Pieter Wisse
Waarom lukt het maar niet om met zgn digitale technologieën adequate voorzieningen, vergaand infrastructureel dus, te treffen voor facilitering van informatieverkeer? Dat komt omdat het ontwerp enz. ervan nog nauwelijks, of zelfs niet, consequent èn aldus volstrekt redelijk als verkeersopgave wordt opgevat. Ook de relevante schaal blijft daardoor veronachtzaamd. Nota bene, informatieverkeer is praktisch allang maatschappelijk verkeer zònder grenzen.
Maatschappelijk verkeer is een aanduiding voor gevarieerde interacties. Er zijn interacties, noem ze ook maar verkeersgevallen, in soorten en maten, met deelnemers in dienovereenkomstig wisselende hoedanigheden.
Door een concreet verkeersgeval zijn wie erbij betrokken zijn, dwz de deelnemers eraan, onderling (inter) afhankelijk (dependent). Voilà, interdependentie.
Let wel, in zgn maatschappelijk verkeer c.q. dynamiek gaat interdependentie
véél verder dan enkele verkeersgevallen. Het ene geval kan resp. zal immers
leiden tot andere gevallen, enzovoort. Voor zulke andere gevallen komen dan
deelnemers in ook weer bijbehorende hoedanigheden in aanmerking.
Dergelijke voorwaardelijke verbijzonderingen van hoedanigheden zijn overigens
niet beperkt tot mensen als deelnemers aan informatieverkeer; ze zijn op
dezelfde manier tevens noodzakelijk voor het zgn Internet-der-dingen.
Over autorisatie gesproken, precies diezèlfde hoedanigheden zijn maatgevend voor zgn bevoegdheden. Welke gebruiksrechten èn –plichten van desbetreffende infrastructurele voorzieningen staan een deelnemer aan een geval van informatieverkeer in een bepaalde hoedanigheid ter beschikking?
Voor digitalisering met netwerkkarakter is als onderdeel van deugdelijk ontwerp een interdependentiediagram onmisbaar. Vraag ernaar!
12 maart 2018, webeditie © 2018 Pieter Wisse