Verkeersthema

Pieter Wisse

Door lezing van Thematic Origins of Scientific Thought (Harvard University Press, 1973), een bundel met artikelen die Gerald Holton afzonderlijk eerder publiceerde tussen 1953 en 1972, meen ik te herkennen zèlf later een vergelijkbaar kennisschema opgesteld te hebben. In Vernieuwing als dynamiek van theorie, techniek en toepassing (1998) onderscheid ik, de titel zegt het al, drie zgn t’s met onderlinge wisselwerking. Dat vind ik dus vergaand hetzelfde als wat Holton voorstelt, te weten allereerst

two types of scientific statements, namely, propositions concerning empirical matters of fact (which ultimately boil down to meter readings) an d propositions concerning logic and mathematics (which ultimately boil down to tautologies).[p. 21] These two types of meaningful propositions may be called phenomenic and analytic and by way of analogy one may imagine them roughly as corresponding to a set of orthogonal x- and y-axes that represent the dimensions of the plane of usual scientific discourse. One may name the x-y plane the contingent plane. [... T]he contingent plane [i]s the plane in which a scientific concept or a scientific proposition has both empirical and analytical relevance.[p. 22]

Voor dynamiek schiet “contingence analysis” echter tekort, want zo’n tweedimensionaal schema

excludes an active and necessary component that is effective in scientific work[, ...] that is, it neglects the existence of preconceptions that appear to be unavoidable for scientific thought, but are themselves not verifiable or falsifiable.[p. 23]

Dus, stelt Holton,

it is at this point – to return to our analogy – that we define a third, or z-axis, perpendicular to the x- and y-axes of the contingent plane. It is the dimension of themata[. ... I]t is in the three-dimensional, x-y-z space within which a more complete analysis [...] of scientific statements and processes should proceed. [p. 24]

Allereerst merk ik op dat Holtons toespitsing op “scientific” nodeloos is. Ook noem ik enkele termen die m.i. synoniem zijn met wat hij als thema beschouwt: paradigma, wereldbeeld, axiomatisch stelsel, theorie, ...

In het Nederlands kan iemand inderdaad zeggen “Dat is voor mij géén thema!” Wat z/hij wèl een resp. het thema vindt, blijft doorgaans ònuitgesproken. De meeste mensen vinden het zelfs uitgesproken ònaangenaam wanneer ze ernaar gevraagd worden. Ik vermoed dat zij zich betrapt wanen op een dubbele tekortkoming. Niet alleen ontbreekt er kennelijk iets, maar evenmin kunnen zij er alsnog in voorzien. Het effect van het ‘met zoveel woorden’ niet-ontvankelijk houden van thematische beschouwing bestendigt uiteraard het impliciet heersende thema en daarmee hùn dienovereenkomstige positie in maatschappelijk verkeer. Er is domweg een hindernis voor dynamiek opgeworpen. Onneembaar?

Onbegrijpelijk is het wijd verspreide, zeg maar, onvermogen tot thematische beschouwing, en zo door naar weerstand tegen eventuele wijziging van thema, overigens niet. Holton wijst op

the antiquity and paucity of themes–the remarkable fact that the range and scale of recent theory, experience, and experimental means have multiplied vastly over the centuries while the number and kind of chief thematic elements have changed little.[p. 29]

Een vòlgend thema is doorgaans ook niet nieuw, maar behelst de terugkeer van een vorig thema:

[T]hemata [...] rise and fall and rise again with the tides of contemporaneous usefulness or intellectual fashion.[p. 62]

Wie geen thema ervaart, is veroordeeld tot onbegrip zodra iemand erover begint. En wie erover begon raakt gauw gefrustreerd. Er bestaat natuurlijk ook pas een reële aanleiding indien omstandigheden zodanig veranderen dat contingentie van handelen volgens gangbaar – en impliciet gebleven – thema ervaarbaar risico heeft (of kansen laten missen).
Dat werpt o.a. de vraag op naar de persoonlijkheid van leiders die mensen (ver)kiezen. Als ‘wij’ überhaupt al veranderingen ervaren, willen we dan een leider die ze voor ons àfweert, of op z’n minst sterk remt? Of ervaren we veranderingen als onontkoombaar, verwelkomen we ze zelfs, en verwachten we van een leider om ze te bevorderen en daarmee ònze resultaten met maatschappelijk verkeer?

Met erkenning van thematische stabiliteit, zo beweert Holton,

[o]nly occasionally (as in the case of Niels Bohr) does it seem necessary to introduce a qualitatively new theme into science.[p. 29]

Wat mij betreft is het tekenend dat Holton het voorbeeld van Bohr vermeldt. Als thema waarop Holton doelt dat Bohr opgebracht heeft, geldt immers het complementariteitsbeginsel. Als de beperking tot “science” naar mijn idee èrgens kortzichtig is, geldt dat m.i. voor zgn complementariteit. Dat is ook precies de derde t die ik ànders voorstel, zij het dat ik er langs andere weg toe kwam dan welke Bohr destijds aflegde. Over de verwantschap van Metapatroon (Engels: Metapattern) met het complementariteitsbeginsel van Bohr, zie Metapattern for complementarity modeling (2014) en Met complementariteit uit de knoop (2016).

Nogmaals, inmiddels herken ik subjectief situationisme zoals ik het semiotisch voorstel, als veralgemenisering van Bohrs complementariteitsbeginsel. In elk geval voor de opzet van voorzieningen voor informatieverkeer heb ik daarmee een, op z’n Holtons gezegd, kwalitatief nieuw thema voorgesteld. Maar “introduce[d]” in de zin van wijd verspreid, in gebruik, enzovoort, is zowel dat beginsel als de bijbehorende modelleermethode annex –taal Metapatroon (Engels: Metapattern) niet.

[D]ramatic battles [...] are [...] required for the gradual acceptance of a new theory.[p. 271]

In verband met complementariteit is de metafoor van “battles” natuurlijk ongelukkig. Nota bene de crux van complementariteit als beginsel is immers dat er juist niet slechts een ènkele overwinnaar kan zijn, met verder allemaal verliezers. Het hangt er altijd (!) maar vanaf: situationisme. En voor communicatie telt altijd wat deelnemers er ieder voor zich (!) mee willen bereiken: subjectief.
Vergeleken met win-verliesstrijd zijn, inderdaad zware, inspanningen nodig om ruimte te verkrijgen voor ontwikkeling, erkenning enz. van reële verschillen. Wat voorheen de overheersende theorie was, blijkt vaak geldig te blijven, maar niet langer absoluut, maar relatief, dwz voor een bepaalde situatie.
Voor complementariteit als thema is de hindernis dus èxtra moeilijk te nemen. In de eerste plaats is er geen teruggrijpen aan de orde op een thema. En ten tweede is de ‘strijd’ van een àndere orde dan iedereen gewend is. Mensen zijn ermee vertrouwd voor òf tegen te zijn. Het thema is dood, leve het nieuwe thema! Volgens complementariteit is dat een verlammende instelling. Dan kan je in de ene situatie vóór het ene zijn, en in een andere situatie vóór het andere, enzovoort.

Metapatroon als formalisering van het complementariteitsbeginsel helpt om enkele opmerkingen van Holton toe te lichten. Als van oudsher gevolgd thema wijst hij op

both a unity and a singularity of natural knowledge. The paths to an understanding of nature ay be infinite [... b]ut all the paths have been vaguely thought to lead to a goal, an understanding of one nature[. p. 30]

Voor zulk enkelvoud van bestemming trekt hij de vergelijking met

a maze having in its outer walls innumerable entrances, through each of which one can hope to reach, sooner or later, the one mystery which lies at the center.[p. 30]

Met wat volgens Metapatroon de nul-identiteit van een object ‘is,’ komt daarentegen tot uitdrukking

that at the innermost chamber of the maze one would find nothing.[p. 30]

Ofwel, zelfs principieel geldt

that absolutes in science should be considered to be meaningless [ p. 32 with a view of] the empty center of the labyrinth.[p. 33]

Met mensen die impliciet veronderstellen dat zij zich met hun leven louter langs – zoiets als – de x-as bewegen hebben reguliere wetenschappers het al moeilijk om te communiceren. Want als een wetenschapper ‘iets’ bedoelt volgens y, dringt haar/zijn gesprekspartner aan op verklaring enz. volgens x. Einde gesprek.
Een vergelijkbaar probleem heeft de, volgens Holton ook nogeens uiterst zeldzame, thematische vernieuwer met die reguliere wetenschappers. Tja, de variëteit volgens z kan nu eenmaal niet volgens y begrijpelijk zijn (laat staan volgens x).

[A] thematic hypothesis [...] by its very nature is not subject to verification or falsification. [... It] is precisely built as a bridge over the gap of ignorance.[p. 53]

Aan wie overtuigd is van eigen gelijk, zijn thema’s helaas niet besteed ... En wie bereid is tot overweging van thema’s, moet tevens hun constituerende karakter beseffen. Nota bene, elk thema

implies its own methodology and its own metaphysics to serve as the philosophical basis of a renewed science.[pp. 296-297]

Van een werkelijk gesprek is daarom evenmin ... sprake zodra deelnemers uitleg van het ene volgens het andere thema verlangen. Daarbij komt dat voor uitleg niet naar beginselen kan worden verwezen, want daarvoor moet nu nèt dat thema dienen. De toegevoegde waarde van een thema zit ‘m in wat er vervòlgens beter e.d. lukt.

Voor publieke uitleg van zijn werk koos Albert Einstein daarom voor

observations long known and believed to be well understood by everyone.[pp. 289-290]

Dat had ik op mijn beurt ook voor Metapatroon bedacht. Zo van, in verschillende situaties gedraagt u zich verschillend. Dergelijke verschillen zijn niet onder één noemer te verdichten zònder verloren te gaan. Daarom moeten gedragingen verbijzonderd zijn volgens respectievelijke situaties waarin ze gelden. Wie dat te ingewikkeld vindt klinken, moet het maar zeggen.
Hoewel niemand dergelijk bezwaar geopperd heeft, en Forum Standaardisatie zelfs een expliciete aanbeveling deed, zie Semantiek op stelselschaal: issues en oplossingsrichtingen (2009), blijft voor opzet van – digitale middelen voor – informatievoorziening vooralsnog alom het modelleerthema gevolgd van contextloos gedrag (lees ook: eigenschappen). Op de schaal van maatschappelijk (informatie)verkeer, met betekenissenvariëteit van dien, lopen ‘we’ vast door wat neerkomt op ontkenning van reële variëteit. Ook en vooral voor verkeersvoorzieningen,

after a successful search for simplicities and harmonies [...], the search [should] turn[...] to a more direct confrontation of complexity and derangement, of sophisticated and astonishing relationships among strangely juxtaposed parts.[p. 96]

Aan het voorbeeld van Einstein toont Holton duidelijk aan, dat de vernieuwing qua thema mikt op bestrijding (!) van thematische wildgroei. Zulke wildgroei heerst, hier overdreven gesteld, door zowat elk afzonderlijk verschijnsel van een ‘eigen’ thema te voorzien. Valt daartussen volgens een kennelijk overkoepelend(er) thema wellicht samenhang te vestigen, wat hopelijk dan per saldo – veel – eenvoudiger is?

How much more satisfying it will be if we can discern harmonies and simplicities directly, through a more highly trained vision, in complex, apparently broken, and deranged configurations![p. 98]

Er is afstand van het x-y vlak nodig voor

the careful attention to disorderliness[, p. 98 i.e. a] special sensitivity to contraries [p. 375 which] has yielded surprising new simplicities.[p. 98]

En dankzij het verbindende thema verdwijnt de wanorde! Holton rept van

the choice that Einstein had to make–against the fidelity to a catalogue of individual operational experiences, and in favor of fidelity to the ancient hope for a unity at the base of physical theory.[p. 242]

In dit citaat vind ik de toespitsing (lees ook: verbijzondering) volgens “physical” nodeloos. De noemer van “fidelity” vind ik daarentegen zeer toepasselijk. Met onvermogen tot thematische heroverweging kan iemand te goeder trouw handelen. Wie niet beter weet ... Vooral als bestuurder in een tijd van serieuze veranderingen zit z/hij echter op precies de verkeerde plaats.

Voor Bohr gold hetzelfde streven naar eenheid, hoewel complementariteit als beginsel oppervlakkig gezien eerder een afwijking resp. afwijzing ervan doet vermoeden. Dat is echter schijn. Bohr drijft het eenheidsstreven m.i. zelfs op de spits, wat Metapatroon alweer wat eenvoudiger toont met de zgn nul-identiteit waarvan de enige functie (!) is om situationele deelobjecten met dienovereenkomstig verschillende gedragingen samenhang te verlenen.
Wat Metapatroon toevoegt aan complementariteit zoals door Bohr bedacht, is zulke samenhang. Daardoor kan een object zijn gedrag wisselen. Dat gebeurt door – zijn ervaring van – overgang van de ene naar een andere situatie. Een thema dat dergelijke dynamiek omvat, vergt dus

the sacrifice of the primacy of direct sense perception in constructing a physically significant system.[p. 242]

Door elke onmiddellijkheid te verabsoluteren is thematische wildgroei onvermijdelijk, met navenant groeiende ondoelmatigheid van handelingsbepaling van dien. Kan dat niet handiger? Leidt wildgroei vroeg of laat niet tot stagnatie, waardoor stroomlijning zelfs noodzaak is? Maakt een thema van hogere orde talloze ad hoc theorieën enz. niet overbodig? Zijn de voordelen, om van financiële besparingen nog maar te zwijgen, niet evident?

This feeling of attaining a view in which previously separate processes, phenomena, or mechanisms now appear interdependent has always been a quasi-aesthetic experience of the most treasured kind in the sciences.[p. 404]

Ik bekijk het (dus) meer als ingenieur. Nuchter telt dat vooral infrastructurele voorzieningen anders nooit kùnnen werken (en intussen steeds meer geld wordt verspild aan tot mislukking gedoemde pogingen). Moet er voor èlke wandeling, èlke fietstocht, enzovoort, enzovoort, telkens opnieuw een aparte weg worden aangelegd? Wat averechts werkt, is steeds

too specialized a point of view. Complexities that do not appear to be inherent in the phenomena should be cast out.[p. 366] New conceptual schemes tend to be simple and unitary even though reason may tell us that theories have generally become more correct by becoming more complex.[p. 390]

Wat zijn reële verschillen èn de netzo reële samenhang ertussen? Zonder geschikte theorie, of thema zoals Holton dat noemt, blijven passende techniek èn toepassingen ontbreken. Voor infrastructuur voor informatieverkeer heb ik alweer lang geleden zo’n theorie inclusief methode voorgesteld. Voor verzamelde documentatie, zie Metapatroon, handboek stelselmatig informatieverkeer.

 

 

18 februari 2016, webeditie 2016 © Pieter Wisse