Van open bron naar dicht kanaal

Pieter Wisse

Gaat u even mee op reis? Adelholzen is een dorpje in zuidoost Beieren. Grootgrondbezitter is de rooms-katholieke kerk. Op haar terrein ontspringt een waterbron. Ergens aan de openbare weg, dus voor iedereen bereikbaar, loopt uit een dun pijpje een dunner straaltje water. Dat moet hèt fameuze bronwater zijn! Kortom, de aanduiding open bron lijkt opportuun voor Adelholzen. Gratis laaft inderdaad een dorstige wandelaar of fietser er soms zijn dorst. Af en toe stapt iemand uit een locale auto, vult geduldig zijn Kanister met enkele liters en rijdt terug naar huis.

Wie zich daar halverwege een voetheuvel van de Alpen in een idylle waant, hoort en ziet het pas na een tijdje. Monotoon machinaal gezoem stijgt op uit het dal. Daar staat een reusachtige fabrieksinstallatie, vrachtauto’s met opleggers rijden af en aan. Uit dikke pijpen stromen daarbinnen volcontinue reusachtige stralen water om pèr fles van driekwart liter te worden verscheept èn ver weg … verkocht. Plat, mèt prik, in allerlei smaken van neutraal tot citroen, bosvruchten en noem maar op. En de kerk zag dat het goed was met de open beurzen van haar klanten.

Als ik het in die sfeer een allegorie mag noemen, Adelholzen verduidelijkt hoezeer de romantiek rondom zgn open source software in het razende tempo onder kwartaalcijferdruk vervalst raakte. Als er nog een open bronnetje bestaat, dient het slechts om te verhullen dat de hoofdstroom door een kanaal loopt dat één of andere organisatie juist zo gesloten mogelijk wil houden. Vergeleken met ècht nat water is het zakelijk gezien met een open programmatuurbron eigenlijk nòg eenvoudiger. Die laatstbedoelde hoeft immers niet eens (in) je eigen bezit te zijn om er zo’n gesloten distributiekanaal op te monteren.

Hoe luidt de mythe van wat in het Engels open source software heet? In hun betaalde werktijd saboteren loonslaven als het even kan kwaliteit zelfs. Eenmaal thuis, eindelijk bevrijd van het juk waaronder ze de stompzinnigste opdrachten moeten uitvoeren, ja, dàn gebeurt het wonder. Op en top gemotiveerd ontstaat daar ineens de prachtigste programmatuur voor uitsluitend zinvolle taken. Programmatuur met overzichtelijke structuur, zonder fouten en gemakkelijk te benutten en beheren. Omdat het anders een misdaad jegens de mensheid zou zijn, mag iedereen er uiteraard gratis over beschikken voor gebruik en/of programmering van eventuele aanvullingen.
Natuurlijk zijn er altijd enkele fellow travellers die direct aan zo’n open bron wat kunnen beginnen met dergelijke programmatuur. Dat houden ze overigens praktisch nooit langer vol dan dat ze er blijkbaar hun vrije tijd aan kunnen besteden dankzij een betaalde baan. Op z’n best is de economische verhouding dus symbiotisch, op z’n slechtst parasiterend. Zeg ook maar dat een open programmatuurbron zoals de mythe die voorstelt, nooit meer dan marginaal kan produceren. Voor dat basale inzicht hoef je heus geen die-hard marxist te zijn.

Afgezien van de karikatuur dat medewerkers er op hun betaalde werk liefst een potje van maken, is het natuurlijk fantastisch wanneer zij zich óók als vrijwilliger op professioneel niveau inzetten. Daarom betoog ik met extra spijt dat de idealistische hoogtijdagen van open source software alweer voorbij zijn.
Zoals gezegd, ooit begon het dus met als het ware vrij ontwikkelde programmatuur. Oh ja, wie er belangstelling voor heeft, mag haar gerust gebruiken. En wie ook nog iets wijzigt, moet dat resultaat in dezelfde open bron beschikbaar stellen. Kortom, dat hele idee van een open programmatuurbron was puur bedoeld om gedrag van programmeurs eromheen redelijk ordelijk te regelen.
Dat werd prompt een bron van verwarring, zodra zulke programmatuur populair raakte voor gebruik door niet-programmeurs. Dat zijn mensen met allerlei behoeften die zichzèlf echter niet goed kunnen helpen om ze te vervullen. Maar de brònprogrammeurs hebben er helemaal geen zin in om dat er allemaal als vrijwilligerswerk bij te doen. Waar blijft anders hun romantiek? Zo ontstaat al gauw een markt.
Wat vervolgens gebeurde, laat zich gemakkelijk raden. Ondeskundige gebruikers beschouwen kosten vooral, zo niet exclusief in termen van aanschaf. Dat blijkt met open bronprogrammatuur zelfs niets te kosten! Wonderen bestaan echter niet. De passage door het kanaal naar feitelijk gebruik blijkt vervolgens wel degelijk geld en moeite te kosten. Daar sleept een dienstverlener u in uw betaalde opdracht uiteraard graag doorheen.
Met een externe open programmatuurbron bestaat nog altijd min of meer dezelfde drempel voor diverse aanbieders van sleepdiensten. Zolang de mythe ernstig geloofd blijft, kan een bedrijf dat in zijn voordeel verhelpen. Wie zèlf programmatuur ontwikkelt, beschikt over een voorsprong. Hoe ingewikkelder, des minder zijn andere bedrijven geneigd te investeren in kennis van en vaardigheden met/voor zulke programmatuur. Verklaar het daarom simpelweg tot een open bron, koester zorgvuldig de mythe, verleidt ondeskundige partijen tot gebruik … en geniet zakelijk van het feitelijk monopolie op dienstverlening voor invoering, aanpassingen die leken onvermijdelijk aangesmeerd kunnen worden, opleidingen enzovoort.

Per saldo is de ironie dat zùlke open bronprogrammatuur allang niet meer het resultaat van gemotiveerd vrijwilligerswerk is. Indien de mythe zou kloppen die zulke dienstverleners verder propageren, moet de kwaliteit zelfs ronduit belabberd zijn … omdat hun eigen medewerkers er nota bene in loondienst aan werkten. Sterker nog, zolang wat hoegenaamd gratis uit de bron stroomt gebrekkig is, valt er tijdens het goedbetaalde gesleep ermee en eraan door het nagenoeg exclusieve afzetkanaal nog méér extra’s aan te verdienen.

De verwarring met averechts effect wordt in Nederland nog eens extra aangewakkerd door ondeskundige politici en ijverig dienende ambtenaren. “Open bron” klinkt reuze egalitair, democratisch, kortom, gewoon heel erg mooi en kennelijk is het niet eens te mooi om waar te zijn. Het ministerie van Economische Zaken meldt althans zonder voorbehoud dat “de Nederlandse overheid wil dat het gebruik van […] Open Source software de gewoonste zaak van de wereld wordt.”[website geraadpleegd op 6 december 2008] Gelet op een eerder advies door Forum Standaardisatie aan datzelfde ministerie zou dat weleens dubbelzinnig bedoeld kunnen zijn. Want in 2007 wees het Forum er al nuchter op dat open source software “een businessmodel is voor de ontwikkeling van software.”
Ik verscherp hier die terechte analyse: open bronprogrammatuur is een inmiddels misleidende aanduiding voor een verdienmodel voor dienstverlening in een zo gesloten mogelijk te houden verspreidingskanaal. Inderdaad, “de gewoonste zaak van de wereld” dankzij de zegen van kabinet en parlement. Wie zich blindstaart op de open bron, bevoordeelt het gesloten kanaal.

 

 

6 december 2008, webeditie 2008 © Pieter Wisse