Vergeet samenhang door-de-tijd-heen niet!

Pieter Wisse

Bijna overal, naar het schijnt met BZK voorop, denken ze nog dat voor de opzet van (infrastructurele) voorzieningen voor informatieverkeer geabstraheerd kan worden van de implementatietijd. Klinkt ingewikkeld? Vergelijk het met waarmee we onder de noemer van verkeer allang vertrouwd geraakt zijn, bijvoorbeeld het Prins Clausplein als kruispunt van de autosnelwegen A4 en A12. Daar lopen ook fietspaden langs en, niet te vergeten, enkele (trein)spoorbanen. Hoe werkt dat?
De aanleiding vormde stellig het alsmaar intensievere autoververkeer. Voor — een hernieuwde behoefte aan — stroomlijning waren — wederom — nieuwe voorzieningen nodig. Aanleg kost echter nogal wat tijd. Is het een optie om gedurende de aanlegperiode in kwestie geen verkeer te faciliteren? Nee, punt.
Nota bene, hierdoor verandert de stroomlijningsopgave wezenlijk. Want niet alleen moeten de nieuwe voorzieningen gerealiseerd worden. Tegelijk moet verkeer doorgang blijven krijgen. Dat vergt veranderlijke balans. Kijk maar naar wegwerkzaamheden. Vaak wordt netzo nieuw een tijdelijke voorziening getroffen, zodat het verkeer nog (nèt) aanvaardbaar op gang blijft. Dat schept dan ruimte voor werk aan de duurzaam bedoelde voorziening. Zo lijkt het erop dat er stappen achteruit gemaakt worden. Het gaat er natuurlijk om dat per saldo vooruitgang wordt geboekt.
Het amateurisme waarmee aan de zgn elektronische overheid gewerkt wordt, komt vooral, alle retoriek ten spijt, door gebrek aan besef van het infrastructurele karakter van de voorzieningen voor informatieverkeer. Zeg ook maar dat op de inmiddels reële schaal van maatschappelijk informatieverkeer interoperabiliteit praktisch niet langer pèr aangesloten informatiesysteem valt te faciliteren. Als oplossingsruimte dáárvoor geldt voortaan infrastructuur met van daaruit (pas) dóórwerking naar de systemen, toepassingen e.d. (die dankzij infrastructuur dus mééveranderen; zie het verschil tussen enerzijds een reguliere auto waarvan de banden de beweging over een redelijk vlak wegdek veronderstellen, anderzijds een voertuig met rupsbanden dat met die ‘banden’ feitelijk zijn eigen weg steeds aanlegt).
Terug naar het Prins Clausplein als illustratie. Vanuit verkeersperspectief luidt de opgave tevens om tijdens de aanleg het fiets-, auto- èn treinverkeer zo goed mogelijk te faciliteren. Van het eindresultaat, dwz het nieuwe ‘plein,’ is het ontwerp bekend. Daarvan afgeleid vergen allerlei tussenresultaten eveneens ontwerp. Omgekeerd kan een bepaald tussenresultaat dermate problematisch voor continuïteit van verkeersafwikkeling zijn, dat het bij nader inzien onacceptabel is. Dat kan ertoe leiden, dat het ontwerp van het eindresultaat moet worden aangepast. Dergelijke afwegingen, te weten tussen eindresultaten en noodzakelijke tussenresultaten op ‘weg’ ernaartoe, nogmaals, maken abstrahering van implimentatietijd illusoir.
Dat neemt niet weg dat het verband van tussenresultaten onderling en met het eindresultaat vooral moet zijn, dat elk volgend tussenresultaat zoveel mogelijk samenstellend onderdeel van het eindresultaat vormt. Nadruk verdient de aanduiding samenstellend. Het is dus niet zo, dat tussenresultaten lòs van elkaar bedacht enz. kunnen zijn. Dat levert nooit de vereiste, beoogde samenhang op.
De enige manier om van tussenresultaten hun noodzakelijk samenhangend karakter tot eindresultaat te borgen is vanuit een visie òp het eindresultaat inclusief nodige en voldoende detaillering van ... samenstellende onderdelen. Zo’n adequaat gedetailleerde visie voor elektronische overheid en verder komt tot uitdrukking in Oefenschema: basisregistraties enz.. Juist vanwege de infrastructurele opgave gaat van dat schema geen pretentie uit, dat aanleg prompt kan gebeuren. Er is stellig een (lange) reeks tussenresultaten nodig.
Welke dat precies zijn, hoeft gelukkig niet vooraf allemaal duidelijk te zijn mits de aanpak helpt om — groeiende — stelselmatigheid te borgen. Daarvoor zijn metapatroon als methode en de zgn informatierotonde als daarmee getroffen operationele voorziening geschikt, zelfs opzettelijk gericht. Zie Informatierotonde voor semantische interoperabiliteit voor een beknopte schets van zo’n ontwikkelpad.
Als eerste tussenresultaat kan bedoelde informatierotonde zo slank mogelijk ingericht zijn. Voor uitwisseling tussen aangesloten informatiesystemen van informatie over een bepaald (maatschappelijk) object bevat de informatierotonde slechts, zoals Informatierotonde(s) op wolkmaat toont, dienovereenkomstige identificatie(s). Dan ondersteunt de rotonde dus nog niet de interpretatie van betekenisverschillen. Daarvoor moeten desbetreffende contexten worden toegevoegd. Dat kan stapsgewijs gebeuren, zeg met alsmaar rijker tussenresultaat. Zo lukt beheersbare implementatie zowel door-de-schalen-heen als door-de-tijd-heen.
Aldus zijn tussenstappen niet zozeer afhankelijk van beschikbare methoden en hulpmiddelen voor informatievoorziening. Die zijn immers reeds berekend op het eindresultaat! Dat verschaft ruimte en dus tijd (!) voor veranderkundige omgang met wat ook de meeste aandacht verdient. Dat zijn, ongehinderd — of is het zelfs: gemotiveerd? — door de afstand tot de burgers die ze ermee verder vergroten, de bestuurlijk-politieke verhoudingen tussen de overheidsorganisaties resp. onderdelen ervan die met hun informatiesystemen voor stroomlijning moeten aansluiten op infrastructuur voor informatieverkeer. In termen van planning, het kritieke pad voert langs die verhoudingen, helaas nergens anders. Wat daarlangs steeds haalbaar is, bepaalt domweg het eerstvolgende tussenresultaat. Informatiekundig behoeft welke keuze dan ook niets uit te maken, omdat door metapatroon/informatierotonde de informatiekundige stelselmatigheid (interoperabiliteit) continue passend geborgd kan zijn.
Door politiek-bestuurlijke verhoudingen zoals ze op enig moment gelden, éénduidig leidend te verklaren, lost de patstelling (pas) op. Elk tussenresultaat vertegenwoordigt direct herkenbaar waartoe aangesloten overheidsorganisaties in dat stadium als samenwerking bereid zijn. Méér en/of iets ànders is blijkbaar niet haalbaar, klaar (voorlopig). Zo is hun partiële verantwoordelijkheid ervoor zichtbaar, toetsbaar enzovoort.
Aansluiting van de zgn basisregistraties op een informatierotonde voor hun onderlinge informatieverkeer is zo beschouwd zelfs triviaal. Houd ze daarvoor gerust apart. Wat gaat tellen zijn aansluitingen van/voor zgn afnemers voor zo mogelijk betere uitvoering van publieke taken. Daar houdt infrastructuur op maatschappelijke schaal echter niet op, maar begint er hoogstens mee.

 

 

25 juni 2010, webeditie 2010 © Pieter Wisse