Spilzieke overheid

Pieter Wisse

Zie Diagnose van een spilzieke overheid voor een uitgebreide versie.

 

 

 

Het komt verhoudingsgewijs steeds minder vaak voor dat de ene mens de ander 'al van vroeger kent.' Dat is precies waarom gewaarborgde persoonsidentiteit wezenlijk is voor onze pluriforme, dynamische samenleving. Dat instantbewijs van wie de burger is, geldt als voorwaarde voor rechts- en plichtsgelijkheid. De registratie van burgers is daarvoor weer een hulpmiddel.

Alweer ruim twee jaren geleden, in maart 2001, verscheen het rapport 'GBA in de toekomst.' Het is opgesteld door een commissie onder voorzitterschap van bestuurskundige Snellen. Dat rapport schetst, zoals de ondertitel luidt, de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens als spil voor toekomstige identiteitsinfrastructuur.

De woorden spil en infrastructuur zijn daar ongelukkig gekozen, maar dat doet natuurlijk niets af aan het belang van de authentieke burgeradministratie. Hoe staat het nu met het spel rondom de ontwikkeling van die spil met vitale betekenis voor het maatschappelijk verkeer? Niet best, moet de conclusie luiden. Van overheidswege blijven allerlei parallelle persoonsadministraties intact. Sterker nog, er komen er steeds meer bij. Zo vertelt de voorzitter van de Regieraad ICT Politie, in een vraaggesprek dat NRC Handelsblad op 24 juni 2003 afdrukte, dat de politie goed op streek is met een personenserver. Dat klinkt positief, maar ook die politiële personenserver is domweg een schaduwbestand van de GBA.

In plaats van de gebreken van de huidige GBA te omzeilen, wat toch nooit lukt, is het beter de nieuwe GBA, of hoe die ook gaat heten, te bevorderen. Dat gebeurt echter stelselmatig niet. Want andere (semi-)overheidsinstellingen volharden eveneens in informatieve zelfvoorziening en dat blijft zeker niet tot persoonsgegevens beperkt. Dat kost niet alleen meerdubbel belastinggeld. De overheid is daardoor ook figuurlijk spilziek, want een èchte infrastructuur in de zin van een algemene voorziening raakt zodoende verder verwijderd dan ooit. Zelfs wezenlijk draagt zulke vèrspilling bij aan een democratisch tekort.

Hoe samenhang van meet af gefrustreerd is, blijkt tevens uit het plan voor een public key infrastructure (PKI) voor de overheid. Technische uitleg voert hier te ver, maar grofweg betreft het een voorziening om communicatie via digitale technologie, dus ondermeer het Internet, zekerder en veiliger maken. Daar horen zgn. identiteitscertificaten bij. Je zou toch zeggen dat zet alles met persoonsidentiteit te maken hebben? Waarom is er dan geen sprake van integratie met de GBA, oud òf nieuw? Grondwettelijk èn heel praktisch tegelijk moet de rol van gemeenten bij de borging van persoonsidenteit zelfs danig versterkt worden. En qua informatievoorziening moet de overheid eindelijk als één stelsel gelden. Daarvoor heeft het programma Stroomlijning Basisgegevens overigens onlangs een helder kader geschetst.

Nog iets. De Belastingdienst en zes uitvoeringsorganisaties in de sociale zekerheid hebben nauwe samenwerking aangekondigd. Zie Automatisering Gids van 27 juni 2003. Beter laat dan nooit, dus is dat beslist goed nieuws. Maar de manier waarop ook zij als ketenpartners hun beperkte infrastructuur willen opzetten, bedreigt de haalbaarheid van een spil met algemeen maatschappelijk nut. Dat zit zo. Belastingdienst en uitvoeringsorganisaties "willen voor identiteitsverificatie gaan werken met sofi-nummer en pincode ... en niet wachten tot het wat wordt met PKI." Dat zijn in één adem eigenlijk twee obstakels op weg naar een optimaal informatiestelsel! Tussen de regels door staat daar immers allereerst dat zij vooral niet willen wachten tot het wat wordt met de toekomstige GBA als spil voor identiteitsinfrastructuur. Nu beschikt juist de Belastingdienst sinds jaar en dag over een informatieverzameling die qua personen nagenoeg dekkend is. Zeg maar over een personenserver avant la lettre. Loopt dat erop uit dat kool en geit gespaard blijven? Weigert elke sector — ook gezondheidszorg, onderwijs, vervoer, openbare orde en veiligheid enzovoort — te wachten en blijft van de weeromstuit sectoraal vrijwel compleet afgezonderde informatievoorziening bestaan, zodat de wèrkelijke spil voor identiteitsinfrastructuur op voorhand failliet is? Gaat de overheid er desondanks (opnieuw, veel) geld aan besteden? Duurt de fragmentatie ook voort wat betreft informatie over andere maatschappelijke objecten zoals vastgoed? Hebben rampen, zoals onlangs weer de Haagse gasexplosie, de absolute noodzaak van samenhang nog altijd niet afdoende getoond?

Het lijkt erop dat nu een unieke kans bestaat de dure, zelfs riskante schijnvertoning van diverse spillen te doorbreken. Zoals het woord uitdrukt, er kan per zgn. maatschappelijk object maar één spil zijn, punt. Aan de personenspil is alom behoefte. Die verdient dus prioriteit en krijgt een impuls, indien de complete ministerraad het besluit neemt tenminste de volgende voorwaarde te verbinden aan de samenwerking tussen Belastingdienst en uitvoeringsorganisaties. Belast ze óók met de uitvoering van de landelijk raadpleegbare directory. Dat is een tussenoplossing, bedacht door Snellen c.s. om op kortst mogelijke termijn tegemoet te komen aan reële behoeften aan on-line toegang tot persoonsgegevens. Nogmaals, feitelijk staat zo'n personenserver daar allang. Afgezien van toevoeging van personen die (nog) niet belastingplichting zijn, is dus het 'enige' verschil dat veel en veel bredere maatschappelijke toegankelijkheid gewaarborgd moet zijn.

De duurzame inrichting van de spil voor identiteitsinfrastructuur verdient een behandeling die recht doet aan àlle reële belangen die ermee gemoeid zijn. Tot dusver is die maatschappijbrede afweging er niet van gekomen, wat een tussenoplossing inmiddels onvermijdelijk maakt. Wat gebeurt er trouwens, nogmaals, indien de ministerraad die voorwaarde niet oplegt? Zodra Belastingdienst en uitvoeringsorganisaties daadwerkelijk met hun aparte spil doorgaan is er gelet op hun overheersende positie in informatieverkeer eigenlijk geen rem meer op vèrspilling. En waarom moet de ministerraad zich er eigenlijk mee bemoeien? Dat is nodig omdat fragmentatie sinds jaar en dag tot op ministerieel niveau standhoudt. De strategische verbinding kan daarom, helaas maar het is niet anders, slechts bovenlangs lukken. De tussenoplossing voor de spil voor identiteitsinfrastructuur 'dwingt' vooral het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, respectievelijk van Financiën ertoe een cruciale voorziening sámen te ondersteunen. Dat is wennen, maar slechts zo'n draagvlak is sterk genoeg voor daadwerkelijke verbeteringen. Als zij dat duurzaam volhouden, gaat iedereen erop vooruit.

De tweede, verwante actie die Belastingdienst en uitvoeringsorganisaties aankondigden ter ondermijning van een infrastructuur met algemene reikwijdte betreft hun openlijke afwijzing van PKI. Welwillend uitgedrukt, zijn de prille ketenpartners blijkbaar door een misverstand bevangen. Er bestaat helemaal niet zoiets als 'de' public key infrastructure. Ze zijn er daarentegen in soorten en maten. In tegenstelling tot het voorliggende plan valt ondermeer dankzij open source software wel degelijk 'een' public key infrastructure te realiseren die simpel en goedkoop werkt voor burgers en bedrijven, in plaats van ingewikkeld en duur. Daarom zou opnieuw de complete minsterraad nog een tweede voorwaarde moeten stellen. De eerste voorwaarde is, nogmaals: Ja, Belastingdienst en uitvoeringsorganisaties, voer het tijdelijk systeembeheer over de landelijk raadpleegbare directory als aanzet tot de duurzame spil voor identiteitsinfrastructuur. Zo kunnen gemeenten zich beter concentreren op informatiebeheer, dwz. op de inhoudelijke kwaliteit. De twee voorwaarde wordt dan: Belastingdienst en uitvoeringsorganisaties, pas beveiligingsmaatregelen toe voor electronische communicatie die zo laagdrempelig, maar tegelijk netzo bruikbaar zijn als wat thans geldt voor de electronische aangifte, maar voeg ze toe als een public key infrastructure met breed maatschappelijke toepassingspotentieel. Deze tweede voorwaarde biedt de Belastingdienst zijn welverdiende kans het succes met de electronische aangifte te bestendigen.

Wat is de strekking van de gediagnostiseerde spilziekte? Coördinatie vanuit politiek primaat is onmisbaar voor toekomstgerichte voorzieningen voor maatschappelijk verkeer. Dat lukt prima met gezond verstand en (dus) oog voor wettelijke grondslag. Wie ziet samenhang dan niet? Omdat geen maatschappelijk aspect onberoerd blijft, moeten parlement en complete ministerraad zich engageren. Anders gaat de democratische samenleving nooit optimaal draaien om de spil voor identiteitsinfrastructuur.

 

 

Dr. ir. Pieter Wisse is werkzaam als informatiekundig ontwerper. Hij is tevens verbonden aan het onderzoeksprogramma PrimaVera van de Universiteit van Amsterdam.

 

 

Juli 2003 © Pieter Wisse