Kwaliteitswinst

Pieter Wisse

Eigenlijk heb ik geld altijd een ondergeschikt kostenaspect van informatievoorziening gevonden. Zo vind ik salarissen geen spannend onderwerp. Een topontwerper, bijvoorbeeld, mag best heel duur zijn. Want gaat het niet om het saldo? De realisatie van een goed ontwerp kost verhoudingsgewijs weinig geld. Zo'n ontwerper verdient dus als het ware zichzelf terug. Dat is helemaal evident wanneer het perspectief ruimer is dan het ontwikkelstadium. De grootste voordelen van kwaliteit komen tijdens onderhoud tot gelding.

Kwaliteit is het kernbegrip. Maar de kwaliteit van ontwerp, van ontwikkeld resultaat en dergelijke betekent allemaal niets zonder verbeterde kwaliteit van de organisatorische processen en de resultaten dáárvan. Met informatietechnologie blijft er sprake van gereedschappen, hulpmiddelen. Opnieuw is daarom verruiming van perspectief onmisbaar. Wie de totale kosten van een organisatie in aanmerking neemt, begrijpt direct dat kosten van informatievoorziening ondergeschikt zijn. Ook voor organisaties waar informatietechnologie van strategisch belang is, houden de kosten ervan principieel een afgeleide status. Primair is het organisatorische doel. Dat is nooit de toepassing van informatie- en communicatietechnologie, maar voor een bedrijf bijvoorbeeld 'winst maken op geldverkeer' of 'winst maken met recreatieve media.'  Daarnaast zijn er gelukkig nogeens ontelbare organisaties die zonder financieel winstoogmerk werken.

Het ruimere perspectief verduidelijkt waar de verwarring over kosten van informatievoorziening vandaan komt. Daarvoor zie ik de mensen verantwoordelijk die zich primair met informatietechnologie bezighouden, maar het secundaire karakter ervan in omvattende processen niet herkennen. Wie als leverancier of dienstverlener zoveel geld verdient en navenante macht verzamelt, verliest gauw zicht op de realiteit. Het lijkt alsof de klant er voor de leverancier is, in plaats van andersom. En het lijkt alsof overal de toepassing het doel is in plaats van één van, nota bene, véle middelen. Het is vervolgens slechts een kleine stap om kosten van informatievoorziening absoluut maatgevend te verklaren.

Ik suggereer daarentegen een organisatorische situatie zo ruim mogelijk te begrijpen. Dat biedt tenminste zicht op de meest relevante criteria voor kwaliteit. Gaat het om een complexe situatie, dan moet informatievoorziening overeenkomstige variëteit bieden. Dat blijft een combinatie van mensen en hun gereedschappen.

Wat mag informatievoorziening kosten? Met kwaliteit als criterium vind ik dat eerlijk gezegd niet zo'n wijze vraag. Tenminste, als er niet allereerst een andere vraag gesteld čn beantwoord is. Inderdaad, wat mag de bedrijfsvoering kosten? Iedereen begrijpt dat zulke kosten sterk variëren. En aangezien in moderne organisaties de informatievoorziening vergaand geďntegreerd is in bedrijfsvoering, is een universeel geldig antwoord op de kostenvraag verder weg dan ooit. Tegelijk ligt met de oriëntatie op het doel met informatievoorziening, dwz op kwaliteit van werkresultaten, het specifieke antwoord altijd zó voor de hand.

 

© 2001, webeditie 2001.
Eerder verschenen in: Informatie, jaargang 43, april 2001 en Stijlbreuk in bestuur (Information Dynamics, 2001).