Informatielease

Pieter Wisse

De waarde van informatie is vaak paradoxaal en daarom slechts in samenhang redelijk bepaald.

 

Soms schrijf ik een voorraadje. Dat noodzaakt om extra te beseffen wat lezers misschien niet meer weten. Wat technolease is, stond weliswaar op alle voorpagina´s. Maar heeft u nog paraat dat het een, zeg maar, duo-transactie is? Een bedrijf met goede contacten in regeringskring — anders mag het niet — verkoopt zijn patenten (lees: informatie) aan een bank met dito contacten. Meteen huurt dat bedrijf diezelfde informatie exclusief terug van de bank. De verkoop levert het bedrijf de kapitaalinjectie waarom het onmiddellijk verlegen zat. En verhuur veronderstelt bezit; door afschrijving annex kosten bespaart de bank belastingen.

Voorop stel ik graag dat ik instem met het inmiddels officiële verbod van zo´n financiële constructie. Dat neemt niet weg, dat het aardig is wat met dat idee te blijven spelen. Ik zie die technolease immers als bijzonder geval van zoiets als informatielease. Zodra één of ander eigendomsrecht geldt voor een informatieverzameling, rijst meteen de vraag naar de waarde of, fundamenteler nog, naar de waardebepaling. De leasetruc maakt zo´n vraag prominent.

Als een bank patenten koopt, waarom dan niet het klantenbestand? Of de voorraadadministratie? De boekhouding, wellicht? Het probleem zit ´m inderdaad in de waardebepaling. Als opzetje is een bekende paradox van de Griekse wijsgeer Zeno illustratief. Hij beweerde dat Achilles de schildpad nooit inhaalt. De tijd die Achilles nodig heeft voor een inhaalmanoeuvre, benut de schilpad om weer nèt een beetje verder te komen. Zo gaat dat maar door. De voorsprong slinkt dus, maar verdwijnt nooit.

De paradox verdwijnt zodra Achilles zich niet op de schildpad oriënteert, maar op de afstand die hij per tijdseenheid aflegt. Dat hij de schildpad inhaalt, is dan simpel het gevolg van zijn hogere snelheid.

Netzo behoort een expliciet referentiekader voor redelijke informatietransacties te bestaan. Als ik even terugkeer naar de technolease, stel ik vast dat het bedrijf in kwestie zijn patenten blijkbaar niet voldoende op de eigen balans geactiveerd kreeg. Als dat gelukt was, had de bank immers de toegenomen credietwaardigheid vastgesteld en het bedrijf een normale lening kunnen verstrekken. Je zou kunnen zeggen dat de belastinginspecteur door zijn balansvrees het bedrijf en de bank welhaast tot de truc van de technolease dwong.

Toch geef ik de inspecteur gelijk in zijn afwijzing, zowel wat aparte activering als aparte lease betreft. Want de waardebepaling dient maatschappelijk verkeer, in het bijzonder transacties van waarde-uitwisseling met financiële grondslag. Het maatschappelijke karakter van de waardebepaling veronderstelt genoeg laters en nemers, dat hun markt de open prijs bepaalt. Wanneer er dus inderdaad een markt voor een bepaald patent bestaat, zie ik eigenlijk geen reden om de technolease te bestrijden. Dan staat lease ook voor anderen open. Het gaat mis wanneer de waarde overwegend vanuit het perspectief van de oorspronkelijke eigenaar vastgesteld is, die per omgaande ook bindend en exclusief least.

Dat interne perspectief is overigens best sympathiek. Zonder die ene informatieverzameling kan het bedrijf niet verder. Dat klopt vaak. Maar toch vormen de vervangingskosten geen fatsoenlijke basis voor de waarde. Dat blijkt door onderzoek naar de paradox van het geheel en zijn delen. Als bijvoorbeeld de financiële administratie ontbreekt, stagneert — en ik overdrijf opzettelijk — het bedrijf. Is die administratie daarom netzoveel waard als het totale bedrijf? Volgens deze redenering is de som der delen vele malen groter dan het geheel, want er zijn zovele onmisbare elementen. Is daarom, omgekeerd, zo´n element niets waard? Nee, dat is evenmin waar, want anders is niet verklaarbaar dat het onmisbaar is.

De uitweg uit deze paradox is, dat elementen per definitie een systeem veronderstellen. Daarom is het onzindelijk om de afzonderlijke waarde te willen bepalen van een element, dat juist door samenhang waarde heeft. Er bestaat voor dergelijke elementen domweg geen markt. Hun waarde geldt nooit apart, maar altijd als integraal en integrerend onderdeel van de totale systeemwaarde.

Lease moet beperkt blijven tot elementen met een zelfstandige handelswaarde. Die zijn er trouwens ook, zoals allerlei gebouwen, machines en publiceerbare informatie. Vele patenten hebben zo´n handelswaarde echter niet, laat staan de boekhouding of voorraadadministratie. Door de paradoxale waarde van informatie bestaat daarvoor slechts geïntegreerd een totale systeemwaarde. De ultieme truc is dat een bedrijf zich eerst gehéél verkoopt en meteen — maar waar is het bedrijf dan? — netzo compleet terugleast. Ik ben blij dat die onzin bij de technolease stopte.

 

© 1998, webeditie 2001.
Eerder verschenen in: Informatie Management, 1998, nr 6/7.