Informatiemaatschappij

Pieter Wisse

Op spoorwegperrons gebeurt iets opmerkelijks, telkens als een trein gaat vertrekken. Afgezien van de klasse, verdelen de reizigers zich volgens hun gewoonte om al dan niet een genotmiddel te gebruiken. Dus niet: mannen gescheiden van vrouwen, of volgens de rapportcijfers uit de derde klas van de basisschool, of vult u zelf maar iets in. Nee, het sorteercriterium is of u stinkt of niet. En of u daar last van heeft of niet.

Als ik erover nadenk, sorry, erover probéér na te denken want ik kom er niet uit, raak ik slechts verder onder de indruk van de absurditeit. Wij pochen over onze westerse beschaving. Wat is echter het resultaat? Is dat oorlogen en hun slachtoffers waard? Nee, toch. Want wat is er bereikt? Als u wilt roken, schuift u door de deur en dan naar rechts. Anders naar links. Dat alles ingegeven door al dan niet aanwezigheid van een gestyleerde afbeelding van een sigaret met een rood kruis erdoor. U moet toegeven hoe ongelofelijk stupide het is.

Als mijn werkplek niet praktisch bereikbaar is met de fiets, reis ik bij voorkeur met de trein. Laatst had ik weer zo'n periode met een opdracht elders. Met de walging van de niet-roker wond ik me steeds meer op over de bizarre grens die de reizigers verdeelt. De ergernis was het grootst toen ik slechts een staanplaats had terwijl het rookgedeelte behoorlijk leeg was gebleven. Er moest toch een andere manier zijn ...? Is een oplossing misschien om roken voor studenten met hun OV-jaarkaart verplicht te stellen? Zou voor niet-rokers wel schelen. Maar dat leek geen realistisch plan, hoewel niet eens zo veel doller als de huidige scheiding van compartimenten voor niet-rokers, respectievelijk rokers.

Zijn er betere sorteercriteria denkbaar? Ik ging ertoe over het gedrag van mijn mede-reizigers nauwkeuriger waar te nemen, me daarbij overigens tot de niet-rokers beperkend. Want sinds ik zelf niet meer rook, heb ik een reuk-allergie ontwikkelt.

Wat mij bij reizen tijdens de ochtenduren opviel, was dat bijna iedereen leest. Naarmate de dag vordert, neemt de conversatie toe. Tijdens de avondspits is er weer een toename van lezende reizigers. Het niveau van de ochtendspits wordt echter bij lange na niet gehaald.

Ik zag natuurlijk ook mensen uit hun neus peuteren, meegebrachte boterhammen eten, allerlei snoep consumeren enzovoort. Dergelijk gedrag vormde echter geen bron van inspiratie voor ontwikkeling van een superieure sortering.

Het is natuurlijk maar de vraag of sortering van reizigers überhaupt nodig is. Zodra een trein, ondanks de privatisering van de NS, tot openbare ruimte verklaard wordt, geldt simpelweg een rookverbod. Waarom lukt dat in de bus en tram wel? Wat is het verschil?

Niets, dus dat is dan duidelijk. Uitgangspunt: In de hele trein is roken verboden of, om het positiever te formuleren, is frisse lucht gèboden. Maar blijft er dan nog een reden over om mensen links- òf rechtsaf te sturen? Uitgaande van mijn participerend onderzoek meen ik van wel. Als criterium zie ik de manier waarop de reiziger zich van informatie voorziet, zeg maar, waarop zij of hij informatieverwerkend bezig is. Fysieke scheiding lijkt dan in eerste aanleg slechts nodig voor zover mensen in de ene soort groep last zouden kunnen hebben mensen in een andere. Er is echter méér. Voor bepaalde groepen werkt sortering als positieve selectie. Dat wil zeggen, de gewenste kans om gelijkgestemde mensen te ontmoeten neemt enorm toe.

Ik ben er nog niet helemaal uit, maar doe alvast een eerste voorstel voor sortering volgens informatieverwerkend-bezig-zijn. Ik zie de lezers als een mooie, aparte groep. Dat zijn mensen die liefst niets met elkaar te maken willen hebben. Zij zoeken hun eigen rust, en wensen beslist geen geleuter van anderen aan hun hoofd. Een andere groep heeft juist behoefte aan onderling contact. Ik noem ze even de conversanten. Dat kan heel gezellig worden. Wie daaraan wil meedoen, moet gewoon aanschuiven.

Met deze twee groepen zijn we er echter nog niet. Ik stel voor om de reizende autisten, dat zijn mensen met een zgn. walk man die te hard staat hetgeen mij buitengewoon irriteert, ook apart te houden. In diezelfde groep passen de mensen met een draagbare telefoon. U ziet, de mogelijkheden zijn veel uitgebreider dan volgens het vuurwerk en de geur die iemand afscheidt. Er kunnen compartimenten voor filmvoorstellingen ingericht worden, kindercrèches, enzovoort, enzovoort. De NS is daarmee eindelijk een bedrijf met solide verankering in de moderne informatiemaatschappij. Graag gedaan. De sortering is helemaal àf wanneer de trein overeenkomstig het concrete reizigersaanbod, flexibel dus, ingedeeld wordt. Dat komt 's ochtends stellig neer op treinen bijna helemaal gereserveerd voor lezers met hier en daar een plukje praters. Inderdaad, de NS experimenteert in de eerste klasse reeds met werkcoupés. Leuk begin, maar niet radicaal genoeg. 's Avonds gaan de mensen feestend terug. Hier en daar, maar apart, zal iemand in zijn boek volharden als dat tenminste de volgende dag naar de bibliotheek terug moet. De wisselende symbolen op het perron en aan de buitenkant van de trein wijzen de reizigers de weg naar de passende compartimenten. Het enige dat de NS nog moet doen is een prijsvraag uitschrijven voor wie de aardigste logootjes verzint. Vergeet de voetbalsupporters niet! Zij houden er soms een wat lichamelijker vorm van conversatie op na. Dus in dat geval ook flexibel apart, ongetwijfeld met enige begeleiding. Horen zij trouwens nog tot de informatiemaatschappij?

 

© 1995, webeditie 2001.