Informatieverkeer in publiek domein

schetsboek over architectuur en ontwikkelpaden voor de elektronische overheid

Pieter Wisse
met bijdragen van Steven Luitjens, Willem van Hees, André van Brussel en Jeroen Takkenberg

hoofdstuk 8

 

Wet- en regelgeving

 

 

Kader voor verstandhouding

Ook voor wet- en regelgeving vormt informatiearchitectuur de gerechtvaardigde aanleiding te onderzoeken of de elementaire optelsom nog wel klopt voor — de overgang naar — een omvattend stelsel. ‘Onder architectuur’ vergt de kwalitatief stelselmatige oriëntatie op wet- en regelgeving voor/in de elektronische overheid. Dat geldt van bestuursrecht tot en met privaatrecht. De Europese ‘dimensie’ is wezenlijk, maar dat kan ook opgaan voor andere internationale kaders met juridische elementen.

Het verband met vooral de aspecten ‘risico’ en ‘proces’ is nauw. Wet- en regelgeving is immers (ook) een verzameling stuurmaatregelen ter bestrijding van risico, van preventief tot en met reactief. Tevens stellen vooral ketenregie (zie hoofdstukken 7 en 10) en stelselregie (zie hoofdstuk 10) aangepaste eisen aan formalisering van verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid.

Wanneer het om wet- en regelgeving gaat, verdienen woorden de voorkeur die tot verdieping verleiden. Verstandhouding is zo’n woord. Voor hun onderlinge ontmoetingen moeten deelnemers aan het maatschappelijk verkeer inderdaad hun verstand erbij houden. De verstandige houding is echter niet altijd even vanzelfsprekend. Wet- en regelgeving biedt houvast, waar nodig. Concreter, welk gedrag is in welke hoedanigheid in welke situatie gewenst, verplicht, afkeurenswaardig, verboden enzovoort?

Afgeleid van verstandhouding zèlf zijn verstandhoudingsmiddelen.1 Dat blijkt een praktisch onderscheid. Aanvullend op wet- en regelgeving voor verstandhouding is er dan zonodig óók wet- en regelgeving voor verstandhoudingsmiddelen. Het briefgeheim heeft typisch betrekking op een verstandhoudingsmiddel. Strafbaarheid van mishandeling mikt primair op verstandhouding.

Nieuwe verstandhoudingsmiddelen, of ruimere verspreiding ervan, kunnen op hun beurt tot verandering(en) in verstandhouding aanleiding geven. Dat heeft onherroepelijk invloed op de — individuele — actoren.2 Is dat gebeurd, of gebeurt dat nu, met digitale informatie- en communicatietechnologie?3 Zo nee, dan kan wet- en regelgeving op het ‘niveau’ van verstandhouding blijkbaar ongewijzigd blijven. Zo ja, wat verandert er wezenlijk? Wijzigt bijvoorbeeld, algemeen gesproken, de verhouding tussen zgn. privaat en publiek? Enzovoort, tot en met wat de eventuele gevolgen (moeten) zijn voor wet- en regelgeving.4 Een vergelijkbare analyse vergt dus wet- en regelgeving voor verstandhoudingsmiddelen.

 

noten

1. G. Mannoury, Handboek der Analytische Signifika (Kroonder, deel 1, 1947; deel 2, 1948).
2. G.J. Walters, Human Rights in an Information Age: A Philosophical Analysis (University of Toronto Press, 2001).
3. Nota bene, ict poneren we hier gemakshalve als één verstandhoudingsmiddel.
4. Zie bijvoorbeeld De bestuursrechtelijke aspecten van het programma Stroomlijning basisgegevens (Erasmus Universiteit, 2001) door G. Overkleeft-Verburg.

 

 

inhoudsopgave, vorige hoofdstuk, volgende hoofdstuk.

 

2004 (1e druk: 27 september 2004; 2e druk: 13 december 2004) © programma Architectuur Elektronische Overheid (Ictu) en afzonderlijke auteurs; webeditie 2007 © Pieter Wisse

 

Zie ook de complete nota als enkel pdf-bestand.