Puntig demasqué

Pieter Wisse

Het is de kunst van de ware professional dat een noodzakelijk moeilijke oplossing tegelijk zo eenvoudig mogelijk is.

 

Als schrijver van deze column ben ik natuurlijk een soort kunstenaar, nietwaar? Inmiddels weet ik dat kunstenaars een gemankeerde behoefte aan erkenning hebben. Dat geldt ook voor mij, neem ik dan maar aan. Wat ik ook ontdekte, is dat publicaties mijn behoefte geenszins vervullen. Want eigenlijk krijg ik bijna nooit openlijke reacties. En wanneer een lezer al iets kwijt wil, is dat bijna altijd een kritische noot. De ware kunst van de kunstenaar, zeker in Nederland, bestaat er dus uit om de uiterst spaarzame kritiek als mooiste compliment te interpreteren. Als columnist blijk ik dat alweer jarenlang vol te houden.

Zo kreeg ik ooit te horen dat een lezer mijn teksten tweemaal moest doornemen, voordat hij de pointe zag. Mijn antwoord luidde — en let op het listig gebruik van aangereikt momentum; ja, je moet iets om in motivatie zelfvoorzienend te blijven — dat ik er altijd minstens drie keer over deed. En dan had ik, nota bene, de column nog zelf geschreven ook! Met andere woorden, ik zei eigenlijk dat ik hem ongelofelijk intelligent vond. Terstond waardeerde hij mijn teksten als middel om uit te blinken.

De speelsheid van zo´n ontmoeting verhult helaas belangrijke, serieuze aspecten van wat ik als columnist probeer te communiceren. Ik kon, bijvoorbeeld, toch moeilijk zeggen dat sommige afleveringen zelfs helemaal geen pointe, moraal, of wat danook hebben? Tenminste, ikzelf ben me er dan niet van bewust. En dat in andere afleveringen er wellicht wel vijf, of meer, verschijnen. In het eerste geval had de reagerende lezer dus zelfstandig zin gezocht … en gevonden! In het tweede had hij echter minstens vier pointes gemist. Kijk, dàt zijn pas prima columns, zeg ikzelf er hier maar even bij, te weten woordspellen met open uitkomst.

Verder impliceerde die lezer uiteraard dat een tekst eenvoudig moet zijn. Ik meen dat hij daarmee een misverstand handhaaft dat voorspoedige ontwikkeling van de informatiekunde belemmert. En dit neem ik hoogst ernstig. Want als informatiekunde een karakteristieke professie is, houdt dat bepaalde expertise in. Die is per definitie moeilijk voor een leek. Dat is toch hoogst normaal? Ik heb echter steeds sterker de indruk, dat leken aan informatiekundige teksten, en dus aan schrijvers ervan, de onzinnige eis stellen dat zij professionele overwegingen gemakkelijk kunnen volgen. Maar ik ken eigenlijk geen enkel (ander) volwassen vak, waarvoor dat zo geldt. Bent u, als leek, helemaal los in open hartchirugie, bijvoorbeeld? De conclusie is waarschijnlijk dat informatiekunde nog erg ònvolwassen is. Dat is niet erg, maar dat wil ik door leken niet laten ontkennen.

Een verwante conclusie is dat allerlei leken zich als professionals willen voordoen. Een tekst die zij niet meteen begrijpen, of überhaupt niet, dreigt ze inderdaad te ontmaskeren. Wat is er dan doeltreffender om de moeilijke (lees dus: lastige) schrijver een verwijt te maken? Het is logisch dat zulk populisme populair is. Dat steekt trouwens in de medicijnen met simplistische geneeswijzen — wat mi niet helemaal met alternatief hoeft te correleren — ook nog regelmatig de kop op. Maar, nogmaals, wie professioneel met simpel verwart, schiet in complexe situaties heus tekort. En is de echte vakman of -vrouw niet juist voor complexe problemen nodig?

Juist bij complexiteit is er een wezenlijk onderscheid tussen enerzijds eenvoudig, anderzijds zo eenvoudig mogelijk. Wat mijn critici willen overstemmen, is dat ik informatiekundige oplossingen principieel "zo eenvoudig mogelijk" houd. Dat geldt ook voor mijn beschrijving ervan. Zo´n oplossing is aanvankelijk vaak moeilijk, dat kan en wil ik niet helpen, eenvoudigweg omdat het oorspronkelijke probleem ook moeilijk is. Ik weiger die reële moeilijkheidsgraad te ontkennen ten gunste van commercieel succes. Wat telt is het echte probleem met zijn duurzame oplossing.

De volgende stap als columnist is natuurlijk dat ik met complexiteit probeer uit te dagen. Zo van, wie het niet snapt, is dus geen professional. Opvallend genoeg zijn — let wel, àls ik al iets verneem — vermeende informatiekundigen over dergelijke experimentele teksten het meest negatief. Van mensen die ik ken als echte professionals op veelal andere terreinen, krijg ik daarover zelfs directe complimenten. Erg interessant, denk ik dan. Hoe komt dat toch? Gauw vind ik dat allemaal zo ingewikkeld, dat volgens mij alleen een kunstenaar de aanzet tot synthese kan geven. Dat heeft weer deze columnaflevering opgeleverd, die informatiekundige amateurs als vervelend en dito professionals juist als to the point zullen waarderen. Dat klopt precies. In de praktijk hebben vooral problemen met informatievoorziening immers vaak een dubbele bodem, of meer.

 

© 1999, webeditie 2001.
Eerder verschenen in: Informatie Management, 1999, nr 11.