Luxe

Pieter Wisse

Deze tekst voltooit een drieluik. In het eerste deel vertelde ik dat het niet eenvoudig is om met een opdrachtgever (lees ook: chef, baas en dergelijke) om te gaan die zèlf deel-van-de-problemen is. Deel 2 was gewijd aan de reden om soms een conflict met zo'n opdrachtgever aan te gaan. Dat gebeurt, en móet in uiterste gevallen zelfs gebeuren, uit solidariteit met àndere betrokkenen die blijkbaar onder de opdrachtgever lijden. In beide infogrammen zei ik erbij dat de kans overigens niet groot is dat een dergelijk conflict de harmonie bevordert. Als de opdrachtgever naar verwachting de noodzakelijke veranderingen blijft blokkeren, kan je maar beter meteen vertrekken.

"Ja, maar wacht eens even" heeft natuurlijk iedereen met een hypotheek, nieuw bankstel, tweede wintersportvakantie enzovoort gedacht. "Da's een mooi verhaal. Bijna godsdienst. Wie kan zich echter zulk gedrag veroorloven?"

Mijn antwoord is even reëel als kort: Bijna niemand! In dit infogram licht ik dit antwoord nog wat toe, en dan houd ik er voorlopig over op.

Stel, u bent programmeur. Cobol, of zoiets. U krijgt specificaties voor een routine. En u ziet meteen dat het met zo'n programma nooit iets kan worden. Maar u weet óók dat de omhooggevallen groepsleider niet tegen kritiek kan en u dus zal opdragen de routine hoe dan ook volgens die specificaties te maken. Staat u dan onmiddellijk op, doet u uw jas aan en loopt u weg om nooit meer te verschijnen? Zijn principes meer waard dan geld?

Zo werkt dat na de puberteit niet. Dat is eigenlijk jammer. Het is echter wat al te gemakkelijk om uw volgzaamheid op de hiërarchische arbeidsverhoudingen en te schuiven. Al was het maar om uzelf een mindere kans op een hartaanval, maagzweer of welke nare combinatie van cultuurkwalen dan ook te geven, moet u verzet gaan organiseren. Beter laat dan nooit. U begint met de planning. Helaas houdt het daarmee meestal ook direct op. Want het voorbeeld van de Cobol-programmeur is niet willekeurig gekozen. Inderdaad, u zit klem, nietwaar? Op de arbeidsmarkt is geen vraag meer naar uw capaciteiten. Het is eigenlijk nog een wonder dat uw huidge werkgever nog met zulke achterhaalde informatietechnologie aan de slag is.

Zo, nu is tenminste u werkelijke probleem duidelijk. Die botte, stomme chef blijkt slechts de aanleiding te zijn voor het besef dat u aansluiting op de vraag naar arbeid verloren hebt. Dàt is pas ernstig! Vroeg of laat vervalt uw baan. Hoe denkt u aan uw financiële verplichtingen te kunnen blijven voldoen? Misschien krijgt u wel dubbele pech, namelijk wanneer de pensioengerechtige leeftijd opgetrokken wordt en regelingen à la VUT verdwijnen. De volgzame medewerker die nog geen maagzweer heeft, zou er van zijn sombere vooruitzichten eigenlijk subiet eentje moeten krijgen. Zo florissant ziet het er met de WAO, laat staan de WW niet uit.

Het wordt langzaamaan tijd voor de wijze les. Ik beweer absoluut niet dat u alsmaar eigenwijs moet zijn. Dat u voortdurend van baan, opdrachtgever of wat dan ook zou moeten veranderen. Nee, alstublieft niet. Ik houd u wèl voor dat u moet kùnnen vertrekken. Ik bedoel, als u dat nu eens beslist zou willen. U moet het vermogen daartoe hebben. Dat vermogen is en blijft altijd één. Of u daadwerkelijk verandert is dus een tweede.

Wie over dat vermogen tot persoonlijke keuzes beschikt, mag dat m.i. terecht als een luxe beschouwen. Vroeger was zulke luxe aangeboren. Hoewel sociaal milieu van afkomst nog altijd zwaar weegt in eigen succes, kunnen mensen er tegenwoordig toch zelf veel meer aan doen. Dat begint met het besef dat wij niet meer een opleiding volgen en dan de rest van ons leven het bijbehorende beroep uitoefenen. Dat is zeker in en rondom informatietechnologie een vals en zeer gevaarlijk uitgangspunt. Hoe vroeger iemand dat snapt, des te beter. Onze initiële opleidingen moeten ons niet zozeer voor zo'n vast beroep klaarstomen, maar ons een vermogen tot voortdurende aanpassingen leren. Wij moeten onszelf dus een heel leven in opleiding houden. Van mijn tandarts verwacht ik bijvoorbeeld dat hij mij geen almagaanvulling meer aan- en insmeert. En zeg nou zelf? Wie is er na een paar jaren nog programmeur? Ben ikzelf eigenlijk nooit geweest, trouwens. Niet serieus, tenminste. En ik ben voor het gemak een hoop vergeten van wat ik ooit studeerde. U niet? Dat is niet zo slim. Ga er gerust van uit dat het hele spectrum van IT-verwante beroepen ingrijpende dynamiek zal (blijven) vertonen. Ikzelf zie daarbij als de ene trend de her-integratie van informatievoorziening in de oorspronkelijke activiteiten. Bijvoorbeeld applicatiebeheer door de medewerkers zèlf die de procestransacties behandelen. De andere trend is die van voortdenderende specialisatie in de techniek. Dat houdt überhaupt geen mens zijn hele werkende leven bij. Wie daaraan begint, weet zeker dat hij ooit elders geld zal moeten verdienen.

Juist aan ons veranderingsvermogen moeten wij dus een heel leven hard blijven werken. Dat vermogen is de voorwaarde voor solidariteit en voor kwaliteit. Het is een luxe waarvan u nooit passief kunt genieten, maar wèl actief. Wat wilt u nog meer?

 

© 1993, webeditie 2001.