Verkeerssysteem is ànders, ontwerpen dus!

 

rechtspraak als geval

Pieter Wisse

Wat is rechtspraak? Natuurlijk bestaat er niet slechts een enkel antwoord op die vraag, laat staan kort en eenvoudig. Ik stel ‘m vanwege de behoefte(n) aan facilitering van informatieverkeer rondom zgn rechtsgedingen.

Ik ben informatiekundig ontwerper van beroep. In die hoedanigheid probeer ik regelmaat, noem het ook maar systeem, te ontdekken voor optimaal gebruik van digitale technologieën. Helaas wordt die ontwerpslag doorgaans impliciet gemaakt. Dan luidt de klakkeloze veronderstelling dat hèt systeem allang bekend is. Dus, waarom het máken van hulpmiddelen uitstellen? Dat loopt tegenwoordig onherroepelijk uit op mislukking na mislukking.

Ruimte voor degelijk ontwerp is nodig omdat juist ook op de vraag ‘Wat is systeem?’ het antwoord varieert. Digitale technologieën bieden nieuwe mogelijkheden voor informatieverkeer op maatschappelijke schaal, maar tegelijk veranderen risico’s. De belangrijkste reden voor expliciete heroverweging, en zo door naar ontwerp, is thans schaalverruiming. De insteek volgens verkeer moet het einde betekenen van de geprivilegieerde hoedanigheid (!) van de opdrachtgever. Zonder mogelijkheid van informatieverkeer tussen – aldus – aparte informatiesystemen, is elk systeem beperkt tot ‘zijn’ systeem en meestal verder beperkt tot ‘zijn’ bemoeienis met een bepaald onderwerp. Door zulke beperkingen, voorheen volstrekt logisch, want onontkoombaar, dient steeds de combinatie van opdrachtgever en onderwerp als systeemkader. Dat verandert nota bene principieel met verkeersvoorzieningen. De oorspronkelijke opdrachtgevers van allerlei aparte, kleinschalige informatiesystemen gelden voortaan vooral als deelnemers aan informatieverkeer waarvoor infrastructuur als systeem dient.

Voor rechtspraak is er zelfs èxtra reden voor heroverweging van wat in aanmerking komt àls systeem, tegenwoordig immers voor informatieverkeer. Nee, ik ben géén rechtsfilosoof oid. Ik kom echter niet om een basale rechtsopvatting heen. Volgens mij is recht o.a. een verzameling gedragsregels. Feitelijk zijn er geen algemeen geldige regels. Zo’n voorschrift geldt daarentegen voor een bepaalde situatie, en voor wie erin verkeert in respectievelijke hoedanigheden.

Niemand doet een beroep op rechtspraak, zolang elke deelnemer aan maatschappelijk verkeer erkent dat àndere deelnemers zich voldoende – zullen – houden aan gestelde regels.

In het geval van een rechtsgeding herleidt de rechter in kwestie de bemoeienissen van partijen in verleden èn toekomst tot geregelde hoedanigheden, zeg maar rechtshoedanigheden.

In de uitspraak bevestigt de rechter de relevante rechtshoedanigheden en/of bepaalt voor de partijen nieuwe rechtshoedanigheden met hun eventuele rechtsbetrekking(en).

En natuurlijk vormt de rechter als deelnemer aan maatschappelijk verkeer géén uitzondering; hij doet uitspraak eveneens in rechtshoedanigheid.

De karikatuur van recht & rechtspraak in bovenstaande alinea’s verklaart allereerst dat aan maatschappelijk verkeer in een rechtsstaat wel degelijk systematisch gevonden kan zijn, dat deelnemers elkaar in hoedanigheden treffen.

Indien de rechtspraak erbij betrokken raakt, formaliseert zij, populair uitgedrukt, (re)set van rechtshoedanigheden. De principiële opgave van de rechter betreft (her)ijking van rechtshoedanigheden; verkeersmatig systematisch gezien is de rest ‘bijzaak.’

Voor zo’n systeem is rechtspraak dus niet het extern gehouden referentiesysteem, met beperking van dien, maar één van eindeloze manieren om het te benutten volgens optimale verhoudingen met àndere deelnemers.

Volgens traditionele opzet komt er wederom een systeem vàn de rechtspraak. Voor zo’n systeem blijft stellig de procesgang leidend. En het blijft ònbegrepen dat zowel de principiële als qua variëteit ingewikkeldste opgave de (her)ordening van rechtshoedanigheden betreft. Om de toegang tot de rechtspraak echter optimaal te stroomlijnen – inclusief autorisatie! – moeten de voorzieningen voor informatieverkeer structureel berekend zijn op beoordeling èn vaststelling van relevante (rechts)hoedanigheden (ìnbegrepen die van de beoordelaar enz.). Daar kunnen voorzieningen ter facilitering van procesgang in rechtsgeding eenvoudig aan worden vastgeknoopt, maar òmgekeerd lukt nooit meer.

Zie Informatieverkeer op stelselschaal voor een ontwerpmodel dat afgestemd is op dynamiek van (rechts)hoedanigheden in maatschappelijk verkeer. Daarin staat, bijvoorbeeld, rechtspraak met geledingen opzettelijk niet apart resp. expliciet vermeld, omdat tevens een rechter enz. altijd een geval van hoedanigheid betreft; dat vergt steeds passende invulling, te weten met concrete waarden. Door een exemplaar (lees dus ook: geval) van activiteit als rechtsgeding te beschouwen en activiteitteken als processtuk, toont het genoemde model in één moeite door aanvullend wat volgens traditionelere opzet stellig nog het ijdele uitgangspunt vormt.

Kortom, met zo’n systeem volgens verkeersperspectief kàn veel meer en het kost veel minder. En het ontwerp ervan is dus vergaand klaar.

 

 

19 april 2017, webeditie 2017 © Pieter Wisse