Metavak

Pieter Wisse

Ik heb een vriend die namens een leverancier complexe beheerprocessen voor en in klantorganisaties geregeld krijgt. Hij was vroeger software engineer. Nu regisseert hij vooral, coördineert. Praat en leest zich suf. (P)aait en port. Heeft het drukker dan ooit, maar mist de focus van een traditioneel vak.

Ik herken simpel dat mijn vriend zijn werk uitstekend doet. Waarom ervaart hij dan een probleem dat zelfs tegen een identiteitscrisis aanzit? Nee, niet met zijn redelijk verstand. Daarmee begrijpt hij ook wel hoezeer zijn aanpak, resultaten enzovoort gewaardeerd zijn. Het is zijn gevoel dat rommelt. Nogmaals, wat is zijn vàk eigenlijk? Waar is de grondslag voor zijn professionele identiteit gebleven?

Het is maar wat je een probleem vindt. Mijn kinderen liggen er in elk geval niet wakker van. Dat 'ligt' dus anders als je opgevoed bent met het idee dat een heus vak, beroep, professie, of hoe het heet, noodzakelijk is voor continue zekerheid over brood op tafel en een (auto)dak boven je hoofd.

Als kind van mijn ouders ken ik dat gevoel trouwens ook wel. Gelukkig ben ik eveneens zoiets als een wiskundige. Zo kan ik mijn vriend, en dus niet te vergeten mijzelf, de volgende suggestie aanreiken. Zou het kunnen dat hij geen gewoon vak heeft, maar iets dat samenhangender werkt? Precies, een metavak.

Wat mag een metavak dan zijn? Zoals het woord al aangeeft, is het in elk geval weer een vak. Dat moet voor mijn vriend meteen al geruststellend zijn. Hoera, nog steeds de vakman. Er is 'meta' aan dat hij vakkenpotentieel voor andere mensen organiseert. Ik bedoel ermee dat hij een ordening, structuur, klimaat, of hoe het heet, ontwerpt, ontwikkelt, onderhoudt enzovoort, opdat die andere mensen hun normale vak optimaal beoefenen.

Als metavak doemt echter alweer een volgend probleem op. Mijn vriend draagt immers optimaal bij als hij met onzichtbare hand ordent. Maar zolang niemand ziet wat hij doet, hoe kunnen mensen zoals zijn baas, zijn opdrachtgever en alle normale vaklui hem herkennen en erkennen? Welnu, hij kan gerust blijven, omdat zulke onzichtbaarheid praktisch een illusie is. Onbereikbare theorie, een ideaal.  Verschillende mensen die aan normale vakoefening doen, creëren door hun kris-kras tunnelgedrag in plaats van integratie altijd voldoende chaos. Daar komen dan de grillen van leidinggevende functionarissen in zijn eigen organisatie en bij de klanten nogeens bij. Per saldo blijft  de zichtbare, bekwame metavakman onmisbaar voor steeds weer nieuwe opgaven. Wat wil hij nog meer?

 

 

© 2002, webeditie 2002.
Eerder verschenen in: Informatie, jaargang 44, juli/augustus 2002.