Nederlandse Grondwet

Artikel 10

1. Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.

2. De wet stelt regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en verstrekken van persoonsgegevens.

3. De wet stelt regels inzake de aanspraken van personen op kennisneming van over hen vastgelegde gegevens en van het gebruik dat daarvan wordt gemaakt, alsmede op verbetering van zodanige gegevens.

Artikel 11

[1.] Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.

[2. Ieder heeft onvervreemdbaar recht op eigendom over zijn persoonsinformatie.]

Artikel 12

1. Het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner is alleen geoorloofd in de gevallen bij of krachtens de wet bepaald, door hen die daartoe bij of krachtens de wet zijn aangewezen.

[2. Het gebruik van persoonsinformatie zonder toestemming van de persoon is alleen geoorloofd in de gevallen bij of krachtens de wet bepaald, door hen die daartoe bij of krachtens de wet zijn aangewezen.]

2 [3]. Voor het binnentreden overeenkomstig het eerste lid[, respectievelijk voor het gebruik overeenkomstig het tweede lid] zijn voorafgaande legitimatie en mededeling van het doel van het binnentreden [of gebruik] vereist, behoudens bij de wet gestelde uitzonderingen.

3 [4]. Aan de bewoner [of persoon] wordt zo spoedig mogelijk een schriftelijk verslag van het binnentreden [of gebruik] verstrekt. Indien het binnentreden [of gebruik] in het belang van de nationale veiligheid of dat van de strafvordering heeft plaatsgevonden, kan volgens bij de wet te stellen regels de verstrekking van het verslag worden uitgesteld. In de bij de wet te bepalen gevallen kan de verstrekking achterwege worden gelaten, indien het belang van de nationale veiligheid zich tegen verstrekking blijvend verzet.

Artikel 13

1. Het briefgeheim [van geadresseerde communicatie] is onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald, op last van de rechter [door of met machtiging van hen die daartoe bij de wet zijn aangewezen].

2. Het telefoon- en telegraafgeheim is onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald, door of met machtiging van hen die daartoe bij de wet zijn aangewezen.

Artikel 14

1. Onteigening [van onpersoonlijke materiële en immateriële goederen, respectievelijk beperking van beschikking over persoonsinformatie] kan alleen geschieden in het algemeen belang en tegen vooraf verzekerde schadeloosstelling, een en ander naar bij of krachtens de wet te stellen voorschriften.

2. De schadeloosstelling behoeft niet vooraf verzekerd te zijn, wanneer in geval van nood onverwijld onteigening [of beperking] geboden is.

3. In de gevallen bij of krachtens de wet bepaald bestaat recht op schadeloosstelling of tegemoetkoming in de schade, indien in het algemeen belang eigendom door het bevoegd gezag wordt vernietigd of onbruikbaar gemaakt of de uitoefening van het eigendomsrecht wordt beperkt.

 

 

[bewerking: 2008—2009 stichting dotindividual; zie www.dotindividual.com]