Zie het als verkeersmiddel!

Pieter Wisse

Wat heeft u aan digitale technologie? Ik leg u hier uit, dat u zichzelf weleens ernstig tekort zou kunnen blijven doen met een ooit reële, maar intussen allang achterhaalde opvatting. Vanzelfsprekend doe ik u graag meteen de productieve insteek aan de hand.

Aanvankelijk stonden, zeg maar, computers apart van elkaar opgesteld. Daardoor kreeg een opdrachtgever resp. gebruiker gauw de indruk, dat een computer exclusief ‘zijn’ gereedschap was. Met wat de computer ‘deed,’ had verder niemand ook maar iets te maken. De gebruiker hoefde, met andere woorden, met niemand behalve hemzèlf rekening te houden als het erom ging wat hij de computer liet doen. Hij betaalde er toch ook voor, nou dan?! Berekenen, sorteren, alles waarvoor een algoritme viel te verzinnen, gebeurde met een computer sneller, foutlozer e.d. dan hijzelf zou kunnen. Voor een gebruiker was een computer vooral zijn persoonlijke versterkingsmiddel.

Dit strookte met arbeidsverhoudingen waarin de baas resp. opdrachtgever bedenkt ‘hoe het moet’ en (mede)werkers ‘doen wat ze gezegd is.’ Dus ook met een aparte computer vormde de baas onverminderd hèt referentiepunt. Ofwel, werkers versterken aldus slechts wat hij doet. En wat de baas (lees ook: manager) doet, verschuift nagenoeg compleet naar ze te vertellen wat hij wil.
Met computers ervoer de baas zich nogeens èxtra versterkt, eigenlijk niets nieuws. Want hij bepaalde ook ‘gewoon’ wat die machines moesten ‘doen.’

Dit verklaart in kort bestek waarom latere digitaliseringsprojecten mislukken. Computers zijn tegenwoordig met elkaar verbonden, een netwerk. Een strikt persoonlijk versterkingsmiddel is een computer daardoor niet meer.
Een toepasselijker naam is: verkeersmiddel. Digitale technologie is vergaand communicatietechnologie en maakt aldus interactie onafhankelijk(er) van plaats en tijd mogelijk.

De crux is dat een ànder, met een zwaar woord, paradigma aan de orde is. Wat ik met de aanduiding ‘verkeer’ probeer uit te drukken, is dat principieel afstemming nodig is, hoe minimaal ook. Een gebruiker is een deelnemer aan informatieverkeer en moet als zodanig uiteraard rekening houden met overige deelnemers. Wie dat ‘vergeet,’ bijvoorbeeld omdat hij meent dat financiering hem het recht ertoe verschaft, probeert feitelijk zijn ‘wil’ op te leggen. Een andere deelnemer met ruimte voor handelingsvrijheid hoeft zich er echter niet naar te voegen. Over verkeer gesproken, dat botst. Of het informatieverkeer raakt op andere manier belemmerd. En met informatieverkeer is het nu eenmaal zo dat als uw verkeerspartner niet meer vooruit wil/komt, ook u prompt stil staat. Dat noem ik dus een mislukking.

Vooral emotioneel ligt er nogal een obstakel om digitale technologie als verkeersmiddel te aanvaarden. Dat verdient enig begrip, prima, maar ook weer niet te veel en niet te lang. Het mag niet tot verdere stagnatie leiden. Klopt, verkeersdeelname betekent verlies van exclusiviteit. Herstel, van het gevoel van exclusieve zeggenschap. Want onderlinge afhankelijkheid bestond natuurlijk allang.

Wie inzet van digitale technologie overweegt, komt er vroeg of laat niet omheen om het (informatie)verkeer dat ermee valt te faciliteren als uitgangspunt te nemen. En omdat een door-en-door verkeersopgave geldt, moeten àlle deelnemers bij de opzet, inrichting enzovoort betrokken zijn. Dat vergt een verlichte opdrachtgever annex financier. Hij mag er geen punt van maken dat hij o.a. betaalt voor voordeel voor andere deelnemers. Wat telt, is dat hijzèlf voldoende voordeel heeft van verbeterd informatieverkeer.
Waar kortzichtigheid blijft heersen, ligt een taak voor de overheid onder de noemer van ‘ons’ algemeen belang. Uit de algemene middelen kan een verkeersmiddel als infrastructuur worden ontworpen, ontwikkeld en beheerd. Dat hapert tot dusver, alle retoriek ten spijt, omdat ook en vooral overheidsorganisaties vasthouden aan de achterhaalde opvatting van digitale technologie als louter versterkingsmiddel voor zichzelf.

Ik geef een eenvoudige illustratie van wat als een verkeersmiddel opgezet enz. moet zijn. Dat is een debiteurenadministratie. Stel dat het gaat om debiteuren van organisatie A. Dan kan persoon of organisatie B een debiteur in kwestie zijn (B is A een geldbedrag verschuldigd). Organisatie A doet er goed aan om rekening te houden met de manier waarop persoon/organisatie als tegenhanger zijn crediteurenadministratie voert.
Maar we kunnen toch niet met iederéén rekening houden? Ja, dat is nu nèt wat er wèl moet gebeuren. Dat hoeft echter niet te betekenen dat èlke debiteur naar eventuele bijzonderheden gevraagd moet worden. Er gelden stellig patronen. En het is ècht een vak om ze te duiden: informatiekundig ontwerpen.

De noodzaak van paradigmawissel noemde ik reeds. De verlichte opdrachtgever zoekt eigenbelang in evenwicht met – belangen van – andere partijen. Daarom weet hij, dat het met digitale technologie tegenwoordig vooral om verkeersmiddelen gaat.
De cruciale beslissing die hij vervolgens treft, is de keuze van informatiekundig ontwerper. Dat moet iemand zijn, die zich oriënteert op reële belangen van verkeersdeelnemers. Daarbij hoort (!) dat de opdrachtgever inziet dat de ontwerper geen kritiek op hem uitoefent door enige afstand te houden, integendeel. Die afstand is juist onmisbaar, reuze praktisch, voor ontwerp van evenwichtige verhoudingen. Dat zijn verhoudingen waarmee óók (pas) het belang van de opdrachtgever-als-verkeersdeelnemer optimaal is gediend.
Een opdrachtgever die de noodzakelijkerwijs redelijk ònafhankelijke houding van de professionele ontwerper van verkeersmiddelen niet verdraagt, staat vooral zijn eigen succes in de weg.

Een verkeersmiddel is succesvol bij de gratie van erkenning van deelnemers inclusief hun onvermijdelijk in meer of mindere mate verschillende informatiebehoeften. De professionele ontwerper erkent reële betekenisverschillen van informatie èn vestigt samenhang ertussen. Zonder samenhang kunnen de deelnemers elkaar met het middel niet ‘treffen’ en zonder verschillen kunnen ze tijdens het gebruik ervan onvoldoende zichzelf blijven.

Voor het zgn modelleren van verschillen in samenhang benut de informatiekundig ontwerper bij voorkeur een expliciete modelleermethode/-taal. Wat mij betreft is dat Metapatroon. Dat heeft Information Dynamics immers speciaal ervoor ontwikkeld. Voorts heeft Information Dynamics met KnitbITs tevens een passend programmatuurplatform ter facilitering van operationeel informatieverkeer beschikbaar.

 

 

29 augustus 2013, webeditie 2013 © Pieter Wisse (Information Dynamics)