Hoogconjunctuur

Pieter Wisse

Het is toch niet zo dat de professionele informatiekundige zijn loopbaan bepaalt door een kans op een weekend vakantie?

 

Heeft u de afgelopen maanden ook van die merkwaardige, zelfs hinderlijke brieven ontvangen? Ik wijt het aan de hoogconjunctuur in de informatietechnologische dienstverlening. Dat lokt blijkbaar bemiddelaars. Zij schieten als onkruid uit de grond. En u en ik hebben de pech dat onze adressen tot de megabytes horen die zij voor hun mailings aanschaften. Jammer, trouwens, dat bepaalde organisaties de verleiding niet weerstaan om met adressenverkoop wat bij te verdienen. Maar goed, over privacy wellicht een andere keer meer. Wat ik hier aan de orde stel, is de klunzigheid waarmee de bemiddelaars zich presenteren. Ik heb geen enkele waarborg voor kwaliteit kunnen ontdekken, uitsluitend de gedachte om van de hoogconjunctuur te profiteren. De schrik slaat me om het hart, als ik bedenk dat opdrachtgevers daar inderdaad mensen vandaan halen.

Nadat ik eenmaal doorhad, dat ik uitgenodigd werd om me bij een soort uitzendbureau in te schrijven, wekte de eerste brief aanvankelijk mijn irritatie door de naam van het bedrijf. Daaruit bleek dat het om de werving van jonge directieleden ging. Nu klopt het dat ik directeur ben, ook al is het maar van een klein advies- en ontwerpbureau. Maar jong, nee, dat klopt niet meer. Ik heb moeizame overgangsjaren geïnvesteerd om mijn groeiende ouderdom te accepteren. En dan komt er zo'n brief die me als 'jong' aanspreekt. Nogmaals, nee, dat vind ik geen compliment.

Omdat mijn verkeerde keelgat toen openstond, viel er vervolgens van alles en nog wat in. Als huichelachtig beschouwde ik de opmerkingen dat de bemiddelaar helemaal aan de kant van de zgn IT-professional staat. Maar hoe verdient dat uitzendbureau geld? Dan zullen organisaties die zulke werknemers zoeken toch betalende opdrachtgevers moeten zijn. Ligt daarmee het belang van het bureau niet in belangrijke mate elders? Ik heb er een hekel aan, wanneer dat er niet duidelijk staat. Of zeg er niets over. De primitieve poging om de opvatting vals te beïnvloeden werkte in elk geval bij mij averechts.

De genadeklap aan professionaliteit deelde het bureau zichzelf uit door een weekend uit te loven. Eén van de voorwaarden was, dat ik dan wel binnen drie maanden door dat bureau een nieuwe baan moest hebben gekregen. Dus zo'n reisje, weliswaar voor twee personen, maar hemelsbreed naar een wel erg nabijgelegen hoofdstad, wordt blijkbaar uit de commissie bekostigd. Al met al ademde de boodschap een sfeer van spiegeltjes en kralen. Dus zeker niet iets om 'professionele' interesse voor op te brengen.

Brief nummer twee was bijna beledigend kort. De bedrijfsnaam is overigens grotendeels eerlijk door te vermelden dat het een detacheringsgroep is. Over de toevoeging professioneel twijfel ik echter. Zo begreep ik de mededeling niet dat het bureau kennelijk zelf opdrachten uitvoert. Je detacheert, of je doet dat niet. En als je detacheert, bestaat de opdracht slechts uit bemiddeling voor beschikbaarheid van een arbeidskracht. Verder bepaalt m.i. de opdrachtgever direct de inhoud van de werkzaamheden.

Wat ik eruit vond springen, was de nadruk in één van de vier korte zinnen dat inschrijving voor het detacheringsbureau belangrijk was. Het eerste uitzendbureau had tenminste nog de schijn willen wekken, hoe sullig en dubbelzinnig ook, dat melding toch primair in het belang van de werkzoekende was.

In de derde brief drong een bureau, waarvan ik eerder evenmin ooit gehoord had, erop aan dat ik binnen twee weken mijn curriculum vitae opstuurde. Dat was de voorwaarde om mee te loten voor een weekend-arrangement op een luxe bungalowpark. Toe maar!

Ben ik inmiddels hopeloos oud, dat ik niet meer begrijp wat professionele mensen motiveert om zich bij dergelijke bureaus in te schrijven? Of klopt mijn oordeel toch? Ik meen dat het maatschappelijk verkeer zulke bureaus kan missen als kiespijn. Allang begrijp ik er weinig van dat in de automatiseringssector verbijzonderde detacheringsbureaus bestaansrecht hebben. Ik vind dat gewone uitzendbureaus evenzogoed in de behoefte aan flexibele arbeidskrachten kunnen voorzien. En dan zonder opgeblazen tarieven voor de opdrachtgevers, waarvan de werknemer doorgaans slechts een beperkt gedeelte in handen krijgt. Het is me dus nog altijd een raadsel, hoe op de markt voor automatiseringswerkers detacheerders een extra hoge marge weten te bedingen. Afgemeten naar winst zijn dat trouwens prima ondernemers, althans zolang de hoogconjuctuur aanhoudt. Maar ik meet niet naar pure winst. Voor mij is kwaliteit van bijdragen primair. Dan zorgt de winst voor zichzelf, weliswaar minder extreem, maar duurzamer. Dàt is professioneel. Maar professionaliteit bevorderen bemiddelaars, zoals die waarvan ik brieven ontving allerminst. Toch ben ik bang dat elke hoogconjunctuur, hoe kortstondig ook, ze voortbrengt. Daar kunnen slechts opdrachtgevers iets tegen doen door tijdelijke automatiseerders niet langer als anders dan andere uitzendkrachten te zien.

 

© 1996, webeditie 2001.
Eerder verschenen in: Informatie Management, 1996, nr 11.