Information governance

Pieter Wisse

Enkele jaren geleden verscheen opeens een nieuw woord in de bedrijfskundige literatuur. Ook in het Nederlands bleef het een Engels woord: governance. Over Engelse woorden gesproken, governance is niet synoniem met management, maar is toch nauw verwant ermee.

In de oorspronkelijke staats- en bestuurskundige context betreft governance grofweg de inrichting van de regering, zeg ook maar de regulering van de openbare sector. Daarvan afgeleid duidt zgn corporate governance de inrichting aan van de bedrijfsmatige regelsystematiek. Kernvragen zijn zoal: Hoe luidt voor een bedrijf het patroon van delegatie en verantwoording? Wat zijn overeenkomstige rechten en plichten? Hoe functioneren toezicht, handhaving, aanpassing en dergelijke?

Nogal verwarrend is er ook in Nederland de laatste tijd sprake van information technology governance, of korter gezegd IT governance. Waarom toch weer die vooropgezette beperking tot technologie? Weg ermee. Information governance, dus. Dat betreft weer algemener het bestuursregime voor de informatievoorziening. Oh, is dat dan eigenlijk wel een nieuw onderwerp? Nee, zo Nederlands uitgedrukt valt het zwaar tegen. Dat gold natuurlijk eerder voor corporate governance, dat tegenvallen van nieuwigheid bedoel ik. Maar ook information governance is beslist een mooie slogan. Als het even kan zonder technologisch keurslijf, zie ik daarvoor grote populariteit in het verschiet liggen.

Information governance is en blijft echter wat al bijna traditioneel de organisatie van de informatievoorziening heet. Tegelijk, eerlijk is eerlijk, blijft via de noemer van organisatie van informatievoorziening niet bepaald snel een helder begrip hangen. Want blijkbaar is er zoiets als informatievoorziening. Moet ik nu een definitie geven? Dat woord, informatievoorziening, is bekend genoeg. Een bruikbare, robuste definitie vind ik daarentegen lastig te verzinnen. Wat het ook is, die voorziening loopt kennelijk niet vanzelf. Er is een organisatie voor nodig. Dąt is dus de organisatie van de informatievoorziening.

Inderdaad, niet bepaald duidelijk. Het is niet zo dat analytische ontleding van de samenstelling information governance zoveel meer duidelijkheid levert. Maar, terecht of niet, de onmiddellijke suggestie van houvast is veel sterker. Daarom gaat het als binnenkomer vooral. Want klinkt corporate governance niet beter dan de organisatie van de organisatie? Zo is het precies met information governance.

Mijn eigen idee over information governance is trouwens dat het pas spannend wordt zodra informatie organisatiegrenzen overschrijdt. Dan moet de inrichting immers aan simpele hiėrarchie ontsnappen. Zulke laterale information governance rust noodzakelijkerwijs meer op vrijwillige afspraken. De betekenis van het vertrouwen dat deelnemers in elkaar stellen neemt voor information governance navenant toe.

Betrouwbare communicatiemiddelen (lees ook: middelen met gewaarborgde prestaties) verminderen voor de ene organisatie tegenwoordig heel praktisch het risico voor bepaalde informatie afhankelijk van een andere organisatie te zijn. Waarom nog informatie in eigen registers dupliceren? Zulke beperking van zelfvoorziening, daar is dat woord voorziening weer, dankzij externe informatieleveranties heeft allerlei voordelen. Voorbeelden zijn dat aparte organisaties elk aanzienlijke efficiencywinst boeken, terwijl gebruikers van het totale stelsel van geketende organisaties eindelijk serieuze zgn administratieve lastenverlichting geboden krijgen. Past daar een woord als governance niet prachtig bij?

 

 

© 2002, webeditie 2003.
Eerder verschenen in: Informatie, jaargang 45, januari/februari 2003.