Over 'Duurzame Digitaliteit'

Pieter Wisse

Tot voor kort was papier ook in overheidsprocessen vrijwel het enige medium waarop informatie vastgelegd werd. Tegenwoordig zijn er digitale media bijgekomen.

Het bestuurlijk probleem zou simpel genoeg zijn wanneer 'digitaliteit' recht-toe-recht-aan als vervanger van papier gold. Dan volstaat vertaling van beheersmechanismen met behoud van inhoud. Wat bijvoorbeeld als informatie, zeg maar, ìn het papier zit moet in digitale vorm ongetwijfeld expliciet(er) verschijnen. Maar, nogmaals, dat is wezenlijk dan niets anders dan een eenduidige vertaling.

Zo eenvoudig is het echter allerminst. In wisselwerking met andere aspecten/elementen ontstaat door introductie van een aanvullend aspect/element (als dat maar genoeg ànders is) een àndere structuur. Antropologen maken niets anders mee (en noemen dat dan maar participerend onderzoek). En door inzet van automatiseringsmiddelen, bijvoorbeeld, neemt niet alleen het menselijk aandeel af in de totstandkoming van een resultaat. Nieuwe hulpmiddelen maken ook nieuwe resultaten haalbaar. Met andere woorden, dat zijn kwalitatieve veranderingen.

Kortom, simpele vertaling vanuit de toestand (lees ook: structuur) waarmee we zo vertrouwd zijn is niet toereikend. Er is overzicht over die gewijzigde, overkoepelende structuur nodig voordat zinvol gedetailleerde aanbevelingen voor aparte aspecten/elementen opgesteld kunnen worden. Laat staan dat eerder concrete(re) activiteiten kunnen beginnen. De kans is immers groot dat het eigenlijke probleem (nog) niet in beeld is.

Het huidige 'Plan van aanpak MLG-problematiek' gaat m.i. van de — overigens impliciete — veronderstelling uit dat digitaliteit functioneel niet verder gaat dan vervanging van papier. En ik meen dus dat dat een fundamenteel gebrekkig uitgangspunt is. Het probleem is helemaal niet om het beheer van een 'nieuw soort papier' adequaat te regelen.

Digitaliteit is — zeker potentieel — in zovele opzichten ànders, geen 'nieuw soort papier dus, dat er inderdaad als resultante een gewijzigde structuur van overheidsbemoeienis ontstaat. De verkenning van die structuur heeft daarom prioriteit.

De 'Discussie-nota inzake MLG-problematiek' kent al een beleidsmatiger insteek. Zo is daarin sprake van 'verantwoording' als een begrip met duurzaamheid.

Volgens mij is verkenning van een nieuwe structuur slechts mogelijk aan de hand van dergelijke duurzame begrippen. Want duurzame digitaliteit is natuurlijk maar een middel voor duurzame verantwoording als doel.

Dat verantwoording breder 'neergezet' moet worden, dat heeft me een korte inspectie van het boek Verantwoordelijkheid en organisatie (Tjeenk Willink, 1990) van M.A.P. Bovens bevestigd. Het gaat om meer dan aansprakelijkheid. Zo ziet hij verantwoordelijkheid ook als deugd van de functionaris in kwestie. Aansprakelijkheid en deugd worden met elkaar verbonden door verantwoordelijkheid als taak. Dit onderstreept dus dat het taakbegrip centraal moet staan bij inrichtingsvraagstukken.

Voor de dialektiek van structuurelementen met gewijzigde structuur als resultaat, en dan in het bijzonder in relatie tot regelgeving, kon ik voor een bevestiging terecht bij S.B. Sitkin en R.J. Bies (samenstellers) in hun boek The Legalistic Organization (Sage, 1994).

Ik heb beide boeken verder niet uitvoerig bestudeerd. Om dat serieus te doen kost veel meer tijd dan helaas voor commentaar op het voorliggende concept van aanpakplan beschikbaar is. Ik vind de aanwijzingen echter al sprekend genoeg. Bot gezegd acht ik het te vroeg voor de aanpak voor 'Digitale Duurzaamheid' zoals die nu voorgesteld is. Allereerst is een beleidsoriëntatie op een begripsmatig hoger niveau aan de orde.

Mijn alternatieve voorstel luidt:

- Zoeken naar een vruchtbare beleidsoriëntatie voor waarborgen voor verantwoording. Het resultaat is een nota. Als werktitel stel ik 'Overheidsverantwoording in de Informatiemaatschappij' voor. Daarmee kan het een status parallel aan BIOS verwerven. En zo hoort het.
- Communicatie'rondes' tijdens en na het opstellen van de beleidsoriëntatie. Lees ook: bewustmaking van de problematiek, maar dan wel van de relevante.
- Op basis van reacties opstellen van een aanpakplan voor volgende, waarschijnlijk specifiekere activiteiten ter waarborging van duurzame verantwoording.

Een degelijke beleidsoriëntatie is geen sinecure. Verantwoording is ook een onderwerp waarover talloze betrokkenen in het maatschappelijk veld hun zegje moeten doen. (Verantwoordelijkheid als aansprakelijkheid kan je iemand geven; als deugd moet iemand haar/zijn verantwoordelijkheid zèlf nemen.) Het is daarom misschien zelfs te ambitieus om dat als één activiteit te plannen. Dan is een oplossing om eerst een inventariserend onderzoek te verrrichten.

Pleit ik er nu voor om alle activiteiten zoals die in het "Plan van aanpak MLG-problematiek" staan te schrappen? Ja, afgezien van A1 en A2 komt dat er inderdaad op neer. Althans, dat geldt voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

De RAD, en dan uiteraard gesteund door BiZa, kan die overige activiteiten onder eigen regie uitvoeren. Mijn voorstel is dan wel om het als brandblussen voor de korte termijn te positioneren. Daarvoor is het uitgangspunt, dat digitaliteit vervanging van papier is, ook nog vergaand geldig. Dat gaat dus voor de lange(re) termijn niet verkeerd. Omgekeerd zijn er ook weer niet zoveel middelen voor nodig. Een project van GBA-proporties is dat voor de RAD dus niet.

 

 

© 7 juli 1995, web editie 2002.