Waarnemers

Pieter Wisse

Geld trekt. In welke sector werd zichtbaar veel  verdiend? Juist: informatietechnologie. Dat heeft onder andere sociologen aangetrokken, op zoek naar nieuwe en naar vooral lonende onderzoekgebieden. Daarbij komt dat ontwikkelingssamenwerking niet meer zo in de mode is. Milieu is dat nog een beetje.

Menigeen met academische ambities heeft dreigende werkeloosheid afgewend door zich aan het onderwerp informatiemaatschappij vast te klampen. En met succes. Er zijn reeds herkenbare carričres gevestigd. Proefschriften, leerstoelen, congressen, noem maar op.

Dat is allemaal prachtig. Zo moet het ook. Zodra verschijnselen een bestendiger onderdeel van cultuur gaan uitmaken, lenen zij zich voor degelijke waarneming. Van resultaten kunnen wij allemaal iets opsteken. De antropoloog en socioloog wijzen op trends, samenhang en dynamiek op hoofdlijnen. Houd ons de spiegel maar voor! Ik vind dat wij niet hard genoeg aan het schrikken gebracht kunnen worden.

Helaas reiken ambities vaak verder. De oorspronkelijke waarnemer gaat zich er actief mee bemoeien. Tja, de verleiding moet vaak groot zijn. Het probleem is echter dat de gemiddelde socioloog of andere zuivere alfa-wetenschapper, zeker als hij aan een universiteit is blijven hangen en misschien zelfs al hoogleraar is, geen notie heeft van de diversiteit van praktische implicaties van de ontwikkeling, invoering, toepassing en beheer van informatietechnologie. In een čchte organisatie met concrete bedrijfsvoering en levensechte mensen. Met klanten die iets willen en leveranciers die niets kunnen. Dat moet je echt zčlf beleefd en gedaan hebben om er zinnig iets over te kunnen zeggen. Een stage als student is niet genoeg. Veel ervaring, daar gaat het om.

Nu begrijpt de socioloog ook wel dat hij uitgelachen wordt wanneer hij zich met details van concrete informatiesystemen zou bezighouden. (Ik wil hier overigens niet beweren dat automatiseerders het er zo goed van afbrengen.) Om niet in verlegenheid te komen richt de socioloog zijn invloed daarom op hoofdlijnen. Het zijn steeds meer de ingenieurs van cultuur en samenleving aan het worden.

Dat is eng. Heel eng zelfs want de vlucht naar algemeenheid resulteert zelfs in vermenigvuldiging van invloed. Op de schaal van onze gehele samenleving ontwerpen zij nu mee aan de regels die vervolgens gelden voor alle afzonderlijke ontwikkelingen enzovoort. En zoals gezegd, zijn dat regels die verzonnen zijn zňnder het noodzakelijke inzicht in wčrkelijkheid van alledag met alledaagse mensen in alledaagse processen. Wie zulke variëteit niet erkent, maakt cultuur dood. Herkent u het?

Hoe kan het beter? Om te beginnen moet helder zijn dat sociologen e.d. geen ingenieurs maar primair waarnemers zijn. Ze moeten niet de kans krijgen om via advisering doorslaggevende invloed op vorming van de maatschappij te krijgen, laat staan te behouden. Die kans kregen zij van politici. Maar daarmee ontduiken politici hun eigen verantwoordelijkheid. Zij zijn het toch die, als het al moet, de enige gelegitimeerde ontwerpers van onze samenleving zijn? Politici zijn tenminste aanspreekbaar (hoewel...?). Ik vind het heus prima indien zij adviezen bij sociologen inwinnen. Daar mogen ze ook best redelijk voor betalen. We moeten allemaal eten en drinken. Aldus blijven sociologen actieve deelnemers aan maatschappijvorming. Maar laten poitici eveneens hun licht opsteken bij mensen die inzicht in de praktijk van alledaagse informatievoorziening hebben. Dat vergt trouwens wel iets van degenen aan wie advies gevraagd wordt. Bijvoorbeeld, de informatiekundigen zijn slechts een geloofwaardige partij indien zij beseffen dat hun invloed niet zomaar neutraal is, maar dat techniek altijd tevens belangrijke politieke aspecten raakt. Je hoeft geen marxist te zijn om te zien dat politiek tot en met de werkvloer reikt. Zolang automatiseerders, informatici enzovoort zichzelf echter louter als waarnemers van ipv deelnemers aan politiek beschouwen, verandert er niets. Wanneer zelfs de politici als waarnemers aan de kant blijven, is natuurlijk het einde zoek. U moet zelf maar bepalen hoe u vindt dat het er in Nederland voorstaat. Of verdient u met informatietechnologie zoveel geld dat u zich een zgn. a-politieke opstelling meent te kunnen veroorloven? Welterusten dan. Want a-politiek bestaat niet.

 

© 1995, webeditie 2001.