Metapatroon > stelseltaal > context en tijd
Wat wij oppervlakkig herkennen als informatie, blijkt de willekeurige drager van veranderlijke betekenis. Voor opheffing van dubbelzinnigheid is dus méér informatie nodig. Dat heet volgens Metapatroon: context.
in: aantekening 18.2
Ook in dit semantische vlak bestaat de oplossing allang, zeker als algemene richting. [… Er] moet worden voorzien in wat voorheen het externe kader bood. Die informatie is de nodige en voldoende context. Dat lijkt èxtra informatie, omdat die nu expliciet nodig is. Het is ruimer bekeken echter slechts, nogmaals, vervanging van wat op beperkte schaal impliciet als context kon worden ervaren. Er was dus altijd al context[.]
in: Semantische kans door financiële crisis?
Er bestaat géén teken zònder con-teken, ofwel context.
Contexts are always explicit and juxtaposed.
in: The pattern of metapattern: ontological formalization of context and time for open interconnection
Authentiek kan informatie slechts zijn die nodige en voldoende contextuele verbijzondering omvat. […C]ontextloze informatie is een contradictio in terminis.
De kunde die er voor informatievoorziening toe doet, is ... informatiekunde. De vereiste bekwaamheid betreft nodige en voldoende precisering door tekens te combineren. Wat het ene teken betekent, raakt eenduidig dankzij een ander teken. Dat andere teken functioneert dan voor het ene teken als context.
in: Semantische kans door financiële crisis?
[T]he principle of multiple contexts […] allow[s] a special freedom for conceptual modeling.
in: Metapattern as context orientation: meeting Odell's challenge of object orientation
Het ene enkelvoud in structurele combinatie met een ander enkelvoud faciliteert pas onderscheidend meervoud. Context is zo’n àndere factor, die dus inherente uitdrukking vergt.
Metapattern is a technique for (meta)information analysis and modeling. Context and time are critically important, allowing for adjustment (or re-adjustment) of a model to time-induced and/or situational changes which it must account for in order to maintain its integrity. Context is included as a formal variable within information sets, instead of seeing context, often implicitly and therefore unrecognized, as an informal presupposition that is kept outside. An information object may appear in multiple contexts, with unambiguously corresponding variety of behavior. By paying consistent attention to the aspect of time, the approach is augmented even further.
in: The pattern of metapattern: ontological formalization of context and time for open interconnection
Metapattern solutions are superior where dynamic and/or multiple classification are required. […] This is now easily explained by context and time as fundamental categories.
in: Metapattern as context orientation: meeting Odell's challenge of object orientation
Metapattern implies a rigorous method for dealing with — the modeling of — perspective.
in: Notes on Metapattern, part 1
Wie van een modelleermethode slechts ondersteuning voor nadere specificatie verwacht, modelleert gewoon nog niet op (ruimere) stelselschaal. Dat is primair een kwestie van instelling. Contextuele verbijzondering mikt op specificatie in twee richtingen. Het idee is dat nádere specificatie pas op z’n plaats is, wanneer die ‘plaats’ duidelijk genoeg is bepaald. Er zijn daarom feitelijk twee verbijzonderingen/specificaties aan de orde. Prioriteit verdient zelfs de plaatsbepaling, zeg ook maar de verbijzondering vàn context. Dat gebeurt in de ene richting (in de visuele diagrammen: naar boven). (Pas) daarna kan betekenis vòlgens (die) context worden verbijzonderd (de andere richting: naar beneden). Slechts zulke dùbbele verbijzondering door één methode borgt eenduidige betekenissen op stelselschaal.
Door de noodzakelijke detaillering naar boven, ontstaat voor detaillering naar beneden een configuratie van knooppunten die afwijkt van wat louter de tekst (die praktisch immers contextueel gebrekkig moet blijven) biedt. Voor consistente diagrammen geldt daardoor, […] dat ook naar beneden "het model meer detail aanbrengt dan de tekst." Tekst en diagrammen zijn, kortom, opzettelijk niet equivalent.
Metapattern is radically different. Context is not a mechanism that is applied on a context-independent, that is, overall object. Context does not happen, say, after the fact of establishing such a reference object. On the contrary, information is contextual in principle.
in: How so-called core components are missing the point
Dàt is […] wat er fundamenteel aan semantische interoperabiliteit op stelselschaal moet zijn. De vóórwaarden voor een specifieke(re) betekenis, zeg ook maar de bijbehorende context, zijn onlosmakelijk verweven in één en hetzelfde informatiemodel. Anders ontbreekt de precisie voor betrouwbaar enz. informatieverkeer.
in: Modellering werkgeversbegrip
Onder de noemer van context zijn relevante betekenisverschillen geordend, terwijl een zgn interdependente identiteit hun samenhang borgt. Die samenhang blijft door-de-schalen-heen geldig. Variabele tijdrepresentatie maakt verschillen èn hun samenhang veranderlijk.
in: Bauhaus in de informatiemaatschappij
Volgens Metapatroon is èlke uitzondering 'gewoon' de zoveelste contextuele verbijzondering. Ofwel, uitzonderingen vestigen helemaal de regel. Op die regel is ... geen uitzondering.
in: aantekening 14.3
Kortom, zodra verwarring over betekenis dreigt, is méér ... teken nodig. Wat er extra bijkomt totdat eenduidigheid voldoende geborgd is, heet dan context. Dat is niets nieuws, maar gewoon zoals taal principieel werkt.
in: Semantische kans door financiële crisis?
Kwaliteit telt naar context (en tijd). Zonder nodige en voldoende verbijzondering naar context (en tijd)valt informatiekwaliteit nooit te operationaliseren, punt.
M[etapatroons] 'constructie' luidt dat context niet rondom een specifiek object(gedrag) 'zit,' maar dat je context vruchtbaar kunt voorstellen als nogeens een — ander — object(gedrag) dat erboven zit. Dus — het is natuurlijk maar welke kijkrichting je afspreekt — x/n hangt 'onder' y. Maar diezelfde procedure kan je op y loslaten. Dan krijg je x/n hangt onder x/(n-1), dat op zijn beurt onder z hangt. Enzovoort. Je houdt met die opwaartse decompositie op zodra je meent de horizon van je informatiestelsel bereikt te hebben.
in: Aantekeningen over informatiemodellering met Metapatroon
Traditioneel heeft type universele strekking, wat doorgaans met een kleinschalig, apart informatiesysteem geen moeilijkheden oplevert. Op netwerkschaal vervangt Metapatroon […] de universele strekking van type door type-is-context.
in: aantekening 41.1
In Metapattern, priority is squarely given to context, not object. In general, the type is “on” the (whole) context.
in: Metapattern as context orientation: meeting Odell's challenge of object orientation
Imagine that a sign from an originally isolated information system is now prefixed by another sign as its context. The pair of them, that is, original sign and context made-explicit, (re)establish rigor for relevance. The formal mechanism for adding context is of course somewhat more elaborate, but this is the main idea.
in: note 23.1
Wat iets in enige context betekent, is geconstitueerd door relaties … met èlke relatie naar iets dat op zijn beurt contextueel verbijzonderde betekenis heeft … Het mag natuurlijk niet verbazen dat stelselmatige betekenisordening wezenlijk structuralistisch is.
in: Semantiek, interoperabiliteit en infrastructuur
Metapattern […] pervasively differentiates information according to context and time.
in: On metapattern and other themes in information management
Metapatroon biedt per knooppunt gestandaardiseerd tijdbeheer: geldigheidsdatum en registratiedatum. Indien een gebeurtenis verder geen betekenis draagt dan het begin (of het einde) van de levenscyclus van een knooppunt, is die combinatie nodig en voldoende.
Metapattern [postulates] two time variables. One controls the structure according to which the information is handled. The other time variable controls values for the information itself. Integrating both structural variety and instance variety at the operational level provides two additional orders of flexibility.
in: Notes on Metapattern, part 1
Het variabele tijdbeheer voor èlk apart informatiepunt betekent de praktische toepassing van evolutionaire beginselen. Contextuele meervoudigheid borgt dat er geen grens bestaat voor de variëteit die één informatiestelsel omvat (hoe fysiek gedistribueerd de inrichting ook uitpakt).
in: Aantekeningen over informatiemodellering met Metapatroon
More generally, time may be included in context, too.
in: Notes on Metapattern and enneadic semiosis, part 2
Op reële stelselschaal mogen dus bijvoorbeeld ook definitief en tijdelijk geen onderlinge tegenstelling uitmaken. Dankzij veranderlijkheid is elke contextuele verbijzondering gekenmerkt door zoiets als definitieve tijdelijkheid (en andersom …).
[Metapattern] include[s] temporal variation at both the level of information and the level of metainformation. You'll appreciate it can take you a lot further when you're also empowered to change, not a particular part, but the structure of the parts. With variable metainformation, too, design is seamlessly supported.
in: Notes on Metapattern, part 1
[A]dequate verbijzondering van context vestigt (pas) eenduidige betekenis. Daarvoor maken relevante verbijzonderingen integraal ònderdeel van informatie uit. […]Geen enkele informatie staat lòs. Zeker op stelselschaal is context onmisbaar om betekenis steeds scherp te ‘plaatsen.’
in: Modellering gerelateerdebegrip
The combined effect of context and time further guarantees that relevant differences can all be cohesively modeled.
in: The pattern of metapattern: ontological formalization of context and time for open interconnection
Just think about how the Internet enables pervasive interconnection. It mounts the immediately practical problem of confused meanings. How can order — still — be established and maintained when, for example, similar signs (words, sentences, drawings, etcetera) carry different meanings? Or when different signs should carry similar meanings? Traditional, that is, isolated information systems kept the problem of unbounded information order largely submerged. The user was, and could be, relied upon to switch. Now, what did her switching involve? The answer is: context. A user performs the move from one relevant context to another relevant context. Her move remains external to the information systems — to be — used. Indeed, as long as the user may be counted upon to switch her … use from one isolated information system to the next, no such systems need to take context-dependency of meanings into account.
in: note 23.1
Considering context—not object—as the first principle is the very paradigm shift of Metapattern. As a consequence, an object can only exist within one or more contexts. The type which determines behavior is no longer for an object-as-such but for an object-in-context. Actually, context is type.
in: The pattern of metapattern: ontological formalization of context and time for open interconnection
[C]ontext orientation is already a sufficient mechanism for precision in differentiation and coordination. The only objective of classification is to create necessary and sufficient differences. As its context is the complete classification of any information object, its type is immediately and fully defined by that very context.
in: Metapattern as context orientation: meeting Odell's challenge of object orientation
It must be emphasized again that an overall object does not have a single, overall type. Types are “limited” to the overall object’s contextual identities; that is, to its parts, which own a unique identity within a particular context.
in: The pattern of metapattern: ontological formalization of context and time for open interconnection
De semiotische enneade kent een tekendimensie. Dat 'betekent' dat gezien vanaf een bepaalde signatuur óók context en intext tekens zijn. Zowel een contextteken als een signatuurteken zijn nodig voor — het bereiken enzovoort van — een dienovereenkomstig intextteken.
Everything depends, then, on how contexts are developed using object-and-relationship pairs to describe them. What is optimal should reflect relevant information requirements and their underlying problem.
in: The pattern of metapattern: ontological formalization of context and time for open interconnection
With Metapattern, a localized nil identity determines what counts as the object’s relevant context, and what as its relevant specification. From such a particular localized nil identity, the context in question may be aggregated as an upward decomposition and the corresponding specification as a downward decomposition.
in: How so-called core components are missing the point
Contextuele verbijzondering mikt op specificatie in twee richtingen. Het idee is dat nádere specificatie pas op z’n plaats is, wanneer die ‘plaats’ duidelijk genoeg is bepaald. Er zijn daarom feitelijk twee verbijzonderingen/specificaties aan de orde. Prioriteit verdient zelfs de plaatsbepaling, zeg ook maar de verbijzondering vàn context. Dat gebeurt in de ene richting (in de visuele diagrammen: naar boven). (Pas) daarna kan betekenis vòlgens (die) context worden verbijzonderd (de andere richting: naar beneden). Slechts zulke dùbbele verbijzondering door één methode borgt eenduidige betekenissen op stelselschaal.
in: Modellering werkgeversbegrip
[C]ontextual differentiation also supplies an excellent starting point to deal fundamentally with the aspect of time in conceptual information models. […] For Metapattern, change rather than continuity guides the life of information.
in: The pattern of metapattern: ontological formalization of context and time for open interconnection
De methode voor classificatie van diensten moet uiteraard passende variëteit bieden voor zowel verbijzondering van, als samenhang tussen diensten. Dat lukt allereerst door context niet langer te beschouwen als een externe markering.
in: Informatiediensten in relativiteitsperspectief
Het zijn die voorwaarden, zeg ook maar de precisie met variabele
schaal volgens context inclusief tijd, voor wat geldt als vastheid van
informatie, die toestaan om met aldus gevestigde informatie desondanks
de veranderlijke (lees inderdaad ook: vloeibare) wereld te be-teken-en.
Want zodra situatie relevant genoeg wijzigt, kan zo'n brokje vaste
informatie altijd toegevoegd worden. Dat gebeurt binnen
dienovereenkomstige context (ook weer met één of meer brokjes, waarvoor
dezelfde voorwaarden tellen) en is (voorts) langs de tijddimensie als
verschillend gemerkt.
Inderdaad kan je voor een nieuwe opgave reeds beschikbare brokjes
eventueel hergebruiken. Sterker nog, ... Die opgave die ze kennelijk
bundelt, zie ik dan weer netzo principieel als contextueel en
tijdverbijzonderde vàste informatie, enzovoort ... De oneindige
variëteit van dergelijke vaste informatietjes berust op herhaalde
toepassing van een simpele eindige zgn functie.
The invariance-which-is-the-function is limited to a particular situation, or context. Then, Metapattern (also) helps to structure, or organize, 'functions.'
in: Notes on Metapattern and enneadic semiosis, part 1
Het is een veelgemaakte, in dit vroege netwerkstadium nog bijna
onvermijdelijke fout om een betekenis in één moeite door, impliciet
dus, als aanduiding van haar context te beschouwen. Dat ontneemt echter
zicht op reële variëteit van betekenissen. Daardoor zijn voorzieningen
met passende variëteit onbereikbaar geworden. Want daarvoor is de
stelselschaal maatgevend, met zelfs kenmerkende
betekenissenvariëteit.
Het vermijden van dergelijke fouten respectievelijk het benutten van
nieuwe kansen op ruimere schaal vergt het vermogen om per betekenis te
verbijzonderen volgens context èn tijd. Op die manier laat meervoud
zich eenduidig ordenen (beheersen) en valt authenticiteit stelselmatig
te borgen.
in: Basispuzzel met stelselmatige registerstukjes
[Metapattern] preserves (information) objects and their relationships as the basic building blocks of information models. However, the general approach to modeling has changed fundamentally from object- to context-oriented. By including time as a fundamental dimension of information, the set of basic concepts is still very limited. Applying those concepts can yield compact models featuring great variety. The actual information system is correspondingly flexible and adaptable.
in: Metapattern as context orientation: meeting Odell's challenge of object orientation
Op wat tegenwoordig allang de praktische schaal van interoperabiliteit is, blijkt de omgekeerde aanname van principiële contextuele verbijzondering van èlke betekenis vruchtbaar. Daarop is ook een methode voor conceptuele informatiemodellering, zeg ook maar semantiek, op open stelselschaal gebaseerd: Metapatroon (Engels: Metapattern).
in: Informatiediensten in relativiteitsperspectief
Metapattern replaces the traditional object principle with the context principle, giving context a privileged ontological status. Only within a particular context is an object supposed to exist. As the same object may exist in a multitude of contexts, its appearances are limited to contextual, i.e., partial, identities. Only within those identities and their context-bound intexts do they make sense from an information point of view.
in: Metapattern as context orientation: meeting Odell's challenge of object orientation
A particular context is always what determines the relevant part of an overall object; the particular part has a corresponding contextual identity. The state of any such object part covers the existence of its identifying node as well as its context and intext.
in: Metapattern as context orientation: meeting Odell's challenge of object orientation
Een klasse is bepaald door, al dan niet een gedeelte van, de context inclusief het object zèlf. Indien de volledige context de klasse bepaalt, dan staat het object daarin blijkbaar helemaal alleen met zijn gedrag. En dat moet volgens [het] uitgangspunt van pluriformiteit dus principieel ook kunnen. Dat is het unieke object-in-context.
Metapattern aims at multiple and dynamic typing. Each context completely or partly supplies a corresponding identity—one of possibly many of an overall object—with a relevant type. Again, this greatly shortens the gap between conceptual and implementation models. It’s a precondition for making an alliance between appropriate metamodels successful.
in: Metapattern as context orientation: meeting Odell's challenge of object orientation
By contrast, Metapattern assumes multiple contexts from the start. That is, specialized types are the rule, not the exception. An overall object, by definition, does not lead a general existence; it only works through specialized roles within corresponding contexts. A consequence is that subtyping […] is unnecessary because the various contexts […] constitute just as many types […]. Thus, every context is a type, not a subtype of a more general type. […] Type-on-context follows from the principle of context orientation.
in: Metapattern as context orientation: meeting Odell's challenge of object orientation
Beheer van variëteit langs de tijddimensie is natuurlijk van onlosmakelijk belang, dwz. eveneens fundamenteel. Dat lukt stelselmatig door als het ware in het kielzog van een contextueel verbijzonderde betekenisexemplaar in tijdbeheer ervan te voorzien. En omdat zodoende èlk knooppunt ‘in de tijd’ kan verschillen, zou het de diagrammen nodeloos druk maken door die voorziening bij àlle knooppunten aan te duiden. Daarom staat overal slechts contextuele verbijzondering getoond; bijbehorende tijdverbijzondering blijft steeds, nogmaals, impliciet.
in: Modellering werkgeversbegrip
Factoring time into periods during which a particular existence mode and validity mode hold allows information to be entered both retrospectively and prospectively.
in: The pattern of metapattern: ontological formalization of context and time for open interconnection
Voor stelselmatige betekenisordening moet voor èlk begrip steeds de vraag luiden, of zijn context voldoende verbijzonderd is. Nota bene, ter vermijding van oneindig dóórvragen moet relevante eindigheid vóórondersteld gelden van wat telt als stelsel.
in: Taakoriëntatie: basisregistraties in de praktijk
Contextuele verbijzondering neemt afstand van absolute uniformering van betekenis. Daarentegen vergt informatie altijd expliciete context voor eenduidigheid van betekenis. Bijvoorbeeld, wat betekent ‘blok’? Dat hangt er vanaf. Inderdaad, van de context in kwestie. Is de treinmachinist bezig met rangeren? Trekt de verhuizer aan een takel? Weert de volleybalspeler een smash af? Enzovoort.
in: Modellering gerelateerdebegrip
Samenhang tussen dergelijke zgn contextueel verbijzonderde betekenissen wordt karakteristiek stelselmatig, zodra de ene verbijzondering (mede) de context van een àndere verbijzondering uitmaakt. Kortom, betekenissen blijken nauw verweven. De manier waarop verwevenheid optimaal tot uitdrukking komt, vergt een methode die berekend is op zulke betekenissenvariëteit op reële stelselschaal.
in: Modellering werkgeversbegrip
De betekenisverschillen van informatie in enge zin zijn pas eenduidig herkenbaar door toevoeging van contextinformatie. Het vraagstuk met informatie in enge zin verdwijnt door informatie altijd in ruime zin te nemen, dus inclusief context. Zodra contexten verschillen, is er sprake van dienovereenkomstig verschillende betekenissen. Dat is altijd duidelijk.
in: Korte boodschap over semantische interoperabiliteit
Waarom werkt zo’n recht-toe-recht-aan verbinding vaak echter
niet?
Een reden is, dat informatie nooit zgn atomair is. Specifieke
informatie heeft daarentegen een structurele positie, zeg maar haar
context. Gelijkluidende namen […] borgen daarom nog lang niet dat
contexten stroken. (Grotere) zekerheid over betekenis vergt
explicitering van bijbehorende contexten.
in: Informatierotonde voor semantische interoperabiliteit
Moving beyond a single, isolated and small-scale information system the requisite variety for semantics (more precisely: pragmatics) changes qualitatively. Beyond a narrow situation, information can no longer be depended upon to carry uniform meaning. Metapattern is the (modeling) language for accommodating variety by facilitating contextual and temporal differentiation.
in: On "nil" modality and Metapattern
Metapatroon betreft informatiebeheer volgens de extra dimensies van context en tijd. Dat reikt alweer veel verder dan wat momenteel populair het semantisch web heet.
in: Aantekeningen over veranderkundige verstandhouding
Doordat context en tijd expliciet verschijnen binnen de horizon van het totale informatiestelsel, kunnen we [met Metapatroon] eenduidig omgaan met het evenwicht tussen zowel overeenkomst, als verschil in betekenis. Zo'n aanpak is natuurlijk onontkomelijk zodra we (informatie)voorzieningen samenvoegen voor voorheen gescheiden gehouden taalspelen resp. communities of practice.
in: Aantekeningen over informatieverkeer in publiek domein, voorheen elektronische overheid
My idea of structure amounts to an information model that is static at every particular point in time. Each and every node, say, includes a temporal indication. In other words, time is (re)present(ed) pervasively. This way, dynamics are added to what basically is a static orientation. And it is the closest I can so far imagine to practically cater for contextual time. Applying Metapattern allows you to register just any time, that is, future temporal indications included. In fact, the temporal indication just 'sits' in the information system. It is the process of comparing it with the reading of the system's clock that determines whether the node is about the past, present or future. In this sense, starting from a node valid at a future point in time, the present sort of glides past it.
in: Notes on Metapattern, part 1
M[etapattern’s] concept of 'context' precisely aims at approaching the problem from another direction, i.e. from specific behavior as the 'logical atom.' This different direction implies that [it] also do[es]n't apply the concept of constraint in the traditional manner. Specific behavior is not general behavior of the absolute object under some constraint(s). Rather, specific behavior is sui generis. In other words, it is not a subset of all of the object's behavior with that subset arrived at/determined by constraint(s). Instead, [Metapattern] assume[s] that there is no such 'thing' as all of an object's behavior. Again, specific behavior exists uniquely. And the measure of specificity is: context.
in: Notes on Metapattern and enneadic semiosis, part 1
Dat contextbegrip moet, nota bene, tevens de tijdgebonden variëteit 'dragen.' Dat is precies wat Metapatroon 'doet.' [J]e kunt dus niet werkgroep A in afzondering met 'context' aan de slag laten gaan en dito werkgroep B met het tijdsaspect. De 'oplossing' vergt synthese.
Metapattern holds the explicit assumption that it's not just a matter of attributing meaning. Rather, it's a matter of attributing context ... and (only) then meaning is established with accuracy.
in: On metapattern and other themes in information management
Metapattern[‘s] first major area of application seems when an
organization maintains a whole bunch of so-called legacy systems. With
such different, separately developed systems, semantic order is simply
missing. For example, one system may apply the meaning a to
x, while another system applies meaning b to
x.
The habitual response for integration is strict standardization. So,
either a, or b. It always fails, though. For what
happens is that the meaning with the most powerful constituency inside
the organization prevails. Metapattern recognizes that both meanings
are probably relevant. For that’s usually why there have been
different systems developed in the first place. So, it just depends.
Metapattern's formal mechanism for coordinating different meanings is
context. So, in this abstract example, x will have two
contexts, say y and z. Then
x-in-context-y has meaning a and
x-in-context-z has meaning b. As far as
basic concepts for variety control go, that's all, really.
in: On metapattern and other themes in information management
Als je Metapatroon een taal wilt noemen, is het een taal die zowel rijker, als armer is dan zgn natuurlijke taal. Opmerkelijk genoeg komt dat allebei door de manier waarop Metapatroon vorm laat geven aan context. Je kunt er bijvoorbeeld géén klassiek gedicht mee schrijven, althans, ik zou niet weten hoe dat moet. Maar een professionele informatiekundig ontwerper kan er wèl overzicht in de zin van samenhangende betekenisverschillen mee modelleren. Daarvoor schieten we met ons dagelijks taalgebruik dan weer tekort. Dat lukt een kundige ontwerper met Metapatroon eenduidig. Na een vertaalslag of wat kunnen ook computers ermee uit de ‘voeten.’ Aldus is het treffend om Metapatroon een stelseltaal te noemen. Voor een informatiestelsel is betekenissenvariëteit kenmerkend en met Metapatroon valt zo’n stelsel te ontwerpen in conceptueel opzicht. Karakteristiek voor Metapatroon is verbijzondering van betekenissen naar context en tijd, voilà, zgn contextuele verbijzondering.
Met een simpele vergelijking wilde ik verduidelijken wat een zgn semantische standaard ‘is.’ Je raadt het al … De uitkomst is, dat ik alweer iets beter besef hoe moeilijk het is. […] De verklaring voor de moeilijkheidsgraad zie ik principieel in het onderscheid tussen statisch en dynamisch. Voor een statisch verschijnsel hoeven we ons slechts om iets, zeg maar, ènkelvoudigs te bekommeren. Dat begrijp iedereen. Want uitgaande van zijn vàst veronderstelde plaats, kunnen we ons beperken tot maatvoering e.d. voor ‘iets.’ Voor een dynamisch verschijnsel is dat onvoldoende. Om iets-in-beweging te kunnen duiden, helpen beheersen enzovoort moeten we tevens en zelfs met voorrang de ‘ruimte’ aangeven waarin de (verkeers)beweging gebeurt.
Iedereen lijkt er onbewust vanuit te gaan dat de gangbare manier van modelleren toepasbaar blijft. Dat klopt dus niet. Dus, gewoon modelleren, ja, maar op/voor stelselschaal moet dat kwalitatief ànders. Nogmaals, daaraan gaat iedereen voortdurend voorbij.
De enige uitzonderingen die daarop consequent gemaakt kunnen worden, praktisch gezien zelfs moeten worden, zijn horizon (de schoenveter) en iets-en. Want er moet letterlijk iets zijn om de rest aan op te trekken.
in: Publieks- en stelseltaal in wetgeving: Wat is het geval?
Metapatroon mikt met contextuele verbijzondering op wat precies nodig en voldoende is aan precoördinatie. Veel te redeneren blijft er daardoor niet over. De kwalitatieve redenering zit ’m nu net in het prepositivistische ontwerp van steeds de context in kwestie. En omdat verschillen tegelijk samenhangen, biedt het model passende variëteit voor, nogmaals, reële interdependentie.
in: Publieks- en stelseltaal in wetgeving: Wat is het geval?
Zodra de grens van een ènkele discipline wegvalt, is de verzameling van ‘all characters’ echter veranderlijk, praktisch oneindig. Dan is expliciete structuur onontbeerlijk. En óók die structuur moet aanpasbaar zijn! De traditionele objectgerichtheid voorziet daarin niet. Dat lukt wel met verbijzondering volgens relevante contexten.
in: Systematiek op z’n informatiekundigs
Wat ‘iets’ betekent hangt er altijd maar van af … Zonder explicitering van zulk verband bestaat principieel geen duidelijkheid over betekenissen. Metapatroon is een methode om betekenisafhankelijkheden te expliciteren. Daarvoor geldt het ene ‘iets’ als een verbijzondering van een ander ‘iets’ waarbij een specifieke ‘achtergrond’ (lees ook: context) de verbijzonderde betekenis van het ene ‘iets’ eenduidig maakt.
Dat draait Metapatroon principieel òm. Om het formeel te zeggen, welke extra tekens zijn ‘nodig en voldoende’ de meerduidigheid van het oorspronkelijke teken te verhelpen? Antwoord: Voor eenduidigheid ‘moet’ er context ‘bij.’ De toevoeging van context is oude koek. De doorbraak met Metapatroon is de systematische opzet, waardoor we het inherent gevarieerde maatschappelijk verkeer nu ook met digitale technologie adequaat kunnen faciliteren.
Voor stelselmatige ordening van — informatie over — verschillende gedragingen van hetzelfde object kent Metapatroon context, dat aldus pertinent iets anders dan object betekent, maar uiteraard wèl ermee samenhangt. Precies, zie de semiotische enneade.
in: aantekening 45.9
Metapatroon [faciliteert] per knooppunt enkelvoudige variëteit langs
de tijddimensie […]. Zo blijft, zeg maar, historische informatie
beschikbaar. Volgens dezelfde opzet kan je ‘voor de
toekomst’ informatie opnemen, met expliciet een datum die het
begin van de geldigheid ervan aangeeft. Als je, zeg maar, nieuwe
informatie opgeeft met een toekomstige begindatum voor geldigheid,
blijft de eerder geregistreerde informatie beschikbaar als zoiets
historische planning. Want behalve de geldigheidsdatum wordt volgens
Metapatroon tevens de registratiedatum opgenomen. In combinatie is elke
relevante reconstructie mogelijk, dus ook reconstructie van …
planning.
Aan deze default voor informatiebeheer ‘in de tijd’ heb je
niet genoeg, indien je gelijktijdig meerdere planningen wilt
opnemen. Zeg maar scenario’s. Dan moet je uiteraard scenario oid.
expliciet in het informatiemodel opnemen, enzovoort.
Het is stellig even wennen, zoals dat het geval is met elk nieuw paradigma, maar als het ware de radicaal omgekeerde aanname brengt ons weer op gang. Die luidt dat betekenis principieel een beperkt bereik heeft. Noem dat bereik: context. Zoveel contexten, zoveel betekenissen. Ofwel, laat mij de context weten en ik zeg u de (bijbehorende) betekenis. En dàt is wat Metapatroon ‘doet.’ Metapatroon brengt voor relativering tevens context expliciet binnen het kader van het informatiestelsel.
in: Infrastructuur voor maatschappelijk informatieverkeer
[D]e horizon dient juist als, zeg maar, de hoofdcontext. Vanuit elk (ander) knooppunt in een model kom je er immers op uit. Als een dergelijke zgn grenswaarde is karakteristiek voor de horizon dat ’ie tegelijk zijn eigen context is … Zo’n bepaling vormt de ontsnapping uit oneindige regressie. Want waar/wanneer houdt een model anders ‘aan de bovenkant’ op? De horizon is en blijft als gevolg van nu eenmaal begrensde kennis, hoe ruim de schaal ook gedacht wordt, een plaatselijke … plaatsvervanger van, geef het maar een naam, het ene … Tja, wat zouden we ons eigenlijk druk maken over een naam voor iets dat we nooit kùnnen kennen. Laten we ons liever druk maken om wat er allemaal reëel ligt tussen hoe-ver-onze-neus-lang-is en zo’n horizon. Dàt helpt.
(Also) what might be considered ‘meta,’ including when it is fitting to do so, all depends … So, when we want to bring such differences together in a single schema, we need a (modeling) language that sort of forces us to make explicit, too, what we believe to be the, say, controlling factor. Terms that present itself for that (f)actor are: circumstance, context, situation. Metapattern is designed as such a language. Yes, in some way, then, Metapattern exemplifies a metametamodel. Actually, that’s were its name comes from. With pattern taken as a metamodel, the pattern language requires a metametamodel. What results, is Metapattern as a language with the barest minimum of constructs. Precisely for that reason, it allows whatever actual (inter)dependencies to be expressed. As a contragram: the openness of variety is the variety of openness.
in: note 47.29
Aan wat voor W[ittgenstein] een draad is (en volgens mij een netwerk), kan verder gesponnen (geknoopt) worden. Volgens Metapatroon houdt veranderlijkheid in, dat verknopingen een geldigheidsduur (en daarnaast een registratietijdstip) hebben.
in: Wittgensteins onderzoekingen semiotisch onderzocht
Ik lees algemener situatie voor spel. Het kan zijn dat de vooronderstelde regel niet opgaat, omdat we de situatie in kwestie niet adequaat verbijzonderd opvatten. En er ‘heerst’ dus situationele dynamiek …
in: Wittgensteins onderzoekingen semiotisch onderzocht
Het tekenequivalent van situatie noem ik context. Als kenmerk van de methode/taal voor stelselmatige informatiemodellering die ik ontwierp, Metapatroon (Engels: Metapattern), geef ik daarom o.a. aan: contextuele verbijzondering.
in: Voor informatiekunde verder op weg met ontologie
Ik merk op dat een vèrder knooppunt dat dient als aanknopingspunt van (informatie)situatie (lees ook: context) géén verbreding, maar juist vernauwing van context ‘betekent.’ […] Niet de context wordt breder, maar de beschrijving ervan wordt omvangrijker naarmate de context zèlf nauwer geldt.
Uiteraard is vooral tijd mede bepalend voor situatie. Die toevoeging verhoogt de drempel voor kennismaking met Metapatroon echter gauw nodeloos. Daarom abstraheer ik hier met de modelleervoorbeelden vergaand van verbijzonderingen volgens tijd. Maar voor elke gedraging gelden netzo principieel eveneens één of meer geldigheidsperioden. Buiten zulke periode is de eigenschap in kwestie ook als vanzelfsprekend àfwezig.
in: Metapatroon als logica van goedverbijzonderde informatiemodellen
Een situatie wordt in een model geacht te corresponderen met een context (en interpretatief resp. cognitief met motief). Een aanduiding van wat kenmerkend geldt voor Metapatroon is daarom: contextuele verbijzondering.
in: Doe deelnemers aan informatieverkeer geen geweld aan!
[W]elke informatie [is] allemaal nodig […] om op een bepaald knooppunt uit te komen[?] Antwoord: nodige en voldoende context. Het is niet anders. Let wel, dat wat doorgaat voor nodig-en-voldoende kan veranderen …
in: Ander metaconcept, enzovoort
With opportunities for infrastructure regardless of scale, Metapattern’s principle of recursive contextual differentiation facilitates disambiguating variety. Temporal differentiation is included, because variety is also dynamic.
in: Perspectivism in federated practice
According to Metapattern, a particular perspective ‘situates’ the object, limiting what we can interpret at a time to a situated object with its relevant situated behavior.
in: Perspectivism in federated practice
When the term context is used more or less as a filler, it becomes hard to recognize an opportunity for conceptualization has been prematurely shut off. Metapattern, on the other hand, results from radicalized awareness of context. For context is even considered the only means available for, when avoiding it altogether is impossible, at least limiting ambiguity. The semiotic ennead positions context as an element of the system of cognitive dynamics. Put simply, for an interpreter context acts as the representation of situation.
in: Metapattern for complementarity modeling
De crux van Metapatroon is dat een teken in enge zin (enneadisch element: signatuur) principieel relatief geldt. Er moet voor nodige en voldoende precisie altijd (een) context bij.
in: William James als voorbeeldige randfiguur
Wat uiteraard allang niet nieuw meer was, betreft de identificatie van context als onderscheidingsmiddel. Voor het treffen van voorzieningen voor informatieverkeer biedt Metapatroon echter een nieuwe manier om context op te nemen (relatief, recursief). Door verschillende contexten kan (dus) beheersbaar, overzichtelijk in verschillende betekenissen zijn voorzien. Voorzover Metapatroon slechts ànders met context helpt omgaan, is er methodisch weinig meer aan de hand[.]
Context is onlosmakelijk onderdeel van teken, onmisbaar voor betekenis als interpretatie. De methode volgens Metapatroon is er consequent één van zgn contextuele verbijzondering.
Hoe met Metapatroon verschillende situaties in één model tot uitdrukking komen, is met evenzovele contexten. Het voert hier te ver om de formele methode ervoor te beschrijven. Ik volsta om relativiteit en recursiviteit kenmerkend ervoor te noemen. Hoe dan ook, een object treedt met zijn situationele gedrag als het ware steeds op de voorgrond tegen de bijbehorende situatie als achtergrond.
in: Mooi meegenomen
Niet slechts mogelijk, maar ronduit noodzakelijk is betekenis slechts met beperkt bereik geldig. Wat tekens — altijd voor een kenner — beschrijven is consequent ‘slechts’ situationeel objectgedrag. Afhankelijk van (subjectieve) focus dient een tekengedeelte voor objectbepaling. Een ander tekengedeelte vormt dan de bijbehorende context. De onlosmakelijke samenhang van dergelijke begrippen is met de semiotische enneade geformaliseerd. Metapatroon is de geformaliseerde methode/taal voor het opstellen van modellen volgens bedoelde — recursieve — contextuele verbijzondering.
in: Signifische onlosmakelijkheid met passende formalisme(n)
Er is géén gemeenschappelijk, zeg ook maar suprasituationeel gedrag van de situationele objecten. Voor wat erop lijkt, moet wederom een dienovereenkomstige situatie verondersteld worden (met eventueel gevolgen voor de toewijzing van verschillende gedragingen aan tot dusver verbijzonderde situationele objecten) .
in: Differentiële informatiekunde
Contextualism-the-ennead-way is at the same time, on account of irreducible interdependency, both situationism and motivationism. The formalism of Metapattern helps to bridge the shift in orientation with a single construct. Starting from a. behavior, it is attributed to b. a situated object. Next, this situated object is derived from c. originating situation and object.
in: Invitation to contextualism
[L]angs de tekendimensie [is] op basis van signatuur steeds eenduidigheid aan de orde is in combinatie met nodige en voldoende context.
in: Motief en norm
Als zodanig betreft waarneming een teken, ontleed volgens signatuur-in-context. Naar de aard van het waarnemingsproces met zijn voor- en achtergrond lijkt het teken daarbij slechts uit de signatuur te bestaan (dat aldus abusievelijk voor hèt teken gehouden wordt). […] Ontleding volgens signatuur en context biedt wèl een simpele oplossing. Bijvoorbeeld dezelfde signatuur, maar andere context: andere betekenis.
in: Motief en norm
[T]aal [moet] tevens èn tegelijk […] voorzien in eenduidige situationele duiding. En dat [leidt tot] een taal- annex tekenopvatting inclusief context[.]
in: Motief en norm
Er is geen enkel probleem om dat (ook) met digitale technologieën allemaal te registreren, op te slaan en beschikbaar te stellen. Daarvoor is slechts nodig om niet langer een enkele naam als bemiddelend teken te beschouwen, maar (een) signatuur plùs context. Nogmaals, dat lukt methodisch met Metapatroon.
in: Burke’s tonelistieke semiotiek
[J]e moet, klopt, allereerst basaal de nodige en voldoende contextuele verbijzondering, zeg maar, bezorgen om vervòlgens die op-relevante-stelselschaal-eenduidige ‘punten’ tevens onder expliciet tijdbeheer te stellen.
in: aantekening 52.6
The (meta)model of the semiotic ennead — but behavioral ennead would of course be an equally apt label, et cetera — acts to ‘ground’ a modeling method/language: Metapattern. Its succinct characterization is contextual differentiation.
in: note 53.10
Een teken bemiddelt nodige en voldoende precisie voor passend, dwz variabel gedrag. Dat blijft een probleem zolang tekens vooral lòs van elkaar worden begrepen. Daarentegen is elk teken de configuratie van signatuur en context. Dezèlfde signatuur, bijvoorbeeld een bepaald woord of gebaar, kan in talloze contexten opgevat zijn. Als zodanig gelden dienovereenkomstig verschillende betekenissen, ofwel gemotiveerde concepten. Wat zo’n concept presteert, is dat het subject als situationeel object bijbehorend situationeel gedrag voortbrengt.
Als [onderdeel van een teken, dwz verzoek tot inschikkelijkheid] mikt vooral de context in de tekenconfiguratie op borging van nodige en voldoende selectiviteit. Dat is tegenovergesteld aan de primitieve taalopvatting. Daar geldt het losse woord als autonome betekenisdrager.
En Metapatroon? Daaraan ligt de aanname ten grondslag dat gedrag altijd situationeel is. Eenduidig gedrag is slechts toewijsbaar aan steeds een bepaalde samenloop van situatie en object (als persoon: subject). Autonomie is nooit absoluut, hoogstens situationeel.
in: Semiotische bewegingsleer voor maatschappelijk informatieverkeer
[E]en omgekeerd evenredig verband bestaat tussen 1. het bereik dat — als situatie — met context aangeduid wordt en 2. de tekenhoeveelheid die daarvoor nodig is. Het bereik kan variëren van algemeenst tot alsmaar specifieker. Het gaat altijd om passende context. Om van contextintensief oid te spreken lijkt mij daarom verwarrend. Wat geldt als relevante situatie, enzovoort?
in: aantekening 54.3
Ervaring van situatie, met bijgevolg optima(a)l(er) gedrag (lees: zowel doeltreffender als doelmatiger) door verbijzondering, is precies waarom een teken tevens context omvat. Volgens Peirce dient teken ter bemiddeling van object en interpretant. Wat hij voor zijn triadische elementen geldig acht, veronderstel ik voor de enneadische dimensies met op hùn beurt elementen. Aldus […] bemiddelt context tussen situatie en motief. Ik benadruk dat volgens de enneade formeel onderscheid bestaat tussen o.a. situatie en context. Waar die termen als synoniem gebruikt worden, blijft verwarring.
In semiosis zit natuurlijk tijdverschil van moment tot moment, bijelkaar van cyclus tot cyclus. […] Strikt genomen sluit semiosis gelijktijdigheid van begrippen uit. Door momenten is alles-van-betekenis vòlgtijdelijk.
[Van] reeds […] — gevestigde theorie en praktijk van — zgn temporele databases […] kan je algeméén leren, dat èlke registratie voor historische reconstrueerbaarheid — nota bene, inclusief toekomstperspectief — aangevuld moet zijn met een dubbele temporele registratie. Zo’n, zeg maar, metaregistratie omvat zowel a. tijdstip van registratie als b. tijdstip van (ingang van) geldigheid. Dat is echter niet genoeg en registratief tijdbeheer heb ik met èn volgens Metapatroon daarom verrijkt. Niet alleen is de werkelijkheid, wat dat ook is, veranderlijk wat gedragsrepertoire van objecten betreft, wat structurering van informatie vergt volgens — herhaalde — contextuele verbijzondering. Tevens kan, en zal, de structurering van repertoire veranderen. Temporeel moet daarom niet alleen een dubbele metaregistratie van àlle, zeg maar even, informatie zèlf gefaciliteerd zijn, maar óók zo’n dubbele metaregistratie van èlke structuuraanwijzing. Kijk, dàt is nogeens een standaard! In eerste aanleg komt het stellig verwarrend over. Dùbbel … dubbel? Het is echter gewoon even wennen (en vaak geldt vandaag als defaultwaarde voor registratie). Per saldo betekent het juist minder werk, en het klopt tenminste door-de-schalen-heen.
[V]oor borging van reconstrueerbaarheid e.d. [moet] per, zeg maar, samenstellende eenheid zowel geldigheids- als registratiedatum … geregistreerd zijn. […] Verzin ajb de gekste gevallen en kijk of je er naar verleden èn toekomst steeds uitkomt met dubbel-dubbel tijdbeheer, dwz voor waarden èn structuur en voor allebei vervolgens met geldigheids- èn registratiedatum/tijdstip. De ene dubbeling, die van waarde, is sinds jaar en dag bekend. […] Voor netzo consequente toepassing van, vooruit, bitemporal model op eveneens informatiestructuur heb ik tot dusver buiten mijn eigen werk echter niets kunnen vinden.
Regarding flexibility, Metapattern includes a double temporal perspective, one structural and another pertaining to data values (as can be demonstrated with Metapattern’s software platform, KnitbITs).
in: note 56.5
Wat stelselmatig telt, is openheid voor veranderlijke betekenisverschillen in samenhang. Dat is precies wat Metapatroon als enige modelleermethode mogelijk maakt.
Met Metapatroon werkt het alweer véél beter om zulke fouten te vermijden, resp. een adequate infrastructuur voor informatieverkeer te faciliteren. De verschillende relevante situaties moeten modelmatig juist van geheel elkaar onderscheiden zijn, met voor elke samenloop van object/subject met situatie de bijbehorende geldigheidsperiode. Het gaat erom èlke combinatie van waarden — en dat kan dan zelfs volgens willekeurig aantal dimensies zijn […] — uniek te ‘lokaliseren.’ Dat kan dus twee-dimensionaal, klaar.
Uiteindelijk moet er voor context een grens gelden. Dat is de horizon. Die wordt dus tevens als contextgrens voor èlk teken volgens een Metapatroon-model aangenomen.
in: aantekening 61.9
Zó eenvoudig is het dus niet. Een naam dient hoogstens als signatuur, en dan moet er altijd context bij. Dankzij recursieve betrekkingen laat variëteit zich — pas — met Metapatroon op willekeurige schaal samenhangend modelleren.
in: aantekening 62.9
Metapatroon sluit als variabele tevens omstandigheden (lees ook: situatie) in door overeenkomstig veronderstelde contextwaarden — recursief — in een model van betekenissen(variëteit) op te nemen. […] En vanwege hun interdependentie verschijnen natuurlijk àndere patronen dan wanneer ze als ware èlk op zichzèlf zouden moeten tellen.
in: aantekening 63.5
Subjectief situationisme laat doel c.q. motief met (gedrags)situatie corresponderen (en langs de enneadische tekendimensie met context). Daardoor kan elke situatie de nodige en voldoende selectiviteit van eigenschapsbepaling verkrijgen (en zijn reële verschillen volgens contextuele verbijzondering eenduidig èn samenhangend te beschrijven: model met passende variëteit).
Metapatroon is een modelleermethode/-taal voor zgn stelselschaal.
Daarom moet een model op zijn beurt veranderlijk opgevat zijn (en die
mogelijkheid is opgenomen in het programmatuurplatform ervoor,
KnitbITs). Een model drukt immers interpretatie(s) van een modelleur
uit. En iemand kan haar/zijn interpretatie(s) tot en met structureel
wijzigen. Daarvoor kan z/hij aanleiding zien, omdat z/hij denkt dat de
werkelijkheid intussen alweer structureel veranderd is en/of z/hijzèlf
er structureel ànders over is gaan … denken.
Tegelijk helpt Metapatroon om structuurwijzigingen te minimaliseren.
Dat is aan het modelleerbeginsel te danken, zeg ook maar metastructuur.
Met Metapatroon beschrijft een modelleur gedrag. En bepaald gedrag
wordt toegeschreven aan een bepaald object — of subject —
onder bepaalde omstandigheden (lees ook: in een bepaalde situatie).
[…] Hoe fijnmaziger objectgedragingen situationeel verbijzonderd
— beschreven — zijn, des te groter is de kans dat de
desbetreffende modelstructuur duurzamer geldig is. En indien
wijzigingen nodig zijn, kunnen ze tot relevante (her)situering beperkt
blijven. Dit neemt uiteraard niet weg dat informatie tevens volgens
eerder veronderstelde structuur toegankelijk moet zijn. Dat is dus
waarom KnitbITs tevens tijdbeheer van (model) structuur
faciliteert.
Nog even over zgn verbijzondering. Waarop een model mikt, zijn
— aanknopingspunten voor — eenduidige
(gedrag)beschrijvingen. In dat verband kan je ook een eigenschap
beschouwen als onderdeel van gedrag.
Gedrag van ‘iets’ kan variëren al naar gelang van situatie.
Volgens Metapatroon biedt een zgn signatuur slechts de aanduiding
van/voor de (nul)identiteit van ‘iets.’ Met context als
aanduiding van situatie, zijn er uitgaande van één signatuur in een
model dus netzoveel verschillende (gedrag)beschrijvingen, ook wel
intexten genoemd, mogelijk als er verschillende contexten zijn
opgenomen.
Wat traditioneel als zoiets als eenheid-volgens-onderwerp geldt, past met Metapatroon in een ruimer, zgn stelselmatig kader. Dat lukt door in eerste aanleg door wat als oriëntatie, perspectief e.d. volgens een bepaalde traditie impliciet blijft als situatie (in model: context) te expliciteren.
[A]anhoudende mislukkingen met grootschalige(r) projecten om informatieverkeer digitaal te faciliteren [lijden] domweg [aan] een zowel beperkt als beperkend informatie- annex tekenbegrip. Meteen vanaf zelfs maar iets ruimere schaal is daarentegen een tekenbegrip noodzakelijk met context als ònlosmakelijk tekenelement. Dankzij contextuele verbijzondering à la Metapatroon kunnen betekenisverschillen op/voor willekeurige schaal samenhangend geordend zijn, en veranderingen in verschillen èn hun samenhang gevolgd (in verleden en toekomst).
Op stelselschaal is zelfs nooit voldaan aan de voorwaarde van absolute betekenis. Daarom is nodig en voldoende explicitering van bijbehorende context de regel voor eenduidige betekenis.
Enfin, menselijk of niet, communicatie vergt altijd, op z’n algemeenst geduid, een teken. [… E]en context [is] ònlosmakelijk ònderdeel van een teken […]. [Daaruit volgt] dat context èxpliciet — gefaciliteerd — moet zijn, en dat Metapatroon de noodzakelijk stelselmatige methode biedt voor recursief-contextuele verbijzondering.
Wat mij betreft geldt een bepaalde context […] voor een cognitieve gebeurtenis met dienovereenkomstig gedifferentieerde betekenis. Op die manier is er uitgaande van een ènkel woord, dan een zone voor èlke context. Dus, zoveel zones annex contexten, zoveel (woord)betekenissen. Als eenheid is een woord daarom te ònbepaald. Wat telt, is principieel de configuratie van woord èn context. Daarop heeft Aristoteles reeds gewezen, en later Peirce. Allebei erkennen ze dat voor eenduidige betekenis als factor altijd een, zeg maar, insteek, perspectief, grond oid meetelt.
in: aantekening 68.5
[V]oorwaardelijkheid komt met context als tekengedeelte tot uitdrukking c.q. wordt daaruit àfgeleid.
Het is alweer minder beperkend om [ipv een woordenboek] van een betekenissenboek te spreken. Eén en hetzèlfde woord kan verschillende betekenissen hebben. Voor het vestigen van eenduidige betekenis moet telkens, formeel gezegd, nodige en voldoende context toegevoegd zijn. Op stelselschaal resulteert dat niet zozeer in een lijst-als-opsomming, maar in een model van zonodig alsmaar nadere verbijzonderingen.
Zo vind ik het wèl algemeen geldig, maar dat is dus in methodische zin, om voor èlk begrip het bijbehorend motief te vermelden. [… D]at lukt niet, zeg maar, direct. Maar aan de triade van Charles Peirce ontleen ik dat er ook een àndere kant is, die van object (met zgn interpretant dan aan de ene kant en teken als bemiddelend element; voor de enneade is die triadische structuur gehandhaafd). Ofwel, verbijzonder èlk objectgedrag naar daarvoor geldige situatie. Met Metapatroon kan zulke situationele verbijzondering van objectgedrag stelselmatig worden gemodelleerd volgens contextuele verbijzondering van signatuurintext.
Uit de radicale veronderstelling dat èlke gedraging van een ob- dan wel subject situationeel is, volgt dat er van/voor een ob-/subject géén alom resp. absoluut geldig gedrag bestaat (lees ook: eigenschappen zijn). Daarmee overeenstemmend bestaat er, nogmaals, géén begrip zònder motief. In een betekenissenmodel volgens Metapatroon is daarom èlke intext voorzien van context (met een zgn horizon als formele grenswaarde).
Voorzover een signatuur ooit lòs kan worden beschouwd — antwoord: nee — heeft zij dus géén betekenis (overeenkomstig nul-identiteit). Enige c.q. bepaalde betekenis bestaat door een signatuur à la enneade principieel pas samen met context.
Vaak moet allerlei informatie vergeleken worden. Inderdaad,
multiproblematiek. Zonder nodige en voldoende explicitering van
respectievelijke context is kwaliteit van broninformatie gebrekkig met
nadelig tot rampzalig gevolg voor kwaliteit van de uitkomstinformatie
en, het kan nog erger, de handelingen die dáárop worden
gebaseerd.
Realistisch beschouwd heeft àlles met informatiekwaliteit te maken. Om
er iets zinnig mee te kunnen … doen, vergt ook
informatiekwaliteit telkens passende contextualisering. Eigenlijk valt
er in het algemeen niets anders over te zeggen (zoals Plato in zijn zgn
dialogen — de figuur van — Socrates voor allerlei begrippen
laat inzien).
in: aantekening 70.5
Wat een term betekent, valt immers pas inclusief context te duiden. Voor een zgn schaal van variëteit van betekenissen is daarom een modelleermethode onontbeerlijk voor zgn contextuele verbijzondering. Met Metapatroon (Engels: Metapattern) kunnen op die manier situationele gedragsverbijzonderingen van objecten eenduidig èn samenhangend worden beschreven (volgens de semiotische enneade tevens corresponderend met motivationeel verbijzonderde begrippen).
With Metapattern, you don’t go for what is generally valid, but instead specify the always limited reaches of varied validity. That is why context — situation, really, but here I won’t bother you with enneadic subtleties — constitutes the reach for what is taken as valid about an object. Then, ‘within’ a particular context, what is described for an object is all positive. There is no need for negative statements (also read: propositions). For what might be seen as negative about an object’s description in one context, might be again positive about it in another. So, stick to the positive. However, it also follows — talk about logic :-) — that between contexts there is nothing to draw traditionally logical inferences from. In this sense, Metapattern is radical in its approach to so-called pre-coordination.
in: note 71.21
[E]en ènkele term schiet prompt tekort voor het toekennen van eenduidige betekenis. Op stelselschaal is per betekenis voor informatie daarentegen een configuratie aangewezen om aan de eis van eenduidigheid te voldoen. Simpel gezegd, behalve zo’n term (lees semiotisch: een signatuur) moet telkens een context zijn opgenomen (en Metapatroon is de methode om dat stelselmatig consequent te modelleren, dwz volgens verschillen-in-samenhang).
Die eis van expliciete contextualisering geldt zelfs radicaal voor relevante verwerking door digitale hulpmiddelen; die beschikken, zeg maar, uit zichzelf immers niet over flexibel interpretatievermogen.
Wat bekend staat als data- resp. informatiekwaliteit, laat zich preciezer gebruikskwaliteit noemen. Het voornaamste criterium is relevante betekenis. En betekenis is contingent, ofwel afhankelijk van omstandigheden waaronder de informatiegebruiker en het tijdstip van informatiegebruik. Volstaat de beschikbare informatie voor het nodig en voldoende eenduidig bepalen van betekenis door telkens een bepaalde deelnemer inclusief nadere hoedanigheid aan informatieverkeer in een bepaalde situatie? Ondergeschikt aan c.q. afgeleid van passend betekenispotentieel zijn overige kwaliteitsaspecten. Bijvoorbeeld, is de informatie tijdig beschikbaar voor de gebruiker in kwestie?
in: Wen er maar aan! Over noodzaak en opzet van stelselmatig informatiebeheer
Een situatie wordt als informatie uitgedrukt met een context. Dat is het informatiekundige beginsel van Metapatroon als modelleermethode voor stelselmatige ordening van betekenissenvariëteit. […] Daarvoor komt nota bene èlk verschijnsel in aanmerking. […] Dankzij informatie inclusief nodige en voldoende context kan de gebruiker in een situatie pas weten waaraan z/hij met die informatie toe is.
in: Wen er maar aan! Over noodzaak en opzet van stelselmatig informatiebeheer
Door stelselmatige explicitering van context lukt het wèl om dat cruciale aspect van gebruikskwaliteit te borgen, en wel dat betekenis relevant is voor een gebruiker met hoedanigheid van dien in haar/zijn desbetreffende situatie.
in: Wen er maar aan! Over noodzaak en opzet van stelselmatig informatiebeheer
Daar komt bij dat — interpretaties als — situaties wijzigen door maatschappelijke dynamiek. Daarom is contextuele verbijzondering als informatiekundig methodisch beginsel onontbeerlijk voor stelselmatig informatie […]. Let wel, contextuele verbijzondering betreft alweer nauwkeuriger beschrijving door een mens ten gunste van gebruikskwaliteit, géén vervanging van haar/zijn oordeel.
Sterker nog, op stelselschaal loopt allerlei verkeer volgens informatie als het ware door elkaar. Daaruit volgt dat voor eenduidige betekenis per interactie de dáárvoor geldige veronderstellingen èxpliciet onderdeel van de informatie in kwestie moeten uitmaken: context. Voor beheersbare — dynamiek van — ordening moet uiteraard methodisch voorzien zijn in contextuele verbijzondering; daarvoor is Metapatroon geschikt als stelselmatige modelleermethode annex -taal.
in: aantekening 74.4
[C]ontextuele verbijzondering à la Metapatroon helpt daarentegen juist om ònderscheid te maken. Een bepaalde term plùs de ene context geeft dan aanleiding tot de ene betekenis(definitie), terwijl diezèlfde term plùs een àndere context staat voor een dienovereenkomstig àndere betekenis(definitie), enzovoort van context tot context.
(Want) omdat betekenissenvariëteit kenmerkend is voor stelselschaal moeten begrippen inderdaad netzolang worden toegespitst, maw verbijzonderd, totdat in onderlinge samenhang (!) eenduidige betekenissen ervan resulteren. Met begripsmatige annex conceptuele verbijzondering heb je, kortom, het doel met stelselmatige modellering aangeduid. Contextuele verbijzondering kan je opvatten als aanduiding van het karakteristieke middel van zulke modellering. Ik gebruik die middelaanduiding, vooral omdat die m.i. het onderscheid met tot dusver gangbare modelleermethode duidelijker aangeeft. Ofwel, dat ik vind ik het herkenbaarst ànders aan Metapatroon. Nogmaals, ipv een verkeerde verbastering is jouw doelaanduiding echter óók juist. Wat per saldo telt, is dat Metapatroon de enige methode is die als middel geschikt is voor dat stelselmatige (!) doel. Dat is wel zo praktisch.
De voorwaarde voor eenduidige betekenis betreft toevoeging van informatie aan het woord in kwestie: context. Hetzèlfde woord (volgens enneadische semiotiek algemener: signatuur) voorzien van àndere context heeft een àndere betekenis. Dat is à la Metapatroon het beginsel van contextuele verbijzondering (dat recursief geldt).
Sterker nog, context moet als onlosmakelijk ònderdeel van informatie worden beschouwd. Dat is de sleutel tot eenduidige betekenissen op de reële schaal van maatschappelijk verkeer.
Wat nauwkeuriger uitgedrukt is het zo dat de “vorm” plaats moet bieden voor ook en vooral een aanduiding van de situatie in kwestie. Die aanduiding is dan de context. En dankzij aanvulling met context kan aan aldus opgestelde data/gegeven/informatie eenduidige betekenis worden toegeschreven.
En dat gaat geheid mis, punt. Want met een ànder doel resp. een àndere maatschappelijk-verkeerssituatie gaat een àndere betekenis gepaard. Nogmaals, dat kan slechts duidelijk zijn door een àndere context als onderdeel van data/gegeven/informatie.
En voor maatschappelijk bereik van informatieverkeer verdient nota
bene situatie zelfs kwalitatief àndere overwegingen. In termen van
traditionele gebouwde omgeving gaat het daarbij telkens om de
fysiek-ruimtelijke locatie in kwestie. Dat is er telkens één, niet meer
en niet minder. Daarentegen faciliteert infrastructuur voor
informatieverkeer uitwisseling van allerlei informatie. Zeg ook maar
dat relevante situaties als het ware door elkaar heen lopen. maw in
meervoud. Dan schiet een ènkele term tekort voor eenduidige betekenis.
Er moet altijd nodige en voldoende omschrijving van situatie in kwestie
bij, en daarvoor dient context.
Variëteit door meervoud heerst, vandaar de noodzaak tot contextuele
verbijzondering. […] Wat facilitering van informatieverkeer
betreft moeten betekenisverschillen met dynamiek van dien tegelijk
samenhangen. [… C]ontextuele verbijzondering [is] onmisbaar
[…] voor zoiets als gebruikskwaliteit van informatie. […]
Anders ontbreekt — de voorwaarde voor — eenduidigheid.
Uitdrukking ervan vergt context, ofwel een beschrijving van
situatie.
in: aantekening 75.1
Lees voor “omstandigheden” ook situatie, met context als beschrijving van situatie. Voilà, contextuele verbijzondering. Zoals gezegd lukt het met informatie daarom véél eenvoudiger, bedoeld is de vergelijking met de traditionele gebouwde omgeving, om passende variëteit voor de reële variëteit van — dus ook weer veranderlijke — betekenissen te faciliteren. Daarvoor volstaat het om nodige en voldoende context als integraal ònderdeel ervan ‘in’ informatie op te nemen.
in: aantekening 75.1
Het is de zéér beperkte opvatting van wat taal is, dus vooral als een verzameling termen, die de valse schijn van gelijkheid wekt. Een ènkel woord heeft echter niet altijd dezèlfde betekenis. Wel beschouwd zelfs nooit. Tot een teken behoort ònlosmakelijk een context. Met een ènkel woord op z’n enneadisch als een voorbeeld van een signatuur, zijn een signatuur èn een context samen nodig voor eenduidige — toekenning van — betekenis (als verzoek tot inschikkelijkheid).
Naar mijn idee dient taal(gebruik) het ene subject om een ander subject tot gedrag te bewegen. […] Dat vergt altijd verbijzondering volgens situatie. Daarom maakt context ter (aan)duiding van relevante situatie ònlosmakelijk onderdeel van èlk teken uit. Metapatroon helpt om daaraan methodisch uitdrukking te geven.
(Ook) het trekken van een herkenbare grens gebeurt, het kàn en ìs daarom niet anders, met een teken. Daarvoor omvat elk teken een context als maat van gedragsbetrekkelijkheid.
Een informatiekundig ontwerp moet berekend zijn op variëteit. Er zijn betekenisverschillen met daartùssen samenhang. En omdat informatie onderhevig is aan veranderingen van betekenis(sen) die ‘wij’ eraan geven, geldt de eis van aanpasbaarheid. Dat lukt volgens Metapatroon door context als ònderdeel van informatie op te nemen. Daarbij corresponderen contexten met enerzijds (gedrag)situaties, anderzijds (interpretatie)motieven.
Zoals ik context duid, dus enneadisch, volgt daaruit dat de modelleermethode eveneens explicitering ‘regelt’ van nodige en voldoende contextuele verbijzondering[. …] Er bestaat echter niet één situatie, maar zoveel als betrokken subjecten er steeds maar weer van willen, kortom, met hun veranderlijke motieven, maken.
De enneade verklaart waarom dat een illusie moet blijven. Nogmaals, als zodanig onttrekt motief zich principieel aan begrip. Er valt echter vaak veel aan ònduidelijkheid te vermijden door een teken niet langer als ènkelvoudig te beschouwen, maar daarentegen als configuratie. Wat abusievelijk als hèt teken geldt, blijkt op z’n enneadisch doorgaans slechts een signatuur. Eenduidig interpreteerbaar is een teken — pas — als samenstelling van signatuur èn context. Daarbij moet context ruim opgevat zijn, zeg maar als enscenering. […] Dankzij erkenning van een context als ònlosmakelijk onderdeel van elk teken lukt het om problematisering om te buigen naar oplossingsgerichte betekenissenordening.
in: note 77.51
Dat lijkt mij verkeerd òm. Volgens mij leert “reflectie” juist dat een precieze betekenis altijd voorwaardelijk geldt. En met aandacht voor pràktische verschillen lukt het in één moeite door om nodeloze resp. vaak zelfs averechtse verschillen te vermijden. Uitgaande van zo’n ènkele term is er geen ontkomen aan meervoud van betekenissen. Voor eenduidigheid moet telkens tevens een context nodig en voldoende zijn … gepreciseerd.
in: note 77.109
Voor een — integraal — teken moet altijd de nodige context zijn toegevoegd. Die principiële tekenopvatting, en meer, laat zich schematisch weergeven[. …] De enneade wijst o.a. op principiële openheid van taal(gebruik). Dezèlfde signatuur valt met allerlei contexten te combineren tot allerlei tekens, en omgekeerd. Die combinatoriek kan onmogelijk op voorhand worden beperkt. Wat een specifiek teken àls combinatie van signatuur en context betekent, leert iemand door, zoals de enneade ook aangeeft, het onlosmakelijke verband met zijn gedrag. En omdat een algoritme/programma zichzèlf niet op die manier gedragsmatig als het ware confronteert met tekens, is het niet tot leren in staat … op die manier.
Ook zo’n “naam,” ofwel een teken, vergt een opzet die … past bij het bereik met veralgemenisering waarbinnen (!) detaillering eenduidig geordend moet zijn. Daarvoor stel ik elk teken — recursief — samengesteld voor met signatuur, context en intext als elementen. Daarop is Metapatroon gebaseerd als modelleermethode voor stelselmatige variëteit.
in: aantekening 79.6
Metapatroon [legt] voor (gedrags)beschrijvingen beperkingen op aan bereik noch detaillering. [D]e enneade [—] toont [—] motief als interpretatief element van situering in het algeméén dat àls context tot uitdrukking komt. Wat mij betreft is ook en, inderdaad, vooral ruimtelijkheid een aspect van motivationele duiding voor gedragsbepaling. Dat is ‘logisch,’ omdat subjectief gedrag altijd moet passen in o.a. ruimtelijkheid van situatie.
Elk teken omvat expliciet tevens context, want [… v]oorzien van context lukt het — pas — om verschillende situationele ob-/subjectgedragingen zowel eenduidig als samenhangend te beschrijven.
De term systeem wordt ook wel gebruikt om juist iets aparts te benoemen, zoals een ènkel informatiesysteem zoals er talloze informatiesystemen zijn. Indien dat aparte systeem voor gebruik met — zeer — kleinschalig bereik bestemd is en blijft, manifesteert zich er ‘binnen’ geen variëteit of laat zich ‘betrekkelijk’ eenvoudig onderdrukken. Het hek eromheen dient feitelijk als impliciete context. Zònder resp. hekken valt er uit zomaar een mengsel van informatie echter niet eenduidig wijs te worden.
Heus, vrijwel iederéén begrijpt onmiddellijk, in elk geval zodra je haar/hem erop wijst, dat z/hij zich al naar gelang van de situatie wisselend gedraagt. […] Welnu, dat variabele gedrag kan dus niet met één en hetzèlfde, zeg maar even, woord aangeduid zijn. Er moet voor eenduidigheid, kortom, altijd dienovereenkomstige context bij. Duidelijk, nietwaar? Met allemaal aparte hokjes kan context verder impliciet blijven. Met informatie over verschillende gedragingen in één hok moet daarentegen nodige en voldoende context voor dat verruimde bereik telkens expliciet zijn toegevoegd.
Hoe dan ook als … voorwaarde voor eenduidige interpretatie moet tevens (!) de desbetreffende situatie als onlosmakelijk onderdeel van relevante informatie zijn aangegeven. Stelselmatig dient context daarvoor.
Voor het opstellen van stelselmatige betekenismodellen met
veranderlijke variëteit van dien is Metapatroon geschikt als
modelleermethode.
Hoewel èlk tekendeel als signatuur kan dienen c.q. opgevat worden, is
er pas van een teken … sprake inclusief con- èn intext.
Wanneer situaties er per individu (lees dus ook: subjectief) toe doen, moeten ze met nadruk op verschil ertùssen kunnen worden aangetekend. Daartoe dienen dienovereenkomstig verschillende contexten als tekenònderdeel. […] Als het lijkt alsof tekens zònder context bestaan, komt dat doordat een subject uit ervaringen leert context als ware vanzelfsprekend te vinden.
Er kan eenduidig ordening in variëteit van tekengedragingen herkend worden door consequent onderscheid te maken volgen betrokken subject èn situatie. Kortom, subjectief situationisme. Andere situatie? Andere context. Wat een subject als situatie ervaart — en met context, zeg maar, ensceneert — is dan weer wèl typisch, nogmaals, zelfs uniek pèr samenloop van subject (lees hier ook: individu) met — zoals door haar/hem ervaren — situatie.
6.stelseltaal > recursiviteit
Wat er altijd is, is meervoud van zowel ob-/subjecten en situaties, dus meervoud van hun samenlopen (met èlke samenloop als resulterend gedrag uniek, omdat de ene samenloop zowel betrokken ob-/subject als situatie wijzigt, enzovoort). Dat meervoud kan òndubbelzinnig begrepen zijn door nodige en voldoende contextuele verbijzondering als ònderdeel de resp. tekens voor modellering van de resp. gedragingen. Zulke gedragingen verschillen niet slechts van elkaar, maar hangen tevens samen. Daarom is het verbijzonderings- annex samenloopbeginsel van Metapatroon niet alleen recursief, maar ook betrekkelijk. De gedragsresultante van twee samenlopende elementen kan op zijn beurt dienen als samenlopend element in één van — of allebei — de samenloophoedanigheden. Een model volgens Metapatroon begint ook met een element, de horizon, dat beide samenloophoedanigheden verenigt.
Mijn idee is om ook en vooral een uitdrukking van […] de situatie in kwestie, onlosmakelijk tot een teken behorend te rekenen. Dat zorgt voor de kortsluiting. Als context omvat een teken — zoiets als — een beschrijving van wat de voortbrenger ervan beschouwt als handelingssituatie.
Zonder erkenning van context als onlosmakelijke ‘zetting’ van signatuur — allebei in hun nota bene enneadische … betekenis — en bijgevolg van variëteit van hun configuraties komt er echter nog steeds niets samenhangends uit.
Volgens Peirce is er het teken waarvan op zichzèlf genomen nog geen
eenduidige betekenisbepaling haalbaar is. Ik beschouw dat echter als
ònderdeel van een omvattender verondersteld teken. En dat onderdeel
noem ik signatuur. Voorts noem ik zo’n “conditional
statement of a given situation” een context, die ik eveneens als
ònderdeel opvat van een omvattender teken. Nota bene, pas sámen borgen
signatuur èn context — de onmisbare voorwaarde voor —
eenduidige betekenisbepaling. Voilà, contextuele verbijzondering.
Voorbeeld: blok. Tja? Als het over volleybal blijkt te gaan, is
duidelijk(er) waarover het gaat (want het idee is dat de bal er niet
… over(heen) gaat).
Wat Peirce als methode voorstelt, blijft beperkt tot telkens één
betekenis. Die methode volstaat doorgaans voor een ènkele
wetenschapsdiscipline. Verlies van samenhang met verwante betekenissen
wordt op de koop toe genomen (wat mij betreft overigens geheel ten
onrechte).
Hoe dan ook draait het voor digitale voorzieningen met
noodzakelijkerwijs stelselmatige dekking juist om zowel relevante
betekenisverschillen als samenhang ertùssen. Dáarvoor is Peirce’s
methode dus nog niet geschikt, maar biedt er wèl de aanzet voor. De
stelselmatig bemeten (modelleer)methode ken je als Metapatroon.
Voor stelselmatig bereik moet zgn achtergrond telkens èxpliciet meetellen. Daaruit volgt wat ik onder context versta. (Een) context is niet hetzelfde als (een) situatie, maar de beschrijving van (een) situatie.
in: aantekening 91.8
[I]n eenduidigheid wordt voorzien met nodige en voldoende context. Een teken is dus niet slechts, bijvoorbeeld, een ènkele term.
Nota bene, ook wat — ergens op enig moment — voor
“normaal” doorgaat, kent context. Uitgaande van een ènkel
woord […] zijn àls context vaak geen àndere woorden — meer
— nodig, maar telt, zeg maar, enscenering. Mits iemand het
daarvoor benodigde gewenningsproces doorlopen heeft, raakt
interpretatie van vooral het contextaandeel van een teken ònbewust.
Daarmee is doelmatigheid van afstemming van gedragsaandelen gediend.
Evolutionair voordeel, en zo. Waarom stopt u als verkeersdeelnemer voor
een rood licht? Daar komt zelfs géén woord aan te pas. […]
Algemener geldt dat, in enneadische termen, […] een signatuur
ònlosmakelijk verbonden met een context pas een dekkend tekenbegrip
biedt. En èlk teken is een verzoek tot inschikkelijkheid.
[Ik vind het een vergissing een] symbool […] als het volledige teken te beschouwen. Daarentegen zie ik er een ònderdeel van een teken in, op z’n enneadisch een signatuur. Ook een context reken ik tot een teken.
Weet je nog iets van algebra? Als ‘naam’ van een ènkele variabele is — de letter — x gangbaar. Je kunt dan functies van x krijgen, of vergelijkingen in x. Een voorbeeld van een functie is f(x)=2x. Een vergelijking is bijvoorbeeld 2x=8. Voor welke waarde(n) van x geldt dat? Daar ‘komt’ in dit geval één getal ‘uit.’ Maar 4 van wàt? Om er eenduidig betekenis aan te kunnen geven resp. gericht naar te kunnen handelen, zeg maar voor meerwaarde, is méér informatie nodig. Precies, context.
Voor digitale voorzieningen om stelselmatig bruikbaar te zijn, moeten opslag en uitwisseling van —informatie over — willekeurige ‘experimenten’ eenduidig gefaciliteerd worden. De situationele verbijzondering per ‘experiment’ vergt, om verwarring te vermijden, uitdrukking volgens dienovereenkomstig contextuele verbijzondering. Ingewikkelder is het ook weer niet. En eenvoudiger kàn niet.
in: aantekening 95.7
Wat doorgaat voor een naam, beschouw ik als signatuur slechts als onderdeel van een teken. Er horen àltijd context en intext bij. Wat het ene teken eenduidig onderscheidt van het andere, enzovoort, is de combinatie van signatuur en context. Daarom geldt die combinatie steeds als de feitelijke … naam[.]
[O]p z’n algemeenst denkbaar [lukt] overigens [één- vanuit] meerduidigheid […] met expliciete (!) toevoeging van context doorgaans zowel vlot als afdoende, en met Metapatroon als methode voorts met betekenisverschillen in samenhang.
Een ‘definitie’ kan slechts situationeel gelden en daarom verdient tevens context erkenning, uitdrukking enzovoort als ònlosmakelijk onderdeel van informatie/teken.
Erkenning van een context als ònlosmakelijk onderdeel van èlk teken, maw explicitering van een tekengedeelte àls context, borgt zowel variëteit als duidelijkheid.