Bedoelt u soms constructieprincipes?!

Pieter Wisse

Een term valt op allerlei manieren te interpreteren. Zeg maar dat zo’n term verschillende betekenissen heeft. Dat is dus ook het geval met architectuur. Hier wijs ik er grofweg twee aan.
In de ene, dynamische betekenis is architectuur het ontwerpen-als-activiteit. Met architect is dan een ontwerper bedoeld.
De andere, statische betekenis van architectuur betreft het object-met-structuur. In die context kent architect eigenlijk geen betekenis, of het moet nog altijd die van de ontwerper van het object in kwestie zijn, een object dat vergaand met zijn structuur wordt geïdentificeerd.

Uit een bepaalde betekenis van ¾ de term ¾ architectuur volgt wat o.a. architectuurprincipe betekent. Gaat het om een wetmatigheid, richtsnoer e.d. voor de ontwerpactiviteit? Of komt ermee een strenge eis tot uitdrukking voor de objectstructuur en als zodanig feitelijk voor het desbetreffende object als geheel?

Tussendoor benadruk ik dat ¾ ik als betekenis van principe veronderstel dat ¾ een principe een vooràf geldig verklaarde regel oid. is.

Wat telt voor een ontwerper dan als architectuurprincipe? Een professionele ontwerper herkent prompt de valstrik door zo’n vraag. Want als er eventueel iets nieuws moet komen, mag iets ouds daarvoor natuurlijk nooit het onwrikbare kader (vóór)vormen.
Wat de ontwerper bereid is om op voorhand te aanvaarden als principes voor ontwerpen-als-activiteit, heeft daarom hoogstens het karakter van een anti-principe. Bijvoorbeeld, vermijd klakkeloos principes voor object(structuur) te volgen. Zie ook Architectuurcriterium en Architectuurprincipes.

Jaap van Rees is bij mijn weten de pionier met methodisch-functioneel onderscheid. Concreet maakte hij verschil tussen architectuur- en constructieprincipes.
Wat ik hierboven als object-met-structuur aanduid, komt m.i. overeen met wat Van Rees verstaat onder constructie. En dat klopt inderdaad met Van Dale, zie daar het lemma architectuur. “Verzamelde constructieprincipes” van Jaap van Rees zijn o.a. opgenomen in hoofdstuk 6 van De informatie-architect (Kluwer Bedrijfswetenschappen, 1995), een boek dat hij en ik samen maakten ter verklaring van zijn aanzet.
Daadwerkelijke architectuurprincipes ken ik van Jaap van Rees daarentegen niet. Nota bene, dat is geen gemis, integendeel, en zeker geen toeval bij iemand die niet alleen een architect als ontwerper ziet, maar er zèlf ook werkelijk één is.

Helaas is de indeling met bijbehorende terminologie van Van Rees nooit aangeslagen. Het is zelfs zó gelopen, dat wat tegenwoordig meestal architectuurprincipes heten, volgens Van Rees juist géén architectuurprincipes zijn, maar (dus) constructieprincipes, punt. Waarom is dat jammer, zelfs contraproductief?

De dynamiek van ontwerpen-als-activiteit is verward geraakt met zgn principes voor het statische object-met-structuur. De beheerders (lees: managers, tja, het kan eigenlijk niet missen) geloven op die manier de beheersbaarheid te verbeteren, zo niet te vervolmaken. Dat blijkt echter steevast een illusie, die mede gevoed blijft door de term architectuur zònder explicitering van relevante context. En klinkt principe niet veilig, betrouwbaar, enzovoort? Wat menig opdrachtgever daardoor maar niet begrijpt, is dat ontwerpen-als-activiteit onmisbaar is als er iets ... moet veranderen. Dat kunnen architectuurprincipes in de zin van Van Rees’ constructieprincipes nooit, herhaal, nooit vervangen. Vandaar zijn indeling, begrijp dat toch!

 

 

2 maart 2012, webeditie 2012 © Pieter Wisse