Omslagpunt

Pieter Wisse

Dit is een open brief. Beste mevrouw Gerkens, ik kan het kort houden. U bent lid van de Tweede Kamer voor de SP. Zojuist leerde ik over uw initiatief tot het Meldpunt ICT-Verspilling Overheid.
Wie weet komen daar weer wat méér meldingen binnen dan wat tot dusver negatieve publiciteit haalde. Maar ik ben bezorgd, of u weet hoe u ernaar moet kijken. Kunt u er, voorbij simplistische verontwaardiging en veroordeling, iets aan àfzien dat gaat helpen? Beschikt u over een toepasselijk referentiekader? Weten om te beginnen de eventuele melders eigenlijk wel waaròm ergens iets verwijtbaar mislukt en het etiket verspilling verdient?
Helaas, mevrouw Gerkens, is zo’n meldpunt zelfs volstrekt overbodig. Want nagenoeg àlle informatiseringsprojecten op serieuze samenwerkingsschaal mislukken momenteel. Het is erger dan u dacht, veel erger.
Het gaat alom mis door achterhaald bestuurlijk perspectief aan de kant van opdrachtgevers in noodlottige combinatie met achterhaald informatiekundig perspectief bij opdrachtnémers annex projectuitvoerders. Ook hun controleurs lopen inmiddels tè ver achter. Uzèlf kunt dat hier inhalen door voortaan het verruimend verkeersparadigma te hanteren.
Zolang als het mag duren, kunnen die gecombineerde partijen elkáár behoorlijk comfortabel bezighouden, maar wèl met gefrustreerde kansen voor burgers en toenemende schade voor de gehele samenleving. Als vooral dat van burgers en samenleving voor u aanleiding was uw meldpunt in te richten, heb ik daarvoor beslist waardering.
Opdrachtgevers, projectuitvoerders en dus ook hun controleurs beseffen onvoldoende of wellicht nog helemaal niet, dat wij samenleven in een netwerkmaatschappij. Of voorzover zij enig begrip ervan hebben, handelen zij er nog niet naar. Ik geef u gelijk, als u zou beweren daar althans niets van te merken.
Netwerksamenleving? Zeg ook maar dat een persoon deelneemt aan maatschappelijk verkeer door alsmaar veelvuldiger, veranderlijker interacties. Dergelijke dynamiek volgens zgn interdependentie heet ook wel informatiemaatschappij en vergt dienovereenkomstige voorzieningen voor informatieverkeer. Daarop moeten zowel opdrachten, als hun uitvoering afgestemd zijn. Zolang dat niet gebeurt, ontbeert het de projectresultaten met digitale informatietechnologie aan realiteitsgehalte. Het pàst niet, wèrkt dus ook nooit, punt.
Een dynamisch samenlevingsnetwerk is kwalitatief ànders dan een fundamentalistische sekte. Met de noemer sektarisch wil ik grofweg duidelijk maken hoe beperkt de strekking van een traditioneel, zeg ook maar geïsoleerd informatiesysteem is. Voor de heuse informatiemaatschappij is daarentegen zgn variëteit van betekenissen karakteristiek. Dàt vormt het omslagpunt, te weten van overal geïsoleerd ènkelvoud naar samenhangend méérvoud. In een sekte heerst een betekenismonopolie, terwijl een open samenleving juist dankzij diversiteit bloeit. Dat moet wèl evenwichtige diversiteit, pluriformiteit zijn. Die is nu eenmaal onbereikbaar door sektes te stapelen.
Op zoek naar een illustratie die u stellig aanspreekt, las ik uw levensschets op de website van uw partij. Blijkbaar heeft u ruime ervaring met kinderen, ook nogeens in hun puberteit. Dan weet u dat één en hetzelfde kind allerlei gedragingen vertoont, waartussen u beroepsmatig moet kunnen onderscheiden. Vergeleken tussen verschillende situaties, kunnen die gedragingen zelfs tegenstrijdig lijken. Ik schrijf: lijken. De clou is inderdaad dat de ene situatie de andere niet is. Dankzij situationele, respectievelijk contextuele differentiatie lost eventuele ònverenigbaarheid op. Ik voeg eraan toe dat ùw professionele indruk, of een willekeurige indruk van wie dan ook, van gedrag door een ànder mens zeker niet dè waarheid betekent. Zo heeft iedereen eigen opvattingen over ondermeer ook eigen gedrag.
Dergelijke reële gedrags- en bijgevolg betekenisvariëteit is niets nieuws. U weet dat het misgaat met kinderen, zodra geen ruimte bestaat voor dynamisch evenwicht van hun gevarieerde gedragingen.
Let op, dat is precies waaròm inzet van digitale technologie alsmaar faalt. Als drogreden geldt dat dergelijk gereedschap slechts met uniforme, te weten absoluut gestandaardiseerde betekenis pèr maatschappelijk object of subject uit de voeten kan. Onzin! Die valse aanname leidt, èlk zoveelste kostbaar en tijdrovend project opnieuw, geheid tot een waardeloos informatiesysteem. Door verabsolutering van eigen betekenis kan het immers onmogelijk functioneren als schakel in steeds gevarieerdere ketens enzovoort. In het besef van dit semantische omslagpunt kunt u uw meldpunt verder laten zitten.
Waarom is die misvatting zo hardnekkig, terwijl u dankzij verwijzing naar jeugdwerk onmiddellijk herkent hoe contraproductief zij is? Aan de kant van de opdrachtgevers ligt het volgens mij aan de overheersende nadruk op decentraal in de samenstelling gedecentraliseerde eenheidsstaat. Want decentraal raakt retorisch gauw verward met autonoom. Allemaal autonome (overheids)instellinkjes zijn echter in tegenspraak met de eenheidsstaat die Nederland óók is. Dan heb ik het er nog niets eens over, dat informatieverkeer feitelijk allang verloopt op wereldschaal.
Een opdrachtgever voor informatievoorziening moet zich niet louter verantwoordelijk achten voor haar/zijn ene instelling, alsof daaromheen in een netwerksamenleving nog een vaste grens zou bestaan. Opnieuw, onzin! Het gaat om bijdragen aan maatschappelijk verkéér, ofwel juist om wat traditionele organisatiegrens overschrijdt. Daarvoor moet elke opdrachtgever zich navenant verantwoordelijk weten: verkeersdéélnemer. Als zodanig zijn overheidsopdrachtgevers principieel altijd mede aansprakelijk voor solidariteit.
Het is evident dat het zelfs de verkeerde richting opgaat door steeds eigen betekenisvorming als exclusief geldig te beschouwen. Aan voorbeelden geen gebrek. Daarvoor hebben we geen meldpunt meer nodig. En het blijft een patstelling met nadelig maatschappelijk effect, zolang ook projectuitvoerders de kwaliteitssprong naar stelselmatige betekenisordening niet ondernemen. Is het daar een kwestie van niet kunnen? Niet willen? Voorzover zij over het vermogen ertoe beschikken, lijkt het erop dat zij de betalende vraag ernaar afwachten. Intussen verdienen zij aan opdrachten die volgens stelsellogica gedoemd zijn tot mislukking op mislukking enzovoort. Klopt, die vraag zou moeten komen van maatschappelijk verlichte opdrachtgevers. Die betonen zich op hun beurt ronduit vóór vernieuwing, aan retoriek geen gebrek, … mits het èlders werkt. Dat ben ik gewend oud te noemen, zeker niet nieuw. Zo blijft passende variëteit praktisch onbereikbaar.
Mevrouw Gerkens, er gaan zich stellig allemaal apàrte oudjes bemoeien met de interpretatie van wat u gemeld krijgt. Stokoud, stokpaard. Welles, nietes enzovoort. Dat levert, ik kan het ook niet helpen dat het zo troosteloos voorspelbaar is, zònder het deugdelijke omslagpunt naar betekenisvariëteit niets nieuws op. U dreigt hopeloos verstrikt te raken in uw meldpunt. Geef ze daarom subiet hun situationele gelijk en wijs ze daarmee op hun reële bijdragen, niets meer en niets minder, als nieuwe deelnemers aan informatieverkeer op maatschappelijke schaal.

 

 

4 februari 2007, webeditie 2008 © Pieter Wisse

Tevens op 3 september 2009 geplaatst als reactie op Controlerende taak door A. Gerkens, website Digitaal Bestuur.