Nieuwe winnaars

Pieter Wisse

Soms ben ik in de weer met een brandende gloeilamp en een ongepelde sinaasappel. Allereerst vertoon ik dat de aarde om z'n as draait. Een kind construeert dan simpel zijn aanschouwelijk begrip van het ritme van (over)dag en nacht. Ter verklaring van seizoenen is daarna de aardse jaarcyclus van de omcirkeling van de zon aan de beurt. Dankzij dergelijke voorbeelden is tegenwoordig iedereen van kinds af aan ermee vertrouwd dat de zon centraal staat in de onderlinge mechaniek. Daarom spreken we natuurlijk ook van het zonnestelsel. Het overgeleverd spraakgebruik van "zonsopkomst" en "zonsondergang" brengt ons niet in de war. De aarde draait dagelijks om z'n eigen as èn jaarlijks om de zon, punt.

De begripsmatige overgang van aard- naar zonnestelsel staat bekend als de Copernicaanse revolutie. De etikettering als revolutie is echter misleidend als het gaat om de feitelijke verspreiding van het model dat Copernicus ooit ontwierp. Dat heeft eeuwen gekost en ik vermoed dat er nog altijd ouders zijn die naar de letter van één of ander boek hun kind wijsmaken dat de wereld draait om ... nou ja, laat maar.

De huidige informatiekunde verkeert in de toestand van de cosmologie ten tijde van Copernicus. Weliswaar bestaat het revolutionaire idee, maar bijna niemand snapt het al, laat staan handelt ernaar.

Tja, hoe moet ik nu verder? Ik geloof dat ik mijn aanhef gevaarlijk aangedikt heb. Ik heb immers de verwachting gewekt hier wel eventjes dat baanbrekende idee voor de informatiekunde te onthullen. Dat lukt natuurlijk niet. Tegelijk ben ik wel degelijk ervan overtuigd dat informatiekunde mank gaat aan allerlei verouderd begrip. Als ik de revolutie dan niet kan schetsen, wil ik tenminste wat kritiek kwijt. Dat leidt vanzelf naar suggesties voor verbetering. Zo maak ik bezwaar tegen het uitgangspunt van isolement. Ja, vroeger vormden technische beperkingen als het ware een dwang tot apartheid onder informatiesystemen. Maar dat is alweer heel vroeger. Omdat het bijbehorende wereldbeeld echter hardnekkig standhoudt, gaat er nog steeds veel mis. Moeten verschillende systemen dezelfde informatie dekken? Het antwoord is praktisch altijd deels bevestigend. Zulke gedeelde informatie moet dus afgestemd zijn en blijven. Dat creëert een kwaliteitsrisico. Ook veroorzaken ontwikkeling, beheer en gebruik allemaal onnodig extra inspanningen.

Waarom handhaven we toch elk informatiesysteem als een geïsoleerd centrum? Eigenlijk moet ik non-centrum zeggen. Alle retoriek over integratie ten spijt, waarom komen er alsmaar vooral losstaande informatietorentjes bij? Het antwoord staat uiteraard hierboven. In het economisch verkeer verdienen vele partijen aan extra inspanningen. Wellicht nog wezenlijker is de schijn van autonomie die leiders — nou ja, leiders — van organisaties via informatieve zelfvoorziening proberen te verzekeren. Dat zijn allemaal de winnaars van het informatiekundig conservatisme. Er zijn daarentegen ook talloze verliezers, maar per saldo is verandering onontkoombaar. Heus, de aarde ìs rond, draait om z'n eigen as èn om de zon. Inmiddels is het uitsluitend de weerstand van de conservatieve partijen die het tempo remt. Want de technische prestaties van communicatievoorziening naderen reële perfectie, waardoor overgang naar een omvattender perspectief haalbaar is. Dat klinkt even als een paradox. Maar juist omdat de techniek niet langer tot beperking dwingt, kan het bevattelijk centrum praktisch verschuiven. Dat leidt dus tot een nieuwe, veel ruimere opvatting over wat als het stelsel geldt. In elk geval moet zo enkelvoudig mogelijke informatievoorziening resulteren. Wie behoefte aan bepaalde informatie heeft èn voor toegang geautoriseerd is, put daarvoor steeds uit de bron. Dan zijn slechts dergelijke informatiebronnen eventueel apart. In het overheidsjargon heten ze basisregistraties. En een basisregistratie voorzien van waarborgen is een zgn authentieke registratie. De Gemeentelijke Basisadministratie is natuurlijk zo'n registratie en zo moeten er basis- annex authentieke registraties bestaan voor allerlei zgn. maatschappelijke objecten, van geometrische plaatsbepaling tot voertuig. Over revolutie gesproken, al sedert decennia circuleren ontwerpschetsen, aanbevelingen, voorschriften enzovoort. Voor ingewijden vermeld ik enkele afkortingen: BOCO, IVR, BIOS. Onlangs gaf de overheid aan verspreiding een nieuwe impuls via het veranderprogramma Stroomlijning Basisgegevens. Voor optimale slagkracht had dat programma terecht een tijdelijk karakter. Het is echter eind 2002 voltooid zonder concreet vervolg; hoe voorspelbaar ook, de val van een kabinet leidde toch af. Maar misschien is dat eigenlijk wel zo inspirerend en praktisch. Waarom steunen wij niet samen het Copernicaans equivalent in de informatiekunde? Doe mee en win!

 

 

 

April 2003, webeditie 2003 © Pieter Wisse