Identiteit voor vertrouwen

Pieter Wisse

Onderstaande tekst schreef ik ter oriëntatie als bijdrage aan voorbereidingen door het Center for Public Innovation (www.publicinnovation.nl) voor een bijeenkomst ‘Identiteitsbeheer in de netwerksamenleving.’

 

 

Wat is vanzelfsprekender dan persoonlijke identiteit? Een beetje peuteren en prikken toont echter al, hoezeer identiteit een maaksel is. Voor deelname aan maatschappelijk verkeer hebben ‘we’ er een bepaald mechanisme voor ontwikkeld, eventueel onderhevig aan formele afspraak.

Zonodig zijn er zelfs varianten van identiteit-stèlling voor het individu, al naar gelang zijn gevarieerde deelname aan interacties dat vergt. Trouwens, is het eigenlijk wel zeker wat een individu is? Dat is een vraag die ‘we’ gemakshalve maar helemaal open laten in het dagelijks verkeer. We doen ‘gewoon’ alsof het duidelijk is en meestal werkt dat prima.

Verder nemen we voor normaal aan dat identiteit iets van onszèlf is. Maar wezenlijk is de verkeersdéélname, zodat identiteit ‘betrekking’ heeft op hoe het ene individu (lees ook: actor) zich gedraagt tegenover één of meer andere individuen, vice versa. Kortom, juist identiteit blijkt relationeel. Dat bevestigt eventuele meervoudigheid van identiteitstelling. Extreem gesteld, zet een bepaald individu pèr relatie of zelfs aparte interactie een karakteristieke identiteitstelling in.

Het situationele karakter van identiteitstelling wijst tevens op beperking. Inmiddels bereikte digitale informatie- en communicatietechnologie het stadium van infrastructurele toepassing en vormt dus een factor voor soms sterk wijzigende situaties. Het individu verkeert volgens nieuwe relaties met andere individuen, terwijl oude relaties wellicht niet langer spelen. Voldoen onze overgeleverde identiteitstellingen nog? Bieden ze ons voldoende vertrouwen voor opbouwende relaties?

De techniek van de interne verbrandingsmotor, bijvoorbeeld, heeft ook gezorgd voor nieuwe situaties met bijbehorende relaties. En doet dat nog steeds. Dat was echter geen aanleiding tot expliciete aandacht voor identiteitstelling.

Waarom is dat nu wèl van groot praktisch belang? Dat ligt aan de áárd van de infrastructurele technologie in kwestie. Het gaat met digitale ict immers om alom veranderende manieren voor informatievoorziening.

Voor informatie geldt principieel dat er vraag en antwoord over identiteit gaande is. Deelnemers aan een interactie stellen zich over en weer bekend, of juist niet. Ook is er wat van oudsher de inhoud van het uitgewisselde teken heet: het aanwijzen van een onderwerp of eigenschap bètekent eveneens identiteit. Hoe krijgen we nauwkeurigheid enzovoort gewaarborgd in het elektronische informatieverkeer? Hoe regelen we ook in de netwerksamenleving veilige, betrouwbare identiteitstelling?

Identiteitstelling in de netwerksamenleving is bij uitstek een thema waarmee iedereen krijgt te ‘maken.’ De noodzaak van een politiek-bestuurlijke visie met bijbehorende praktijk biedt een kans voor ontwikkeling, van meet af aan, met zoveel mogelijk bijdragen van de deelnemers zèlf, dus van de burgers en bedrijven van Nederland.

Identiteitstelling voor informatieverkeer in het publiek domein is inderdaad een kwestie van vertrouwen, over en weer. Daarom moet vooral dit kernthema van de netwerksamenleving via democratische participatie gewaarborgd zijn. Anders werkt het niet.

 

 

juni 2005, webeditie 2005 © Pieter Wisse