Bescheidenheid

Pieter Wisse

Dat maakt me toch altijd weer nieuwsgierig, een groot gebaar. Daarom trok de titel. Het is het boek Universele Informatiekunde (1993) van G.M. Nijssen. Toe maar, universeel. De stellende is meteen de overtreffende trap. Onlangs las ik het daadwerkelijk om de pretentie te toetsen.

Waarmee Nijssen start, is de deelverzameling van informatie waaraan hij de eigenschap "verwoordbaar" toekent. Deelverzameling? Dat is onmiddellijk al het Waterloo van de claim op algemeenheid. Nijssen beperkt zelfs zgn verwoordbaarheid ook nogeens, te weten tot wat met "elementaire zinnen" uitgedrukt kan worden. Hij bedoelt enkelvoudige proposities volgens de opbouw die uit de formele logica bekend is: subject met predicaat. Hardnekkig noemt Nijssen het "natuurlijke taal," maar dat is natuurlijk onzin.

De theorie van relationele informatieverzamelingen is expliciet gebaseerd op predicatenlogica. Wat Nijssen als conclusie presenteert, ligt daarom reeds besloten in zijn beginselen.Het is nogal wiedes dat de conceptuele schema's, opgesteld volgens zijn universele informatiekunde, zich soepel laten transformeren "naar het boegbeeld van de huidige informatietechnologie, het relationeel schema." De cirkelredenering waarborgt weliswaar reproduceerbaarheid, maar de uitkomst van zo'n procedure is dus conceptueel triviaal. Want waarom leidt zijn informatiekunde-als-methode tot reproduceerbaar resultaat? Nogmaals, dat lukt omdat hij de ingrediënten reeds in een vorm verlangt die strikt symbolisch-logische manipulatie à la relationele theorie toestaat.

Op bescheidener niveau vind ik Universele Informatiekunde een waardevol boek dat in geen serieuze informatiekundige bibliotheek mag ontbreken. Wie de quasi diepzinnigheid op de koop toe neemt, ziet Nijssen ijverig de formele beginselen van de relationele theorie populariseren. Dankzij herformuleringen, uitvoerige voorbeelden en systematische presentatie krijgen informatiekundigen inspiratie aangereikt om communicatie met opdrachtgevers, gebruikers, beheerders enzovoort te verbeteren. Dat is winst.

Helaas schiet Nijssen met concrete suggesties nog vaak tekort. Hij had zelfs dichter bij de relationele terminologie kunnen blijven. Dat is immers wat hij eigenlijk schreef. Universele Informatiekunde is een aansporing om ingrediënten voor de slotfase van systeemontwikkeling au fond te laten sporen met predicatenlogica en bijgevolg met het relationele schema, dat wil zeggen met wat hij "de huidige implementatietechnologie" noemt. De titel van een verwant boek, dat Nijssen eerder schreef met T.A. Halpin, is trouwens veel reëler. Want die titel luidt Conceptual Schema and Relational Database Design (1989). Op dat recht-toe-recht-aan traject vanàf en dànkzij panklare ingrediënten doet zijn methode het stellig prima. Maar  informatiekunde is meer. En universeel is anders.

 

© november 2001, webeditie 2001.
Ook verschenen in: Informatie, jaargang 44, januari/februari 2002.