waarneemt, interpreteert om zich mede naar
haar/zijn interpretatie te gedragen. De gedragssituatie èn in welke
hoedanigheid iemand zich daarin … gedraagt, tellen mee in wat
wèrkelijk als informatie geldt. Dat gebeurt ’normaal‘
volledig onbewust, en daarom is het ook zo moeilijk om tot besef te
raken van zulke inclusiviteit van situationele
’beschrijving‘ die als context onlosmakelijk ònderdeel
vormt van informatie.
Wie zich louter volgens ènkelvoudige aanduidingen — volgens
enneadische tekenleer (semiotiek) heet zo’n informatie-element
een signatuur — oriënteert, kàn zeker na nadere overwegingen niet
anders dan erkennen dat per aanduiding allerlei betekenissen
’bestaan.‘ Wie er geen raad mee weet, doet er echter
precies helemaal verkeerd aan slechts een ènkele betekenis voor geldig
te verklaren. Daardoor gaan andere betekenissen natuurlijk niet wèg,
nog afgezien van veranderlijkheid van betekenis afgaande op zo’n
ènkelvoudige aanduiding.
Wat is de oplossing dan wèl? De ènkelvoudige aanduiding moet …
principieel worden uitgebreid tot een meervoudige door explicitering
van context. Het is als combinatie van signatuur en context dat
betekenis van informatie — pas — valt te borgen. Zo kan
“iedereen” eenduidig van informatie worden voorzien in
haar/zijn situationele hoedanigheid relevante betekenis. Oplossing is
dus geen kwestie van opheffen van verschillen. Integendeel, het gaat
erom reële verschillen tot uitdrukking te brengen. En zodra
“iedereen” het voor haar/hem relevante betekenisverschil
erkend weet, […] blijkt “iedereen” zelfs graag bereid
nodeloze verschillen te laten varen[. …] Doeltreffender èn
-matiger dan dat kan het niet worden.
Vooruit, zgn disciplines verschillen van elkaar, nota bene omdàt beoefenaren ervan verschillende betekenissen — kunnen/moeten — toekennen aan wat “er […] staat” als dezèlfde informatie. Ofwel, zij kunnen hun respectievelijke aandelen onmogelijk passend leveren, wanneer relevante betekenisverschillen onderdrukt raken. Dergelijke verschillen verdienen daarom juist erkenning. En ze kùnnen pas tot uitdrukking komen, door wat aanvankelijk dezèlfde informatie lijkt voor èlk noodzakelijk verschillend aandeel dáárvoor kenmerkend uit te breiden. Daartoe dient explicitering van desbetreffende context. En zo kunnen die verschillen tevens van samenhang worden voorzien. Dat is dan, zeg maar, interdisciplinair.
[Wie] mist dat het met informatie gaat om verschillen-in-samenhang,
neemt […] als, zeg maar, basismateriaal voor semantiek […]
’gegeven‘ formulering […] ten onrechte lètterlijk
serieus [volgens] de abusievelijke veronderstelling dat betekenis
uniform moet gelden (ipv samenhangend differentieel). Dan leidt strikte
analyse van “wat er nou écht staat” toch vooral àf.
Wat wèl werkt, is om een stelselmatig uitvoeringsontwerp op te stellen
en vervolgens ook bij te houden. Daar moet dan semantisch (eigenlijk:
pragmatisch) stelselmatig aan zijn, dat voor respectievelijke
belanghebbenden dienovereenkomstige betekenissen samenhangend (!)
uitgedrukt zijn èn dat bij voorkeur zelfs vooruitlopend op
veranderingen blijven.
De informatiekundige oriëntatie heeft voorrang. De faciliteringsoriëntatie (lees ook: oriëntatie volgens informatie- en communicatietechnologie) moet er bij passen. Als daarentegen de technologische insteek feitelijk voor leidend gehouden wordt, ontspoort digitalisering. […] Zowel de informatiekundige oriëntatie als de faciliteringsoriëntatie is opzettelijk geabstraheerd van (een) specifieke deelnemer(s). Uit de verkeersschaal volgt immers dat o.a. een bepaald(e) organisatie(onderdeel) zich niet apàrt kan positioneren, maar dat eveneens àls verkeersdeelnemer in relevante situationele hoedanigheden moet doen. […] Zeker, er geldt […] van alles en nog wat … specifiek. Dàt moet echter in de omvattender dynamiek van betekenissenvariëteit tot uitdrukking — kunnen — komen. En daarom staat in algemene zin (!) het betekenisaspect voorop. Voorts, omdàt er principieel niets bijzonders aan verondersteld is, zijn algemeen opgezette, zeg maar, aspectmodules […] geschikt voor [willekeurig] informatieverkeer. Passende werking — ook — voor dàt informatieverkeer is een kwestie van relevante parameters, en dat dekt het betekenisaspect dan weer.
Met wat neerkomt op reële variëteit moet openbaar bestuur uiteraard reeds met passende variëteit tijdens zgn uitvoering kunnen rekenen. Dat vermogen blijkt echter vaak te ontbreken, een gebrek dat èxtra geïnstitutionaliseerd geraakt is en vèrder aangejaagd door misvattingen over zgn kunstmatige intelligentie doordat wet- en regelgeving voor digitalisering ten onrechte wèl volgens dekkende “voorzienbaarheid” wordt opgevat. Een wetstekst biedt echter beslist géén ontwerp van eventueel benodigd uitvoeringsmiddel. [… E]en norm betreft een gedragsoriëntatie en géén exclusief gedetailleerd spoor met verbod op zelfs maar geringste afwijking. […] De rechter wordt er achteràf […] nodeloos mee “geconfronteerd,” indien uitvoeringsorganisaties … dus vaak zelfs structureel … nalaten zich tijdig om relevante “schakeringen” te bekommeren. En de meest(e) gedupeerde burgers komen nooit aan een zgn gang naar de rechter toe, omdat ze dat helaas ervaren als … de woordspeling viel me in … een vèrdere gang in de trechter.
in: aantekening 90.11
Hoe dan ook bestaan betekenissen in veranderlijk meervoud. Een opzet die daarop niet is berekend, faalt prompt ‘openlijk.’
in: aantekening 90.44
Nota bene, ook weer zgn disambigueren is onderhevig aan
verschillende betekenissen. Ja, herleiding tot één en hetzèlfde object
laat zich met die term aangeven. Belangrijk, inderdaad. Maar wie
daaraan vasthoudt als enige betekenis, moet het wel blijven ontgaan dat
er inmiddels óók een methode is om ogenschijnlijk onderling strijdige
objectbeschrijvingen te harmoniseren. Zo iemand kàn zich daarom nog
steeds geen problemen voorstellen waarnaar die oplossing ‘op
zoek’ is. :-) Over een methode in die nadere zin van
disambigueren heb ik het dus met Metapatroon.
Wie zit er na herhaalde mislukkingen op de ene manier als opdrachtgever
zó radeloos omhoog met een probleem dat z/hij het eindelijk eens op een
àndere manier durft? Over gebrekkig zicht resp. begrip gesproken, dat
was op die ene manier overigens ook altijd al een kwestie van
vertrouwen, in dat geval echter misplaatst. Hoewel opdrachtgevers
gangbare methoden doorgaans evenmin doorgronden, durven zij daar wèl
aan. Iedereen-doet-het-zo ontheft ze pràktisch vergaand van
verantwoordelijkheid. Wat ik daarvan vind, doet er niets toe.
in: aantekening 90.61
Wie eenheid verabsoluteert, kan echter nooit deugdelijk met meervoud
uitkomen. En omgekeerd, dus vanuit verabsolutering van meervoud, lukt
dat evenmin. Wat — in wat ik tot dusver onderzocht —
ontbreekt, is zoiets als èxpliciet scharnier tùssen eenheid en
meervoud. Dàt is inderdaad precies — het nut, nota bene door en
door praktisch, van — de nul-identiteit.
Ludwig Wittgenstein komt overigens enigszins in de buurt. Ik vat hier
… samen. Er zijn geen eigenschappen die àlle elementen in
verzameling A delen. Er is tevens B als een verzameling eigenschappen.
Elk A-element vertoont als eigenschappen slechts een deel van de
B-elementen en nota bene zònder dat het daarbij voor èlk A-element gaat
om één of méér van dezèlfde B-elementen. Als het ene A-element met een
ander A-element wordt vergeleken, delen ze enkele B-elementen wèl en
andere B-elementen dan weer niet. Alles bijelkaar noemt Wittgenstein
dat daarom familiegelijkenissen. Hoewel hij met zoveel woorden —
zoiets als — een wezen afwijst, zet hij echter niet door. Ik
vermoed dat hij de B-elementen handhaaft als basis voor het vaststellen
van — wat hij noemt — gelijkenissen tussen A-elementen. Ik
verander van insteek. Een gelijkenis beoordeel ik als feitelijk
verschil. Ja, er is dat ene B-element. Maar als eigenschap van het ene
A-element bestaat er verschil met dat B-element als eigenschap van een
ander A-element, enzovoort. Ik beschouw daarvoor juist het B-element in
kwestie als een object en de verschillende A-elementen als situaties.
Dat levert evenzovele verschillende (!) combinaties (lees ook:
samenlopen) op. Gemeenschappelijk is er slechts de nul-identiteit van
het B-element aan, en dat lijkt dus opzettelijk helemaal nèrgens
op.
Maar zoiets als architectuur zèlf heeft géén betekenis(sen). Volgens opzettelijk ontwerp gerealiseerd of niet, een subject kan een object als ònderdeel van een teken ervaren en zodoende mede aan zo’n object een betekenis ontlenen. Er bestaat géén vaste betekenis. Het is niet zo dat willekeurig welk subject op willekeurig welk tijdstip dezèlfde betekenis aan een object toekent. Het hangt er altijd maar vanaf. Ik noem dat subjectief situationisme.
Zonder nodige en voldoende contextualiseringen blijven […] verschillen onbegrijpelijk, erger, onopgemerkt. […] Wat telt, zijn zowel — vooral — kwalitatieve als — voorts — kwantitatieve verschillen èn de noodzaak samenhang ertùssen (lees ook: interdependente dynamiek) te duiden.
Als èlk teken vanuit het perspectief van de opsteller een hegemoniale strekking heeft (omdat z/hij er borging van haar/zijn belang mee wil bereiken), herhaal ik als opvatting dat èlk geval van tekenuitwisseling/-verkeer … politiek is. Dat laat zich geaggregeerd, zeg ook maar … verzameld, denken en zo door naar ermee omgaan, maar dat betreft ‘gemakshalve’ dus telkens veronachtzaming van feitelijke variëteit.
in: aantekening 92.3
Kijk, als je alleen al rekening met tijdsverloop houdt, weet je dat
het ene — geval van — gebruik feitelijk (!) het andere
— geval — niet is. En daar komen dus altijd vèrdere
verschillen tussen gevallen bij. Inderdaad, verschillende
omstandigheden (lees ook: situaties).
Daarom mag voor een vòlgend geval zeker niet zomaar verondersteld zijn
dat informatie die beschikbaar is als neerslag van eerder(e)
geval(len), òngewijzigd (her)bruikbaar is. En uiteraard zet die
overweging zich dan voort voor een dáárop weer volgend geval,
enzovoort. […]
Verantwoord en ook beheersbaar hergebruik in het ene geval moet pèr
ander geval waaruit, zeg maar, geput wordt zoiets als vertaalslag mbt
situatie-en-tijd omvatten. Wat kritiekloze opvatting van hergebruik
suggereert, is dat precies dezèlfde informatie ook vèrder valt te
benutten. Ja, zulke … gevallen zijn er zeker. Maar door ze
klakkeloos als regel te beschouwen, dreigt het gevaar dat het zelfs
ernstig mis kan gaan voor gevallen waarvoor we dat ten onrechte blijven
— blijven — doen. Ofwel, de regel moet
vertaling-voor-hergebruik betreffen. Volgens die regel past óók het
… geval waarvoor informatie ‘uit’ een ander geval
òngewijzigd volstaat. Dat blijft een vertaalslag, maar logisch
uitgedrukt met een waarde ‘geen.’ […]
Als een verdere belemmering voor hergebruik op een stelselmatige manier
meen ik fixatie op gebruik te kunnen aanwijzen. Dat blijft abstract.
Tja, wat is gebruik zònder een, inderdaad, gebruiker? […] En een
gebruiker ‘van’ een bepaalde soort (lees dus: in een
bepaalde situationele hoedanigheid) levert als zodanig gedragsaandeel
aan, zo kan je het immers ook zeggen, gebruiksgevallen van bepaalde
soorten.
Ik bespeur […] een ernstig gebrek aan besef van waar het met semantiek voor interoperabiliteit met voorrang om draait.
Indien mede-netwerkpartijen onverhoopt — nog — niet
geïnteresseerd zijn in sturing via met voorrang begripsmatige
afstemming, dan doet dat niets af aan de … waarde ervan voor
— het bijhouden van — de optimale positionering van —
het aanbod van — je ‘eigen’ [organisatie(onderdeel)].
[…] Dat lukt niet, herstel, op reële stelselschaal nooit door op
uniformiteit te mikken, wèl, althans, dat lukt dan nog zoveel als
mogelijk, door van verschillen uit te gaan. […] Daadwerkelijk
stelselmatige begrippenmodellering hangt van de opgave af. […]
Nogmaals, zorg er met voorrang voor, en erna komt dan vrijwel niets
meer van enig belang, dat de begrippen passen. Vergeet “één
uniforme intermediaire standaardtaal.” Die bestaat niet, kàn niet
bestaan. Nota bene, zoiets als een ènkele metataal, te weten om
(begrips)verschillen te ordenen, zeg ook maar voor stelselmatig
overzicht, bestaat volgens mij wèl (met recursieve contextuele
verbijzondering als methodisch beginsel).
Wat je voorspiegelt als nadelige “technische
consequenties,” komen voort uit onvermogen om stelselmatige
begrippenordening met verwevenheid (lees ook: interdependentie,
wederzijdse afhankelijkheden) van dien als kwalitatief ànders te
erkennen dan wat — vaak impliciet als zgn atomisme — voor
een wèl terecht apart systeempje meestal nog toereikend is. […]
Variëteit stelt primair eisen aan het begrippenstelsel. Daarna zijn
overwegingen over programmatuur — pas — aan de beurt. Dat
zien de meeste … programmeurs ànders. Zij hebben géén gelijk.
[D]igitalisering […] wordt abusievelijk opgevat als een exclusieve vakdiscipline voor ict-ers als programmeurs. Daarvoor zijn zij vertrouwd met programmeertalen. Dat zijn echter geen … talen (lees hier ook: methoden) voor conceptuele modellering, althans niet voor stelselmatige ordening van samenhangende betekenisverschillen. […] Het blijkt moeilijk, zelfs onmogelijk, om iemand die op programmeertalen vertrouwt, van nut en noodzaak te overtuigen van, zeg maar, modelleertalen die geschikt zijn voor omgang met zùlke variëteit[. …] Het programmeerperspectief is helaas gaan overheersen[. …] Zolang dat zo blijft, schiet conceptuele modellering tekort. Dat stoort overigens niet voor zeer kleinschalige opgaven, omdat daar geen relevante verschillen optreden. Maar om opgaven zó kleinschalig te — blijven — willen oplossen gaat uiteraard vrijwel altijd meteen al verkeerd[. …] Nu heb ik met Metapatroon een methode … ontworpen om stelselmatig eenduidig betekenissen te ordenen dóór samenhang ertussen. Daarvoor 1. beschouw ik betekenis als gedragsbeschrijving en 2. schrijf een gedraging voor eenduidigheid toe aan twee factoren. Wat gedragsmatig telkens … telt, is samenloop tussen een object en een situatie. Wat ‘zich’ gedraagt, is aldus een situationeel object. Een object dat voor bepaling zijn gedragsaandeel over cognitief vermogen beschikt, noem ik een subject. […] Met Metapatroon kan het bereik van een model open gelden dankzij de mogelijkheid van herhaling (lees ook: recursiviteit) van het tweeledige samenloopbeginsel. Een […] een stelselmatig model [moet] àlle relevante situaties […] — kunnen gaan — omvatten. Dat noodzaakt informatiekundig tot dienovereenkomstig stelselmatig bemeten modelleermethode annex -taal. [… A]nalyse enz. [betreft] zoiets als een stelsel […] met — recursiviteit van — situatie als één van de twee differentiële factoren voor eenduidige ordening van samenhangende (betekenis) verschillen.
in: aantekening 94.2
Mag ik je een juist voor ict-ers herkenbare aanleiding suggereren
voor serieuze, want stelselmatig gerichte, aandacht voor
informatiebeleid resp. -strategie?
Je zou aan informatie betekenis en weergave kunnen onderscheiden. Een
ict-er heeft het echter over, en dan bij voorkeur engelstalig aangeduid
resp. uitgesproken, type en format. Wat betekenis betreft moet er
volgens haar/hem aan de ene term voor een type een definitie ten
grondslag liggen. Dat kàn er volgens zo’n doorsnee ict-er slechts
één zijn, en die wordt daarom algemeen geldig verondersteld. Kortom,
onder de noemer van type kent z/hij per term een ènkelvoudige
betekenis. Eventuele verschillen beschouwt z/hij aldus beperkt te
blijven tot weergave. Bijvoorbeeld, over wat de term land …
typeert, wordt iedereen geacht het eens te zijn, nietwaar? Maar van
‘ons’ land zijn allerlei weergaven mogelijk, zoals
Nederland en NL. Dankzij gestandaardiseerd verondersteld type zijn over
en weer zonodig wijzigingen van weergave echter dienovereenkomstig
‘eenvoudig.’
Het zou duidelijk moeten zijn dat de aanname van uniform type, maw
algemeen geldige betekenis, per enkelvoudige term vals is. Dat besef
blijft helaas alom ontbreken. Door ontkenning van reële variëteit
schieten voorzieningen, àls ze ooit in gebruik worden genomen,
voorspelbaar tekort. Daartegen is dan weer wèl slechts één remedie.
:-)
Tja, mensen gebruiken informatie nu eenmaal ònlosmakelijk als
deelnemers aan verhoudingen waaraan ze respectievelijke bijdragen
leveren. Zulke bijdragen zijn per … definitie verschillend. Opdat
deelnemers bijdragen verhoudingsgewijs (lees ook: situationeel)
optimaal kunnen afstemmen, moeten (!) ze over dienovereenkomstig
contextueel-differentieel getypeerde informatie kunnen beschikken. Dat
lukt dus dankzij betekenissenordening met Metapatroon als stelselmatige
modelleermethode: verschillen èn samenhang.
Op subjectief-situationistische ipv atomistisch-essentialistische grondslag gaat de illusie van eenvoud verloren. Elk verschijnsel geldt dan immers als samengesteld.
De operationele opvatting van semantiek is ook daar echter nog verkeerd. Weliswaar wordt verscheidenheid erkend, maar de oplossingsrichting blijft averechts. […] Het is […] een ernstige vergissing om — zulke — omstandigheden met zgn metadata uit te drukken. Daarentegen moeten ze samenstellend ònderdeel van gegevens zijn. En dàt is precies wat Metapatroon methodisch biedt.