Oorspronkelijk verschenen in: Digitaal Bestuur, 30 november 2007.

 

 

Veel onsjes méér

Pieter Wisse

De eenzijdige ophef over service oriented architecture zegt meer over ontkenning, dus over onvermijdelijk voortbestaan tot verergering, van reële informatievraagstukken dan over hun oplossing. Zoals de hamer slechts één van vele gereedschappen van een bekwame timmerman is, heeft ook Soa allesbehalve universele werkingskracht.
Wat service oriented architecture (Soa) heet, is een recente verschijningsvorm van modulaire aanpak en opzet. Synoniemen voor module zijn in dit verband ondermeer object, component en factor. Bijvoorbeeld dat laatste woord, factor dus, komen we tegen in refactoring. Dat houdt voor informatievoorziening het opsplitsen van voorheen monolithische toepassingen in. Rekenkundig is dat procédé bekend als ontbinden in factoren. Bijvoorbeeld het getal 20 is ontbindbaar in de factoren 1, 2 en 5. Een resulterende factor (lees dus ook: module e.d.) is eventueel algemener bruikbaar. Precies, een service.
Voor ingenieurs, van werktuigbouw tot en met bouwkunde en zo door naar industriële vormgeving, is dat allemaal sinds jaar en dag gesneden koek. Keurige koekplakjes, dus. Maar nogal wat mensen die meewerken aan hulpmiddelen voor digitale informatievoorziening missen die professionele achtergrond. Dan krijgen ze gauw de indruk dat iets met een nieuwe naam ook zèlf nieuw is. Neem het verschil tussen uitvinding en innovatie. Nee, Soa is geen uitvinding. Het betreft hoogstens een innovatie. Mijn idee is trouwens dat het eerder een aanpassing betreft aan basistechnologie, dus vooral alles dat met het Internet verband houdt.
Als modulariteit niets nieuws is, waarom zijn traditionele toepassingen doorgaans toch monolithisch? Dat heeft allerlei oorzaken. Ik noemde al de gebrekkige professionaliteit van mensen die zulke informatiesystemen ontw(i)erpen en ontwikkel(d)en. Maar er bestond ooit wel degelijk een reële drempel. De verwerkingscapaciteit van computers was destijds (veel) geringer. Dat leidde tot optimalisering in de zin dat de zgn verwerkingseenheid zo min mogelijk belast moest zijn. Die aanpak heet seriegewijze verwerking (batch), wat nagenoeg het tegenovergestelde is van wat tegenwoordig met een fijnmazige (web)service à la Soa bedoeld is.
Vervolgens werd die aanpak een stijl, zelfs een paradigma, waarvan mensen dus bijna onmogelijk lòskomen. Hoewel de technische beperking allang niet meer geldt, blijven ze desondanks met oud-denken allemaal au fond traditionele hulpmiddelen opleveren. Steeds weer gloednieuwe legacy, zeg maar.
Een gevolg of, eigenlijk, bijverschijnsel van genoemde batchverwerking was, en is trouwens nog altijd, dat èlke aparte toepassing voorzien werd/wordt van grondstof (informatie) vanuit een geheel eigen zgn silo. Voor een organisatie zoals UWV komt daar nogeens bij, dat zij het resultaat van fusies is. Elk samenstellend deel had al van die silo’s. Bijgevolg staan er dienovereenkomstig zoveel méér geïsoleerd van elkaar opgesteld. Let wel, daaraan gaan commerciële bedrijven netzogoed mank als overheidsinstellingen.
Zo kom ik op het kernpunt. De informatie in die verschillende silo’s (lees: databases) vertoont géén samenhang. Een benadering volgens Soa — ben ik helemaal vóór, zoals ik altijd al vóór modulariteit was — werkt daarom pas nádat samenhang gevestigd is. Anders lukt het nooit, of zelfs averechts. Soa is allerminst een nieuw wondermiddel, laat staan het laatste woord. Ook daarvoor moet aan àndere voorwaarden zijn voldaan.
Het populaire etiket voor die samenhang luidt: semantiek. De helaas nog onverminderd populaire aanpak luidt: absolute standaardisatie van betekenissen. Dat is onzin. Op enige serieuze schaal van maatschappelijk verkeer variëren betekenissen nu eenmaal. Sterker nog, dat moéten ze ook doen voor maatschappelijke dynamiek enzovoort. Onder de noemer van complexiteitsreductie mikt bijvoorbeeld de Belastingdienst principieel verkeerd. Klinkt resoluut, mist echter èlk realiteitsbesef. Variëteitsbeheersing moet dat zijn.
Diezelfde mensen die zich veelal met ontwerp, ontwikkeling e.d. bezighouden erkennen de noodzaak van passende variëteit echter (nog) niet. Inderdaad, als je ervan uitgaat dat ‘iets’ een universeel geldige betekenis draagt, lijkt Soa in dat opzicht ònproblematisch. De mislukking is echter simpel voorspelbaar.
Een misvatting die over Soa heerst, is dat het herbruikbare bouwsteentjes betreft. Deels klopt dat, maar nota bene deels ook nièt. Herhaal, nièt! De beoordeling of een bouwsteen óók op een àndere plek pàst, … hangt natuurlijk mede van die plèk af. Ofwel, de contextuele variëteit moet principieel ònderdeel vormen van het informatiestelsel. Is het goed dat een speler de bal met de hand gooit of zelfs maar raakt? Als handballer, ja, maar als voetballende veldspeler, nee. Omdat Soa die wezenlijke variëteit niet expliciet faciliteert, is het domweg niet genoeg. Een eindeloos herhaald — maar ook begrepen?! — citaat van Einstein is daarover volstrekt duidelijk: “Make everything as simple as possible, but not simpler.” Dus, geïsoleerd genomen is/blijft Soa een grove versimpeling.
Een levensvatbare opzet voor verwerkingsmodulariteit, en wie dat Soa wil noemen, prima, moet onlosmakelijk vergezeld gaan van fundamentele semantische samenhang. Dat is dus een samenhang met — ruimte voor — reële, dus ook nogeens verànderlijke betekenisverschillen. De primaire oriëntatie op dergelijke verschillen (flexibiliteit) leidt tegelijk tot wat algemener overeenkomt (efficiëntie).
Toen ik laatst van huis fietste, zag ik op straat een buurjongen. “Is die eend van jou?” riep ik. “Ja!” riep hij blij terug. Was ik boos, omdat er eendenpoep op mijn stoep lag? Nee, er stond een mooie, felrode auto voor mijn gevel van het merk Citroen, type 2CV. De buurjongen begreep precies wat ik bedoelde: context. En ik miste mijn eigen eend. Ja, ook zo’n auto, maar die was blauw.
Voor praktische oplossing van het informatievraagstuk kan niemand reële verschillen inclusief hun samenhang verwaarlozen. Daarentegen zònder dergelijke stelselmatige betekenisordening kunnen we door-soa-en tot we een òns wegen, maar verbetert er helemaal niets.

 

 

30 november 2007, webeditie 2007 © Pieter Wisse