Goede voornemens

Pieter Wisse

Ik heb een mislukking te melden. U moet weten dat ik een lijst bijhoud. Daarop plaats ik onderwerpen waarover ik wellicht een infogram ga schrijven. Ruim voor een dead-line kies ik een onderwerp voor nadere overpeinzing. Zo groeit ergens binnenin mijzelf een tekstontwerp. Niet dat ik later bij uitwerking dat ontwerp nauwgezet volg. Nee, dat kan ik niet zeggen. Zodra ik begin te schrijven, gaan mijn gedachten er altijd weer vandoor. Meestal blijkt mijn ontwerp slechts de aansporing om aan te slag te gaan. De lezer, en soms ikzelf ook, vindt dat oorspronkelijke ontwerp niet meer terug.

Het moet mijn gevoel voor romantiek geweest zijn, waardoor het onderwerp 'handschrift' op mijn infogrammenlijst terecht kwam. Ik bedacht dat ik deze ene tekst daadwerkelijk 'met de hand' zou schrijven. Uit nostalgie. Dus voor één keer niks tekstverwerking. Dat was mijn goede voornemen!

Indertijd was ik mij zeer bewust van de omschakeling van vulpen naar tekstverwerker. Ik begreep snel een onomkeerbare ontwikkeling door te maken. Die verandering duurde echter enige jaren. Vroeger kwam mijn uiteindelijk schrijfresultaat vergaand overeen met mijn ontwerp ervoor. Latere tekstwijzigingen waren immers moeizaam. Wie wilde het secretariaat opzadelen met het volledig opnieuw typen? Ik dacht en ontwierp, zo ging het. De handeling van het schrijven was eigenlijk louter een copieerslag van brein naar papier. Een auteur was toen volmaakt wanneer hij in één keer de definitieve tekst produceerde.

De aanslag op tijd van derden werd minder een probleem toen secretariaten met tekstverwerkers uitgerust werden. De eigen papieren versie kreeg nadrukkelijk de status 'voorlopig.' Was het niet een bevrijding om vervolgens op een schone uitdraai toch nog veranderingen te mogen aanbrengen?

En nu tikt bijna iedereen zelf zijn teksten. Het gemak van wijzigen heeft, althans bij mij, tot een totaal ander proces van eerste gedachte tot en met uiteindelijk resultaat geleid. Deze enorme veranderingen hebben zich allemaal in luttele jaren voltrokken. Weet u nog van toen?

Maar mijn goede voornemen voor dit infogram is dus mislukt. Ik zei al dat de verandering van vulpen naar tekstverwerking een onomkeerbare is. Dat weet ik helemaal zeker, nu ik deze woorden tik en voor mij op het beeldscherm zie verschijnen. Ik kan mij er niet toe zetten om zelfs maar te proberen opnieuw, zoals vroeger, vooraf een ontwerp voor een definitieve tekst te maken. Ik bedenk punten en begin. Ik ben verslaafd geraakt aan de vrijheid van de tekstverwerker. Is 'vrijheid' eigenlijk wel het goede woord?

Ik vind het moeilijk om te oordelen of ik nu betere teksten aflever dan vroeger. Of zijn ze juist slechter? Zij ontstaan in elk geval op andere wijze. Mijn gedrag is immers veranderd en, nogmaals, dat is blijkbaar onomkeerbaar gebeurd. En zo gaat het met ons allemaal onder invloed van allerlei aspecten en instrumenten van informatietechnologie.

Ik vind het bij goede voornemens, en wat er van komt, horen dat wij ons filosofisch afvragen of de kwaliteit van ons leven nu verbetert of niet. Zeker als wij er techniek bijhalen, en dus ook informatietechnologie, is zo'n vraag relevant. Moeten we door? Kunnen we terug? Weten we eigenlijk wat we willen?

Een duidelijk antwoord heb ik niet. Mijn pessimistische kant roert zich wanneer ik ontdek dat informatietechnologie ingezet wordt om mensen dwangmatiger te laten werken danwel om burgers vooral 'rationeel' te besturen. Maar ik ben ook optimist. Dan hanteer ik met informatietechnologie een krachtig middel voor flexibiteit, voor menselijke ontplooiing. Ik denk dat ik mijn goede voornemens vooral daarop blijf richten. Dan houd ik als informatiekundige het mooiste vak dat er bestaat.

 

© 1993, webeditie 2001.
Eerder verschenen in: Informatie, jaargang 35, 1993, nr 9.