Oorspronkelijk verschenen in: Digitaal Bestuur, 10 september 2008.

 

 

Anti-smart

Olf Kinkhorst en Pieter Wisse

Voor strategie zijn de smart-criteria contraproductief. Stop ermee!

Naarmate meer mensen zonder deskundigheid zich ergens mee bemoeien, hoor je het vaker: smart. Wie dat woordje uitspreekt, neemt nauwelijks risico. Prestigepunten vallen er gemakkelijk mee te winnen. Het klinkt vrolijk opbouwend, maar is zwanger van kritiek. Leuk plannetje, hoor, maar smart, nee. Dus maak dat er nog maar even van, luidt de aansporing die zelfs onuitgesproken kan blijven.
Wie zich dat verwijt aantrekt, schiet gauw met zijn voorstel terug in zijn schulp om pas (veel) later weer eruit te durven komen. Verbeterd, zogenaamd. Kost ook wat meer. Maar of dàt smart genoeg is? Welnee, want achteraf kunnen ict-projecten bij de overheid steeds minder de toets der kritiek doorstaan. Ze falen vooral door miskende afhankelijkheden. Klopt, die nemen toe. Wat zo’n project oplevert werkt domweg niet, of hoogstens geïsoleerd, inflexibel, met hogere ipv lagere administratieve lasten voor burgers en bedrijven, ga zo maar door, terwijl men er toch alles aan deed om ze smart te maken.

Smart is een acroniem, dus een woord samengesteld uit de beginletters van weer àndere woorden. Daarnaast gaat het ook nog om engelse woorden, waarvan de betekenis wijzigt zodra je ze onder letterdwang vertaalt naar het nederlands. De engelse woorden zijn doorgaans ‘specific’, ‘measurable’, ‘achievable’, ‘relevant’ en ‘time-bound’. De gebruikelijke nederlandse vertalingen luiden ‘specifiek’, ‘meetbaar’, ‘acceptabel’ (haalbaar is wellicht beter), ‘realistisch’ en ‘tijdgebonden’. Wij gaan even voorbij aan evidente betekenisverschillen en richten ons hier op het nederlands.

Specifiek en meetbaar zijn leuke uitgangspunten voor een project, maar voor een strategie zijn ze waardeloos. Bij het vaststellen van een strategie geef je richting aan. Pas na het meten van de resultaten van talloze projecten die binnen de ene strategie passen, weet je of die strategie succesvol is geweest.
Specifiek hoeft een strategie helemaal niet te zijn. Het kan zelfs zo zijn dat je bewust niks onderneemt en de ontwikkelingen afwacht. Dat kan veel succesvoller zijn dan jezelf in de strijd te werpen en er dan achter te komen dat je niks bereikt, omdat de werkelijkheid veel taaier is dan je dacht.
Strategie moet eigenlijk wel altijd controversieel zijn. Want als iedereen al automatisch weet welke kant men op moet, heb je geen strategie nodig.
Wat moeten we dan met acceptabel? De strategie om met inzet van ict een slankere, doelmatiger overheid te maken is vooral voor de politiek acceptabel en niet zozeer voor de ambtenaren. Een strategie kent acceptatie nooit als basis, maar geeft richting(en) aan voor complexe veranderingen inclusief borging van draagvlak ervoor.
Realistisch is nog wel een aardig criterium, want wie wil nou dingen doen die niet realistisch zijn. Maar wie bepaalt nou eigenlijk wat realistisch is? Met een volslagen beheersbaar plan stemt de manager graag in. Er bestaat echter geen almachtige controle van de werkelijkheid. Daarom is verbeelding realistisch als het strategie betreft.
Tijdgebonden? De termijn die voor een strategie geldt, betreft veeleer het uiterste tijdstip dat er weer extra zorgvuldig naar gekeken moet worden dan dat de inhoud achterhaald is. Het kan zijn dat een strategie zelfs nooit wijzigt.

Om een lang verhaal kort te maken, smart is toepasselijk voor het kleinschalige, strikt operationele werk. Dat is natuurlijk niet spannend genoeg voor een heuse verandermethodologie, maar vooruit, ga daar gerust je gang als je zonodig gewichtig wilt doen.
Strategie kan echter nooit smart zijn. Want strategie is principieel gevoed door onzekerheid. Voor overheidsbemoeienis hoort daar, als raison d‘être, vrijwel altijd de gespannen voet bij waarop belangen staan. Verlamming dreigt extra door op smart te hameren, terwijl daar de spijker helemaal niet staat.

Een reden voor stagnatie van de elektronische overheid is dat allemaal losse, elk zielloze smarties onmogelijk kunnen versmelten tot een heuse infrastructuur voor informatieverkeer. Daarvoor is strategie op maatschappelijke schaal nodig. Smart werkt daarvoor zelfs ondermijnend en verlang dat er daarom nooit van, punt. Praktisch moet strategie gewoon mikken op internationale standaarden en overige voorzieningen voor interoperabiliteit.
Wat zijn dan in het algemeen criteria voor een succesvolle strategie? Die is ambitieus, roept spanning op die mensen bindt en beweegt, geeft algemeen richting aan ontwikkelingen, overleeft individuele projecten en bevordert samenhang daartussen en blijft aangepast aan de werkelijkheid die zij tegelijk ook vormt. Daarvoor hebben wij trouwens zo gauw geen pakkend acroniem. Laat ook liever maar zitten, wanneer het aandacht afleidt van het echte werk.

 

 

10 september 2008, webeditie 2008 © Olf Kinkhorst en Pieter Wisse