Juffrouw Annie

Pieter Wisse

De geslachtsverhouding binnen de informatiekundige beroepsgroep belemmert emancipatie.

 

Virtual reality, kent u dat begrip? Ik geef een voorbeeld. In deze tijd van hoge loonkosten, flexibilisering van de arbeidsmarkt enzovoort heb ik een virtuele medewerkster ingeschakeld. Zij heet Annie. Mijn opdracht aan haar is, dat zij vooral zichzelf moet zijn. Regelmatig krijgt zij de experimentele programmatuur voorgeschoteld die de echte medewerkers van mijn ontwerpbureau produceren. En wanneer zij het onverhoopt niet snapt, klopt er dus iets niet.

Zo’n Annie zonder vlees en bloed is natuurlijk nooit even effectief als normale, gevarieerde gebruikers in hun reële werkomstandigheden. Daarom mag Annie ze niet vervangen. Zij is echter een welkome personele aanvulling, misschien nog wel het meest omdat zij al zo vroeg tijdens ontwerp & ontwikkeling met haar nuchtere oordeel komt. Dat verhoogt kwaliteit, scheelt nodeloos werk en spaart dus geld.

Aanvankelijk nam ikzelf het initiatief om Annie tijdens interne tests en evaluaties ten tonele voeren. Bijvoorbeeld geconfronteerd met m.i. onlogische bedieningsvoortgang roep ik nog steeds: "Hoe kan Annie dat begrijpen?" Dat vormt het begin van vaak intensieve gesprekken over — bedoeling van — het ontwerp tot en met technische details van — (on)haalbaarheid van — ontwikkeling. Omdat iedereen daar altijd veel van leert, raakten wij snel allemaal aan Annie verknocht. Zij is onze gids in de wereld van de ergonomie. Zo schakelde ik mede op haar aandringen onlangs van buiten een professionele typograaf in voor het ontwerp van schermvensters. Daarvan knapte het resultaat reusachtig op. Hij slaagde erin zonodig méér informatie te laten presenteren bij een véél rustiger beeld. Ook dat is dus een vak. En Annie waardeert het dat het administratieve gereedschap waarmee zij wellicht jarenlang dagelijks vele uren aan de slag gaat, zulke extra kwaliteit krijgt.

Het bleek overigens een gelukkige keuze om met Annie een vrouwelijke medewerkster erbij te hebben. De ontwikkelaars reageren allesbehalve macho, maar behandelen haar na wat beginnende verlegenheid juist met respect. De toevoeging 'juffrouw' verleent haar extra aantrekkingskracht. Omdat haar virtuele persoonlijkheid evident is, past het dat zij herkenbaar een karikatuur is.

Inmiddels is het zover, dat ik allang niet meer de enige pleitbezorger van Annie ben. De ontwikkelaars noemen nu ook onderling vertederd haar naam zodra het perspectief van gebruikers terechte prioriteit verdient. Annie helpt ze er bewust, zo niet met liefde dan toch met sympathieke zorg aandacht aan te schenken. Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat ze daar in een gesprek met een virtuele Henk, Jan of Klaas minder aan toe zouden komen.

Het succes van Annie neemt uiteraard niet weg dat het informatiekundige beroep een scheve verhouding tussen werkzame vrouwen en mannen blijft vertonen. Haar virtualiteit — ja dat staat er echt! — benadrukt zelfs de wanverhouding. Statistieken ken ik niet — wellicht bestaan die zelfs niet eens —, maar via persoonlijke waarneming valt me telkens het geringe aantal vrouwelijke professionals op. Wat is dat toch? Ik veronderstel dat de informatica/informatiekunde kampt met een afschrikwekkend imago, zoals volgens mij alle beroepen doen met overmaat aan middelmaat. En welk beroep is daar trouwens vrij van? Het geslacht dat zich het eerst in groten getale onder het maaiveld nestelt, geeft vervolgens leden van het andere geslacht nauwelijks kans. Sinds de psychoanalyse is natuurlijk bekend dat angst de oorzaak is van zulke afweer. Het komt er hoe dan ook op neer dat alleen zgn buitenstaanders slagen die over bijzondere eigenschappen beschikken èn hun belangstelling voor het vak intussen niet verloren. Maar wie slaagt, stijgt dan ook meteen rijkelijk boven de middelmaat uit. In elk geval zijn dat er van het andere geslacht zo weinig dat ik mijn bijzondere, ervaren medewerkers jammer genoeg slechts onder mannen kan vinden. Kandidates voor interne vorming & opleiding ken ik zelfs niet en, eerlijk is eerlijk, hun ontwikkeling zou ik met mijn kleinschalig bureau niet eens kunnen financieren. Zolang dat zo blijft, is een virtuele Annie altijd nog beter dan helemaal geen Annie.

 

© 1996, webeditie 2001.
Eerder verschenen in: Informatie Management, 1997, nr 3.