Faciliteerkunde

Pieter Wisse

In combinatie met openbaar, publiek e.d. leidt de term bestuur tot alsmaar groeiende verwarring, verspilling enzovoort. Laten we een alternatief proberen! Niet besturen, maar faciliteren. Want onder de noemer van bestuur blijven verouderde, hiërarchische maatschappelijke verhoudingen contraproductief intact. Zgn bestuurders in de openbare sector behoren allang zňnder uitzondering faciliteerders van maatschappelijk verkeer te zijn.

Waar komt het vandaan, dat menig bestuurder meent publieke baas in plaats van dienaar te zijn? Een simpel aanknopingspunt biedt de Engelse term governance. Dat woord stamt af van het Griekse κυβερνήτης (Latijn: gubernator). In de eerste editie van Grieksch-Nederlandsch Woordenboek, samengesteld door J.F.L. Montijn luidt de omschrijving: “stuurman, die echter niet alleen stuurde, maar ook de geheele leiding op het schip had.” Als overdrachtelijke betekenis, nota bene geldig voor oud-Griekse teksten, is daarom tevens “leider, bestuurder, hoofd van staat” vermeld.

Stuurlui die willekeurig sturen, zeg ook maar strikt eigenmachtig koers uitzetten voor het publiek domein, passen niet in een democratie. Dat mislukt per saldo dus ook steevast, terecht en gelukkig maar. Er blijven echter mensen die het desondanks proberen. Nogmaals, dat draait voor henzčlf op desillusie uit. Maar met hun pogingen maken zij voorts allerlei brokken in het maatschappelijk verkeer; daarvan ondervinden juist ŕndere mensen doorgaans schade, regelmatig ernstig en soms onherstelbaar.

Het voorstel voor een vervangende term verduidelijkt hopelijk, dat we met verwijten aan het adres van bestuurders niet verder komen. Het zijn valse verwachtingen die ons alom nadelig parten spelen. De bijdrage die de misleidende terminologie eraan levert, staat hier dus voorop.
Dat geldt allereerst voor wie bestuurder ěs. Met die archaďsche betekenis in zijn hoofd, lijdt hij gauw aan het misverstand dat hij andere mensen kan, nee, zelfs moet vertellen wat zij op hun beurt moeten doen. Hoewel er stellig mensen zijn die zich dat graag laten blijven vertellen, werkt zulk gezag van-overheid-tot-onderdaan niet meer op maatschappelijke schaal.
In de tweede plaats werkt de associatie verkeerd voor wie bestuurder wil wňrden. Door die aanduiding zijn er mensen toe aangetrokken die liefst lakens uitdelen, wat ze dan ook prompt doen als ze eenmaal zover zijn. Overigens houden de meesten er weer vrij vlot mee op, maar door de radeloosheid die ervoor in de plaats komt stagneert de boel evenzogoed.
Ten derde kweekt dergelijk bestuur de burgers die het verdient. Onderdanigheid is een schijn die burgers tegen een bepaalde prijs best bereid zijn op te houden voor bestuurders. Wat ze daarbij vergeten, is dat ze ‘m uiteindelijk zelf betalen met belasting, maar goed. Zo wenst de met aardgasbaten tot vervelens verwende bevolking inmiddels vooral vermaak.
Terwijl een bestuurder tot nog voor betrekkelijk kort enigszins bestand moest zijn tegen aandacht via publiciteitsmedia, bezwijkt hij er inmiddels onder zonder regelrechte verslaving eraan. Wie zó in elkaar zit, wil zijn stuurillusie weleens lang volhouden. Inderdaad, op die manier krijgen omgekeerd ook de burgers het bestuur dat ze verdienen. Schuld blijkt systematisch. We zitten, kortom, allemaal in hetzelfde schuitje.

Wat gaat het schelen, zodra besturen anders gaat heten? Wie reeds facilteerder ěs, haalt het minder gauw in z’n hoofd dat commanderen het bijbehorende recht of, vooruit, plicht is. Het belangrijkste is misschien nog wel, dat de studie voortaan bekend staat als Faciliteerkunde. Dat trekt toch ander volk, met op wat langere termijn zo niet de waarborg, maar minstens de kans op gedrag vanuit een andere instelling. Met voorrang gaan burgers beseffen, dat zij in hun maatschappelijk verkeer hoogstens gefaciliteerd worden vanuit ons algemeen belang. Zijzčlf zijn de primaire deelnemers. Dit strookt met de pentas politica. Dergelijke facilitaire voorzieningen zijn, precies, onze infrastructuur. De prijs-prestatieverhouding ervan verbetert ook sterk, zodra materiële čn immateriële infrastructuur erkend is als dč opgave van de bestuurders, herstel, faciliteerders.

Is het overdreven om zulke wonderen van veranderde etiketten te verwachten? Ja, natuurlijk. Tegelijk valt praktische taalwerking moeilijk te overschatten. Vindt iemand dat we krachtige leiders nodig hebben? Dus niks faciliteerders! Tja, hoe democratisch is zo’n instelling? Meent iemand anders dat het niets uitmaakt hoe ze heten? Prima, doe inderdaad niet moeilijk en verander het dan voor de mensen voor wie het blijkbaar wčl telt. Oh, gaat dat bij nader inzien te ver?
Woorden zijn een redelijk middel om duidelijk te zijn. Voor een heuse samenleving op democratische grondslag gaat het wezenlijk om, moeilijk genoeg, facilitering van wederzijds vertrouwen. Daarin laten burgers, mensen dus, zich niet … sturen, laat staan simpelweg bčsturen.

 

 

13 januari 2010, webeditie 2010 © Pieter Wisse