Politieplan Donner: centralisatie ad absurdum

Pieter Wisse en Steven Luitjens

Het pleidooi van minister Donner om het politiebestel te centraliseren staat op gespannen voet met de kabinetsvisie op De Andere Overheid en is minder dwingend dan de bewindsman doet voorkomen.

En toen kwam De Andere Overheid. Het is het kabinetsantwoord op De Andere Samenleving: enerzijds minder regels, anderzijds gestroomlijnde uitvoering. Een spervuur van acties voor verbeterde dienstverlening en handhaving ging inmiddels van start. Daarbij wordt zwaar ingezet op ICT. In de onlangs aan de Tweede Kamer gestuurde kabinetsnotitie Op weg naar de elektronische overheid wordt een nog deze kabinetsperiode te realiseren set van ICT-ondersteunde basisvoorzieningen geschetst, die overheidsbreed zal worden gebruikt om overheidsinstellingen in staat te stellen te functioneren als schakels in gevarieerde ketens. Door gezamenlijk een flexibel opgezette ‘informatie-infrastructuur’ te exploiteren kunnen ze in steeds wisselende arrangementen inspelen op de maatschappelijke vragen, waarvoor de overheid zich ziet gesteld.

Vanuit zo’n perspectief is de reorganisatie van de politie die Justitieminister Donner onlangs bepleitte ronduit opmerkelijk. De redenering begint bij zijn verslag van de recente afspraak die de Europese ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken maakten over justitiële informatie-uitwisseling tussen lidstaten en Europol. De aanleiding is, zoals vaker de laatste tijd, de bestrijding van terrorisme. De afspraak met zijn collega’s veronderstelt voor de interne organisatie in Nederland, aldus Donner, één apparaat waarin alle informatie samenkomt. Voor de informatiebehoefte in kwestie, aldus de minister, moet de politie gecentraliseerd worden. En om dat te bereiken stelt hij voor zijn ministerie met dat van Binnenlandse Zaken samen te voegen.

Informatie-uitwisseling in het kader van terrorismebestrijding roept principiële vragen op over de ontwikkeling van onze rechtstaat. Dichter bij huis is aan de orde of de analyse, bezien vanuit de kabinetsvisie op De Andere Overheid, niet illustratief is voor de laatste stuiptrekkingen van een failliete aanpak. Donners conclusie past in een wereld die geen instant verbindingen met hoge vervoerscapaciteit kent. Een wereld waarin maatschappelijk verkeer, informatieverkeer inbegrepen, strak hiërarchisch geordend verloopt en kan worden beheerst. Nog ervan afgezien dat wezenlijk voor terrorisme is dat het haaks op zo’n gevestigde hiërarchie wil inbreken, kenmerkt de netwerksamenleving zich - of je dat als bestuurder nu leuk vindt of niet - door dynamiek en pluriformiteit. Daarin voert de redenering van Donner onmiddellijk tot anomalieën. Stel, ook voedselveiligheid is een issue. Via de noodzaak van gebundelde informatie zouden alle voedselketens uiteindelijk moeten ‘vallen’ onder één overheidsinstelling. Maar hoe zit het dan met voedselterrorisme? De ijzeren consequentie van de versmelting van organisatie met informatieve zelfvoorziening is dat de - elektronische - overheid ooit vergroeit tot één enkele moloch. Dat zal Donner niet bedoeld hebben.

Heeft hij dan ongelijk dat balletje over centralisatie op te gooien? Daar gaat het hier niet om. Een gecentraliseerd politiebestel, een superministerie voor ‘law & order’ of wat dan ook kan om allerlei redenen wellicht een goed idee zijn. De Nederlandse politiekorpsen hebben niet echt een voorbeeldige staat van dienst waar het gaat om onderlinge informatie-uitwisseling. Dat er wat moet gebeuren is duidelijk. Echter, dwingende noodzaak tot een reorganisatie vanuit informatievoorziening waarop de minister zich beroept is er in de netwerkversie van de elektronische overheid niet. Die netwerkversie staat, mits goed geconstrueerd, eigenlijk elk organisatorisch arrangement toe. Door op enkele punten heldere overkoepelende afspraken te maken over de architectuur van de informatievoorziening en actief bestuurlijk toezicht op naleving daarvan bereik je het een én het ander. Je lost knelpunten op zonder direct te vervallen in een grootse reorganisatie met al het politieke getouwtrek dat daar doorgaans bijhoort. Bovendien blijk je toekomstvaster te werk te gaan.

Vrijheid-in-gebondenheid langs de informatiedimensie ondersteunt organisaties om in een diversiteit van samenwerkingsverhoudingen te operen. Het kan even duren, maar dan heb je ook wat: je hoeft niet voor ieder nieuw vraagstuk een nieuwe reorganisatie door te voeren.

Dankzij een ouderwetse maatschappijvoorstelling laat het toekomstbeeld zich scherper tekenen. Wie weet heeft Donner dat wel bedoeld. Om gezamenlijk prestaties te leveren is bundeling van macht onder één dwingend hiërarchisch gezag zeker niet hét zaligmakend recept. Het ontneemt organisaties hun wendbaarheid, terwijl het juist op vergroting daarvan aankomt.

 

 

De auteurs zijn zelfstandig adviseur op het terrein van overheidsinnovatie en ICT.

 

 

augustus 2004, webeditie 2004 © Pieter Wisse en Steven Luitjens.
Eerder verschenen in: Staatscourant, vrijdag 20 augustus 2004.