Kennismanagement

Pieter Wisse

Voor succesvol kennismanagement is emancipatie van medewerkers voor bibliotheek en archief nodig.

 

Het idee om geschiedenis van het lesrooster te schrappen roept steevast heftige reactie op. Mensen moeten, zo luidt het verweer, hun verantwoord gedrag mede op historisch besef baseren. Ik vrees echter dat het niets uitmaakt. Het ontbreekt menigeen helaas aan historisch besef — en, inderdaad, aan verantwoordelijk gedrag — ook al staat geschiedenis op het onderwijsmenu. De ophef over kennismanagement is daarvan weer een triest voorbeeld.

Om de weg te effenen naar mijn toelichting wil ik allereerst kwijt dat ik niet meedoe aan definities over wat een gegeven, wat informatie en wat kennis is. Ik hanteer een enkele, algemene term. Informatie. Wat ik ermee bedoel, leg ik al naar gelang de context zonodig uit. Gegeven en kennis beschouw ik meestal simpelweg als synoniemen van informatie.

Zo kom ik toch snel weer terug bij geschiedenis. Wie prehistorie definieert als de periode waaruit géén bronnen (lees ook:documenten) bekend zijn, beseft dat historie annex geschiedenis één-op-één samenhangt met externe verwerking, transport, opslag en toegankelijkeid van …, precies, informatie. Het begin van geschiedenis valt dus exact samen met de allereerste toepassing van de allereerste informatietechnologie. Juist, geschiedenis is netzo oud als … kennismanagement. Als nuance geldt overigens dat zo´n primeur nooit absolute erkenning verdient. Ontdekking van een oudere bron betekent immers per definitie dat de geschiedenis opnieuw ouder geworden is.

Met bronnen als noodzakelijke voorwaarde ervoor kan geschiedenis zelfs bij uitstek geschreven worden in termen van de ontwikkeling van kennismanagement in allerlei soorten en maten. Wat dan ongetwijfeld opvalt, is dat voorstanders van een nieuwe techniek voor informatievoorziening de oude(re) techniek(en) uit het bewustzijn proberen te dringen. Zulk monomaan enthousiasme is altijd ook even nodig om innovatie een kans van slagen te geven. Stelt u zich eens voor dat u de boekdrukkunst uitgevonden had! Meteen ziet u alle handgeschreven kopieën in een ander licht, nietwaar? Verdient dat primitieve monnikenwerk nog wel de naam technologie? Ik bedoel maar dat ontkenning van de verdiensten van eerdere (informatie)technologieën van alle tijden is, geschiedenisles of niet.

Als een verschil met vroeger poneer ik wel de sterke marktgerichtheid die onze moderne samenleving kenmerkt. Ik neem weliswaar aan dat Gutenberg dankzij zijn uitvinding een totaal nieuw business plan maakte. Maar ik geloof toch dat hij meer professionele drukker dan winstgedreven ondernemer was. Tegenwoordig lukt verspreiding van een innovatie nooit zonder overheersend ondernemerschap. Dat gaat zelfs zó ver dat, voor de zgn lancering, de kwaliteit van de positionering belangrijker is dan de kwaliteit van het product of de dienst zèlf. De geringste technologische wijziging wordt dan voluit aangegrepen om de suggestie van een radicale verbetering te wekken. Zelfs zonder feitelijke verandering kan louter een nieuwe positionering ook effectief zijn. En dat lukt, nogmaals, door ontkenning van continuïteit. De marketeers laten daarvoor hun keuze vallen op een term die (weer) redelijk onbesmet is. Als ik cynisch ben, concludeer ik dat nu toevallig kennismanagement aan beurt is. Want ik kan er zelfs helemaal niets nieuws aan herkennen. Er blijft 'gewoon' een ontwikkeling in informatieverwerkende gereedschappen: sneller, kleiner en goedkoper. En via gereedschappen is duidelijk dat het eigenlijk om mensen gaat, maar dat is ook niets nieuws. Waarin een lerende organisatie of zoiets ineens anders is dan wat altijd al prima strategie inclusief personeelsbeleid was, kan ik dus evenmin herkennen.

Nog cynischer is mijn waarneming dat de moderne versie van kennismanagement slechts dient als vlag om een verse lading informatieverwerkende spullen te leveren. Onthutsend veel klantorganisaties reageren daar volgzaam op. Interne organisatie-adviseurs zijn daar al jaren geleden verbannen en de stafmedewerkers voor informatievoorziening moeten zich vooral met beheer bezighouden (als dat al niet uitbesteed is). Er bestaat dus een vacuum. Wie snapt nog dat primair het betekenisaspect van informatie moet aansluiten op de doelstellingen en behoeften van mensen in hun werkprocessen? Als O&I-afdelingen dat niet oppakken, domweg omdat ze niet meer bestaan, vind ik daarvoor, als ze nog wèl bestaan, afdelingen voor bibliotheek en/of archief de beste kandidaat. Daar werken tenminste mensen die kennismanagement als een rijke traditie in plaats van commerciële mode begrijpen.

 

© 1998, webeditie 2001.
Eerder verschenen in: Informatie Management, 1999, nr 4.