Etiketten

Pieter Wisse

Marktonderzoekers houden zich steeds minder bezig met hoe een produkt zèlf scoort. Daarentegen vragen zij naar reacties op (een concept voor) de presentatie. De kracht van de presentatie, zeg maar van de reclame, is wezenlijk. Als de potentiële koper daarvan onder de indruk raakt, volgt de aanschaf vanzelf. We willen toch in onze life style bevestigd worden? Voor het juiste etiket hebben mensen veel geld over.

Let u hierboven alstublieft op het opmerkelijke verschil tussen de begrippen leven en levensstijl. Omdat wij zo rijk zijn, is er helaas steeds minder een noodzakelijke relatie met geleverde kwaliteit in de zin van bruikbaarheid, levensduur, veiligheid en dergelijke. En wat zegt een prijs-/prestatieverhouding eigenlijk nog als prestaties niet langer voor primaire levensbehoeften tellen?

Alles illustreert de toegenomen betekenis van informatie in onze maatschappij. Het tekent echter vooral een verànderende betekenis van het begrip informatie, te weten naar oppervlakkigheid. Het is al zover dat het woord design voor bijna iedereen slechts betrekking heeft op buitenkant. Zo wordt steeds meer verkocht, van asielbeleid tot hondebrokken. Zal ik het even over automatisering en informatietechnologie hebben?

Enkele jaren terug dacht ik echt eerst aan een 1-aprilgrap. Dat was toen ik de letters RI achter een naam zag staan en naar hun betekenis vroeg. Het antwoord luidde: registerinformaticus. Het bleek helaas serieus te zijn. Kijk, dat past typisch in het moderne, opppervlakkige marketingdenken. Je verzint een verpakking. De consument moet het merk gaan vertrouwen. En koopt. Maar mag de consument nu eens horen waarvoor het merk RI staat? Dat is in elk geval geen uniforme opleiding op hoog niveau. Toch leuk bedacht, die associatie met RA. Maar aan de late kant. Een beroepsvereniging functioneert zolang de beoefenaren elkaar niet in de weg lopen. Dat was vrij lang zo met registeraccountants. Inmiddels is dat daar behóórlijk anders. Er is steeds meer en felle concurrentie. Voorts moet de consument zich altijd afvragen wier belang zo'n vereniging feitelijk behartigt. Juist, dat is het belang van de leden. Het voorbeeld van de RA's toont dat hun (commerciële) belang zich thans niet door hun beroepsvereniging laat behartigen. Voor het grootste belang telt nu herkenbaar de eenheid waar het geld binnenkomt. Dat is dus het bedrijf van de aparte beroepsbeoefenaren. En zo is het met RI's precies zo. Volgens mij zelfs van meet af aan.

Dat is allemaal trouwens helemaal niet erg. Het verdient zelfs de voorkeur wanneer de consument direct en duidelijk begrijpt dat hij in een commerciële transactie verwikkeld is. Want RA, RI of wat danook staat beslist niet voor onpartijdige, kostenloze hulpverlening.

Verder mag van mij iedereen iets oprichten. Staat ook in onze Grondwet, met gelukkig weinig beperkingen. Mijn bezwaar is dat op een volle, concurrerende markt het zicht van de consument vertroebelt door zo'n merk en verpakking met neutrale kwaliteitssuggestie. Ballotage vind ik prima, examens zijn trouwens alweer beter, maar dan voor groepen waar de leden onderling plezier willen beleven. Zo'n in feite ongecontroleerd gezelschap dat zich in het maatschappelijk verkeer begeeft, verpest op langere termijn echter het vertrouwen van consumenten. Ik doe er niet aan mee. Ik wantrouw etiketten zonder product. Ik vertrouw op mijn smaak, neem daar de tijd voor en raad elke consument aan hetzelfde te doen. Ik hoop dat de RI's onder u snel hun oude visitekaartjes opmaken. Meteen wegmikken is natuurlijk beter. Vergeet voor uw volgende stapeltje niet om de drukker in te lichten. Twee letters minder moet trouwens ook goedkoper zijn. Ik wil ze liever niet meer zien.

 

© 1993, webeditie 2001.