Metapatroon > voorbeelden
Zie ook: Modeling exercises with Metapattern
Hoe de stappen geschetst zijn, kan de indruk wekken dat ontwerp vooral bottom-up gebeurt. Een ervaren ontwerper wisselt echter tussen bottom-up en top-down verbijzonderingen.
in: Ingezetene, ontwerp van een contextueel-semantisch diagram met Metapatroon
[Voor] een modelmatige verkenning, een oefening in conceptuele informatiemodellering met Metapatroon[,] veronderstellen wij op z’n minst de mogelijkheid om procesmatige vervoersstromen met ruimer bereik te plannen dan wat als één enkel zgn netwerk onder beheer is van een bepaalde apàrte organisatie, te weten de (netwerk)beheerder. Daarom moet het vervoersperspectief apart vertegenwoordigd zijn.
Als schèts is het een voorbeeld, ook verre van volledig. H[et] gaat […] erom te illustreren dat semantische standaardisatie op stelselschaal neerkomt op samenhangende betekenisverschillen.
in:
Stelselmatige semantiek door Suwinet
zie delen II en III
D[it is een] aanzet voor stelselmatig herontwerp niet zozeer direct vàn, maar naar áánleiding van de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA). […] Als methode voor stelselmatige informatiemodellering is Metapatroon toegepast.
in: Stelselmatige semantiek door Gemeenschappelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA)
De […] analyse/stelselmatig herontwerp in semantisch opzicht is gewijd aan twee zgn basisregistraties, te weten de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en het Basisregister Ondernemingen en Rechtspersonen (BOR).
D[it voorbeeld] in de reeks over stelselmatige semantiek haakt in op het verschijnsel van de programmatische uitvoeringsorganisatie. De verbijzondering tot uitvoering wijst op betrokkenheid van één of meer àndere partijen. Dat is verder dus op z’n minst een partij die opdracht verstrekt. Van oudsher treffen opdrachtgever, opdrachtnemer enzovoort compleet apàrte voorzieningen voor informatie, met alle problemen van vernauwde aandacht van dien. Dankzij digitale technologie voor instant, betrouwbaar informatieverkeer vervalt die noodzaak van informatieve zelfvoorziening op het daadwerkelijke verwerkingstijdstip.
in: Stelselmatige semantiek door uitvoeringsorganisatie
[D]e term ‘werkgever’ [vormde] aanleiding voor nadere verkenning van verwante betekenissen.
in: Modellering werkgeversbegrip
In dit overzicht- annex oefenschema zijn deelmodellen opgenomen uit de ontwerpportefeuille van de samensteller.
in: Oefenschema: basisregistraties enz.
Op weg naar een stelselmatige aanpak van authenticatie en autorisatie
zie illustraties
Casus: Individuele gehandicaptenparkeerplaats
in: Taakoriëntatie: basisregistraties in de praktijk
Casus: Waardering onroerende zaken
in: Taakoriëntatie: basisregistraties in de praktijk
Casus: Scharnierpunt leerweg leerling/student
in: Taakoriëntatie: basisregistraties in de praktijk
[D]e geschetste modellen […] dienen ter demonstratie dat de betekenisvariëteit op de schaal waarvoor de basisregistraties opgesteld staan beheersbaar is. Dat vergt een modelleermethode die wellicht contraintuïtief lijkt voor wie vertrouwd is met modellering pèr aparte toepassing/informatiesysteem. Op de ruimere schaal […] ter bevordering van maatschappelijke dynamiek […] zijn betekenisverschillen echter maatgevend. De [schets]en willen laten zien hoe tegelijk daartussen samenhang geborgd kan zijn.
in: Taakoriëntatie: basisregistraties in de praktijk
Een catalogus is van oudsher een kennisinstrument voor inventarisatie. Voor interoperabiliteit op basis van digitale technologie gaat daarvoor de aandacht in eerste aanleg uit naar welke sóórten elementen de respectievelijke informatieverzamelingen tellen. Dat zijn, met een ander woord, de informatietypen.
in: Interoperabiliteitscatalogus informatietypen; zie ook apart model
Onder een open model wordt (hier) een informatiemodel verstaan, dat òngewijzigd ruime variëteit faciliteert. Hoe lukt dat?
in: Modellering gerelateerdebegrip
De kaalste opzet blijft beperkt tot unieke identificaties van objecten, met daartussen zonodig aanvullende relaties, relaties tussen zulke relaties enzovoort ter eenduidige contextualisering.
in:
Informatierotonde voor semantische interoperabiliteit
zie ook het schema
Informatierotonde(s) op wolkmaat
Naar (verdere) integratie volgens building information model (bim).
in: MultiBIM
Uitvoeringsorganisatie voor projecten/programma’s met externe medewerkers.
in: pIctugram
Now, how does Core Person fit?
in: Semic’s Core Person Contextualized
Identiteitstellingen zijn relaties.
in: Stelselmatige verkenning van — variëteit van — identiteitstellingen
Van identiteit naar rechtsvorm in verkeerskaderbepaling.
Bijvoorbeeld, hoe passen atikelen 1 en 2 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden?
in: Statutaire gemeenschapsverhoudingen
[S]ketching — a foundation for — a general banking model[,] I’ve started from what I find will become, say, a citizen’s right in the information age regarding her/his financial resources management, too. So, a particular (sub)set of financial resources — for easier reference, just think of a bank account — is no longer irreducibly tied up with a particular banking institution. I assume it to be transferable, instead. Then, it’s not just that the one or more ‘owners’ of the account can change its ‘account manager,’ that is, move the account from one bank to another. It should also be possible for such an account to change owner(s). Over time, contexts may change.
in: On metapattern and other themes in information management
Het idee is […] om formatiehouder en ook budgethouder naast werkgever (die weer naast, zeg maar, organisatie-in-het-algemeen staat) te positioneren. Dankzij zulke nevenschikking past vervolgens elke denkbare combinatie, bijvoorbeeld iemand die een dienstverband heeft bij werkgever a, vandaaruit een formatieplaats bezet onder beheer van b met financiële belasting van het budget van c, of juist weer van a, zeg het maar (en ondermeer dat budget kan trouwens bijgehouden zijn in het grootboek onder beheer van d). Wie nog rijker wenst te combineren, moet dienovereenkomstig extra gedragsvarianten toevoegen. Zeg ook maar verdere contextuele verbijzondering.
Functie verschijnt daar impliciet in meerdere betekenissen. Nu vind juist ik dat helemaal niet erg, dergelijke meervoudigheid. Dankzij expliciete contexten valt steeds eenduidigheid van betekenis te vestigen. Maar om dat precies te doen, moet verduidelijkt zijn om wèlke functiebegrippen het daadwerkelijk gaat. Soms lijkt functie synoniem verondersteld met aanstelling, elders met formatieplaats, nog weer ergens anders met een element volgens een taakclassificatie ... Als dat netjes uitgesplitst staat, zijn tenminste eenduidige aanknopingspunten beschikbaar voor evident noodzakelijke verdere verbijzonderingen.
Indien je contextuele verbijzondering leest als dito aandachtsvernauwing, dan zie je wat voor dàt ene (knoop)punt kennelijk als belangrijk geldt. Dan blijkt ook bijvoorbeeld de aanduiding algemeen betrekkelijk. Stel dat leerling/student als een (afgeleide) verschijningsvorm geldt van persoon(sidentiteit). Dankzij hun relatie kan je dus (ook) voor dat leerling-/studentschap identiteitsinformatie ontlenen aan dat andere knooppunt, te weten persoon(sidentiteit). In die zin van hergebruik, daar ontstaan door de afleiding annex contextuele verbijzondering, zou je het ene als algemener dan het andere kunnen beschouwen. Allebei die punten zijn belangrijk, want ònmisbaar als constituerende elementen voor structuur.
in: aantekening 32.9
Op die manier kan je ook weerrapporten van Klazien enz. modelleren.
[V]reemdeling [hoort] niet als vastgelegde betekenis […] in een model, dus evenmin in daarmee ingerichte informatievoorziening. Vergelijk het met leeftijd. Die leid je af van geboortedatum en peildatum. Zo is vreemdeling ook een variabele uitkomst, in dat geval van de vergelijking van iemands verblijfplaats met het territorium dat correspondeert met haar/zijn nationaliteit. Op die manier blijkt vreemdeling meteen een flexibeler begrip. Bijvoorbeeld een gemeente doet weliswaar niet aan nationaliteit, maar kent een bestuursgebied. Stel dat je in Den Haag woont (verblijfplaats) en een woning van een Delftse woningcorporatie wilt huren. Indien die corporatie het beleid mag voeren van Delftenaren-éérst, dan ben je daar dus … vreemdeling. […] Nav. die voorbeelden van relativiteit van leeftijd en vreemdeling'heid' schiet me te binnen dat hetzelfde geldt voor overtreding, misdaad e.d. Dat is een uitkomst door gedrag op bepaalde wet- en regelgeving te projecteren. Wie volgens het ene rechtsstelsel strafbaar is, kan volgens een ander een pluim verdienen. […] Voor informatievoorziening is variëteit nooit weg.
Bijvoorbeeld, een 1. organisatie met een 2. erkende gedragsvorm is een 3. rechtspersoon die 4. verantwoordingsplicht kent volgens een bepaald 5. verantwoordingskader zoals voor de erkende gedragsvorm in kwestie (zie 2) opgenomen is in een 6. verkeersgedragkader (lees in dit geval: wet- en regelgeving). Volgens het relevante verantwoordingskader (zie 5) geldt een bepaalde 7. verantwoordingsvorm, zeg ook maar een 8. soort document waarvoor een specifiek 9. sjabloon/model beschikbaar is dat per 10. element/rubriek plaats biedt voor informatie met een specifieke 11. betekenis die eveneens opgenomen is in het verkeersgedragkader (opnieuw, zie 5). Een bepaalde betekenis verwijst via 12. (meta)signatuur naar een (ander) punt in het contextueel semantisch diagram. Aangezien organisatie (zie 1), erkende gedragsvorm (zie 2) en verantwoordingsplicht (zie 4) bekend zijn, is via die verwijzingen 13. vóórinvulling mogelijk van een concrete 14. verantwoording.
in: (aanwijzingen voor) berichtstructuur en - inhoud; zie ook aantekeningen 38.64, 38.66, 38.67, 38.75, 38.76 en 38.77
The patterns were originally designed to overcome basic problems with the traditional method of fund accounting applied by Dutch ministries and other institutions of central government.
in:
Metapattern for financial accounting
nb voorbeeld volgens oorspronkelijke notatie van Metapatroon
Als gedeelde grondslag gelden vervolgens verschijnselen die … algemeen genoeg zijn. Het gaat er dus om het voorbeeld te ‘lezen’ met het doel van veralgemenisering. Dat betreft ‘vanuit’ het voorbeeld in kwestie vooral, althans naar mijn huidige idee, persoonsidentiteit en ruimtelijk object.
in: Voorbeeldig informatiestelsel
Of particular interest are (1) problems which help illuminate how Metapattern differs from traditional object orientation and, (2) how it enables a modeler to accomplish better solutions.
in: Metapattern as context orientation: meeting Odell's challenge of object orientation
De crux van het probleem is echter dat relevante toepassingen en hun databases géén gelijke metainformatie omvatten. Vanwege reële variëteit werkt absolute betekenisstandaardisatie dus niet.
in: Metapatroon voor extra niveau van metainformatie
Wat kan levert zo'n plaatje op? Om te beginnen is expliciet toetsbaar of alle huidige en geplande activiteiten […] structureel op dit algemene fundament passen. […] Wat je ermee katalyseert, is eerst en vooral een strategische oriëntatie op een manier die sterk, zeg maar, relevante precisie van uitdrukking bevordert.
in:
Abstractie in logistiek: over lons en lops
nb voorbeeld volgens oorspronkelijke notatie van Metapatroon
Het is essentieel […] zgn conceptuele informatiemodellering niet te beschouwen als een afgeleide activiteit, maw als nadere technische uitwerking. Daarentegen zijn conceptuele modellen een vorm bij uitstek voor de uitdrukking van bestuurlijke uitgangspunten. Over zulke uitgangspunten kiezen dus bestuurders. Wat [het opstel] beknopt schetst, is een ontwerpaanpak die samenhangende conceptuele modellen oplevert voor een complex veld zoals openbare orde en veiligheid. […] Stel dat er sprake is van een specifieke opsporingstaak die personen betreft.
in:
Conceptuele informatiemodellen met pluriforme contexten
nb voorbeeld volgens oorspronkelijke notatie van Metapatroon
Hier staat het resultaat van een poging enkele stelselmatige opmerkingen te maken over de Richtlijn [Documentaire] Metagegevens [...].
in: Stelselmatige ontknoping van richtlijn
The steps taken suggest that design is largely a bottom-up process. An experienced modeler, however, iterates between bottom-up and top-down differentiation.
in: Resident, designing a contextual-semantic diagram with metapattern
Uit de stelselmatige manier van kijken naar informatievoorziening volgt o.a. dat een bepaalde organisatie niet het vàste referentiekader mag vormen. Dus, (ook) organisatie moet relatief, variabel, meervoudig e.d. verondersteld zijn.
Verzamelde wet- en regelgeving biedt inderdaad schitterend materiaal om te modelleren.
In gesprek met de auteurs van Granularity in Reciprocity stelden zij mij de vraag, zo heb ik ’m althans begrepen, naar de modelleerbaarheid van hun Yupta-raamwerk met metapatroon.
in: Yupta verkend met Metapatroon
The power of Metapattern as a method for disambiguating meaning through so-called contextual differentiation is demonstrated through modeling the first sentence in the Constitution of the Netherlands.
in: Publieks- en stelseltaal in wetgeving: Wat is het geval?
De principiële betrekkelijkheid van informatie kan — hier uiteraard sterk vereenvoudigd — worden geschetst in het verlengde van het eerdere fictieve voorbeeld.
in: Uit het moeras van stam- en basisgegevens
Samengestelde informatiediensten met samenstellende bericht- en verwerkingsdiensten.
in: Data en diensten op orde met Metapatroon (deel 1): algemene verkenning van stelselmatige oriëntatie
Merk op dat het Metapatroonmodel de positionering van eigenschappen als het ware binnenstebuiten keert.
in: Systematiek op z’n informatiekundigs
Vervolgens kan elk perspectief met elk gegeven worden verbonden. Dat levert via die relaties evenzovele nieuwe knooppunten op. Daaraan kan zonodig vèrdere informatie vastgeknoopt worden. […] Dit is overigens maar een voorbeeld hoe de kwalitatieve overgang van mono- naar multicontextualiteit per saldo kansen schept voor stroomlijning van informatiebeheer.
in: Bekijk het realistisch, dus gevarieerd met Metapatroon
Effecten o.a.
— herkenbare synthese met (werk)processen; sturing van
informatievoorziening terùg bij management
— informatie met contextuele betekenis met nodige en voldoende
precisie, dwz kwaliteit; niet alleen oplossing van problemen, maar óók
nieuwe mogelijkheden
— inclusief gedetailleerde verbijzondering volgens tijd, dus
altijd actueel èn historisch
— geen doublures en/of verwarring over betekenis; (grote)
kostenbesparing.
in: Even voorstellen, een stelselmatig experiment met informatieverkeer
[D]e knooppunten [zijn] genoemd naar de samenstellende delen van de samenstellende proposities van het syllogisme.
in: Stelselmatige syllogistiek met Metapatroon
Indien kleur als eigenschap van het object, zeg maar,
onveranderlijker is dan de waarde ervan, is de structurele
correspondentie groter door object in eerste aanleg naar een bepaalde
eigenschap te laten verwijzen. In tweede aanleg, dus als apàrte slag,
vormt die eigenschapverwijzing het aanknopingspunt voor verwijzing naar
waarde. Als de kleur van rood verandert in blauw, blijft de wijziging
in de registratie ‘beperkt’ tot die tweede-aanleg
verwijzing.
Die flexibiliteit is overbodig indien eigenschap en waarde als het
ware een vaste twee-eenheid vormen. Maar ja, dan is het de vraag waarom
er überhaupt sprake is van onderscheid tussen eigenschap en waarde.
[Daar staan] enkele modelvarianten geschetst voor eigenschapswaarde. Daarvoor abstraheerde ik van variëteit in de tijd. Hoe dan ook, je ziet dat je alle(rlei) kanten op kunt ...
Zodra je je het algemenere begrip van deelnemer aan maatschappelijk verkeer kunt voorstellen, herken je (pas) de ruimte voor ontwerpkeuzes. Tot de beoogde verkeersschaal van een model behoort feitelijk dat ‘het’ over deelnemers gaat. […] Wat je als ontwerper dus moet kunnen uitleggen, is wanneer je een knooppunt niet tot deelnemer laat verklaren. Kortweg, deelnemer is default.
Met Metapatroon heb ik een verkenning gedaan naar — een model van — reconfiguratie […] vanuit de veronderstelling dat beheer(sing) van verschillende configuraties inclusief hun onderlinge ‘elementaire’ samenhang het stramien biedt voor samenhangende activiteiten.
In definities van systeem gaat het … systematisch slechts over elementen en relaties ertussen.
[E]en gooi naar (stelselmatigheid) door synthese van object- en procesoriëntatie.
Als ik me voorlopig niet (zo) druk maak om het bereik van een transmodellair model, hoe valt gelijkschakeling met ‘gewoon’ model te realiseren? […] We hebben dus de gewenste metasystematiek te pakken, indien we object (eventueel) laten constitueren door eerder en elders gevestigde verbijzonderingen.
Op deze manier kunnen we […] de getrapte verwijzingen (blijven) volgen[.]
From the Metapattern perspective, what is critically important is what you mention [about Templix] as “circumstance.” I’d call it situation, or context. (There’s more about the difference between situation and context, but for now you may take those terms as synonyms.)
in: note 47.28
Ik ben benieuwd hoever ik er nog altijd náást blijkt te zitten …
In bijgevoegd model probeer ik het volgens een vergelijking. In elk geval mijn ‘normale’ idee van een (klassiek) toneelstuk is […]
Proberen we nog steeds stukjes voor dezelfde puzzel te ‘snijden’ en passend te leggen?
Zo’n functionaris-geënte kwalificatieketen valt meestal niet
op, zolang de aandacht tot één organisatie beperkt blijft. Met die
beperkte blik lijkt het alsof altijd mènsen functies vervullen.
Op stelselmatig bereik, dus met overzicht over allerlei organisaties,
raakt de te losse aanname duidelijk herkenbaar. De mens-in-functie bij
de ene organisatie ‘vormt’ de voorwaarde voor het vervullen
van een àndere functie in al dan niet dezelfde organisatie. En zo kan
dergelijke afhankelijkheid zich voortzetten, dus met die andere
functievervulling als voorwaarde voor het vervullen van nòg weer een
àndere functie, enzovoort.
Voor informatieverkeer op stelselschaal mag er vooral géén mogelijkheid uitgesloten zijn om reële wederkerigheid te expliciteren.
Ook deze opzet komt (dus) neer op An intermediary metasystematics.
[…] een inclusieve opzet voor projectenadministratie, meervoudig en onderling samenhangend.
in: Werk in uitvoering – 1; zie ook Werk in uitvoering – 2, Werk in uitvoering – 3 en Werk in uitvoering – 4
En middelenbeheer betreft (dus) eveneens … werk in uitvoering zoals hier stelselmatig bedoeld. Kortom, onderhavige ontwerpreeks gaat kennelijk netzogoed over zulk beheer, ofwel asset management in de opzettelijk ruimst gezochte betekenis van die aanduiding. Dat is eenvoudigweg een kwestie van passende perspectiefverruiming.
Een korte inleiding tot deze modelleervariant biedt Handling perspectivism in federated practice.
(Nog) geen idee of dat zo werkt …
Volgens het zgn verkeersprofiel geldt een — ivm functionaris-geënte kwalificatieketens, zie in: aantekening 49.47, ook nogeens recursieve — veralgemenisering voor iedereen en alles waaraan gedrag toegeschreven kan zijn. Dat is: actor (eerdere aanduiding: deelnemer). Dat maakt actor beschikbaar als situationeel en/of objectmatig aanknopingspunt voor verdere verbijzonderingen.
Dan ligt het voor de hand om eerst maar eens (meer) in het algemeen te modelleren wat er zoal bij een verslag komt kijken.
Facilitering van zulk onderscheid vergt navenant verschillende knooppunten: functie (functie-van) en rol (functie-door).
Een ander woord voor semiotiek is tekenleer. Omdat spraak een kwestie van tekens is, zeg maar letterlijk, komt rechtspraak voor semiotische beschouwing in aanmerking.
in: Door de blinddoek: semiotiek van rechtspraak
Met deze poging tot overzicht gaat het voor rechtspraak om een aanzet tot omvattende structurering, dwz op de schaal van maatschappelijk informatieverkeer. Let op, die schaal noodzaakt tot soms — tot dusver — ongebruikelijke woordkeuze. En op die schaal zijn nota bene reële (betekenis)verschillen aan de orde. Ofwel, structurering behelst géén uniformering, maar zgn variëteitbeheersing: verschillen in samenhang.
in: Rechtsprakelijke gevallenverdeling resp. -bundeling
Je herkent dat je voor van alles en nog wat de keuze hebt voor invulling, te weten — al dan niet afwisselend — tussen gebruik van het — oorspronkelijke — model van intermediaire metasystematiek en verkeersprofiel. Je kunt met opties oefenen.
Voor — een — flexibele — opzet van — informatievoorziening is het […] voordelig gebleken om werk noch als object noch als proces te beschouwen. Daardoor kan werk afwijkend dienen als — zoiets als een — scharnier tùssen object en proces. Op die manier zijn object en proces (dus, pas) willekeurig combineerbaar.
Examples can only make actual sense as a report of one particular subject addressing another particular subject, i.e. as a request for compliance. That way, the largest part of sign is recognized as context, needed for precision. There’s no contextless sign, as there is no situationless object to behave.
in: Analytic philosophy for synthesis from early education on
Laat ik eens bij de gebruiker beginnen.
Als aanduidingen van object zijn zulke termen op stelselschaal echter gauw verkeerd. (Want) wat we ermee tot uitdrukking brengen is vrijwel altijd — pas — een voorziening; dat is meestal als het ware vanzelfsprekend duidelijk doordat we een situatie ‘lezen’ als context met betekenisverbijzondering van dien. Maar ja, hoe noemen we een object dàn? […] Hoe ruimer de schaal, des te beperkter de passende eigenschappen[, dwz] dat er qua relevante gedragsbeschrijving ‘absoluut’ … niets overblijft en vandaar de kunstgreep van de nul-identiteit.
Overigens is het met voorbeelden altijd oppassen.
Ik leg zoveel nadruk op basisregistraties, omdat de heersende
opvatting erover m.i. averechts uitpakt. […] Dat gebeurt onder de
noemer van digitale overheid. [… O]riëntatie volgens
daadwerkelijk informatieverkeer […] ontbreekt [nog]. […]
Dan laat ik nog maar in het midden dat slechts overheidsinstellingen
informatie uit basisregistraties mogen gebruiken. […] Ik zou
zeggen, òmgekeerd dus, dat èlke registratie die door een formeel
aangewezen overheidsinstelling gevoerd moet worden, een
basisregistratie is. En omdat een overheidsinstelling uitsluitend op
formele aanwijzing (lees: met wet- of regelgeving) als registerhouder
mag functioneren, zijn àlle overheidsregisters tevens …
basisregistraties. […] Voor optimale opzet, nota bene
stelselmatig en aldus volgens ruimste verkeersoriëntatie, inclusief
toekomstvastheid verdient het m.i. aanbeveling om van die status uit te
gaan. [… Hun] eigendom [van informatie in kwestie] was altijd al
een misvatting, laat staan exclusiviteit ervan. Iets anders dan
verzamelen van wat burgers en bedrijven — moeten — opgeven
is het feitelijk nooit, luttele toevoegingen daargelaten zoals
uitspraken, beschikkingen e.d. Maar de bulk komt steevast
van‘buiten’de overheidsinstelling in kwestie. Toe-eigening,
au fond ook nog eens ongerechtvaardigd, belemmert samenhang. Burgers en
bedrijven zijn de dupe van overheidsinstellingen die in afzondering
volharden en aldus facilitering van maatschappelijk (informatie)verkeer
verzaken.
Een voorbeeld van vernauwende overheidsoriëntatie is het zgn
burgerservicenummer. Met service is in dat verband dienst(verlening)
door overheidsinstellingen bedoeld, met de burger als klant. Nu is een
burger helemaal geen klant, maar … burger. Als zodanig heeft
z/hij medeburgers die tellen (wat tussen de ene klant en andere klanten
van een leverancier niet of nauwelijks relevant is; nota bene, zodra
het dat wèl is, komt er wet- en regelgeving voor, dwz voor niet-klanten
ofwel burgers).
Waarom heeft een individu eigenlijk een naam? Daarmee is allereerst
onderling verkeer gediend. Maar ja, een naam is gauw niet uniek,
vandaar een nummer. Feitelijk heeft zowat elke Nederlander allang een
uniek maatschappelijk-verkeersnummer. Dat is het nummer van haar/zijn
mobiele telefoon. Wie méér telefoons annex nummers heeft, moet er voor
haar/zijn — verdere — deelname aan verkeer dan eentje
kiezen.
(Maar) hoe zit het met bescherming van persoonlijke levenssfeer? Voor
evenwichtige(r) maatschappelijke verhoudingen vind ik dat
persoonsinformatie in beginsel eigendom is van de persoon in kwestie.
Op dat beginsel kan slechts wettelijk afgedongen zijn, altijd nodig en
voldoende verbijzonderd. Voilà, eventuele basisregistraties, ofwel, dat
maakt de cirkel rond.
Een nòg algemener model wil ik graag op de website beschikbaar hebben.
Informatieverkeer op stelselschaal
Deze tekst met figuren is mede bedoeld als handleiding om met resp. volgens het model Informatieverkeer op stelselschaal aan de slag te gaan.
in: Reële variëteit van deelnemers volgens hoedanigheden in informatieverkeer
Die ene-kip-legt-ei-dat-ei-wordt-andere-kip-enzovoort truc houdt het model verbluffend compact èn flexibel. Haha, dat zou voor stelselmatig modelleren weleens het ei van Columbus kunnen blijken.
[Volgens] Informatieverkeer op stelselschaal […]zijn helemaal geen apàrte knooppunten meer opgenomen voor — typen van — bepaalde functies resp. functionarissen. Dergelijke verbijzonderingen vallen nu eveneens onder de noemer van actor. Een eerste, korte poging om het nut van zo’n opzet te duiden plùs zoiets als een handleiding bij genoemd model schreef/tekende ik met Reële variëteit van deelnemers volgens hoedanigheden in informatieverkeer.
Wat volgt is een voorbeeld van verdere verkenning naar stelselmatige betekenissenordening. Dat gebeurt — dus — met Metapatroon als modelleermethode/-taal[. … H]et verslag van het modelleerproces [is] zoveel mogelijk ònbewerkt overgenomen. Dat maakt de voorgestelde overwegingen voor stelselmatig bereik inzichtelijker en aldus gerichter commentaar ter verbetering mogelijk.
Het pleit voor stelselmatigheid, dat zulke verhoudingen doorgaans
[…] in het algemeen opgaan. […] Voorts moet een
stelselmatig model juist omvatten wat willekeurig is, dus niet slechts
wat volgens voorwaarden past. Dat vergroot de kans aanzienlijk dat het
model toepasselijk blijft, ook wanneer voorwaarden enz. wijzigen.
Een nòg algemenere opzet wordt bereikt door allerlei verbijzonderingen
van actor eveneens als actor te beschouwen, enzovoort. Dat levert nodig
en voldoende gespecificeerde hoedanigheden op. Die zijn zelfs onmisbaar
voor facilitering van autorisatie.
Dat is echter geen goed idee. Het nadeel is dat dergelijke verbijzonderingen dóórwerken. Voor een aparte, kleinschalige toepassing is dat vrijwel nooit een doorslaggevend bezwaar. Maar op de stelselschaal van het reële maatschappelijke informatieverkeer leidt dat gauw tot chaos. Want er moet voor verdere verbijzonderingen rekening mee gehouden blijven. Daardoor raakt het aantal verknopingen alsmaar verder vermenigvuldigd. De oplossing is variabilisering van actor, dus facilitering van verbijzondering van hoedanigheden met één en hetzelfde begrip.
[Er bestaat] de mogelijkheid om te ‘spelen’ met verbijzonderingen. Bijvoorbeeld, indien hoedanigheid annex actor als potentiële deelnemer minder gespecificeerd staat, moet typering van betrokkenheid méér gespecificeerd — kunnen — worden. Een opzet is optimaal flexibel door dergelijke keuzes open te laten. Ze kunnen dan steeds naar omstandigheden worden getroffen zònder structuuraanpassingen.
De opzet van dat ene hulpmiddel voor administratieve controle is eveneens optimaal voor allerlei andere administratieve hulpmiddelen.
Ik doe nog maar eens een praktische suggestie wat er stelselmatig zoal ànders is. Neem — het idee van — een “stelselcatalogus.” Opzet, inrichting enzovoort van voorzieningen voor informatieverkeer zijn pas door-en-door stelselmatig, vooruit, infrastructureel, zodra er géén aparte catalogus meer is. (Want) daarvoor is het stelselmatige informatiemodel in één moeite door, inderdaad, catalogus. Merkwaardig idee? Ja, voor wie uit blijft gaan van alom apàrt opgezette zgn toepassingen die vervòlgens pas als netwerkelementen gedacht zijn, is zo’n èxtra catalogus onontbeerlijk. Volgens een van-meet-af-aan stelselmatige opzet lost een catalogus echter als het ware òp. Maar ja, dat begrijp je dus pas, en daarnaar kan je pas concreet handelen, indien je het stelselparadigma met bijbehorende modelleermethode aanvaardt (en deskundig benut).
Ingewikkelder hoeft het niet te zijn, herstel, màg het ook niet zijn voor wat zo strikt mogelijk past bij wat voor een grootboek zgn nodig èn voldoende is.
Fasegewijs boekhouden noem ik ook wel relationeel boekhouden. Voor samenhangende verslaggeving over verschillende consolidatiemomenten (lees dus ook: fasen) dienen op hoofdlijn relaties tussen faseboekrekeningen. […] De modulariteit van fasegewijs boekhouden is verzekerd, omdat het voor — de vorm van — een boekingspost niet uitmaakt in welk faseboek die post met z’n regels wordt geregistreerd. Dat blijft voor een willekeurig faseboek altijd gelijk. […] De crux is nu net om een grootboek niet langer als één, zeg maar, bak met grootboekrekeningen te beschouwen. Nogmaals, volgens fasegewijs boekhouden telt een grootboek faseboeken en vormen die faseboeken evenzovele bakken met rekeningen, vandaar faseboekrekeningen. Omdat een faseboek ònderdeel van een grootboek is, is een faseboekrekening uiteraard ook een grootboekrekening. Maar vanwege de fasegewijze hoofdstructuur van een grootboek is een àndere aanduiding m.i. passend. […] Zouden de samenstellende delen van een faseboekrekening slechts lòsse criteria voor selectieve verslaggeving zijn, dwz onderling ònafhankelijk, dan is inderdaad dat hele mechanisme van zgn rekeningenstelsel overbodig. Dan volstaat voor èlk kenmerk de status van — wat in het model heet — supplement. Dat is echter te radicaal volgens postcoördinatie gedacht. Er is wel degelijk precoördinatie nodig, en daarvoor dienen de fasegewijze grootboekrekeningen, kortweg faseboekrekeningen.
in: aantekening 66.2
Daarbij benadrukt de status van experiment, dat het er vooralsnog vooral om te doen is dat aanvankelijke idee te toetsen (en volgens ervaringen tijdens en het resultaat van de activiteit in kwestie eventueel aan te passen voor een vòlgend experiment, enzovoort; anders zijn zulke activiteiten immers domweg willekeurig).
[O].a. rechtspraak [dient] ordelijk verloop van maatschappelijk verkeer […]; daarvoor betreft rechtspraak op haar beurt eveneens — gevallen van — maatschappelijk verkeer. De Rechtspraak(organisatie) faciliteert dat maatschappelijk verkeer voor rechtspraak(gevallen). Dat rechtsprakelijk verkeer tussen belanghebbende deelnemers, en dus via de Rechtspraak, heeft naar zijn aard vooral het karakter van informatieverkeer. Daarvoor kunnen o.a. digitale technologieën worden gebruikt. Aangezien èlke deelnemer aan maatschappelijk verkeer bij rechtspraak(gevallen) betrokken kan raken, en aldus potentiële deelnemer is aan rechtsprakelijk informatieverkeer, moet de Rechtspraak(organisatie) voor de facilitering ervan optimaal beroep doen op — maatschappelijke — infrastructuur voor informatieverkeer. Dat houdt een consequent stelselmatige oriëntatie in en die koers moet voor digitalisering nadrukkelijk aangehouden blijven, zo mogelijk worden versterkt. Voor zover digitale infrastructuur voor — facilitering van — rechtsprakelijk informatieverkeer onverhoopt nog niet beschikbaar is resp. adequaat functioneert, moet de Rechtspraak(organisatie) daarop met stelselmatige oriëntatie zoveel mogelijk anticiperen.
In het korte (tijds)bestek van een proef valt […] uiteraard nog geen compleet dekkende — infrastructurele — voorziening te treffen, maar […] de stelselmatige aanzet [moet] alweer duidelijker herkenbaar zijn.
Anyway, I myself am from a social equity point of view interested in trying to model the varieties of health insurance as an integral part of a social whole. It explains why initially I don’t — seem to — address insurance issues at all; instead I am sort of experimenting with making, say, necessary and sufficient preconditions explicit for including it in an integrated order.
in: note 71.25
I have suggested actor as a crucial concept to focus much variety of
social interaction on.
[A]s I am setting up actor for recursion, I have reconsidered what to
take as the beginning of series. Please understand that it is not a
matter of being absolutely right or wrong. Conceptual modeling is to a
large extent about varying assumptions, and seeing how far they will
carry without contradictions surfacing.
The reason I am bordering on the pathological with my focus on actor
— or whatever you want to call it, actor, that is :-) — is
that conceptual variety, touching upon and penetrating an ever larger
set of social interactions, is otherwise simply impossible to control,
including to adapt to, et cetera. The answer/solution is to assume
wider-ranging variables, to be fitted with values as appropriate.
I did already draw your attention to the recursive nature of the actor
concept. It is how rules for social interaction can be understood to
differentially — allow us to — function. To qualify as a
participant of some type in an event of some type, often another
qualification must be fulfilled. For example, someone is only admitted
to a hospital for treatment on the condition of being the holder of a
valid health insurance policy; someone is only allowed to treat
patients when being certified as a health care professional. There is
no telling beforehand where such conditional recursion stops.
Instances for both functional differentiation and actor association
supply necessary and sufficient values for yet another cycle of
recursion. I repeat that I am primarily making conceptual
assumptions.
in: note 71.36
When you are used to considering so-called applications separately, a provision for conditional recursion without limit may seem odd. But it really (!) is how behaviors of members of society are regulated. They are supposed to act in a variety of capacities according to circumstances. So, the more the scope of an integrated information order approaches all of society, the less escaping there is from explicitly facilitating such, say, actorial variety. In fact, the threshold for such radical abstraction being profitable, if not practically unavoidable, is soon crossed. Since the persons about whom information is registered can also be users in the current era of the Internet, authorization must cover the very scope of the integration information order. And users, in fact, are … actors.
in: note 71.36
The idea with actor as an articulated concept is to arrive at a single point of departure for recognizing participation in whatever (!) may be considered as an event. For we can now just assume an appropriate instance of actor being, say, prepared and take ‘the rest’ from there. […] From the perspective of participant as the pivotal concept, I propose to shift attention from modeling complexity underlying actor to complexity underlying event. At least for now, the actor concept seems adequately articulated. What about event? Similar advantages should be attainable from conceiving of a singular point of departure ‘on the other side’ of participant, too.
in: note 71.41
Een actor betreft aldus gedrag in een situatie die met classificerende terminologie — dat lijkt me overigens een pleonasme, maar vooruit — aangeduid is. Op het eerste gezicht lijkt het voor hoedanigheden daarmee ook meteen klaar. Met zo’n terminologische homogene hiërarchie kan toch een praktisch oneindige verzameling hoedanigheden beschreven staan? Er ontbreekt echter de mogelijkheid van ordening van hoedanigheden volgens voorwaardelijkheid aan die nota bene kenmerkend is voor maatschappelijk verkeer is de ruimste zin. Want — wat vaak zelfs recursiviteit is van — voorwaarden betreffen doorgaans zowel zoiets als 1. functionele classificering als zoiets als 2. associatie met een — andere actor als — deelnemer aan maatschappelijk verkeer(ssituatie). [… Zo] heb ik de beperking opgelegd, dat een hertypering van een actor — met als resultaat een alweer nader verbijzonderde actor — altijd gebeurt via 1. functionele kwalificatie èn 2. actorassociatie (lees, uitgaande van een actor, ook zoiets als co-actor). De volgorde maakt dan, zeg maar, stelsellogisch m.i. niets uit. Wat telt, nogmaals, is het verbijzonderde actorexemplaar als resultaat.
De voorwaarde is inderdaad duiding van de situatie zoals de
gebruiker die ervaart. Als dat redelijk lukt, mee eens, is doorgaans
prompt duidelijk wat als passende antwoord telt. Zeg ook maar dat het
verduidelijken van de zoekvraag … zoekvragen vergt. Dialoog, dus.
[…] Nu telt situationele hoedanigheid als begrip twee
samenstellende begrippen. Situatie is het ene en hoedanigheid het
andere. Een dialoog volgens geprogrammeerde instructie acht ik tevens
geschikt om iemand te helpen aan voor haar/zijn zoekvraag relevante
bepaling daarvan.
Het voorbereidende dialoog moet een exemplaar van situationele
hoedanigheid als samenstelling opleveren. Dàt geldt dan als zoekvraag.
Die vraag levert optimaal gericht (!) antwoord op, omdat — ook
— dat exemplaar in de index is opgenomen.
De geprogrammeerde instructie komt niet alleen uit op een indexelement.
Het dialoogverloop is erop … gebaseerd. Ofwel, de index is een
thesaurus.
De schijn van zo’n dialoog kan iemand ervaren door gebruik van een digitaal hulpmiddel. Daarmee kan z/hijzèlf relevante informatie “ontdekken” (en irrelevante informatie vermijden). Mij lijkt daarvoor dus ’dialoog‘ volgens zgn geprogrammeerde instructie geschikt. Er is geprogrammeerd aan, dat feitelijk het initiatief telkens van het programma uit gaat. De gebruiker krijgt een vraag, waarop z/hij slechts volgens een beperkt aantal mogelijkheden kan antwoorden. Volgens haar/zijn daadwerkelijke antwoord — en met een ingewikkelder programma tevens het verloop van de ’dialoog‘ tot dusver — komt het programma met een vòlgende vraag met bijbehorende antwoordenbeperking. Lees voor beperking ook specialisering. Het programma kan elke vraag voorzien van vermelding van situationele hoedanighe(i)d(en) die, gelet op het verloop tot dusver, wellicht op de gebruiker van toepassing zijn (en waarover verwijzingen naar passende teksten beschikbaar zijn).
Herhaling van samenhang heet ook wel recursiviteit. Wie er eenmaal
op gaat letten, herkent dat recursiviteit kenmerkend is voor allerlei
aspecten van ordening van maatschappelijk verkeer. Hoe dan ook omvat de
schematechniek van Metapatroon een symbool ter samenvatting om een
model òndanks open bereik beknopt en aldus nog redelijk leesbaar te
houden. […] Ik … herhaal :-) dat zo’n modelgedeelte
de mogelijkheid schetst van willekeurig voortgezette herhaling. Maar
ja, gebruik ervan dreigt gauw ònpraktisch te raken. Je raakt tureluurs
als je dat volgens alsmaar herhalingen probeert bij te houden.
[…] Hoe dan wèl?
De voorwaardenketen […] kan inderdaad in kortere
‘trajecten’ […] worden opgedeeld. Er is en blijft
behoefte aan zulke recursiviteit, maar die moet met mate worden
toegepast om praktisch bruikbaar te zijn. […]
[Met] teken […] als document resp. akte, kan een teken gelden als
— bewijs van — afsluiting van de ene deelreeks met als doel
(!) een zgn authentiek begin te bieden voor een vòlgende deelreeks. En
zo beschouwd, is èlk register dat met dat doel wordt bijgehouden, en
bij nader — of moet dat vooral zijn: ruimer? — inzien zijn
dat er inderdaad nogal wat, overigens een … basisregistratie.
[… Zo’n] register laat deelreeksen èlders beginnen [en z]o
wemelt het van … basisregistraties[.]
Dat is echter ondoenlijk voor, dus — veel — algemener beschouwd, maatschappelijk verkeer. Dat bereik noodzaakt tot veralgemenisering van het model (en dat bevordert flexibiliteit). Daarom ontbreken — aanduidingen van — daadwerkelijke hoedanigheden […]. Daarvoor moet algemenere begrippen van desbetreffende waarden voorzien zijn en o.a. van een vooropgezette sectorale grens (lees ook: domeingrens) is dus géén sprake meer. Over — verbeterde — stelselmatigheid gesproken, dat maakt samenhang onder de noemer van willekeurige (!) hoedanigheden mogelijk.
Onderwerpen van overheidszorg betreffen een betrokkene ‘als regel’ in verschillende — andere — hoedanigheden. Dat is zelfs … typerend voor wat ook wel levensgebeurtenissen heten. Daarom is ordening van zo’n levensgebeurtenis heel praktisch geholpen met inventarisatie van ervoor relevante situationele hoedanigheden. Gewoon ermee beginnen … Dankzij zulk voortschrijdend over- en bijgevolg inzicht zijn eventuele problemen gericht(er) herkenbaar en blijkt informatiekundige bijdrage aan oplossing vaak evident èn in technisch opzicht zeer eenvoudig (informatierotonde). Onwil tot samenwerking maakt verbetering veranderkundig wèl ingewikkeld.
Het verwijzingsbeginsel waarop de — werking van de — informatierotonde berust wil zeggen dat informatie uit verspreide registers niet (!) bijeengebracht en aldus nog eens èxtra bijgehouden wordt in een àllesomvattend register. Het zgn hoedanighedenplatform is de minimale toevoeging van reeds vergaande stelselmatigheid. Een exemplaar van situationele hoedanigheid verwijst naar één of méér register waarin informatie vòlgens die hoedanigheid ‘authentiek’ geldt (en dat zijn daarvoor dus de bronregisters). ‘In’ het hoedanighedenplatform moet(en) per exemplaar van situationele hoedanigheid tevens de zgn informatiesleutel(s) bekend zijn — maar méér ook niet! — voor selectieve raadpleging van authentieke registers. Zodoende hoeft er niets aan, oeps, willekeurige registers te veranderen om daaruit tòch naar behoefte al vergaand samenhangend informatie te verkrijgen. En ook dàt gebruik vergt dan weer adequate autorisatievoorziening. Maar laat die nu net eveneens op nodige en voldoende verbijzondering van situationele hoedanigheden geënt moeten zijn …
[D]e nadruk [ligt] op verkenning van onderscheidend vermogen met
situationele hoedanigheid. Voor aanduiding van zowel situatie als
hoedanigheid is een zgn homogene hiërarchie beschikbaar; combinatie
levert een situationele hoedanigheid op. Is die
combinatie(mogelijkheid) enerzijds nodig (want met minder dan twee
samenstellende delen lukt het niet), anderzijds voldoende (want meer
dan die twee delen zijn overbodig) als stelselmatig bemeten opzet?
Biedt situationele hoedanigheid de noemer om bevoegdheid tot gebruik
van voorzieningen te ordenen?
Er blijkt inderdaad willekeurige ordening, dwz open voor variëteit, mee
aangebracht en bijgehouden te kunnen worden. Het beheerbereik is
feitelijk dienovereenkomstig open.
Wat mij betreft hebben we er meteen een praktische aanwijzing aan
toegevoegd om de noodzakelijke continuïteit van interne autorisatie
(oud) te verenigen met uitbreiding voor, zeg volgens dat traditionele
perspectief maar, externe deelnemers aan digitaal gefaciliteerd
informatieverkeer (nieuw). Met mijn excuus voor de theoretische
beschrijving, :-) als deelgebieden van maatschappelijk verkeer moeten
we verkeer in het publiek domein resp. intra-organisatorisch verkeer
laten overlappen. Kenmerkend voor het overlappingsgedeelte is dat
dezèlfde persoon nota bene twee personages heeft. Dan is de ene
situationele hoedanigheid van de persoon in kwestie passend bij het
publiek domein; haar/zijn andere is intra-organisatorisch passend. De
samenhang bestaat er uit dat de intra-organisatorische situationele
hoedanigheid (bekend als: organisatorische functie) voorwaardelijk is
voor de situationele hoedanigheid (die geldt in het publiek domein, en
vaak met de dezelfde hoedanigheidsaanduiding als de andere,
intra-organisatorische). Tja, zonder die medewerkers in
publiek-domeingerichte situationele hoedanigheden heeft een organisatie
geen bestaansrecht. Dat maakt overlapping zelfs noodzakelijk.
Die externe oriëntatie op AVG-betrokkene helpt voorts in de loop der tijd eventueel intern ontstane drempels voor maatschappelijk relevante samenhang allereerst te herkennen en, voor zover ze met ongetwijfeld de beste bedoelingen maar dus averechts nog steeds opgeworpen blijven worden, vervolgens te verwijderen.